DIRK VAN DYCK - 1e Algemeen Prov. Kampioen Antwerpen

Liefhebber: 

Onderwerp: 

Zandhoven – Tot in de negentiger jaren was Zandhoven bekend voor zijn legendarische baandancings de “De 14 Billekens” en “Willem Tell”. Draaiorgels en Vlaamse volksmuziek lokten ieder weekend massa’s mensen. Vele busladingen van de oudere generatie kwamen naar hier om te dansen. Een uitstap met de bus werd traditioneel in Zandhoven afgesloten.

Zandhoven was trouwens niet alleen bekend om onze dansende medeburger maar ze hadden er ook duivensport van hoog niveau. Maar dansen en duivensport kregen af te rekenen met de moderne tijd en zijn beide een tanende sport.
Eén man wil zich niet bij deze gedachte neerleggen... en dat is Dirk Van Dyck ! Hij is dit jaar voor de derde opeenvolgende maal provinciaal kampioen van Antwerpen... en mag zich dus zonder schroom de “Keizer van Antwerpen” noemen. Bovendien speelde Dirk afgelopen seizoen niet minder dan 38 eerste prijzen ! Chapeau voor onze Dirk wiens “Pitbull” het nieuwe seizoen 2014 opende met een overwinning tegen 607 duiven uit Noyon !

Het prille begin

Vader Louis Van Dyck was geen duivenmelker... dat is hij pas geworden toen hij met pensioen ging... maar nonkel Jos Dillen was dat wel. Dirk werd samen met Jules, een zoon van nonkel Jos, het hulpje op het duivenhok en toen sloeg de duivenmicrobe ongenadig toe.
In 1973 is Dirk op zelfstandige basis gaan spelen achter de ouderlijke woonst. Het succes was niet meteen denderend te noemen. In 1975 was “De Rode” een doffer die zijn boontjes verdiende maar hij liep niet vlot binnen. Kon moeilijk anders want grootvader Karel De Becker voelde bij de inkorving telkens bij iedere duif of ze wel wat eten in de krop had.
In 1993 werd er overgestapt van vitesse naar de halve fond en vrij snel schakelde de duivenliefhebberij een versnelling hoger ! In 1994 won “Den Bourges” de 2e nat. Bourges tegen 40.401 jonge duiven. In 1995 werd de “Kannibaal” geboren die de wereld zou verbazen en die het in 1996 tot 1e Nat. Asduif Halve Fond Oude Duiven bracht. En de rest is geschiedenis !

BELANGRIJKSTE KAMPIOENSCHAPPEN 2013

1e Algemeen Provinciaal Kampioen KBDB (Keizer 2011-2012-2013)
1e Prov. Kampioen kleine halve fond oude/jaarse
3e Prov. Kampioen halve fond jonge
10e Prov. Kampioen snelheid oude/jaarse
15e Prov. Kampioen snelheid jonge

4e Nat. Kampioen kleine halve fond jaarse
6e Nat. Asduif kleine halve fond jaarse
8e Nat. Asduif snelheid jonge

Stamopbouw

In 1973 werd er van wal gestoken met duiven van nonkel Jos Dillen. Er kwamen duiven bij van Frans Van Beirendonck, Zandhoven... André Bellens, Zandhoven... Gerard Kesselaers, Zandhoven... of mannen die toen goed speelden op de vitesse.
Versterking werd later gehaald bij Gommer Leysen, Pulderbos (lijn “Oude 03”)... Mariën-Royberghs, Berlaar... Louis Adriaenssens, Grobbendonk... Eduard Moons, Berlaar... Jules Verbeeck, Nijlen... Van Looy-Somers, Vorselaar... L-J-B Geerinckx, Wommelgem (uitwisseling)... Marcel De Maere, Puivelde (2006)... Eddy Janssens, Zandhoven (uitwisseling)... Gommaar Verbruggen, Kaggevinne (2008)... Verhoeven-De Houwer, Wechelderzande (2008)... Leo Heremans, Vorselaar (“Di Caprio” aangekocht)... Gaston Van de Wouwer, Berlaar (2008)... Leon Jacobs, Tremelo (2009)... Op de Beeck-Baetens, Putte (2010)... Van Elsacker-Jepsen, Schilde... Roger Geysen, St. Job (snelheid)... André Roodhooft, Pulderbos... Marcel Vercammen, Vremde... Jos Vercammen, Vremde... Stickers-Donckers, Lille... C. & R. Denissen, Kapellen... Willy Daniels, Kessel (2013)... Marcel Wouters (Westmalle)... Jan Hooijmans, Kerkdriel (2013)... Herman Bevers, St. Job (super jonge duif).
Maar de “Kannibaal” B95/6246005 zorgde voor een regelrechte ommekeer in de carrière van Dirk Van Dijck. Hij werd niet alleen 1e Nat. Asduif Halve Fond maar ontpopte zich tot een geweldige kweekduif. Zijn nakweek werd verspreid naar alle windstreken en zorgde voor wereldwijd succes. We moeten ons beperken in onze opsomming maar de “Golden Lady” van Gerard Koopman, Ermerveen (dochter “Kannibaal”)... is één van de exponenten van de wereldklasse die de “Kannibaal” royaal tentoonspreidde. Op eigen hok loopt de bloedlijn van “Den Bourges” en de “Kannibaal” nog steeds als een gouden draad door 80 procent van alle pedigrees !

Weduwnaars

Dirk Van Dyck kwam aan de start van het seizoen 2013 met een ploeg van 90 weduwnaars... 30 duivinnen op weduwschap... 250 jonge duiven... en een achterhoede van 40 kweekkoppels.
De weduwnaars vliegen eind juli hun laatste wedstrijd van het seizoen... trekken daarna nog een koppel jongen groot... broeden nog eens “vuil”... en worden daarna gescheiden. Ze gaan door de rui met een prima ruimengeling... Tauben Gold... regelmatig klein zaad... en Sedochol. De doffers zitten in ruime vo-lières voor de hokken en komen niet meer los vanaf hun laatste wedstrijd tot half december.
Op 10 december staat de eerste koppeling gepland... de doffers komen opnieuw los... de nieuwe weduwnaars kunnen overgewend worden... en er wordt een vroege ronde jongen gefokt. De tweede koppeling heeft plaats op 1 maart voor de snelheidsduiven die vroeger klaar moeten zijn. De rest van de weduwnaars wordt gekoppeld op 15 maart (halve fond + grote halve fond) en na 5 à 7 dagen broeden worden de nestjes afgebroken. Tussendoor wordt de weduwnaarsploeg opgeleerd. Ze werden een 10-tal keren weggevoerd tot 75 km of Quiévrain... dan volgt er 2x Quiévrain... 2x Noyon... 2x Angerville... en het nationaal programma.
Vanaf begin april wordt er tweemaal daags 45 minuten getraind... met de vlag. Vanaf mei, en wanneer er kleine en grote halve fond op het programma staan, wordt er slechts 1x 45 minuten getraind... en dan bij voorkeur
’s morgens.
Van eind januari tot begin april worden de weduwnaars verduisterd (18 u - 9 u) en dat moet de gevleugelde atleten wat langer in de pluimen houden.
Bij de inkorving krijgen de snelheidsduiven hun duivin in de nestschotel. De duiven voor de kleine halve fond krijgen de netschotel in hun nestvak... die voor de grote halve fond krijgen helemaal niks. Wel is het zo dat er op het einde van het seizoen enkele duivinnen op de hokken komen.

Voederen is belangrijk

Volgens Dirk Van Dyck is het voederen van de weduwnaars een heel belangrijk item in het weduwschap van elke dag. En de weduwnaars aan het eten houden tot de laatste dag is een stuk moeilijker dan algemeen wordt aangenomen. De duiven op de kleine halve fond worden iedere week gespeeld... die voor de grote halve fond worden om de 14 dagen gespeeld en iedere week gaat de helft van de ploeg duiven de mand in voor de 500 km-vluchten.
Zaterdag bij thuiskomst van de duiven van de kleine halve fond wordt het 1/2 Brilliant + 1/2 Prange Grand Prix met mineralen en eiwitten over het voeder. In het drinken gaat er Avifarm en Rotosal. Op zondag en maandag gaat er 1/2 Zoontjens Geel + 1/2 Recup 48 in het voederbakje.
Op dinsdag 1/2 (Zoontjens Geel + Recup 48) + 1/2 Prange Grand Prix. Op woensdag 100 % Prange Grand Prix + eiwitten... en op donderdag en vrijdag 1/2 Prange Grand Prix + 1/2 Brilliant. Iedere dag gaat er Carnispeed en Avidress in het drinkwater.
De duiven die op de grote halve fond gespeeld worden, en om de veertien dagen ingekorfd worden, krijgen tijdens de eerste week slechts een halve portie van bovenstaande mengelingen. Tijdens de tweede week volgen ze dan voor 100 procent bovenstaand voederschema.

Duivinnen op weduwschap

De duivinnen die op weduwschap gespeeld worden doen niet aan winterkweek. Ze worden op 3 maart gekoppeld... trekken een koppel jongen groot... en worden op dat nestje gespeeld. De week voor de halve fond zijn de jongen weg en zit de doffer klaar.
De duivinnen zitten overdag op een “rusthok” op schabjes en worden niet verduisterd. Ze kunnen wel op de grond zitten maar de concurrentie is er zeer groot. Er zijn heel weinig problemen met het onderling paren.
De dametjes komen los van het rusthok en lopen ook weer binnen op het rusthok. Ze zien de ganse week het kweekhok niet en dat wakkert uiteraard de drang ernaar geweldig aan. Ze worden ook allemaal op dezelfde wedstrijd gespeeld... de ene week de zware halve fond (nationaal programma) en de andere week Quiévrain. De duivinnen trainen eenmaal daags een vol uur.
Bij de inkorving komen de duivinnen eventjes samen met hun doffers (15 min) en worden ingeladen. Na aankomst van een wedstrijd blijven ze samen met hun doffer tot zondagmorgen. Het seizoen 2013 met duivinnen was voor Dirk Van Dyck een echte meevaller (2e nat. Chateauroux) en ook voor 2014 zijn de verwachtingen hoog gespannen.

Jonge duiven

De ploeg jonge duiven wordt gefokt uit kwekers (3 ronden) en vliegers. Uit de volledige ploeg worden er 15 jonge doffers geselecteerd die op een afzonderlijk hok gezet worden. Zij worden later op het seizoen aan oude duivinnen gepaard en op Quiévrain gespeeld. De rest van de jongen gaat samen op de hokken en wordt na de eerste Quiévrain gescheiden om daarna op de schuifdeur gespeeld te worden.
De verduistering voor de jongen die op de snelheid zullen gespeeld worden gaat meteen in na het spenen tot de tweede week van mei. Het grootste deel van de jongen wordt verduisterd tot einde mei van 18 u tot 9 u. Een hokje wordt verduisterd tot half juni. De 3e ronde van de jongen komt samen op een hok en wordt op nest gespeeld tijdens de maanden augustus... september... oktober op Quiévrain. Er wordt bijgelicht vanaf half juli... van 5 u ‘s morgens tot 23 u ‘s avonds. Op het einde van het seizoen merkt men geen wezenlijk verschil in de slagpennen maar de kleine pluimen zitten veel strakker.
Van het opleren van de jonge duiven wordt er wel degelijk werk gemaakt. Ze gaan in een 10-tal etappes tot 15 km en gaan daarna in een 5-tal etappes met grotere sprongen tot 75 km.
De jongen die op de schuifdeur gespeeld worden krijgen op de bodem van het hok kartonnen dozen... schuine plankjes... en wegkruipbakjes waarin ze naar hartenlust kunnen stoeien en de motivatie aanzwengelen.
Bovendien worden ze iedere week op woensdag weggevoerd tot op 40 à 50 km. Jonge doffers en duivinnen komen dan samen voor een paar uren. Op inkorvingsdag komen ze dan niet meer samen maar worden zo van het hok genomen en in de mand gezet.
De jonge doffers van de tweede ronde worden, in het vooruitzicht van een carrière als weduwnaar, alleen tot Noyon gespeeld. De duivinnen worden wel ingekorfd voor het nationaal programma.

Medisch

Na afloop van het vliegseizoen wordt er gedurende tien dagen behandeld tegen paratyfus... maar er wordt niet ingeënt. Na controle van de dierenarts bleek dat er verder geen behandelingen nodig waren. In de aanloop naar het nieuwe seizoen werd na een nieuwe controle van de dierenarts 7 dagen behandeld tegen trichomonas over het voeder. Verder werd er in de loop van het seizoen niet meer behandeld tegen trichomonas noch tegen luchtwegeninfecties. Voor aanvang van het vliegseizoen kregen de duiven drie weken “Hexenbier” van Rhöhnfried.
In 2014 werd voor aanvang van het seizoen 4 dagen behandeld met S-Mez tegen coccidiose (voor de eerste keer in 25 jaar) en ook tegen trichomonas met 1/4 pilletje Flagyl.

Geen Boomse pannen

“In 1998 werd er een nieuw hok gebouwd met Boomse pannen maar dat was geen echte meevaller. De eerste jaren wilde het maar niet vlotten op dat nieuwe hok.
In 2001 werd er een nieuw hok gebouwd voor de jonge duiven... met golfplaten... en met succes. Vrijwel meteen werd er de 1e prov. Orleans op gewonnen. Op het nieuwe hok voor de oude duiven werden in 2002 de Boomse pannen weggenomen en vervangen door golfplaten en meteen waren de resultaten een stuk beter.
In 2004 ben ik gaan kijken naar de verluchting op de hokken van de Gebr. Van Laer, Pulle... die hadden een verluchtingspleet van 16 cm vooraan in het plafond van het hok. Ik heb de verluchting op mijn hokken op dezelfde manier aangepast en vanaf dan is het ieder jaar beter gegaan. Belangrijk op een duivenhok is geen te grote verluchting... vooral een droog hok... en geen overbevolking. Ook zit er behoorlijk veel glas in mijn hokken en dat vind ik zeker niet slecht. Wanneer het te warm wordt dan worden er doeken voor de ramen gehangen. Bij een temperatuur van meer dan 30 graden komen er horren in de ramen te staan. In 2014 werden er een paar volières gebouwd voor de hokken van de jonge duiven.”

10 GEBODEN VAN DIRK VAN DYCK
1. Verkoop nooit een topper want die heb je zelf nodig. Wie wil blijven spelen
   mag zijn goede duiven niet verkopen.
2. De meeste melkers zouden beter wat meer op hun duivenhok zitten i.p.v. op
   internet.
3. Veel kweken en keihard selecteren. De kortste weg naar het succes.
4. Zeker niet te veel verluchting op een duivenhok... maar zeker ook geen
   overbevolking.
5. Oppassen voor het opleren van duiven met kopwind en zonder zon.
6. Duiven bijhalen bij melkers waar je slagen van krijgt. Maar ook eerst die
   jongen opleren !
7. Weduwnaars laten eten tot aan de inkorving is een kunst.
8. Medicijnen... alleen wanneer het echt nodig is.
9. Trainen is de graadmeter van de conditie.
10. Er is nog leven na de duivensport !

Strenge selectie

“Met de jongen van de eerste ronde heb ik absoluut geen medelijden. Ze worden 5 keer gespeeld en wie nog geen prijs gewonnen heeft wordt meteen geëlimineerd. Pedigree of herkomst spelen hierbij geen rol. Jongen van 2e en 3e ronde krijgen iets meer respijt en een paar kansen meer omdat ze minder ervaring hebben.
Van de 90 weduwnaars blijven er aan het einde van het seizoen nog zo’n 30 over... van de 30 duivinnen nog zo’n 8-tal... en 100 van de 250 jonge duiven.
De goede duif ? Je vindt ze onder alle modellen... maar ze moet wel zijdezachte pluimen hebben. Ik hou ook van een peervormige duif... maar hier wordt eerder uit een goede duif dan uit een mooie duif gekweekt.”

Het seizoen 2014

“Zoals elk ander seizoen zal er gespeeld worden op snelheid... halve fond... en grote halve fond. Met deze zachte winter is de kweek honderd procent meegevallen en ook het opleren van de vliegploeg stelde weinig problemen.
De doffers hebben momenteel tweemaal Quiévrain gevlogen... een paar doffers ook al Noyon (de doffers die op Noyon blijven). De duivinnen hebben al 1x Quiévrain en 1x Noyon in de vleugels.
Op Quiévrain zal er gespeeld worden met een beperkte ploeg want de vitesse is nog steeds mijn oude liefde. Voor de kleine halve fond staat een ploeg van 10 oude en 15 jaarse klaar. Voor de grote halve fond zou ik graag wekelijks een ploeg van 30 duiven (2 ploegen) in stelling brengen en daarmee het volledig nationaal programma afhaspelen.
In 2013 had ik op Guéret één duif op nest (jongen van 5 dagen) in de wedstrijd en die won de 11e nationaal. Dit seizoen ga ik een hokje met jonge duiven gewoon op een nestje spelen. Ik laat ze 2x Quiévrain... 2x Noyon... 2x halve fond... 1x Gien vliegen. Ik zal ze daarna gaan koppelen en ik zal ze op een nestje spelen op de nationale wedstrijden.
In 2013 hoorde je veel melkers klagen over de verliezen van de jonge duiven op de wedstrijden... en de voorbereiding in 2013 was zeker niet optimaal. De voorbereiding moet er als volgt uitzien... 2x Quiévrain... 2x Noyon... 2x Halve fond... en zeker 1x Gien /Salbris... en daarna pas het nationaal programma. Gien of Salbris missen kan het verdere seizoen naar de knoppen helpen en de oorzaak zijn van grotere verliezen. Het huidig nationaal programma is redelijk zwaar maar zowel met oude... jaarse... of jonge duiven moet het nationaal programma met twee ploegen gespeeld worden.
De verwachtingen voor 2014 ? Ik zou heel graag met een duif naar de Olympiade gaan samen met Willem de Bruin... Fonne Wuyts... Marcel Wouters en Bart Geerinckx. De “Gouden Duif” nog eens winnen behoort ook tot mijn verwachtingen maar dat is natuurlijk zeer moeilijk. Vorig jaar won ik de 2e nat. Chateauroux... misschien behoort een 1e nationaal dit seizoen ook tot de mogelijkheden. Ik kom dit jaar aan de start met een ploeg van 100 weduwnaars... 38 duivinnen... en 250 jonge duiven en hopelijk is het lot mij gunstig gezind.
Bij deze ook een woordje van dank voor mij vrouw Anna zonder wie ik alles nooit zou klaar krijgen. Ze helpt me bij de verzorging van de duiven... het los laten van de duiven... het letten van de duiven. Kortom zij is een geweldig hulp om mijn duivenranch draaiende te houden.”

[na einde reportage:]

Dat kan niet meer!
We kregen Dirk Van Dyck dinsdagmorgen in alle staten aan de lijn. Wat er allemaal met de lossing uit Noyon van zondag gebeurd was kon volgens hem niet meer door de beugel.
“Zondagmorgen kreeg Jef Oorts (Antwerpse lossingverantwoordelijke voor Quiévrain en Noyon) de huid vol gescholden naar aanleiding van het niet tijdig lossen van de duiven in Noyon. Een melker beweerde dat het bij hem mooi weer was maar melkers uit Zandhoven... Nijlen... Geraardsbergen... Puivelde... Wommelgem bevestigden dat het overal zwaar bewolkt was met lichte regen en een krachtige noordoostenwind.
Het kan dus niet dat bepaalde melkers de vergezellers aansporen tot het lossen van de duiven. Iedereen moet de lossingverantwoordelijken met rust laten en ze samen met de vergezellers in alle sereniteit hun werk laten doen.
De duiven werden gelost om 9.30 u en de wedstrijd kende een heel slecht verloop. Bij de oude duiven stond het een uur open en bij de jaarlingen zelfs nog een stuk langer. Wat nog erger is... heel veel goede duiven zijn nog op den dool”.
get. Dirk Van Dyck

Als redactie contacteerden we ook Jef Oorts, lossingsverantwoordelijke voor de provincie Antwerpen van dienst.
Hij vertelde ons dat het besluit tot lossen genomen werd in overleg met de verantwoordelijken van Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen en de vergezellers ter plaatse.
Dit uiteraard na bestudering van diverse weersites.
Jef : “We moeten een klein uur op voorhand reeds beslissen omdat eerst de Nederlandse duiven gelost moeten worden. Vertrekken deze onverhoopt toch slecht, of verslechtert de situatie ter plaatse, delen de vergezellers ons dit direct mee. Dit is afgelopen zondag niet gebeurd.
Op het moment van lossing zag alles er goed uit. Ik krijg regelmatig telefoontjes, ook deze zondagmorgen met de vraag waarom er niet vroeg gelost was. Dit heeft echter zeker en vast mijn beslissing niet beïnvloed.”

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.