Liefhebber:
Onderwerp:
Moen – In de vrije encyclopedie Wikepedia lezen we over de dorpsheerlijkheid Moen (deelgemeente van Zwevegem). Heerlijkheid: dat is exact het gevoel dat opkomt bij het bezoek aan de vierkantshoeve van Nico en Caroline Fourneau. Nico zwaait met ontwapenende vriendelijkheid de poort open. Op de binnenkoer trekt hij de krijtlijnen.
“De vleugel voor ons is onderaan het kweekstation (allemaal kweekboxen). Boven de kwekers zitten de duiven voor de grote fond. De vleugel links is voor de andere vliegers. En een deel jonge duiven. Straks gaan we boven kijken. Dan is alles duidelijker. De vleugel achter ons is voor de latere jonge en een klein hokje met 7 tweejarigen. En de vleugel rechts: daar wonen wij sinds 2011. Er is al heel veel werk verzet maar er is nog veel te doen ook. Eén probleem; tijdsgebrek. De duiven is een uit de hand gelopen hobby.”
In de eetkamer is het buitenzicht op het domein van 3,5 ha indrukwekkend. Dat vindt ook een familie alpaca’s. Zij staan te grazen als God in Moen.
Nico: “We zijn naar hier gekomen door het werk van mijn vrouw. Caroline werkt als anesthesiste in het ziekenhuis van Kortrijk. Als arts moet zij, in dringende gevallen, binnen het kwartier in het ziekenhuis kunnen zijn. We hebben lang gezocht en uiteindelijk dit gevonden. Toen we het kochten was er nog heel veel werk aan. Maar we zijn natuurlijk content.”
Nico heeft een hele goede naam in de Vlaanders. De vriendelijkheid zelve, zegt iedereen. Dat is niet overdreven. En zijn vrouw Caroline is net eender.
Nico gaf ons enkele oude krantenartikelen mee. In één van die artikels staan Nico en Caroline in 2006 op de foto te glunderen met hun 1e prov. Argenton 2121 duiven.
Caroline: “Toen we 12 jaar waren, zaten we naast elkaar op de schoolbanken. Op ons 18de werden we een koppel. En je ziet: we plakken nog altijd aan elkaar.”
De oudste zoon Cyriel (18 jaar) komt ook even dag zeggen. Hij is eerstejaars geologie aan de unief in Gent. Het gaat rap op unief zegt hij maar hopelijk gaat het goed. Het moet (lacht). In zijn vrije tijd doet Cyriel aan kajakken. Hij nam dit jaar deel aan het WK kajak in Hongarije. Omdat mama niet mee kon, liet papa Nico de duiven in volle seizoen enkele dagen achter. Nico: “Er zijn hoofdzaken en er zijn bijzaken.” (lacht) De jongste zoon Remi (15 jaar) is ondertussen ook vertrokken voor zijn kajaktraining.
Huis met een raampje en een deurtje
Nico: “Van origine komen we uit de Vlaamse Ardennen, regio Berchem-Kluisbergen. Daar woonden mijn pépé en mémé van moederskant. Op het hok van pépé ben ik besmet met de duivenmicrobe. Het was daar heel kleinschalig. Zes kweekkoppeltjes, negen vliegduiven en twintig jongskes. Meer moest dat niet zijn. Ik heb een foto uit die tijd gevonden. Ik sta als tienjarige naast pépé. Moeilijk te zeggen wie de fierste was. Als 14-jarigen werkten Caroline en ik al in de duivenbond. Gummi’s opschrijven en uitslagen maken. Dat was nachtwerk voor een beetje drinkgeld. Na ons huwelijk hebben we 8 jaar in het huisje naast pépé en mémé gewoond. Piepklein huisje, een deurtje en een raampje, maar perfect. Ik geef een voorbeeld waar alles in zit. Als we naar het werk vertrokken en een wasmachine lieten draaien, liet pépé de was drogen op de draad en zorgde mémé dat ’s avonds alles gestreken en geplooid was. Ik speelde in tandem met de duiven met pépé en had ook mijn eigen hokje. Er stond wat kotterie in de tuin en we hingen er een spoetnik aan. Toen heette dat duivenhok.
Nadien is er een klein hokje bijgekomen. Bij de verhuis naar Moen heb ik dat meegebracht. Het natuurhok dient nu als laatste station voor uitgeselecteerde duiven.
Helaas zijn pépé en mémé in 2021 heel kort na elkaar gestorven door corona. Ze waren allebei 90+. De gezondheid van pépé was al minder maar mémé genoot nog volop van breien en de familie.”
Teamwork
Nico: “Ik ben van opleiding chemicus. Eerst werkte ik bij Bekaert, daarna op de centrale in Kluisbergen en uiteindelijk bij de hogeschool/Unief Gent. Na onze verhuis naar Moen werkte ik eerst fulltime, daarna parttime en nadien werd ik voltijds huisman. Dit komt door de drukke baan van mijn vrouw. Reken daar de duiven bij en de dagen zijn te kort.”
“Ik ben zoveel mensen dankbaar. In de eerste plaats Caroline natuurlijk maar ook mijn vader Luc en moeder Rita. Twee echte levensgenieters. Vader gaat meestal de duiven oplaten en is er ook altijd bij in het lokaal. Op feesten in de winter nemen vader en moeder de honneurs met veel plezier waar. Moeder helpt met het uitwassen van de drinkpotten (maandag, woensdag, vrijdag). Caroline helpt de duiven vaccineren. Vriend Jeroen komt een paar keer per week langs om de kweekboxen te kuisen. Als de duiven goed presteren noem ik dat teamwork.”
Het belang van goede hokken
“Bij pépé zaten alle duiven in een tuinhok. Hier in Moen zijn het allemaal zolderhokken volgens het principe ‘een hok in het hok’. Achter de duiven loopt over de hele lengte een centrale gang. Soms is het vallen en opstaan. Het hok van de vliegers was véél te koud. Daarom hebben we alles gedraaid. De voorzijde is de achterzijde geworden. Nu hebben de duiven wel volop zon en een betere conditie. Ik heb liefst weinig duiven op een hok. Op een hok met 25 bakken wonen gemiddeld 10 tot 15 duiven. Oude en jaarlingen op hetzelfde hok. De onderste bakken staan overal leeg.
Onze beste uitslagen maken we als er een hittegolf is. Sommige liefhebbers hebben die tropische temperaturen niet graag, voor mij mag het twee maanden koekenbak zijn. Ik voel het verschil als ik van de hokken van de dagfondduiven naar de hokken van de overnachtduiven ga. Dat is een trui verschil.”
En het belang van goede duiven
“Grote namen ga je hier niet vinden. Wel goede duiven van meestal kleine liefhebbers met steengoede duiven. Wijlen Michel Nachtegaele uit Mullem had zes kweekkoppels maar héle goede. Zijn Super 159 op kop.
We hebben ook veel te danken aan een zestal duivinnen. De Claeys Duivin (Hans Claeys, Ursel), de Bauters Duivin (Jo Bauters, Gavere) de Baele Duivin (Roger Baele, Zwalm) de Puissant Duivin (Bert en Tom Puissant, Wortegem Petegem), de Nancy Duivin (Philippe Declercq Avelgem) en de Bonte Crack Duivin (Anthony Maes, Waregem). En voor de fond de Ernest Duivin (Jan Ernest, Steenbergen), de Deleu Duivin (Philippe Deleu, Houthem) en de duiven van De Smeyter-Restiaen, Melden. Enkele van hun beste afstammelingen zijn “Carolientje” (8e Nat. Pau, 44e Nat. Narbonne/ 5e Nat. Asduif grote fond) “De Marseille” (1e Prov. Marseille, 37e Nat. Barcelona, 38e Nat. Perpignan) en “Dax Boy” 738-24, 4e Nat. Dax (uit “De Marseille” x dochter “Carolientje”). In 2019 rolden er tranen van geluk (en emotie) over mijn gezicht toen we de 4 beste duiven uitspeelden op Perpignan: Nationaal tegen 3915 duiven was het 38, 65, 91 en 96 (4/4). Snelheid eerste duif 870 meter. Dat was speciaal.”
“Ik probeer een stam te creëren. Ze komen natuurlijk altijd van ergens. De mensen van wie ik goede heb blijf ik eeuwig dankbaar. Altijd de lat een beetje hoger leggen. Daarom zijn op het einde van 2024 en 2025 de vijf beste vliegers op de kweek gezet.”
Koppel met een gouden kroontje
De duif in de kijker is natuurlijk de “Bergerac Man”, 1e World Best Pigeon Allround 2025. Een goede is een droom en de “Bergerac Man” is een droom die uitkomt. Hij wint 6e Nat. Souillac, 9e Nat. Limoges, 12e Nat. La Souterraine, 19e Nat. Bergerac en op de korte afstand 1e Pont 1114 d., 11e Prov. Chateauroux en 18e Prov. Orleans.
De “Bergerac Man” is broer van “Maria”, 1e Interprov. Orleans 15.367 duiven (2025). Lokaal won Nico op deze Orleans 1, 2, 3 tegen 760 duiven met drie kinderen uit hetzelfde koppel. Zij verdienen een gouden kroontje.
