TEAM FREDDY DE JAEGER – 1e Nationale Asduif Grote halve fond Oude

Knesselare – De gemeente Knesselare behoort tot het Meetjesland en dat is een regio in het noordwesten van de provincie Oost-Vlaanderen. Vroeger trof men er vooral kleine boeren maar al vele decennia is de industrie er in opmars. Het Meetjesland maakt deel uit van de regio begrensd door Zeebrugge-Roeselare-Kortrijk-Gent en die doet het bijzonder goed. Ze hebben daar een werkeloosheidsgraad van 3,1 % wat zeer laag is. Met de geavanceerde technologie die daar gekoesterd wordt behoren ze tot de top van Europa !

Een succesvolle zakenman die perfect in het plaatje past is Freddy De Jaeger. Hij stelt momenteel 100 mensen te werk in een bedrijf dat onderdelen voor machinebouw fabriceert en is wereldwijd leverancier aan vele bedrijven.
Ook zijn duivenliefhebberij is op dezelfde doordachte leest geschoeid en de laatste jaren waren zeer succesvol. In 2014 had het Team De Jaeger Freddy de 1e Nat. Asduif Grote Halve Fond Oude Duiven op de kooi. Ze werden daarnaast nog 4e Algemeen Nat. Kampioen... 4e Nat. Kampioen Fond Oude...4e & 10e Nat. Asduif Fond Oude...en 5e Nat. Kampioen Grote Halve Fond Oude Duiven.

Drie generaties

Grootvader Francis De Jaeger was een boerensmid met 10 kinderen die als zo velen de grote oversteek waagde en eerst zijn geluk in Amerika beproefde. Hij was een zeer goede duivenmelker. Vader Albert De Jaeger was een nog betere melker maar hij overleed toen hij pas 51 jaar oud was. Zijn duiven werden in 1972 publiek verkocht voor 2,8 miljoen Belgische frank wat toen een hoog bedrag was. Freddy heeft samengespeeld met vader die in 1968 een boerenjaar kende. Hij kocht van de winst met de duiven een kleine auto voor Freddy en zijn zuster... een grote auto voor zichzelf... en had nog 250.000 BF over !
Hij deed het vooral met duiven van Gaby Verstraete, Balgerhoeke en René Moens, Astene die vooral duiven van De Smet-Matthys op zijn hok had. Hij kocht zich ook een excellent kweekkoppel bij Gerard en Michel Vanhee, Wervik dat heel wat 1e prijsvliegers op de wereld zette.
Freddy De Jaeger ging in 1972 voor eigen rekening van start op de huidige locatie. Er werd 7 jaar gespeeld onder de naam De Jaeger-Scheyving en aan het einde van de rit werden de duiven publiek verkocht.
In 1979 werd opnieuw begonnen... zij het eerder op een laag niveau. Freddy was volop bezig met het uitbouwen van zijn zaak en daardoor kwam de duivensport op een laag pitje te staan.
Een verzorger werd er toen bijgehaald en er werd zeven jaar gespeeld onder de naam De Jaeger-De Vijlder... en met redelijk succes.
In 2012 werd Marijn Laureyns “fulltime” verzorger en dat tilde de kolonie De Jaeger meteen naar een zeer hoog niveau.

Stamopbouw

De huidige kolonie werd in eerste instantie opgebouwd met duiven van Gaby Vandenabeele, Dentergem. Dit zorgde meteen voor een geweldig resultaat en een van deze Vandenabeele-duiven werd de stammoeder of de “Tsunami Duivin” (“Bliksem” x “Manuela”). Zij werd moeder... grootmoeder... overgrootmoeder van het merendeel van de actuele duiven.
Er kwamen nog duiven bij van Roger Florizoone, Nieuwpoort... Wim Boddaert, Oostkamp... en “Mister Tulle” (Franse asduif fond) die een zuivere Maurice Casaert-duif was. Uit de “Tsunami Duivin” x “Mister Tulle” werd een echte topper geboren.
Verder ook nog duiven van Etienne Meirlaen, St. Martens-Latem (al een topduif)... Marc Pollin, Snellegem... Chris Hebberecht, Evergem. Verder nog de “Super Pedro” van Gyselbrecht-Madeira, gespeeld door Rudi Desaer, en die 5 keer in de eerste 68 nationaal won !
Daarnaast werd het volledige hok van Marijn Laureyns, dat jaarlijks zo’n 20 eerste prijzen per jaar op de tabellen zette, overgenomen.

Klassiek weduwschap

Het Team De Jaeger Freddy trad in 2014 aan met een ploeg van 150 weduwnaars... 24 duivinnen op totaal weduwschap... 300 jonge duiven... en 60 koppels kwekers. De weduwnaars vlogen in 2013 hun laatste wedstrijd op Tulle en Argenton. Na afloop van het seizoen mochten ze nog 10 dagen broeden... het nestje werd afgebroken... en zowel doffers als duivinnen verhuisden naar de volière. Ze verbleven in de volière (dag en nacht) tot de eerste koppeling rond half december. Ze gingen door de rui met een goede ruimengeling (Versele + Matador)... klein zaad... vitamines... looksap... en kruidenthee. Heel het jaar door krijgen alle duiven één maal per week kruidenthee.
De eerste koppeling vond plaats op 25 november en de eieren van de kwekers werden onder de weduwnaars + voedsterkoppels geschoven. De kwekers legden opnieuw binnen de 10 dagen en die ronde moesten ze zelf groot trekken. De tweede koppeling van de weduwnaars vond plaats tussen half maart en begin april en toen werd er een paar dagen gebroed. Zowel doffers als duivinnen worden bijgelicht vanaf 21 juni tot aan de laatste wedstrijd;
Van zodra het eind maart/begin april beter weer wordt dan wordt er gestart met het opleren van de duiven. Na een viertal keren wegvoeren wordt het 1x Arras... 1x Clermont... 1x Fontenay... dan Vierzon of Chateauroux... en dan wordt de vliegploeg opgesplitst. De jaarlingen worden beter opgeleerd omdat ze iets minder ervaring hebben dan de oude duiven. Maar een keer dat ze de halve fond achter de rug hebben wordt de vliegploeg ingezet op de nationale vluchten en dan is de zifting genadeloos.
De betrachting van de kolonie Team De Jaeger Freddy is uit te blinken op de grote halve fond... de fond... en de zware fond. Het gros van de kolonie wordt ingezet op grote halve fond en fond. Op de grote fond worden er minder duiven gespeeld maar meer bewezen duiven. Op Perpignan van 2014 werden er dezelfde dag 3 van de 4 duiven geklokt binnen de 11 minuten.
De weduwnaars worden gespeeld volgens de regels van het klassiek weduwschap en er wordt niet gezocht naar extra motivatie. Bij de inkorving wordt de duivin altijd getoond... zo’n half uur tot drie kwartier.
Normaal wordt er tweemaal daags een vol uur getraind... ‘s morgens en ‘s avonds. Bij koud en regenachtig weer wordt er ‘s morgens niet getraind want dat is nefast voor de conditie. Het oog van de meester houdt het trainingsgedrag van de weduwnaars nauwlettend in de gaten. In het begin van het seizoen wordt er getraind met de vlag maar na een paar weken gaat alles vanzelf. De weduwnaars moeten vooral hard vliegen en wanneer de topvorm aanwezig is dan hangt de lucht vol met duiven. Er zijn 10 hokken met 16 nestvakken en wanneer het tweede hok los komt dan kunnen die duiven de duiven van het eerste hok al niet meer bijbenen ! Zo snel gaat het wanneer de weduwnaars in topconditie zijn.
De doffers vliegen om de veertien dag grote halve fond of fond. Na aankomst van een wedstrijd wordt er op zaterdag en zondag een stevige sportmengeling (Versele) gevoederd en in het drinkwater zijn er elektrolyten. Van maandag van de eerste week tot dinsdag van de tweede week wordt er een lichte mengeling gevoederd voor de duiven die ingezet worden op de grote halve fond. Een mengeling die kan aangepast worden aan de omstandigheden zoals het weer en de temperatuur. Er wordt gewoon op het gevoel gevoederd maar altijd juist genoeg. Voor de duiven die ingekorfd worden voor de fond wordt er een lichte mengeling gevoederd tot maandag van de tweede week. Na de lichte mengeling wordt er overgeschakeld op sportmengeling aangevuld met Energy Corn... een beetje pinda’s... en snoepzaad. In de loop van de week worden er vitamines verstrekt. De duiven die ingekorfd worden voor de zware fond worden de laatste drie dagen voor de inkorving opgevoederd.

Duivinnen op weduwschap

De duivinnen die op weduwschap gespeeld worden worden op 25 november gekoppeld en zij trekken hun eigen jongen groot. De tweede koppeling vindt plaats eind maart/begin april. Er wordt een paar dagen gebroed... het nestje wordt afgebroken... en het weduwschap begint. Er wordt van de dames verwacht dat ze week na week de wedstrijden op de grote halve fond vliegen. Alle duivinnen worden dag en nacht in hun eigen woonbak opgesloten en op die manier is er weinig kans tot onderling paren.
Er wordt tweemaal daags getraind. In het begin wordt er getraind met de vlag tot er vlot een half uur gevlogen wordt. Soms worden de duivinnen ook een paar keer met de wagen weggevoerd tot ze het trainingsritme te pakken hebben. Het voedersysteem van de duivinnen is hetzelfde als bij de weduwnaars... maar de duivinnen draaien op Matador.
Bij de inkorving komen de duivinnen voor een half uur tot drie kwartier samen met hun doffer in hun woonbak. Ook is er een zeer goede band tussen verzorger Marijn en de duivinnen. Ze zijn voor een stuk met de melker gepaard ! Het seizoen 2014 bezorgde de duivinnenploeg een opsteker van formaat want duivin “Carla” won de titel van 1e Nat. Asduif Grote Halve Fond Oude duiven !

Asduif Carla

“Carla” B12/4159122 is de 1e Nat. Asduif Grote Halve Fond Oude Duiven en dus de lijsttrekker van de duivinnenploeg. Zij schitterde ondermeer met 189e nat. Bourges 22663 d... 98e nat. Chateauroux 17984 d... 117e nat. Montlucon 14230 d... 61e nat. Guéret 7681 d... en 110 nat. La Souterraine 7176 d. Het is een mooi donker geschelpt duivinnetje uit de beste lijnen van de kampioenenkolonies Rik Cools x Gaby Vandenabeele. Het is ook een zeer tamme duif... goed gespierd... met een prachtige vleugel... en een mooi oog. Het is een duivin zonder enig gebrek... en bovenal heeft ze een geweldig palmares !

Jonge duiven

De jonge duiven worden gefokt uit kwekers en vliegers. Bij het spenen blijven de geslachten samen tot na de eerste Clermont. Er wordt verduisterd vanaf 1 maart tot half juni. Er wordt bijgelicht vanaf 21 juni tot einde van het seizoen.
Bij goed weer worden de duiven een 5-tal keren met de wagen weggevoerd en vliegen daarna 2x Arras... 2x Clermont... 2x halve fond en worden daarna ingezet op de nationale vluchten. De jonge duiven worden in principe elke week ingekorfd. De beste jonge doffers vliegen slechts een paar nationale vluchten. In het vooruitzicht van hun carrière als weduwnaar worden die zeker niet uitgeperst.
Vanaf Clermont wordt de schuifdeur gehanteerd en de jongen kunnen stoeien in wegkruipbakjes... kartonnen dozen... en kunnen een liefdesnestje bouwen in alle hoekjes en kantjes van het hok. De jongen krijgen jonge duivenmengeling van Versele gevoederd.
Discipline is belangrijk bij de jonge duiven en wanneer er gefloten wordt moeten ze binnen de kortste keren binnen zijn anders zwaait er wat. Eens opgeleerd worden de jongen tussendoor niet meer opgeleerd.

