RENE VAN AERSCHOT – 1e Nationaal Kampioen Fond Jaarse

Liefhebber: 

Rillaar – Rillaar huisvestte in het verleden heel wat seizoenarbeiders die het beleg op hun boterham gingen verdienen in Wallonië. Je had het seizoen van de “kleine beet” of de jonge plantjes die allemaal op dezelfde afstand “gezet” werden door met een hak de overtollige weg te hakken. Later op het jaar volgde dan de “grote beet” of het rooien van de volwassen bieten. In de Walen lagen enorme bietenvelden en de seizoenarbeiders waren soms weken of maanden van huis weg.

De prima hokinstallatie in Rillaar.Ook Roland Liboton zou zijn roots hebben in Rillaar. Hij werd maar eventjes vijfmaal wereldkampioen en werd tienmaal opeenvolgend kampioen van België. Kampioenen van zijn formaat worden tegenwoordig niet meer gemaakt.
Rillaar is bovendien een gemeente met nog relatief veel duivenmelkers. René Van Aerschot (64) heeft er zijn stek en werd afgelopen seizoen 1e Nat. Kampioen Fond Jaarlingen. Het is een kleine melker die met een beperkt aantal duiven de grote kampioenen het vuur aan de schenen legt. Daarnaast werd hij ook nog 1e Prov. Kampioen Vlaams Brabant Fond Jaarse... 3e Prov. Kampioen Vlaams-Brabant Fond oude... 1e Kampioen Jaarse Fond in Demer en Dijle... en 1e Kampioen Fond Jaarse in Sans Peur Herent.

Naar de fond

Vader Alfons Van Aerschot was een prima duivenmelker op de halve fond en René heeft hem vele jaren geholpen op het hok. Hij begon voor eigen rekening in 1978 met duiven van vader en duiven van Louis Warpy, Houtvenne. En we geloven hem wanneer hij zegt dat hij nooit slecht met de duiven gespeeld heeft.
Hij speelde vanaf 1980 de halve fond en stilaan werd er overgeschakeld op de fond... en daarvoor waren er andere duiven nodig. Zijn eerste fondters haalde hij bij Robert Van Eycken, Erps-Kwerps. Hij haalde een doffer bij Pol Leemans, Averbode (Stoces x Engels x Verbruggen) en koppelde die met een duivin van Bertus Wijnacker, Hengstdijk. Daaruit werden twee rood-vale doffers gefokt en gekoppeld aan twee duivinnen van Robert Van Eycken zorgden zij voor de succesvolle basis van de jonge fondkolonie in volle expansie.
Jarenlang zorgden deze duiven voor heel wat succes maar er werd steeds in nauwer familieverband gekweekt en er moest vreemd bloed ingebracht worden.
In 2011 werden er duiven gehaald bij Yvan Van Vuchelen, Grazen... en niet de minste. Een kleinzoon en een kleindochter uit zijn stamkoppel en een zuster van zijn nationale winnaar Tulle kwamen naar Rillaar. In 2013 werd er dan ook nog een doffer gehaald bij Johny Jonckers, Linter en in 2014 werden er twee duiven gewisseld met Yvo Nolmans, Bekkevoort (soort Remy Speltdoorn).

Zo werd hij Algemeen Nationaal Kampioen fond jaarlingen
05-07 Limoges Zone 1736 d. 74, 36 (coëff. 6,34)
19-07 Brive Zone 967 d. 42,5 (coëff. 4,86)
26-07 Jarnac Zone 1401 d. 12,26 (coëff. 2,71)

Met een kleine ploeg

René Van Aerschot begon het seizoen 2014 met 13 oude en 20 jaarse weduwnaars... 80 jonge duiven... en 14 kwekers. Dus een beperkt aantal duiven om de fond te spelen maar duiven die een beenharde selectie moesten doormaken vooraleer ze goed voor de dienst verklaard werden.
De weduwnaars vlogen hun laatste wedstrijd van 2013 uit Tulle... het eerste weekend van augustus. Het is ook het moment dat de jaarse duiven naar het hok van de oude duiven verhuizen. Het stelt weinig problemen om de jaarse op een hoger gelegen hok onderdak te geven. Wanneer de jonge doffers naar het hok van de jaarlingen (lager gelegen) moeten verhuizen is dat een groter probleem en het vergt toch een kleine week werk.
Het is ook het moment waarop het “wintermenu” klaar gemaakt wordt. Drie zakken standaard mengeling en 1 zak gerst worden samen gemengd en deze mengeling wordt gevoederd in de rui en in de winter tot aan de eerste koppeling. Twee dagen per week gaat er ruiolie (Norbert Peeters) en biergist over het voeder. Er is dan ook een teentje look in de drinkpot dat daar een maand in blijft liggen. Dit begint uiteraard te ruiken... en dat moet volgens René... en wanneer er dan verse look in het drinkwater komt dan gaat er ook 5 dagen appelazijn in het drinken.
De eerste koppeling heeft met Lichtmis plaats en de oude weduwnaars trekken een koppel jongen groot. De jaarlingen kweken niet voor aanvang van het vliegseizoen.
Eens de jongen gespeend blijven de doffers op het hok en krijgen tot aanvang van het vliegseizoen alleen maar zuivere gerst gevoederd. Daarvan blinken ze in hun vel... of zeg maar dat ik een “gerstman” ben zegt René.
Vanaf 1 april wordt er overgeschakeld op Gerry Plus en met deze mengeling wordt er vitesse en halve fond gevlogen. Bij goed weer in april wordt er opgeleerd en de vliegploeg wordt viermaal met de wagen weggevoerd tot 50 km. Vervolgens wordt het Momignies... 2 x Soissons... 2x halve fond... en Limoges. De duiven die naar Cahors moeten vliegen eerst Bourges.
Vanaf het ogenblik dat er fond op het programma staat wordt er de laatste vier dagen voor de inkorving opgevoederd met 3/4 Mariman Sport + 1/4 cribbs maïs. De duiven krijgen “volle bak” van deze mengeling en na een kwartier tot 20 minuten wordt de dis afgeruimd. De laatste vier dagen wordt er ook nog een koffielepel snoep aan het menu toegevoegd. Bij aankomst van een wedstrijd en de dag voor de inkorving gaan er elektrolyten in het drinkwater.
De jaarlingen moeten vooral het gebrek aan ervaring goed maken tijdens het begin van het vliegseizoen. Er waren zelfs jaarlingen bij die niet naar hun duivin omkeken... ze kenden gewoonweg het systeem niet... maar vanaf Chateauroux begonnen ze prijs te vliegen en kwam de kwaliteit boven drijven.
Bij de inkorving wordt de nestschotel in de woonbak van de doffers omgedraaid en na vijf minuten koeren in de schotel gaan ze de mand in. Bij aankomst van een wedstrijd blijven de weduwnaars tot ‘s anderendaags bij hun duivin.

Enkele uitslagen met de jaarlingen
05-07-14 Limoges Brab. Unie 679 d. 18, 50, 71, 84, 87, 172 (6/6)
  Zone 1736 d. 9, 36, 60, 74, 78, 248 (6/6)
  Nat. 6907 d. 581, 852, 1040, 1130, 1152 (6/5)
19-07-14 Brive Brab. Unie 345 d. 9, 14, 29 (5/3)
  Zone 967 d. 5, 13, 42 (5/3)
  Nat. 3850 d. 108, 189, 474 (5/3)
26-07-14 Jarnac Brab. Unie 291 d. 3, 7 (2/2)
  Zone 1401 d. 12, 26 (2/2)
  Nat. 3741 d. 67, 193 (2/2)
02-08-14 Tulle Vl. Brab. 400 d. 41, 90, 108 (3/3)
  Zone 1690 d. 69, 168, 212 (3/3)
  Nat. 5731 d. 452, 908, 1110 (3/3)

Niet met jonge duiven

De 80 jonge duiven worden gefokt uit kwekers en oude vliegduiven. Aan de ouderdom van 21 dagen worden ze gespeend en gaan allemaal samen op een hok. De geslachten blijven samen tot de jonge bende opgeleerd is. De jongen worden niet verduisterd noch bijgelicht en worden alleen maar opgeleerd.
Wanneer ze opgeleerd zijn... na zo’n 5 keer wegvoeren tot 50 km... dan worden de geslachten gescheiden. De jongen vliegen dan nog 2x Momignies en 1x Soissons... en gedaan. Jongen moeten tijdens hun geboortejaar uitgroeien volgens René en dit alles in het kader van een carrière als fondvlieger. Als jaarling hebben de duiven te weinig ervaring maar na vijf wedstrijden moeten ze zeker prijs vliegen.

Een stipte melker

Het minste wat we van René Van Aerschot kunnen zeggen is dat hij een stipte melker is. ‘s Morgens van 7u tot 8u... en ‘s avonds van 16.30 u tot 17.30 u trainen de weduwnaars. In het begin van het seizoen tot aan de fondwedstrijden wordt de trainingsduur opgebouwd van een half uur tot een vol uur.
De hokken worden altijd gereinigd vooraleer de duiven los komen want de “meester” wil zijn duiven zien trainen. Wegtrekken voor 10 à 15 minuten... daarna gespreid terugkomen... en er dan opnieuw van onder stuiven... zo ziet hij het graag. Wat ze aan de toog ook mogen vertellen, René maakt het zelden mee dat de weduwnaarsploeg er voor een uur van onder trekt.

Strenge selectie

Selectie is René zijn stokpaardje ! Duiven die niet per tiental kunnen vliegen moeten vertrekken... zoveel is zeker ! Wanneer ze op een bepaalde wedstrijd de wind tegen hadden wordt de uitslag van de zone als maatstaf genomen... in het andere geval wordt de nationale uitslag als norm genomen. Van de 33 weduwnaars bij aanvang van het vliegseizoen hebben er in 2014 slechts 16 de valbijl weten te ontwijken.
Er zijn ook een aantal duiven die de handkeuring voor aanvang van het vliegseizoen niet overleven. René houdt van duiven met een zacht pluim... lange spieren... een vleugel met smalle pennen en een goede ventilatie tussen de laatste drie slagpennen. De zwaluwvleugel zoals men in het jargon pleegt te zeggen... Een duif moet bij voorkeur ook goed gesloten zijn achteraan en duiven met een slappe rug... of die meteen de staart omhoog steken wanneer je ze in de hand neemt... die moeten meteen verdwijnen.

Medische begeleiding

Al vele jaren volgt René stipt het begeleidingsschema van dierenarts Verhulst waar hij tweemaal per seizoen op consultatie gaat. In 2014 ging hij, op aanraden van Johny Jonckers, op zoek naar een tweede opinie en vond die bij dierenarts Norbert Peeters.
Op advies van de dierenarts wordt er soms voor aanvang van het vliegseizoen een algemene behandeling tegen trichomonas gepland. In 2014 gebeurde dat wel tegen coccidiose maar niet tegen tricho. Verder in de loop van het seizoen krijgt iedere duif, die om de drie weken thuiskomt van een fondwedstrijd, 1/4 pilletje Flagyl opgestoken. Ook krijgen de vliegduiven voor aanvang van de fondwedstrijden 1/4 pilletje Flagyl door de strot geduwd.
Tegen luchtwegeninfecties werd er tot op heden nog nooit iets ondernomen. Trichomonas en luchtwegeninfecties gaan hand in hand zegt de dierenarts. En tricho buiten houden... houdt ook veel andere plagen van het hok.

Het kweekhok

Zoals gezegd kwam René met de duiven van Robert Van Eycken in de problemen door te nauwe familiekweek en er moest “vreemd bloed” bijgehaald worden. Maar een koppeling van nicht x kozijn kan nog wel.
Op het kweekhok wordt er gekoppeld op het gevoel... en goed x goed is de eerste keus. Om voorbereid te zijn op onvoorziene omstandigheden worden broers en zusters van de duiven die goed vliegen op het kweekhok gezet. Het is ook al meer dan eens gebeurd dat de kampioen om de ene of andere reden verloren ging en geen nakomelingen achterliet op het kweekhok.

Zuurstof op het hok

René verkiest veel zuurstof op het hok zonder tocht ! Het plafond van de gang voor de hokken bestaat volledig uit draad. Aan de twee zijkanten van het hok werd een opening van 1 m x 60 cm gemaakt zodat er voldoende luchtcirculatie is in de nok van hok en boven de duiven. Langs de westkant van het hok werd er een houten plaat aangebracht voor de luchtinlaat om regen op het hok te vermijden. De vensters op de hokken werden dichtgemaakt met triplex om de rust op het hok te garanderen. En op een goed hok betekent gezondheid conditie !

Goede en slechte duiven

René Van Aerschot : “Duivensport is vrij eenvoudig... er zijn twee soorten duiven... goede en slechte en de rest is flauwekul. Ik word niet altijd geloofd wanneer ik stel dat de jonge duiven amper opgeleerd worden en ze als jaarling na vijf wedstrijden toch goed beginnen te presteren. Ik speel het klassiek weduwschap zonder tierlantijntjes... simpel en gewoon is het beste voor mij. Ik heb ooit ook eens geprobeerd om de motivatie van de weduwnaars wat aan te zwengelen. Toen ik naar het lokaal reed lagen ze te “roepen” in de mand. Ik zegde tegen mijn vrouw... dat zijn “vodden”... en het waren inderdaad “vodden” !
Vroeger ging ik heel veel naar totale publieke verkopingen om de duiven in mijn handen te pakken en het model te voelen van die fondduiven. Mijn voorkeur gaat uit naar lichte en niet al te grote duiven. Grote vleesduiven doen het niet op de fond !”

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.