MARCEL DE MAERE – Boegbeeld van de Wase duivensport

Liefhebber: 

Puivelde – Puivelde is een gehucht van Belsele dat op haar beurt een deelgemeente is van de stad Sint-Niklaas. Dit leuke plaatsje in het Waasland met zo’n 2500 inwoners is vooral bekend om zijn “Puivelde Koerse”, een beroepsrennerskoers die dit jaar op 18 mei plaatsvindt.

Ze tellen er ook nog zo’n 20 duivenmelkers die tijdens het vliegseizoen van vitesse tot fond met vuur de degens kruisen. Marcel De Maere (80) was gedurende 30 jaar lokaalhouder van “De Lustige Melkers” Puivelde. Een duivenoord dat wijd en zijd bekend stond om zijn najaarsvluchten waaraan gans België mocht deelnemen.
Marcel rust al een tijdje op zijn lauweren als lokaalhouder maar als duivenmelker is hij nog steeds bij de pinken. Hij speelde een uitstekend seizoen 2015 dat bekroond werd met o.a. 3e Algemeen Provinciaal Kampioen Oost-Vlaanderen, de Grote Vitesseprijs Oost-Vlaanderen, 1e Provinciale Asduif Snelheid Jonge Duiven, 2e Provinciaal Kampioen Snelheid jonge duiven, 5e Provinciaal Kampioen Halve Fond Jonge Duiven, 6e Nationale Asduif Snelheid Jonge Duiven, 10e Nationaal Kampioen Kleine Halve Fond Jonge Duiven en 17e Nationaal Kampioen Snelheid Jonge Duiven ! Beslist een erelijst om “U” tegen te zeggen !

Samen met broer Urbain

Vader Leon De Maere was een prima duivenmelker op vitesse en halve fond. Samen met zijn vrouw baatten zij een bakkerij uit maar bij een roofoverval op 26 januari 1946 werden zij alle twee vermoord. Een tante is bij de drie kinderen komen wonen, de bakkerij ging verder, en Marcel en Urbain, toen respectievelijk 9 en 14 jaar, hebben daarna samengespeeld met de duiven tot in 1962. Marcel ging toen in het duivenlokaal wonen als uitbater.
In die periode werd de basis gevormd met duiven van Jerome Kellens, St.Denijs-Boekel... Romain Legiest, Oostakker... Rudi Van Osselaer, Puivelde... en Gaston Hendrickx, Sint-Niklaas.
Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig kwam Dirk Van Dyck als jonge gast op de “regionals” spelen in Puivelde en zo leerde Marcel de kampioen uit Zandhoven kennen. Van alle toppers die Dirk onder de pannen had zoals de “Rambo”, de “Kannibaal”, de “Bourges” en “Di Caprio” kwamen er afstammelingen naar Puivelde. We kunnen stellen dat de kolonie van Marcel De Maere voor 80 à 90 procent met duiven van Dirk Van Dyck opgebouwd werd. Ook kwamen er nog duiven bij van de Gebr. Van Landeghem, Kruibeke (via uitwisseling)... Prosper Baetens, Lokeren... en Walter Vercauteren, Puivelde.

Een lokaalhouder met klasse

Marcel was 27 jaar oud toen hij als lokaaluitbater begon en hij heeft het volgehouden tot zijn zevenenvijftigste. Einde van de jaren zeventig, begin van de jaren tachtig waren de echte succesjaren van “De Lustige Melkers” aan de kerk in Puivelde. Er werd alleen Quiévrain gespeeld met gans België als omtrek en zonder enige beperking. Doorgaans stond de n° 100 gewaarborgd wat in die tijd zo’n 70 à 80.000 Belgische frank opbracht. Er werd meer dan een miljoen Belgische frank gepoeld op zaterdag en dat was toen heel wat anders dan de poelage nu. Een jonge duif kon driemaal gedubbeld worden wat bij winst zo’n slordige 320.000 BF per weekend betekende. Er kon op één zaterdag meer verdiend worden dan met een ganse maand te werken.
Er was altijd een ploeg op de baan die controle deed op de constateurs en op de aankomsten van de duiven. Marcel herinnert zich maar één melker die ooit eens tegen de lamp gelopen is. De strafste prestatie kwam van een jonge duif die van 4 x 4 keer zetten 15 eerste prijzen won. In één reeks was ze slechts tweede !
Later heeft Marcel ook Union Waasland (hafo + fond) boven de doopvont gehouden en ook dat was een enorm succes. Ze kwamen zelfs van Antwerpen met een autobus duiven inkorven in Puivelde.
Op zijn 56e had Marcel alles gezien als cafébaas en lokaalhouder en hij ging in de Kruisstraat wonen en met de duiven spelen. Het was de teleurgang van de “De Lustige Melkers” en het duivenlokaal werd vervangen door een appartementsblok. Puivelde heeft geen duivenlokaal meer en de duivenmelkers moeten nu gaan inkorven in Sinaai of Sint-Gillis-Waas.

REGIONALE KAMPIOENSCHAPPEN
* 1e Gouden Ringen Noyon jonge duiven
* 1e Asduif jonge duiven Centraal Hafo Waasland
* 1e Asduif jaarlingen Centraal Hafo Waasland
* 1e Asduif oude duiven Centraal Hafo Waasland
* 2e Gouden Ringen halve fond jonge duiven
* 2e Kampioen jonge duiven Centraal Hafo Waasland
* 2e Gouden Ringen Bingo’s halve fond
* 3e Asduif jonge duiven Centraal Hafo Waasland
* 3e Kampioen oude duiven Centraal Hafo Waasland
* 4e Gouden Ringen halve fond jonge duiven
* 4e Kampioen jaarlingen Centraal Hafo Verbond
* 6e Gouden Ringen Noyon jonge duiven
* 7e Gouden Ringen halve fond oude duiven
* 9e Gouden Ringen kleine fond jonge duiven

Vitesse en halve fond

Marcel De Maere heeft zijn kolonie beperkt gehouden en hij speelt zich in de kijker met een ploeg van 24 weduwnaars, 60 jonge duiven en 10 koppels kwekers. De weduwnaarsploeg bestaat uit 12 oude en 12 jaarse doffers, 12 doffers gaan naar de halve fond en 12 doffers worden alleen op Noyon gespeeld. De duiven van de halve fond vliegen hun laatste wedstrijd uit Bourges II en daarna wordt nog een ronde late jongen gekweekt.  Ze gaan door de rui met een gewone ruimengeling en krijgen P40-korrel regelmatig als toemaatje.
De eerste koppeling heeft plaats op 10 december en er worden twee jongen groot getrokken. De tweede koppeling vindt plaats op 1 maart, er wordt 10 dagen gebroed, en daarna vangt het weduwschap aan.
Het opleren gebeurt in een sneltreintempo: 3 x wegvoeren tot 20 km., 2x Quiévrain, 3x Noyon en vervolgens de halve fond tot Bourges. Er wordt tweemaal daags getraind. Het is een vrije training met gesloten vensters. Bij de inkorving komen doffers en duivinnen zo’n 10 minuten samen. Na aankomst van een wedstrijd blijven ze in het begin van het seizoen 15 minuten samen maar de periode van samenzijn wordt langer naarmate het seizoen vordert. Kortom Marcel beoefent het klassiek weduwschap in zijn meest eenvoudige vorm.

Een kijkje in het hok van Marcel de Maere.Kleinzoon Rune

De kwekers trekken 2 rondes groot, de weduwnaars 1 ronde, of samen zo’n 60 jonge duiven. Bij het spenen komen doffers en duivinnen op hetzelfde hok en na veertien dagen worden doffers en duivinnen gescheiden. De eerste en tweede ronde komen samen op hetzelfde hok en dat geeft geen problemen.
De jonge duiven worden verduisterd van half maart tot half juni... van 18 u tot 8 u. Er wordt bijgelicht vanaf 21 juni tot einde seizoen vanaf ‘s morgens 5 u en tot ‘s avonds 23 u. In 5 à 6 etappes worden de jongen opgeleerd tot 20 km. De jonge doffers worden gespeeld tot Noyon, de jonge duivinnen doen de halve fond.
De duivinnen worden op de schuifdeur gespeeld met oude partners. In het begin van het seizoen komen ze een half uur samen en naarmate het seizoen vordert duurt het samenzijn langer. Bij thuiskomst blijven ze samen tot ‘s anderendaags.
Van het hok van de jonge duivinnen wordt er een echt “hoerenkotje” gemaakt met  kartonnen dozen en donkere hoekjes. Doorgaans zijn er meer duivinnen dan doffers maar dat is helemaal geen probleem. Sommige doffers hebben twee duivinnen en wanneer hij er eentje het hof gemaakt heeft wordt die in de mand gezet en dan kan de doffer zich op zijn andere aanbidster concentreren.
De doffers krijgen begin mei een oude duivin als partner en na 6 à 7 dagen broeden begint voor hen het weduwschap. Ook zij komen zo’n 15 minuten samen bij de inkorving en na aankomst van een wedstrijd blijven ze 15 min tot een half uur samen. Op de keper beschouwd is het spel met de schuifdeur voor de jonge duiven beter dan het klassiek weduwschap aldus de Wase grootmeester.
Het is vooral kleinzoon Rune (15) die zich bezig houdt met de jonge duiven. Hij vertoeft vele uren op het hok van de jongen die niet alleen zeer aanhankelijk worden maar die tevens zorgen voor prachtige uitslagen.

Voeding

Op zaterdag komen de hafovliegers thuis... op zondag de duiven uit Noyon. Van zaterdag tot en met dinsdag wordt er 50 % sportmengeling + 50 % zuivering gevoederd. Van woensdag tot en met vrijdag wordt het dan 100 % sportmengeling. Vrijdagnamiddag wordt er dan zuivere maïs gevoederd. De doffers die op Noyon ingekorfd worden krijgen zaterdagmiddag ook een portie maïs. De weduwnaars hebben een afzonderlijk voederbakje maar drinken uit een gezamenlijke drinkpot. De eerste twee dagen na thuiskomst gaan er elektrolyten en druivensuiker in het drinken. Op woensdag en donderdag gaat er Naturaline of Sedochol in het drinkwater.
De jonge duiven eten uit een gezamenlijke voederbak en worden tijdens het vliegseizoen op dezelfde manier gevoederd als de weduwnaars.

Medisch

Naast de klassieke inentingen en de inenting tegen de pokken met het borsteltje wordt er uiteraard behandeld tegen de klassieke duivenkwalen. Voor aanvang van het vliegseizoen wordt er tegen tricho behandeld met 1/4 Flagyl of met Trichoplus. In de loop van het seizoen wordt deze behandeling om de 4 weken herhaald. Eveneens voor aanvang van het seizoen wordt er 4 dagen behandeld tegen luchtwegeninfecties met Soludox. Deze behandeling wordt in principe niet meer herhaald tenzij op advies van de dierenarts. Bij de inkorving krijgen de duiven oogdruppels Vitaline (Van der Cruyssen) toegediend.  In 2015 hadden de jonge duiven  af te rekenen met adeno en hiervoor werd dierenarts Ectors, Herk-de-Stad onder de arm genomen... en met succes.

12m vlieghokken

Marcel De Maere speelt op 12m vlieghokken, 4m voor de weduwnaars, 6m voor de jonge duiven en 2m plus volière voor de weduwduivinnen. Het zijn droge tuinhokken die 30cm boven de grond gebouwd werden. Er is een luchtinlaat voor en achteraan het hok onder de vooruitspringende pannen. De ramen achter de spoetnikken staan winter en zomer open. Bij de doffers zijn de ramen uiteraard dicht wanneer ze op weduwschap gespeeld worden. Onder de spoetnik is er een strook draad als bijkomende verluchting. Vooraan in het plafond is er een verluchtingstrook van 1 m breed die regelbaar is met schuiven. In de zomer staan die volledig open... in de winter worden die wat dichter geschoven. Op de hokken van de jonge duiven ligt er stro op de bodem.

B15-4167207 “De Blauwe Duivin”
Met 213-15 co-winnaar
2e Kampioen Hafo Waasland
5e Prov. Kampioen Oost-Vlaanderen halve fond
10e Nat. Kampioen KBDB halve fond
Zilveren Ring Waasland halve fond
1e Souppes 432 d.
8e Noyon 264 d.
9e Souppes 1100 d.
9e Noyon 260 d.
11e Souppes 450 d.
20e Souppes 694 d.
24e Noyon 726 d.
25e Noyon 935 d.
27e Souppes 265 d.
37e Souppes 276 d.
48e Souppes 643 d.
68e Souppes 442 d.
80e Quievrain 320 d.

Het kweekhok

Er wordt vooral in kruising gekweekt. De koppels blijven een jaar samen maar het volgende jaar worden ze herkoppeld. Alleen de beste kweekparen worden niet gescheiden. Een goed kweekpaar is :
B09/6040031 “Den 31” (D. Van Dyck) x B12/4046547 “Het 547” (dochter “Zoon Di Caprio”). Zij werden de ouders van B15/4167207. Deze duivin werd samen met  B15/4167213 de 5e Prov. Kampioen Hafo jonge duiven. Dit is zonder meer het beste kweekkoppel en zij geven ieder jaar de beste jonge duiven.
Ander goed kweekpaar is :
B11/4017466 (zuiver D. Van Dyck) x B06/4270121 (Gouden Ring Halve Fond Waasland). Nestzuster B06/4270120 won de Zilveren Ring Waasland en zit bij Dirk Van Dyck op de kweek. Zij werden de ouders van B15/4167213 die samen met B15/4167207 de 5e Prov. Kampioen Hafo jonge duiven werd. Zij werden ook 2e Kampioen Jonge Duiven in het Hafo-Verbond. In het Hafo-Verbond had Marcel De Maere trouwens de 1e Asduif oude, 1e Asduif jaarse, en 1e Asduif Jonge (B15/4167207) en 3e Asduif Jonge (B15/4167213).
Een topkoppel is ook :
B09/4095211 “Asduif Hafo” x B13/6122278 (rechtstreeks D. Van Dyck) en zij werden de ouders van B15/4167227 met op zijn palmares 1e Asduif Waasland 2015, Winnaar Gouden Ring Waasland 2015, winnaar Grote Vitesseprijs Oost-Vlaanderen, 1e Prov. Asduif Snelheid jonge duiven, 6e Nat. Asduif KBDB Snelheid.

Strenge selectie

Van de 24 weduwnaars aan de start van het seizoen blijven er normaal 12 duiven over. De selectie gebeurt voor 90 procent op de uitslag... soms kan er eens eentje blijven op basis van zijn afstamming. De blijvers moeten toch 5 à 6 keer per tiental gevlogen hebben. Twaalf jonge doffers worden dan ingelijfd als jaarling voor het volgende seizoen.
Van de 60 jonge duiven blijven er aan het einde van de rit zo’n 10 à 12 jonge doffers over en 12 tot 15 jonge duivinnen. Ook hier is 5 à 6 keer per tiental een vereiste om te overleven.

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.