Nico: “Gedeelde vreugde is dubbele vreugde, zegt men. Dat is het geval met het koppel. Andre Heereman, alias den brouwer, was mijn vroegere collega in de hogeschool van Gent. Andre werkte in de brouwerij. Af en toe kwamen we eens samen om over de duiven te praten. Ieder jaar kreeg Andre enkele jonge duiven. Ieder jaar kweekte hij voor mij ook een tiental jonge duiven uit mijn eigen soort. Zo is het fameuze kweekkoppel ontstaan. Ere wie ere toekomt.”
Verstouten
In de winter komt geen duif buiten. De stekvogels zorgen voor miserie. Nico fokt een 120-tal jonge die 1, 2, of 3 nationaals vliegen in hun geboortejaar. Ze worden verduisterd en nadien bijgelicht. De laatste jaren wordt ook uit de beste vliegers gekweekt. Altijd volgens het credo “koppeling wanneer het mij past”. Begin april op weduwschap is een mikpunt. Vanaf half februari komen de duiven terug los. Alles op gevoel. Als Nico denkt ‘ik ga het riskeren’ komen ze los. De jaarlingen moeten dan nog overgewend worden omdat ze tot na de rui op hun geboortehok blijven om te verpluimen. Het is een beetje meer werk in het voorjaar.
Om de twee weken komt de dierenarts langs om de duiven na te kijken. Dit is vooral voor de eigen gemoedsrust.
Nico: “Duiven nakijken is belangrijk. Ik heb graag dat ze zuiver zitten, maar het geheim zit zeker niet in een potje. Hoe minder medicijnen hoe beter. Mijn vroegere systeem was om de twee weken de mand in. Maar die tijd is voorbij. Ik ben ook aan het ‘verstouten’. De renners uit de Tour de France rijden ook iedere dag. Vroeger was ik heel voorzichtig, maar iedere week de mand in is zeker haalbaar. Dan heb ik het over vluchten als Limoges, Souillac en Tulle. Cahors is misschien te zwaar. De dag na de wedstrijd krijgen duiven en melker rust en komt niets buiten. Als de duiven op maandag trainen zie je veel. Wie is topfit en wie heeft de reserves aangesproken.
Na de vlucht blijven de koppels niet te lang samen. Ontsmetten is met gele druppels in de bek.
Het voer is altijd Versele. Bij thuiskomst zitten elektrolyten in het drinken en doe ik proteïnen op het voer. De dag van inkorving opnieuw elektrolyten in het water. Het zijn hulpmiddeltjes maar de duiven moeten het kunnen... Maar ook de melkers moeten het kunnen. Na 7 drukke weken met een ritme van drie inkorvingen per week (maandag, woensdag, donderdag) is het bobijntje na Perpignan bij mij ook af.”
Piet Raket
Soms rolt een dubbeltje naar de verkeerde kant. In 2021 kreeg Nico een telefoontje van Piet uit Nederland. Een jonge duif zat drie uur van huis.
“Dat vond ik te ver. Ik beloofde het eigendomsbewijs op te sturen maar was het vergeten. De Nederlander belde opnieuw. Dezelfde dag nog was het kaartje al onderweg. Enkele weken later waren alle duiven binnen toen ik een duif op het dak zag zitten. De duif uit Nederland was terug. Waarschijnlijk bij het opleren in de buurt gekomen. Ik vond het wel een mooie duif. Als jaarling vloog hij 1e Chateaudun 346 duiven (snelheid 1200 m) en een week later 1e Prov. Chateauroux 3472 duiven (snelheid 1900 m). Vanaf toen is het mijn “Piet Raket”.
Nieuwe stamvader “Super 040”
Eén van de vaandeldragers bij Nico is de “Super 040” met 16e Nat. Souillac, 31e en 46e Nat. Limoges, 52e Nat. Cahors, 59e Nat. Brive en 11e Nat. Asduif fond. Op het kweekhok is hij aan het uitgroeien tot de nieuwe stamvader met drie generaties kopvliegers. Het is het kaliber “Souillac Man” (7e Nat. Souillac, 44e en 69e Nat. Libourne, 85e Bourges), “Super 202” (3e Nat. Souillac, 3e en 6e Prov. Chateauroux, 57e Nat. Tulle), “Philip” (in 2025 als jaarling 40e Nat. Libourne, 44e Nat. Souillac, 55e Nat. La Souterraine, 103e Nat. Limoges en twee kopprijzen op Ecouen, Maissemy) en de “758” (8e Nat. Souillac jl. 2025).
Ook World Best Pigeon “Bergerac Man” verhuist naar het kweekhok.
|
Frederik Bracke uit Waregem en Nico zijn goede vrienden. Fourneau-Bracke nemen samen ook deel aan enkele One Loft Races. Met succes: |
Downloads:
Auteur:












