DIRK MARIEN - 1e Algemeen Provinciaal Kampioen Antwerpen 2019

Kapellen – Is een plaats in het noorden van de provincie Antwerpen. Het is een gemeente met een residentieel karakter en ze telt een heel aantal beroemde inwoners. Voor de vuist weg noemen we Rocco Granata, Gert Bettens, Adrie en David van der Poel, Bo Van Spilbeeck, Jan Janssen, Michael Boogerd en nog zoveel andere beroemdheden.

De duivensport moet het met heel wat minder grote namen stellen maar de blikvanger van de laatste jaren is ongetwijfeld Dirk Mariën. In 2018 was hij 2e Algemeen Provinciaal Kampioen Antwerpen en hij deed het afgelopen seizoen nog beter en werd 1e Algemeen Provinciaal Kampioen Antwerpen. Dirk speelt Quiévrain en Noyon in de Kapelse Vereniging en hij korft in voor de halve fond op de Kaart in Brasschaat.

Emiel en Roger

Vader Emiel is in 1961 samen met zijn oudste zoon Roger gestart in de duivensport. Ze hebben het zeker niet slecht gedaan want in 1966 en 1970 werden ze tweemaal nationaal kampioen jonge duiven onder de naam Roger Mariën. In 1967 wonnen ze de 1e nationaal Angoulème. Dirk kreeg dus de duivensport met de paplepel ingegeven en eind jaren zestig sprong hij mee in de dans met vader en broer.
Er werd een huis gebouwd met de hokken op zolder en in 1974 zijn ze verhuisd naar de huidige locatie in Kapellen. Het zat hen niet mee op deze nieuwe stek want de duivenliefhebberij kende er een mindere periode. In 1980 is vader overleden en ondertussen was ook broer Roger getrouwd en  is Dirk in zijn eentje verder gegaan en dan werd het stilaan beter. In 1990 werd hij Koning in de KEMMPH en in 1995 Provinciaal Kampioen Halve Fond Jonge Duiven. 
Tot 2017 werden alle duiven, doffers en duivinnen, op totaal weduwschap op één vlucht gespeeld. Nu is de partner thuis. Wanneer de duivinnen thuis komen van de halve fond zijn de doffers thuis. Wanneer de doffers van Quiévrain en Noyon thuiskomen zijn de duivinnen thuis. Er wordt heel succesvol gespeeld op halve fond, Quiévrain en Noyon. 

Een sterke basis

Vanaf 1996 werden er duiven bijgehaald bij melkers met naam. Bij Dirk Van Dyck, Zandhoven werden het duiven van lijn “Rambo” en “Kannibaal”. Ook van Dr. Fernand Mariën, Tielen werden er regelmatig duiven bijgehaald. Van John en Jan Baeck, Brasschaat kwamen er kleinkinderen van “Highlander” naar Kapellen en de nakweek is bijzonder goed. Met duiven van Piet en Gerard Lindelauf, Vijlen is men eveneens goed gelukt en in 2019 werden daar nog duiven gehaald. Van René Van Hoydonck, Wuustwezel kwamen er twee duivinnen die formidabele nakweek gaven. Vanaf 2014 werden er duiven gehaald bij Patrick Boeckx, Vorselaar. Deze duiven werden gekruist met de 5 voorgaande “rassen” en daar komen nu de beste duiven uit. Uit deze combinatie komen ook de toppers “Blauwe 395”, Blauwe 959” en “Josephine”. Inmiddels wordt er met enkele duiven van 
Patrick Boeckx aan samenkweek gedaan.

20 koppels op totaal weduwschap

Dirk komt aan de start van het seizoen met een ploeg van 20 koppels die op totaal weduwschap gespeeld worden, 100 jonge duiven en 20 koppels kwekers. De oude duivinnen vliegen de halve fond op zaterdag en de doffers Quiévrain en Noyon op zondag. Kwekers en vliegers worden gekoppeld op 15 december en trekken allemaal een koppel jongen groot. Wanneer de jongen 14 dagen oud zijn gaan de duivinnen naar hun vlieghok dit om te vermijden dat er nog eens gelegd wordt. De doffers trekken dan de jongen alleen groot. Van zodra de jongen gespeend zijn beginnen de doffers en de duivinnen te trainen maar in het begin kalmpjes aan. Daarna volgt er geen tweede koppeling meer.

Vroeger werden de oude duiven in drie etappes opgeleerd tot Vilvoorde. Wanneer de duiven nu aan huis goed trainen gaan begin april doffers en duivinnen rechtstreeks naar Quiévrain. De doffers blijven op de snelheid en ca. 10 duiven worden ingezet op Quiévrain en ca. 10 duiven vliegen Noyon. De duivinnen vliegen 2x Quiévrain, 2x Noyon en blijven dan op de halve fond.
Doffers en duivinnen trainen ¾ u tot 1 u en wanneer het warm wordt doen ze dat zo vroeg mogelijk. Trainen is belangrijk en wanneer de duiven buiten zijn dan is de melker ook buiten zegt Dirk met een knipoog. De manier van trainen is belangrijk en ze moeten in het voorjaar een vol uur trainen met de nodige schwung. Wanneer ze een vol uur trainen zijn ze klaar voor Quiévrain.
De duivinnen zitten tijdens de week in een loketkast. Doffers en duivinnen hebben een hok naast elkaar. Na de training in de week komen de duivinnen op eigen hok binnen. Op zaterdag en zondag komen ze binnen op het hok van de doffers (hok met woonbakken). De duivinnen worden in een gezamenlijke voederbak op de bodem gevoederd. Ze zitten los op het hok tot eind mei en pas dan worden ze opgesloten in de loketkast.
Bij de inkorving op vrijdag gaan de duivinnen uit de loketkast rechtstreeks de mand in. Op zaterdag zitten de doffers halfbak te wachten op hun duivin. Wanneer de wedstrijd op zijn einde loopt mogen doffers en duivinnen een kwartier samen komen.
’s Avonds worden de doffers voor Quiévrain en Noyon ingekorfd zonder hun duivin nog te zien. Op zondag zitten de duivinnen halfbak op de doffers te wachten. Dan blijven de partners samen tot 17 u.
Voor de duivinnen is deze methode van totaal weduwschap een goed systeem maar de doffers zijn ’s avonds afgepeigerd. De doffers behalen de beste uitslagen wanneer de wedstrijd van de duivinnen uitgesteld wordt en ze hun duivinnen niet gezien hebben.

Jongen niet tussendoor wegvoeren

Ook met de jonge duiven wil Dirk Mariën tot de uitblinkers behoren. Een 100-tal jongen (2 rondes + enkele uit 3e ronde) worden gekweekt uit vliegers en kwekers. Ze worden gespeend aan de ouderdom van 20 à 22 dagen. Hoe vroeger hoe beter zegt Dirk want dan worden ze rapper zelfstandig.
De jongen worden verduisterd vanaf einde maart tot 10 juni, van 18 u tot 9 u. Daarna wordt er niet meer bijgelicht en er wordt tot half september met de jongen gespeeld. Het opleren van de jongen gebeurt in 3 etappes tot Haasdonk (12 km). Daarna gaan de jongen direct naar Quiévrain maar wel op woensdag. Eens opgeleerd worden de jongen niet meer tussendoor weggevoerd. Vroeger gebeurde dat wel maar daar is Dirk van afgestapt. De jongen trainen 1 x in de namiddag maar in volle zomer wordt er in de voormiddag getraind. 
De 1e, 2e en 3e ronde zitten in het voorjaar allemaal samen en begin juli wordt de schuifdseur ingevoerd. Bij de inkorving de eerste twee weken van juli komen jonge doffers en duivinnen op vrijdag 2 u samen en worden daarna terug gescheiden. Op zaterdag gaan ze dan de mand in voor Quiévrain of Noyon zonder hun partner te zien. Na thuiskomst blijven ze dan samen tot maandagnamiddag.
Bij de inkorving van de duivinnen voor de halve fond komen de partners vrijdag 2u bij elkaar. De doffers gaan op zaterdag de mand in voor Quiévrain en Noyon. Na thuiskomst blijven doffers en duivinnen samen tot zondagavond of maandagmorgen.
Bij de jonge duiven wordt er niet gezocht naar extra motivatie. Op het hok van de duivinnen zijn er kleine duivenbakjes die kunnen afgeschermd worden. De drie hokken van de jonge duiven gaan open en ze kunnen gaan samenhokken waar ze willen. In 2019 kende Dirk weinig verliezen bij de jonge duiven.

Eenvoudig voederen

Oud en jong worden iedere week gespeeld maar wanneer er slecht weer voorspeld wordt blijven alle duiven thuis. Dirk voedert slechts één mengeling voor jong en oud en voor snelheid en halve fond en dat is “Sport Light Galaxy”. Van zaterdag bij thuiskomst tot vrijdag bij de inkorving wordt deze mengeling tweemaal daags gevoederd. Dirk voedert zijn duiven met kleine porties tot ze genoeg hebben en er blijft geen eten op de hokken staan.
Bij het binnenroepen na de training krijgen de duiven wel wat “snoep”. Dit is een eigen mengeling die Dirk samenstelt uit snoepzaad, Tovo, P40 korrel en Energy Plus. Verder worden er geen voedingssupplementen verstrekt.

Medisch Mariën

Dirk Mariën gaat met zijn duiven 4 à 5 keer per jaar op controle bij dierenarts Fernand Mariën. Tegen trichomonas werd er niet behandeld maar de vitamineral (bij thuiskomst), conditiepoeder (op maandag) en siroop (1 x om de 4 weken) van dr. Mariën worden wel verstrekt. Tegen de luchtweginfecties werden de oude duiven niet behandeld. De jonge duiven daarentegen werden in de loop van het seizoen tweemaal 4 à 5 dagen behandeld.
Oogdruppels worden wel gebruikt bij “one eye cold” maar Dirk weet niet of deze behandeling wel degelijk effectief is. Ook van adeno bleef hij niet gespaard. Maar met medicijnen van dr. Mariën, de duiven een paar dagen weinig of geen eten, daarna licht voederen en de duiven op het hok houden werd de plaag met succes aangepakt.
Maar wat de medische begeleiding betreft ga ik liever een keer meer op controle dan blind te “kuren” zegt Dirk.

Zolderhokken

Alle hokken van Dirk Mariën zijn zolderhokken. De jonge duiven zitten op drie hokken van 1,8 m, de oude duiven op twee hokken van 1,8 m en er is nog een kweekhok van 4 x 4 m. De oude duiven zitten op een hok met een plankenvloer, de jonge duiven hebben twee hokken met vloerroosters en een hok met plankenvloer waarop gegeten wordt.
De hokaccomodatie is in feite een hok in een hok en de verluchting gebeurt via luchtpannen in het dak van de woning. Het plafond van de hokken heeft een verluchtingstrook van 80 cm. Aan de voorzijde van de hokken is er redelijk veel glas voorzien. Voor een van de hokken is een kleine volière waarin de duiven een bad krijgen.
De hokken van de oude duiven worden iedere dag gereinigd, op de hokken van de jonge duiven gebeurt dat iets minder.

Kwekers bijlichten

De kwekers worden half december gekoppeld. Tien dagen voor de koppeling wordt er bijgelicht tot 19 u. Het bijlichten stopt wanneer er eieren in de schotel liggen. Drie weken op voorhand wordt er ook aan voorkoppelen gedaan. Er wordt een hok leeg gemaakt en iedere dag kan er een ander koppel kennis maken met zijn of haar partner. Ieder jaar worden de meeste koppels herkoppeld.
De kwekers krijgen 2 à 3 jaar de tijd om hun kunnen te bewijzen. Zijn er dan geen resultaten dan verloopt hun verblijfsvergunning. Voor het kweekhok worden er meestal duiven bijgehaald van dezelfde melkers waarmee men vroeger al succesvol was. Maar de meeste kwekers waren vroeger goede vliegers.

Een prima kweekkoppel

Een prima kweekkoppel is ongetwijfeld “Geschelpte Boeckx” B13/6086230 (1e Quiévrain 1314 d) x “Blauw 955” B09/6327955 (1e Dourdan 883 d). Zij werden de ouders van:

• “Blauw Josephine” B15/6101419 met 1e Chevrainvilliers 1344 d, 1e Chevrainvilliers 1073 d, 1e Chevrainvilliers 650 d, 1e Quiévrain 103 d. Zij werd 3e Olympiadeduif Halve Fond 2019.
• “Geschelpt 909” B18/6165909 met 1e Noyon 357 d, 2e Noyon 226 d, 3e Melun 644 d. Werd reeds moeder van B19/6079408 met 3e Quiévrain 1170 d.
• “Geschelpt 910” B18/6165910 met 1e Chevrainvilliers 1146 d, 3e Noyon 229 d, 3e Noyon 176 d. Zij werd reeds moeder van B19/6079393 met 1e Quiévrain 1096 d, 10e Quiévrain 1077 d.
• “Blauwe 965” B18/6165965 met 1e Quiévrain 1024 d, 1e Quiévrain 879 d. Werd 2e Asduif NAV Jonge 2018. Werd reeds vader van B19/6079395 met 1e Quiévrain 1367 d, 1e Quiévrain 956 d, 1e Quiévrain 821 d.
• “Geschelpt 966” B18/6165966 met 1e Noyon 306 d, 1e Noyon 232 d, 1e Noyon 172 d, 1e Noyon 136 d, 8e Toury 537 d.
• “Geschelpte 358” B19/6079358 met 2e Quiévreain 1367 d, 4e Quiévrain 773 d.
• “Blauw 424” B19/6079424 met 2e Pont St-Maxence 485 d.

Twee toppers

• B15/6101429 “Blauwe 429” met 1e Quiévrain 1537 d, 2e Quiévrain 1391 d, 5e Quiévrain 1446 d, 5e Quiévrain 1266 d, 6e Quiévrain 535 d, 8e Noyon 830 d, 11e Quiévrain 1230 d. Vader van B18/6165964 met 1e Quiévrain 1212 d.
• B17/6073735 met 1e Noyon 365 d, 2e Melun 952 d, 2e Quiévrain 637 d, 3e Ecouen 559 d, 4e Chevrainvilliers 370 d, 6e Melun 459 d, 9e Melun 317 d, 11e Noyon 357 d, 14e Chevrainvilliers 416 d, 16e Fay-aux-Loges 432 d, 24e Melun 1093 d.

Selectie op resultaten

Bij de selectie spelen de resultaten uiteraard een belangrijke rol. Zowel bij oude als jonge duiven is kopprijzen winnen een vereiste. Een enkeling overleeft de selectie via een goed model. De vereisten zijn dan een zachte pluim, een lange vleugel, smalle pennen en een duif uit één stuk die goed gesloten is. Niet de afstamming maar de resultaten zijn het belangrijkste. We kweken toch geen papieren duiven zegt Dirk.

De westkant

Dirk Mariën : “Ik ben voorstander van interprovinciale lossingen van snelheid tot halve fond. De duiven zitten dan meer gespreid en dan zijn er kansen voor iedereen. Zoals het nu gaat is de “westkant” benadeeld. Met 9 op 10 keer westelijke wind komen onze duiven bijna steeds uit het oosten. Ook met de lossingsplaatsen gaat men steeds meer de oostelijke richting uit. Hoe groter de lossing hoe beter!”