COR DE HEIJDE - De favoriet van Jan

Liefhebber: 

Made – Het idee voor deze reportage is geboren tijdens een gesprek met Rik. We hadden het over zijn vader. Dat het niet goed ging met de gezondheid en waarmee we hem een plezier konden doen? Daar moest Rik geen seconde over nadenken. “Een goede reportage schrijven over Cor de Heijde,” zei hij. “Want in de ogen van pa zijn Bourges, Chateauroux en Issoudun weliswaar hele mooie vluchten maar Barcelona is dé vlucht. En niet vergeten,” zei Rik, “ook als mens is de verstandhouding tussen Cor en pa enorm.”

De afspraak met Cor was snel gemaakt. Midden februari, een paar dagen na de zware stormen, reden we naar Cor, maar helaas komt het artikel te laat. 
Het kan ook overdag, zei Cor. Op zijn 77e neemt hij het (iets) rustiger met het werk. Als we parkeren op de ruime parking aan de overkant van zijn huis opent hij de voordeur en zwaait. Het is beter om bij mij te parkeren zegt Cor, dan blijft bij de buren een plekje vrij voor mensen die het nodig kunnen hebben. Het tekent Cor ten voeten uit. Hij heeft alles gezien.
Tegen de middag tovert Tonnie, de vrouw van Cor, een smakelijke lunch op tafel.

De mooie hokinstallatie in Made.Aan de weg getimmerd

Cor de Heijde is geboren (als vijfde van zeven kinderen) in een gezin van harde werkers. Vader werkte in de bouw en dat wilde Cor ook. In het begin als timmerman.
Cor: “Ik ben in 1969 getrouwd met Tonnie. Dat is 53 jaar geleden. We kregen twee dochters en vier kleinzonen. De oudste kleinzoon is 22 jaar en loopt nu stage in het bedrijf. Ons huis is in de avonduren gebouwd. Ook het duivenhok (20 meter voor kwekers, vliegers en jonge duiven inbegrepen) is gemetseld als een huis, met spouwmuren en al. Want ik zit van jongs af tussen de duiven samen met vader. Vader was ook een echte liefhebber. Op die periode ben ik heel trots. 
We waren goede programmaspelers en wonnen ontelbare kampioenschappen in Made, wat toen een sterk duivenbolwerk was (130 liefhebbers). Ik heb altijd beseft dat goede duiven het belangrijkste was. Alleen het allerbeste is goed genoeg. Een belangrijke rol toen speelden de Cattrysse-duiven van John Lambrechts. John was een geweldige duivenjournalist en hij speelde briljant. Ik belde hem op en kocht zes jonge duiven. Hierbij zaten drie cracks. Het bijzondere aan deze duiven was dat het kopvliegers waren van Duffel tot St. Vincent. Dit is uiterst zeldzaam. In de Sint Vincentduif (dochter “Klamper”) zat dit soort nog in. In onze programmatijd speelden we weduwschap maar ook altijd wat nestduiven. Het gebeurde zelfs dat een koppeltje op nest zat op het weduwnaarshok.”
“Ik had inmiddels een  prima baan als bedrijfsleider en werd gevraagd om directeur te worden door mijn werkgever, echter al jong had ik de wens een eigen bedrijf te beginnen en hoewel de economische omstandigheden erbarmelijk waren ben ik in 1981 toch heel kleinschalig voor mijzelf begonnen. Dat is goed gelukt want vandaag de dag hebben we ruim honderd medewerkers in dienst en een geweldige vaste relatiekring van opdrachtgevers. In de ruim veertig jaar van ons bestaan hebben we altijd heel weinig verloop van medewerkers gehad en we hebben veel mensen in dienst met een lang dienst verband. Hier ben ik bijzonder trots op. Blind vertrouwen hoort bij de belangrijkste dingen in mijn leven.”
Tijdens het gesprek is te horen dat gewerkt wordt op het dak bij de buren.
Cor: “De stormen hebben hier lelijk gedaan. We zijn verantwoordelijk voor ruim 14.000 woningen dagelijks onderhoud dus het is nu even druk. Mijn band met mijn mensen is opperbest. Zonder dit bezoek waren ze zeker een bakje koffie komen halen.”

GOUDEN ERELIJST 2012-2021

1e Nat. Sint Vincent ’15, 15.918 d. (Kleine Blauwe)
1e Nat. Sint Vincent ’14, 9.672 d. (Marianne)
1e Nat. Agen sector 1 ’18, 6.379 d. (De Agen)
1e Nat. Bordeaux ’12, 4.509 d. (De Bordeaux)
2e Nat. Barcelona ’21, 4.920 d. (Briljantje)
2e Nat. Barcelona ’15, 5.183 d. (Blue Dream)
2e Nat. Bergerac ’15, 4.662 d. (Grijsje 500)
4e Nat. Barcelona ’18, 3.912 d. (Diamantje)
4e Nat. Dax ’19, 9.057 d. (Dax-doffer)
6e Nat. Barcelona ’14, 5.423 d. (Naomi)
8e Nat. Barcelona ’21, 4.838 d. (Super Barca 986)
10e Nat. Perigueux ’18, 4.921 d. (Smaragd)
11e Nat. Barcelona ’20, 4.477 d. (Michelina)
11e Nat. Barcelona ’19, 4.129 d. (Smaragd)
12e Nat. Barcelona ’18, 3.912 d. (Blauw Klampertje)
17e Nat. Barcelona ’20, 4.477 d. (Super Barca 986)

1e Nat. + 1e Internat. asduif Barcelona ’20-’21 (Super Barca 986)
1e Internat. asduif Barcelona ’13-’14 (“Naomi”)
1e Nat. asduif Barcelona ’11-’12-’13 (Jonge “Don Michel”)
1e Nat. asduif Perpignan ’14-’15-’16-’17 (Coming Man)
1e Super Gouden Crack Fondclub Zuid-Nederland (Super Gouden Crack)
2e Nat. + 3e Internat. asduif Barcelona ’18-’19-’20 (Violet Barcelona)
4e Nat. + 9e Internat. asduif Barcelona ’19-’20-’21 (Dochter Michella)
1e Nat. vijfjarenklassement Barcelona met drie eerste getekende (2017-2021)

De “Klamper”

Cor: “Tussen 1981 en 1990 was het hard werken om het bedrijf op te bouwen en heb ik tien jaar op een laag pitje gespeeld. Ik gaf af en toe duiven mee maar sommige weken ook niet. De tijd ontbrak. Aan mijn liefde voor de duivensport lag het zeker niet.
In 1990 was het bedrijf organisatorisch op orde en heb ik opnieuw een plan gemaakt om de duiven sport weer serieuzer aan te gaan pakken echter nu alleen gericht op de  zware fond. De interesse was gekomen doordat ik voor 1981 samen met Piet de Weerd de allerbeste fondspelers van Belgie (Pol Bostijn, Jef Van Den Broucke en vele anderen) en Nederland had bezocht. Piet was altijd op zoek naar de allerbeste duiven voor zijn klanten. Eén van onze bekenden was Piet Lazeroms uit Zegge met wie ik inmiddels een vriendschappelijke band had op gebouwd. 
In 1990 had ik een project in opdracht in de buurt van Zegge waar Piet woonde en besloot bij hem langs te gaan. Ik vertelde Piet dat ik echt werk wilde maken van de grote fond en bij hem wat versterking zocht. Hij bood aan 50 jongen voor me te kweken, maar dat was niet wat ik zocht. Ik wilde graag zelf wat duiven uitzoeken en er zelf jongen van kweken. Ik vroeg of ik acht oude duiven uit mocht zoeken en hij vond het prima. Direct toen ik alleen het hok instapte, viel mijn oog op een kleine donkere doffer met een zwaarbeschadigde rug die was aangevallen door een roofvogel, maar ik stopte hem direct in de mand. Ik koos nog zeven duiven op gevoel uit en stapte met de mand naar Piet. Hij raadde me aan om de beschadigde duif niet te nemen omdat hij niets gepresteerd had en ook van zijn kweekwaarde niets bekend was. Maar ik was overtuigd van de kwaliteit en nam hem mee. Later bleek dat ik drie kinderen van dezelfde moeder had uitgezocht, waaronder dus “De Klamper”. 
Een andere was het “308 F’je” en dit was één van de allerbeste duivinnen van Nederland. Ik kocht haar ook. Deze duivin was een rechtstreekse dochter van de 2e nat. Barcelona van Janus Sprenkels. Nog even over de “Klamper”. Op foto’s van hem “poseert” hij altijd als een volmaakte duif. Dit kwam door de photoshop van Peter Van Raamsdonk. In levende lijve had de Klamper een kapotte rug, maar dit mocht volgens Peter niemand zien op de foto. Ook bij vriend Jantje Theelen werd aangeklopt en ook daar was de vraag om twee duivinnen te mogen uitzoeken. Ik kon de uitgezochte duiven niet kopen maar kon ze wel meenemen voor twee rondes eieren. Uit een van de duivinnen, de 549, gekoppeld aan de “Perpignandoffer”, werd “Don Michel” geboren, een superduif met een geweldige nakweek.
“Ik ben geen liefhebber die alles bij elkaar koopt. Integendeel: ik doe het al ruim dertig jaar met dezelfde duiven. Dit is mijn stam. Ondanks drie diefstallen kwam ik telkens snel terug. Altijd met dezelfde soort. Misschien is daar een geheim voor: altijd late jongen kweken (en koesteren) van de beste. Altijd met dezelfde duiven aan de basis: de “Klamper” en zijn belangrijkste kinderen, de “Barcelonaduif”, de “Perpignandoffer”, “Broer Perpignan” en “Zoon Klamper” 744.” Veel kweken en altijd heel streng selecteren.

De melker

Cor: “In de zomer ben ik van kwart voor zes tot acht uur bij de duiven. Dan is het klaar. En ’s avonds vanaf 19 h. In de winter is acht uur vroeg genoeg. Bert Van Beek (ook 77 jaar) is mijn compagnon maar de vliegduiven doe ik altijd zelf. Bert mag van mij ook geen trappen meer doen. Te gevaarlijk. 
Wij spelen onze duiven uitsluitend op nest. In het najaar probeer ik ook de kwekers uit te laten vliegen (behalve uiteraard een bijgehaalde vastzitter). Dit is goed voor hun vitaliteit. Vliegers komen in de winter ongeveer één keer per week los. Doffers en duivinnen zitten tot half januari samen. Alles op kapelletjes met de bakken dicht. De bakken worden dan goed ontsmet. Met dit kapelletjessysteem valt het met het paren reuze mee. Vanaf half februari vliegen de duiven twee keer per week los, vanaf half maart iedere dag.
Vroeger begon het kweekseizoen einde maart. Dit jaar werden de kwekers half februari gekoppeld. We doen altijd gericht koppelen. Vrije koppeling past niet bij mijn beleving.
De vliegers worden einde maart gekoppeld. De eerste ronde is mijn systeem doodbroeden. Op hun tweede nest is het fondseizoen bezig. We spelen alles op nest. Een favoriete stand heb ik niet. Acht tot tien dagen broeden of jongskes van vier-vijf dagen oud, het kan allemaal als de duif het wil (en kan). Een belangrijke regel is wel om het volledige koppel op één vlucht te zetten. Dan kan de bak op slot.”

Het allermooiste

Cor: “In 2000 ben ik gestopt met alle kampioenschappen bij te houden. Ook de lijst met melkers die goed presteren met onze soort is niet volledig up-to-date. Ik ben wel iedere keer intens gelukkig als mensen mij het goede nieuws laten weten.”
“Het allermooiste voor mij in de duivensport is samen met een duif genieten na een topprestatie. Dan ben ik graag alleen met mijn duif. Neem hem of haar verschillende keren in de hand om te voelen wat ze heeft doorgemaakt en hoe snel ze weer herstelt. Dat zijn ook de momenten dat ik aan de duif en aan mezelf voel hoe gehecht we aan elkaar zijn. Hoe blij ik ben dat ze weer thuis. En dan vind ik duivensport prachtig.”
“Perpignan was voor mij vele jaren de belangrijkste wedstrijd van het jaar. Dit lag aan het bouwverlof. In de weken van het bouwverlof had ik meer tijd voor de duiven. Volledig ontspannen met de duiven bezig zijn: hier kan ik zo van genieten. Als ik meer tijd heb krijgen de duiven soms een paar keer extra trainingsvluchtjes uit Sint Job (40 km). Een duif in conditie heeft hier deugd van.”

De fabelachtige "Don Michel" en "Jonge Don Michel"-familie.
(klik op de afbeelding voor een vergroting)

Barcelona, de vlucht waar de kwaliteit naar voor komt

Cor: “Vroege prijzen op Agen en Bergerac zijn mooi maar mijn doel is Barcelona en Perpignan. Dit zijn vaak toch andere duiven. Een paar weken voor Barcelona laat ik de duiven nakijken door Henk de Weerd. Henk is heel kundig en op duivengebied ken ik geen betere. Ik denk zelfs dat ik tientallen jaren geleden zijn eerste klantje was. Dat kwam natuurlijk door de vriendschap met vader Piet en is goed bevallen. En wat goed is verander ik niet. Duiven kuren doe ik zo weinig mogelijk. In het najaar wel altijd een kuur met Parastop (tegen paratyfus) en de verplichte paramyxokuur. Voor de rest: veel controleren en weinig doen. Alleen een kuurtje als Henk het nodig vindt. Ik ben een propere liefhebber die iedere dag poetst. Als extra’s krijgen mijn duiven Belgasol (De Weerd), conditiepoeder (Marien) en enkele producten van Belgavet.”
“Mijn systeem voor Barcelona is eenvoud troef. Ik ga er met de beste duiven naartoe. De echte goede Barcelonavliegers worden op de kweek gezet maar een duif die top 100 nationaal vliegt op Barcelona gaat gewoon naar Perpignan. Op voorwaarde natuurlijk dat de duif vlot meetraint. Dit is meestal geen probleem. Eén dag na thuiskomst van Barcelona trainen de meeste met de groep mee.”

Opleiding van fondduiven

Cor heeft jaar en dag niet (of nauwelijks) met jonge duiven gespeeld. 
Cor: “Niet omdat dit beter is maar omdat de tijd ontbrak.
In 2021 zijn de jonge van de eerste ronde wel mee geweest op enkele vluchten. De tweede en derde ronde en de laatjes hebben geen mand gezien. Als jaarling gaan ze na een paar invliegvluchten en dagfondvluchten naar Bergerac.
Van dergelijke duiven mag je weinig verwachten. Maar ik ken ondertussen mijn duiven goed genoeg en reken erop dat de beste zich laten zien. Selecteren doe ik altijd op gevoel en de week na de laatste vlucht (Perpignan).
Als het seizoen begint gaan alle duiven er samen uit voor trainingen van een uur 
(’s morgens om 6 uur en ’s avonds tussen 7 en 8). In het begin met de vlag maar de duiven doen dit snel spontaan. Nesten met eieren of kleine jongskes die een uur bloot liggen is geen enkel probleem. Sommige liefhebbers vragen mij ‘één of twee jongskes in het nest?’. In mijn ogen is twee het best. Het is beter voor het azen van de pap.”
“Het inkorven is samen met Bert. De eerste africhtingen zijn met de club. Nadien rijden we op vrijdagmiddagen naar Hank (inkorvingen halve fond met de Belgische verzender). Onze duiven komen ook los met de Belgische duiven. De afstanden variëren tussen 360 en 420 km. Dit gaat prima. Na vier of vijf wedstrijden zijn onze duiven klaar voor de fond.”

Toppers met Klamperbloed op andere hokken in 2021
1e Nat. asduif ZLU 3 vl, /2e Internat. asduif marathon,  Rex de Leeuw, Made
1e IATP Pipa Ranking, Rex de Leeuw, Made
1e Nat. / 1e Internat. Agen jaarlingen, Gunther Ceulemans, Emblem
1e Nat. Perpignan, 1e Int. Duivinnen, 2e Internat. Perpignan, Rutger Rittersma, Zuidlaren
2e Internat. asduif Narbonne-Agen, Gebr. v.d. Weerd, Meersen
2e Nat. / 3e Internat. asduif Pau, G. v.d. Matten, Woudrichem
2e drie eerst get. Barcelona ZLU, G.v.d. Matten, Woudrichem
2e Nat. Marathon ZLU, Harold v.d. Wegberg, Echt
4e Nat. / 7e Internat. Pau, De Smeyter-Restiaen, Melden
6e Nat. Narbonne, Joel Pesant, Jeumont, Fr
6e Nat. Narbonne, Team Hooymans.Be, Mol
7e Nat. Barcelona, Gebr. Brugemann, Assendelft
9e Nat. Barcelona, Etienne Meirlaen, St.Martens Latem
12e Nat. Marseille, Rex de Leeuw, Made
16e Nat. Dax, Jan van Gijzel, Made
19e Nat. Barcelona, Joost De Smeyter-Restiaen, Melden
23e Internat. Narbonne, Gebr v.d. Weerd, Meerssen
25e Nat. Berlin, Sergui Vanani, RO
28e NPO Bergerac, Louis de Heijde, Geertruidenberg
30e Nat. Perpignan, Jo van Schijndel & Zn, Geffen
31e Nat. Barcelona, Jan Hooymans, Kerkdriel
34e Nat. Perpignan, Frank Zwiers, Terheijden

Ook de favoriet van Jan Hooymans

De duivensport heeft Cor veel vreugde gebracht en ook een paar immense teleurstellingen (de diefstallen).
Cor: “Na zo veel jaren heb je veel herinneringen. Ik denk aan “Naomi” die veel tijd verloor bij thuiskomst van Barcelona ’14 (6e nat., geklokt 05:08). De neutralisatie zorgt soms ook voor gekke toestanden.
Of de dubbelslag op Sint Vincent met “Marianne”, 1e nat. Sint Vincent ’14 tegen 9.672 d. (snelheid 983 m/m) en “Kleine Blauwe” 1e nat. Sint Vincent ’15 tegen 15.918 duiven (snelheid 1600 meter). Twee keer dezelfde vlucht (998 km) maar twee keer totaal verschillend.”
Mijn ambitie is nog intact. Ik zou nog wel eens een paar mooie duiven willen draaien op de dagfond ook. Toen Jan Hooymans dit hoorde nodigde hij mij uit. De verstandhouding met Jan is ook intens.
Jan heeft een mooie stam duiven. We gaan eens naar de jonge duiven kijken, zei Jan. Op één hok had hij 40 jonge zitten van zijn 
allerbeste (“New Harry”, “Harry Junior”, “Boswachter” en ga zo maar door). Haal er maar 10 uit, zei Jan, of 20 mag ook. Dit is natuurlijk heel bijzonder.”
Dat zijn vrienden voor het leven.

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.