Medisch

Er gebeurt wekelijks een controle door dierenarts Wim Boddaert op de klassieke kwalen als trichomonas... coccidiose... en luchtwegeninfecties. In het voorjaar en het najaar wordt er behandeld tegen paratyfus met Parastop maar er wordt niet ingeënt. Marijn luistert naar de diagnose van de dierenarts maar over de behandeling beslist hij zelf. Maar negen op de tien keer zijn er geen problemen bij de controle.
Het gros van de duiven werd afgelopen seizoen tweemaal behandeld tegen trichomonas. Een duif die 3 nachten mand doet wordt echter bij thuiskomst behandeld via het drinkwater of met een pilletje.
Tegen luchtwegeninfecties werd er een paar keer behandeld in het begin van het seizoen. Maar de volières voor de hokken zijn een zegen voor de duivensport. Na het seizoen gaan de duiven in de volière en zitten dag en nacht buiten en hebben eigenlijk weinig last van luchtwegeninfecties. Vroeger werd er veel meer medicatie gebruikt dan tegenwoordig maar het is een feit dat je geen toppers hebt met te veel antibiotica.

Marijn de tovenaar

Freddy De Jaeger steekt het niet onder stoelen of banken dat met de komst van Marijn Laureyns (51) als verzorger zijn kolonie een versnelling hoger schakelde. Marijn is een duivenkenner... hij is ongelooflijk gedreven... en hij heeft de wil om te winnen. Alles moet wijken om zijn doel te bereiken... en er zijn niet genoeg superlatieven om de kwaliteiten van zijn verzorger te omschrijven.
Er wordt hard getraind en in het begin van het seizoen wordt de vlag gehanteerd. In volle seizoen wordt het trainen beperkt tot 1 uur. Wanneer de duiven Marijn rond de hokken opmerken dan zijn ze opnieuw de lucht in... schrik van het baasje !
Discipline is bij hem het ordewoord. Duiven die niet direct binnenkomen na de training krijgen geen eten. Ze kunnen het nog een tweede dag proberen... maar een derde dag overleven ze niet. Bange duiven... en vooral de “bassers” worden onmiddellijk geëlimineerd.
Zijn selectie is beenhard ! Alle duiven moeten echte atleten zijn en alles hebben om de beste te worden. De grote selectieheer is de mand en 50 % prijs per drietal is niet voldoende ! Maar in de hand moet een duif ook een goed model hebben... goed gespierd zijn... goed gesloten zijn... en een mooie vleugel hebben met smalle pennen. Van de 300 jonge duiven bij aanvang komen er hooguit 75 aan de start van het nieuwe seizoen. Marijn heeft een zeer goed zicht op duiven en wanneer hij zegt “zet maar” dan heb je 90 % kans op succes. De super verzorger krijgt ook de vrije hand bij het Team De Jaeger Freddy... en zo lang het maar beter gaat ben ik tevreden zegt Freddy. Marijn is een echte tovenaar met duiven...

Het kweekhok

Duiven koppelen is een passie voor Freddy en goed x goed is de voornaamste stelregel. De duiven van Marijn Laureyns worden door hemzelf gekoppeld omdat hij die het beste kent.
De voornaamste bloedlijnen zijn o.a. de “Tsunami-lijn”. Op het kweekhok zitten er zeker 20 duiven die afstammen van de “Tsunami Duivin” De “Tsunami 114” en de “Tsunami 115” zijn twee nestbroers en twee echte toppers. Tegen de “Tsunami-lijn” worden alle nieuwkomers gekoppeld en uitgetest. Wie het daar niet kan waar maken is gedoemd om te verdwijnen.
We hebben dan ook nog de duiven van Marijn Laureyns zelf die ingezet worden op de grote halve fond. De echte toppers van deze bloedlijn worden ook gekruist met de “Tsunami-lijn”.
Ook nog de Florizoone-lijn met als blikvanger de “Tornado” (soort de “Witneus”) en “Mister Tulle”