Liefhebber:
Schermerhorn – Wim Sonneveld heeft er nog over gezongen “Mijn dorp dat is niet meer” maar in het geval van Schermerhorn heeft hij zich vergist.
Schermerhorn is een dorp met ca. 1300 inwoners en ligt in Noord-Holland (40 km boven Amsterdam). De plaatsnaam doet denken aan wijdse vlaktes, windmolens, adembenemende zonsondergangen en mistbanken over de velden. Jelger Klinkenberg (37 jaar) woont er met zijn vrouw Jesse en drie dochters (Mara 5 jaar, Lieke 3 jaar en Maud 8 maanden) in een sfeervol huis langs het (dijk)water. Langs dat huis staat voorlopig een stelling.
“Er moet geschilderd worden want alles moet er piekfijn uitzien” zegt Jelger verontschuldigend.
Zo is het ook in huis (strak, modern en gezellig) en op het duivenhok.
Jelger en zijn familie hebben het drukke leven van een jong gezin. Jelger heeft twee jobs. Hij is eigenaar van een administratiekantoor (administratie voor 20 bedrijven) en is financieel directeur bij een keuken/meubelzaak.
“Niet bepaald nine to five jobs maar we redden het wel. Mijn vrouw werkt 3 dagen in de week als onderwijzeres en heeft de handen vol met ons jonge gezin. Soms zou het goed zijn als een dag een paar uur langer zou zijn. Zeker in het weekend is dat het geval want ik wil absoluut tijd vrij maken om met de kinderen overal naar toe te gaan.”
Duiven op de boerderij bij moeder
In de tuin bij Jelger is geen duif te zien
“Nee hoor, ik wil geen duiven hier” zegt Jelger. “Die zitten lekker op de boerderij bij mijn moeder. Dat is niet ver, minder dan 500 meter, maar duiven niet bij huis kost extra energie. Mijn vader is jammer genoeg vroeg overleden (2004) maar samen met hem is het allemaal begonnen. Toen ik 7 jaar was liep ik mee naar de duiven. Vader kon goede duiven op de kop tikken bij zijn jeugdvriend Han Schafstall. Han was bevriend met Henk Boddeke, die kind aan huis was bij Bertus Camphuis. Beide woonden in Eefde. Zo was het geen probleem voor Henk om aan Camphuisduiven te komen. Hij gaf het soort aan Han Schafstall die ieder jaar ongeveer 10 jonge duiven voor ons kweekte. Die kwamen fantastisch naar huis. “Superkweker 013” is ook gekweekt door Han. Hij is een pure Camphuis uit een zoon van de “Pikker” x een kleindochter van de “Oude 05”. Het beste wat Bertus ooit had zitten.”
Succeskoppeling Camphuis x Van Loon
Jelger: “Na het overlijden van mijn vader in mei 2004 hebben Anne van Meerkerk en ik besloten een gezamenlijk kweekhok op te richten waarbij de kwekers bij Anne gehuisvest waren. Ik bracht het Camphuissoort mee. Anne haalde regelmatig duiven bij Dick Postma in Leeuwarden. Deze had o.a. veel rechtstreekse Louis Van Loon duiven zitten.
Toen was het hek van de dam. De combinatie Camphuis x Van Loon, dat is een droom voor iedere duivenliefhebber.
Anne en ik vlogen ieder apart maar wel allebei met kinderen uit het gezamelijke kweekhok.
Dat ging heel goed met als highlights 1e nat kamp. jonge duiven 2005, 1e nat asduif vitesse 2006
1e nat kamp vitesse 2007, Olympiadeduif Oostende 2007 en Olympiadeduif Dortmund 2009. In februari 2009 werd de combinatie in vriendschap ontbonden. Het moment om alle duiven te verkopen m.u.v. twee rondes jonge duiven 2009 uit alle besten.”
Herstart
Jelger: “De bedoeling was om een kalme herstart te maken in 2009 maar dat liep wel even anders.
Er zaten veel goeie tussen. Dan zit je gelijk weer in je spel.
De kruising oude Camphuis/Van Loon lijnen blijven mijn basis. In 2012 ruilde ik 4 duiven met Alwin Petrie en kocht ik 2 duiven van Arie Dijkstra. Ik heb 16 kweekkoppels, 24 koppels op totaal weduwschap en begin met 70 jonge duiven.
Dat is alles. Het hok is eenvoudig en allemaal zelf uitgedacht. Als de duiven gezond blijven is het hok altijd goed. Ik selecteer op kopprijzen. Het gaat om de eerste. De rest loopt er achteraan. Ook speel ik niet voor een kampioenschap. Zo sla ik ook makkelijk een vlucht over.
“Superbreeder 013” is de basiskweker en kom je bijna in iedere duif tegen. Als je het geluk hebt om zo een duif te ontdekken is duivensport gemakkelijk.
Categorie A
Jelger: “Ik vlieg totaal weduwschap met 24 koppels. Het programma is loepzuiver.
De oude duiven vliegen 13 programmavluchten (7 tot 250 km + 6 tot 400 km) en 5 natoervluchten (oude+ jonge). Ik focus op categorie A (100-400 km). Een duif naar de Olympiade mogen sturen is een hele eer. Met als toppunt “Olympic Miss Magic” beste duif van de wereld op de Olympiade Nitra 2013. Voor mij een magisch moment in 30 jaar duivensport.
In 2013 gaf ik 10 duiven mee op een zware Orleans (560 km). Zij wonnen 8 prijzen (4 vroege) maar dat is mijn spel niet. Tot 400 km kan je de aankomsttijden van de duiven goed inschatten. Een kwartier voor ze kunnen vallen begin ik te kijken. Vaak ben ik maar een uur van huis voor een wedstrijd. Als het nodig is kan ik ook beroep doen op mijn moeder en broer.”
Auteur:
