Liefhebber:
De Luxe van Twee Stamkoppels
De gebroeders De Wit startten in 1951 in de duivensport als trio: Henk, Jaap en Gerard. Gerard haakte al snel af en “toen waren ze nog met twee”. Omdat de resultaten niet echt voldeden, gingen ze vanaf 1959 betere duiven halen en dat bij niemand minder dan Jos van Limpt, beter bekend als De Klak. Met de heruitgevonden Janssenduiven van Klak werkten de gebroeders zich zeer snel op tussen de kampioenen.
Janssen boven
De gebroeders wilden zich op alle terreinen meten met de besten tot en met de grote fond; dit laatste uiteraard met andere duiven. Maar ze werden vooral bekend door hun sterke spel met de Janssenduiven die ze aan verschillende bronnen gingen halen: bij Klak natuurlijk, maar ook op de totale verkoop van J. van Kesteren die ze ook zuiver hield, bij Aart Griekspoor die ze o.a. had van Nic Janssen (Gronsveld), verder nog de soort van dokter Linssen die ze ook vooral van Klak had, een Verbartduif via Jan Ouwerkerk enz. Als het maar Janssen was... Het was evenwel een halve Janssen die voor de grote doorbraak zorgde en dan hebben we het over de bekende “Bosboer”, een Wouters-Meulemansduiver die ze haalden bij Cees van Tilburg beter bekend als De Bosboer (Wouwse Plantage - Roosendaal).
(klik op de afbeelding voor een vergroting)
Stamkoppel 1
Het kweeksysteem van de gebroeders was eigenlijk vrij simpel: door steeds maar Janssenduiven te betrekken bij liefhebbers die hier succesvol mee waren verzamelden ze een homogene collectie duiven die wel aan elkaar verwant waren zonder dat je van echte (zware) inteelt kon spreken. Maar het moet ook wat meezitten, zeker als je een superkoppel wil treffen. Ik ben nog nooit iemand tegen gekomen die op een mooie dag zei: “ ik ga vandaag eens een super kweekkoppel samen zetten.” Bij De Wit ging het zoals bij iedereen: met zo goed mogelijk materiaal starten, proberen de beste tegen de beste te zetten en regelmatig omkoppelen tot je het groot lot, zeg maar de ideale genencombinatie treft. Het groot lot bestond bij de broers uit een zoon van de reeds genoemde Bosboer met een Janssenduivin die ze samen met haar ouders kochten op de totale verkoping van J. van Kesteren uit Hillegom. Van Kesteren had zijn Janssenduiven van plaatsgenoot Uitendaal. Het wonderkoppel zou 4 jaar samen blijven en zette op die tijd een pleïade aan crackduiven op de wereld. Ze vlogen met hun ogen dicht top 5 tegen duizenden duiven. En nog belangrijker, ze gaven hun kweekkwaliteiten gemakkelijk door naar de volgende generaties.
Uiteraard betekent dit niet dat ze voordien geen goede hadden. Integendeel. Henk en Jaap waren vanaf 1970 nog nauwelijks van het podium te houden in de kampioenschappen van de CC Zuid-Holland. En ook op de grote fond stonden ze meer dan hun mannetje met o.a. 5 nat. Saint-Vincent en 6 en 7 nat. Barcelona. Maar toch bleef de klemtoon op de midfond en de dagfond. Willem de Bruijn en Piet van de Merwe waren van de eerste om zich met groot succes te gaan versterken bij de broers in Koudekerk. Ook Co Verbree was een fan van het eerste uur bij de gebroeders de Wit.
Nic Janssen is ook Janssen
Zelf bleven de gebroeders de Wit natuurlijk ook niet stilzitten en keken verder uit naar versterking en verbreding van hun Janssencollectie. Een superkoppel is fantastisch natuurlijk maar voor je het weet zit je aan de heel nauwe inteelt omdat alles dan heel snel familie wordt van elkaar. Die versterking vonden ze deze keer bij Aart Griekspoor. Griekspoor (Nieuw Vennep) die ook al zo een fan was van de Janssenduiven had bij Nic Janssen voor een bom geld de Reimsdoffer gekocht die voor Nic de 1 prov. Reims won tegen 1450 duiven met 5 minuten vooruit en dat bij sterk weer. De Reims was een Janssen van het helderste water, want Nic Janssen was bij zijn naamgenoten in Arendonk meer dan kind aan huis. Hij haalde ze met volle manden, niet voor de commerce maar om mee te spelen.
Voor de volledigheid nog even de topprestaties van de Reims:
- 1e Prov. Reims, 145 d.
- 5e Hannut, 1996 d.
- 8e Provins, 1102 d.
- 11e Montargis, 1178 d.
Stamkoppel 2
De transactie van de Reims was groot nieuws in de regio en Henk en Jaap vonden dat ze best wel dergelijk superieur winnaarsbloed konden gebruiken. Bij Griekspoor bleek namelijk dat de Reims ook meer dan behoorlijk kweekte... Een zoon van hem werd daar de Donkere Supercrack, NL307041-80 met volgend indrukwekkend palmares:
- 4e Soissons 4544 d.
- 4e Soissons 3793 d.
- 12e Strombeek 8757 d.
- 13e St Quentin 6936 d.
- 20e Duffel 9129 d.
- 21e Duffel 9678 d.
Ook de Donkere Supercrack was een excellente kweker en ging later naar Steven van Breemen.
In 1983 kochten Jaap en Henk dan effectief bij Griekspoor 2 zonen uit de Reims. Moeder van die duifjes was een dochter van het stamkoppel van plaatsgenoot Dick Pennings. Uit de 500-83 kwamen behoorlijke duiven en met name Adrie van de Rhee haalde er zijn stamduif uit, maar de hoofdvogel was deze keer letterlijk de NL117541-83. De groeders De Wit zetten hem tegen de mooiste dochter van stamkoppel 1 en “bingo” een nieuw wereldkoppel - Stamkoppel 2 - zag het licht.
De kampioenen rolden aan de lopende band uit dit tweede stamkoppel. Een blik op het bijgaande schema toont hier slechts een bloemlezing van. Dertig jaar na de feiten is uiteraard niet meer alles terug te reconstrueren of terug te vinden.
Eén van de eerste cracks uit het nieuwe koppel was de NL1340202-85 die 5 keer top 10 vloog van gemiddeld ruim 2000 duiven. Dat zijn ringnummer maar 1 ring verschilt van de Chartres (uit stamkoppel 1) illustreert ten volle welke weelde de gebroeders de Wit op dat moment op hun kweekhok hadden: twee koppels waarvan veel liefhebbers hun hele leven enkel kunnen dromen.
Het noodlot
Maar het leven kan keihard zijn.... Op het toppunt van hun roem, werden de gebroeders De Wit zwaar getroffen. In 1988 overlijdt namelijk Henk de Wit. Broer Jaap is er helemaal ondersteboven van en denkt aan opgeven. Dat er al een paar keer topkwekers werden gestolen - ook nog eens terwijl Henk in de kliniek was! - deed daar ook geen goed aan. Maar als een soort eerbetoon aan zijn overleden broer en onder impuls van de talrijke vrienden besliste Jaap om toch alleen door te gaan, zij het nog steeds onder de naam Gebroeders de Wit.
Jaap blijft de successen aaneen rijgen. Maar dat kan moeilijk anders met zoveel kwaliteit op de hokken. Maar toch geeft hij er in 1993 de brui aan, gekweld door de jaren en door een falende gezondheid. Zeker niet omdat de duiven het niet meer deden, want enkel al in 1993 won hij nog
- 1e Roye 2391 d.
- 1e Chantilly 2669 d.
- 1e St. Kat. Waver 6886 d.
- 1e Laon 4629 d.
Het einde is een nieuw begin
In december 1993 werd dan alles (zijnde 80 duiven) totaal verkocht door de zorgen van sportblad De Duif.
Toppers uit de verkoop waren o.a. de Chartres uit Stamkoppel 1 (vader van de wonderkweker 630 van Piet van de Merwe), de 930 en 931 zus en broer van de Chartres, de Oude Klak 29 (nog een directe superkweker van Jos Klak), de Etampes en de 202 (2 zonen uit Stamkoppel 2 en volle broers van de Reimsdoffer van Verkerk) en uiteraard een resem kinderen en kleinkinderen uit de hier genoemde duiven en hun broers en zussen.
De belangstelling is overweldigend en de verkoping een overdonderend succes.
Nog succesrijker is de nakweek van die duiven die tot op vandaag de ruggengraat vormen van heel wat tophokken: reeds vermeld zijn Willem de Bruijn, Piet van de Merwe en Co & Piet Verbree, maar ook Peter van de Merwe, Adrie van de Rhee en nog talrijke anderen tot in de VS en Taiwan toe. En niet te vergeten natuurlijk Bas en Gerard Verkerk die met hun Reimsdoffer NL2117866-87 de trotse bezitters waren van een zoon uit Stamkoppel 2.
Deze aflevering van "Kweken als de Meesters" werd speciaal door Michel Bommerez geschreven in het kader van zijn reeks artikelen over Gerard & Bas Verkerk. Lees ook:
GERARD & BAS VERKERK - Het geheim: "Gedachten worden dingen" (deel 1)
Kweken als de meesters: Gebr. Jeu & Lou Vroomen, in het Spoor van de Lange Nek
Kweken als de meesters: Jan Ouwerkerk, de Meester van de Inteelt
Het vervolg van deze unieke reeks verschijnt de komende weken in De Duif.
Wilt u niets missen? Neem dan nu een abonnement!
Auteur: