ANDRE ROODHOOFT – 15x Koning in Union Antwerpen

Pulderbos – We trokken voor de zoveelste keer richting Pulderbos en je kunt het al raden... André Roodhooft heeft in 2014 opnieuw de koningstitel in Union Antwerpen binnengehaald ! Hij speelde een schitterend seizoen 2014 en werd voor de 15e keer Koning en de 8e keer Keizer in Union Antwerpen. In de rijke geschiedenis van Union Antwerpen is er niemand die dit huzarenstukje evenaarde... laat staan overtrof.

André valt met de deur in huis en citeert een handvol wijze woorden van zijn leermeester Nelles Van de Pol. “Er wordt alleen gekweekt uit duiven met een perfecte bouw en die van het goede soort afstammen. Wanneer je een oude kweker vervangt doe het dan met een zoon die het evenbeeld van zijn vader is. Een duif met merkbare gebreken of met een mindere afstamming verdient nooit een plaats op het kweekhok. Met deze wijze raad in je achterhoofd blijf je je leven lang duivenmelker !”
Deze leidraad bracht André Roodhooft op de hoogste podia en maakte van hem een zeer gewaardeerde kroniekschrijver in “Duifke Lacht”.

40 weduwnaars

Na een lang en lastig seizoen wordt de weduwnaarsploeg op 15 augustus gekoppeld en trekt twee late jongen groot. Daarna gaan de weduwnaars vanaf half oktober tot half maart naar de volière. Ze zouden misschien nog beter op hun vlieghok overwinteren maar een volière is veel gemakkelijker voor de melker. De bodem van de volière bestaat uit draad zo’n 50 cm boven de grond en de duiven zitten op latten. De drinkpot... voederbak... en de bijproducten (grit, piksteen en vitamineral) bevinden zich aan de buitenzijde van de volière. De melker moet 5 maanden niet in de volière komen en hij heeft 5 maanden de tijd om zijn hokken te kuisen. Tot Nieuwjaar wordt de “vliegploeg op rust” volle bak ruimengeling gevoederd... daarna wordt er overgeschakeld op zuiveringsmengeling. Gedurende deze vijf maanden gaat de medicijnkast op slot en in die periode wordt er alleen ingeënt tegen paramyxo en paratyfus.
Half maart komen de doffers opnieuw op hun hok en krijgen tot aan de eerste koppeling op 1 april ook zuivering gevoederd. De eerste dagen komen de duiven voorzichtig los en er wordt niks geforceerd om “scheefvliegers” te vermijden.
Op 1 april vindt dus de eerste koppeling plaats en de duiven mogen 5 à 6 dagen broeden. Van zodra de eerste duif 6 dagen broedt worden alle nestjes opgeruimd en gaan nestschotels en duivinnen van het hok. Vanaf dan wordt het trainen met de vlag...
‘s morgens 3/4 u... ‘s avonds ruim een 1/2 u. Bij heel warm weer wordt er ‘s morgens een vol uur getraind en ‘s avonds wordt er dan zonder vlag getraind.
Bij de training ziet André graag de duiven wegtrekken voor zo’n 10 minuten. Ze kunnen niet op het hok vallen vanwege de vlag maar als ze rond het hok “spetterend vliegwerk” ten beste geven dan wordt dat zeker geapprecieerd.
Tijdens het jagen van de eerste koppeling worden de weduwnaars opgeleerd... 15 km... 30 km... 40 km... 50 km. Bij goed weer wordt er dag na dag opgeleerd. Daarna wordt het normaal Quiévrain maar indien Quiévrain niet kan wegens slecht weer dan worden de duiven zelf naar 80 km gebracht en gaan de week nadien rechtstreeks naar Noyon.
Vier oude en vijf jaarlingen vliegen de kleine halve fond en de rest gaat naar de nationale wedstrijden op de grote halve fond. Na vijf normale vluchten wordt iedere duif individueel geëvalueerd. Wie twee prijzen op zijn actief heeft krijgt een vraagteken achter zijn naam. Wie 1 platte prijs of geen prijs achter zijn naam heeft wordt geëlimineerd.

 Een uitgebalanceerde voeding

Tot 400 km worden de weduwnaars iedere week gespeeld... boven de 400 km om de twee weken. De thuisblijvers zien in het weekend ook hun duivin. Bij duiven die om de twee weken gespeeld worden ziet het voederschema er als volgt uit.
Van zaterdag bij thuiskomst tot zondagmorgen wordt het 2 delen sport + 4 delen dieet + 1 deel Nutripower + biergist + probiotica. De granen worden met lookolie... lecithineolie... of Sedochol bevochtigd. Van zondagavond tot de dag van de inkorving wordt er overgeschakeld op 6 delen sport + 3/4 deel Nutripower + 1/4 deel pinda’s + 1/6 deel snoepzaad. In het begin van de week wordt er wat olie... biergist + probiotica aan het graan toegevoegd en de duiven eten iets minder wanneer er voedingssupplementen over het voeder verstrekt worden.
Wanneer er niets anders in het drinken gemengd wordt gaat er elke dag Naturaline en appelazijn in het drinkwater. Er gaat ook 1 dag Blitz (meestal op dinsdag) in het drinken en op woensdag en donderdag gaat er verse look, samen met Naturaline en appelazijn, in het drinkwater. Vitamines worden nooit gegeven.

Motivatie en selectie

André citeert Lou Wouters... “Een goeie moet ge niet motiveren... en een slechte komt toch niet !” Een duif die ingekorfd wordt voor twee nachten mand krijgt alleen de nestschotel en geen duivin. Het is best dat zij zo rustig mogelijk ingekorfd wordt en de nestschotel komt alleen in het nestvak om de duif vlotter te kunnen inkorven.
Een duif die de mand in moet voor een vlucht met één nacht mand krijgt wel duivin en nestschotel in zijn nestvak. Motivatie klinkt mooi... maar het is veelal zo dat pas na de prestatie het verhaal er bij verteld wordt !
De eerste selectie gebeurt na vijf weken en wordt daarna wekelijks verder gezet. Hoe minder duiven op het hok hoe beter de melker zich hier voelt. Dat je op die manier de concurrentie wegneemt op het hok is voor André een fabeltje. Hoe minder duiven hoe beter overzicht je krijgt en hoe gezonder het is voor de duiven. Minder dan 12 duiven op het hok kan niet want dan wordt de groep te klein om nog goed te trainen.
Aan het einde van de rit bleven er van de 40 weduwnaars nog maximaal 15 over... van de 20 duivinnen bleven er 5 over... en van de 140 jonge duiven bleven er nog 40 jongen over waaronder verschillende zomerjongen. In Pulderbos heeft men liever een zomerjong van een goed koppel dan een vroege jonge duif die ondermaats presteerde. Een jonge duif krijgt een voldoende met 60 à 70 procent prijs en een paar kopprijzen. Een goeie duif is een duif die weinig mist en regelmatig kop vliegt. Regelmaat is de eerste vereiste. Twee keer kop en 6 keer missen betekent het schavot want die duif verspeelt uw geld.
“Ik zie graag een duif uit de middelmaat... en een duivin mag zelfs iets onder de middelmaat zijn. Bovenal verkies ik een duif die in balans ligt in de hand. Een goed gevulde rug... een stevig slot (is heel belangrijk)... een zachte pluim... en een oog dat gezondheid uitstraalt zijn andere kenmerken die ik weet te waarderen. Ik heb het niet voor een duif met “brede kiekenpennen” en wanneer ik zo’n duif tref bij het stempelen van mijn duiven dan moet zij goed in de hand liggen of zij gaat er uit.
Ik heb geen tamme duiven die bij mij op de schouder komen zitten... maar dat ligt aan de melker. Maar een duif kan zoveel gewoon worden.”

Duivinnen op weduwschap

De 20 duivinnen worden op het weduwschap gespeeld en vliegen de nationaals en de provinciaals (500 - 650 km). Ze worden iedere week ingekorfd en vlogen ze een gemakkelijke wedstrijd dan wordt het de volgende week opnieuw een nationale wedstrijd. Werd het een moeilijke wedstrijd dan vliegen ze de week daarop een kleine halve fondvlucht (350 km) met slechts een nacht mand.
De eerste koppeling vindt plaats op 1 april en na 5 à 6 dagen gaan de doffers weg en begint het weduwschap. Er wordt ‘s morgens en ‘s avonds getraind met de vlag en dan hangen de dames ongeveer een half uur in de lucht. Het is veel moeilijker om de duivinnen in de lucht te houden dan de doffers. Op donderdag (inkorving) komen de duivinnen niet meer los.
Soms worden de duivinnen bij de inkorving gewoon van het hok genomen zonder doffer of nestschotel. Soms komen doffer en duivin voor een half uur samen. Aan het einde van het seizoen komen de partners soms een halve dag samen. De periode van samenzijn heeft geen vast stramien.
De duivinnen worden op het weduwschap gespeeld tot en met Bourges en worden daarna gekoppeld. Ze blijven dan 1 à 2 weken thuis en worden dan op een nestje gespeeld. Tegen La Souterraine zitten ze op einde broeden. In 2014 waren er 3 duivinnen waarvan de eieren twee dagen voor de inkorving moesten uitkippen. André liet ze op plastiek eieren overbroeden en eentje won de 1e Nat. La Souterraine. Op Guéret werden ze dan gespeeld op jongen van 8 à 9 dagen oud.

 140 jonge duiven

De 140 jonge duiven worden in 4 rondes gefokt en alleen uit de kwekers. Wanneer ze gespeend worden gaan doffers en duivinnen allemaal samen op hetzelfde hok. Er wordt verduisterd vanaf 1 maart tot 31 mei... de 3e ronde wordt drie weken langer verduisterd. Er wordt bijgelicht van begin juli tot einde van het seizoen. Wanneer de jongen in het begin los komen vliegen ze in twee groepen wegens het gevaar van de hoogspanningsdraden. Wanneer ze het gevaar kennen komen ze later in één groep los.
Begin juni worden doffers en duivinnen gescheiden en wordt er op de schuifdeur gespeeld. Een koppeltje dat legt blijft samen op de afdeling waarop er gelegd werd (enkele per jaar) en wordt op het nest gespeeld. Wegkruipbakjes en nestschotels moeten bij de inkorving de motivatie helpen opkrikken. Bij de inkorving worden de jonge duiven eerst gevoederd vooraleer de schuifdeur open gaat. De goed gepaarde duivinnen hebben anders geen kans meer om te eten bij het plotse geweld van de jonge doffers. Veelal is het zo dat na het eten en drinken meteen de deur open gezet wordt en de jongen vrij snel in de mand gezet worden. Wanneer de jongen op zaterdag thuiskomen blijven ze tot ‘s anderendaags bij hun partner.
Van het opleren van de jonge duiven wordt er heel veel werk gemaakt. Met het opleren wordt er gestart einde maart. Het begint op 1 km... de duiven worden 1 voor 1 los gelaten... en ondertussen gebeurt de handcontrole. Vervolgens wordt het 2 km en dan wordt er mand na mand gelost. Dan gaat het naar 4 km en 6 km en zo lang de jonge duiven niet thuis zijn wanneer André thuiskomt van het lappen wordt er de volgende keer op dezelfde afstand gelost. De jongen worden ca. 20 keer “gelapt” vooraleer ze met de grote mand op stap gaan.
De jonge duiven worden op de nationale wedstrijden gespeeld maar na een zware wedstrijd worden ze de volgende week op Quiévrain gespeeld. Het is wat overdreven om de jongen alle nationale wedstrijden te laten vliegen. Het is te belastend om later als jaarling goed te presteren en de carrière als weduwnaar komt in gevaar.

Medisch

Na de laatste wedstrijd krijgen alle duiven 10 dagen Baytril tegen de besmettingen die ze in de loop van het seizoen mogelijk hebben opgedaan. In de volière worden ze ingeënt tegen paramyxo en paratyfus. Voor aanvang van het vliegseizoen (begin april) staat een behandeling tegen trichomonas gepland. Tijdens het vliegseizoen krijgen de weduwnaars en de duivinnen om de 3 weken en de jonge duiven om de 2 à 3 weken in het begin van de week een behandeling van anderhalve dag tegen trichomonas. De kweekduiven krijgen 1x per jaar gedurende 9 dagen een behandeling tegen tricho.
Een behandeling met antibiotica tegen luchtwegeninfecties gebeurt alleen wanneer nodig. Dat is bij mindere conditie... wanneer de oortjes rechtop gaan staan... bij mindere vluchtprestaties... en bij minder witte neuzen en oogranden. Bij het minste vermoeden wordt er twee dagen behandeld met antibiotica. Bij de oude duiven gebeurde dat tweemaal en bij de jonge duiven gebeurde dat driemaal in 2014. Het is een kwestie van de gulden middenweg te vinden. André is tegen een systematisch gebruik van antibiotica. Het is aangewezen bij problemen een dierenarts te raadplegen en een antibiogram op te stellen. Zonder antibiotica kan het niet meer maar gaan prutsen is uit den boze.

Kweekhok

Op het kweekhok huizen 20 echte kweekkoppels en 20 probatie-kweekkoppels waaronder een aantal voedsterkoppels. De kwekers brengen 4 à 5 koppels jongen groot per jaar. Wanneer een koppel er gedurende twee jaar niet in slaagt degelijke nakomelingen op de wereld te zetten dan gaat het er uit. De koppels die goed resultaat geven blijven samen en de andere paren worden herkoppeld. Bepaalde doffers hebben twee duivinnen... de eerste duivin legt en de eieren gaan onder een voedsterkoppel... de tweede duivin legt en de eieren gaan eveneens onder een voedsterkoppel... dan krijgt de doffer zijn eerste duivin terug en die trekken dan samen een koppel jongen groot.
Een topkoppel is ongetwijfeld “Tom” B04/6250335 x “Het 923” B03/6355923. Zij werden de ouders van B11/6025013 die 1e Nat. Guéret 3.415 d won.
“Tom” B04/6250335 x B10/9058985 werden de ouders van “Belgium Best” B13/6165132 met 2e nat. Guéret 2.431 d... 4e Nat. Asduif Grote Halve Fond Jaarse K.B.D.B. 2014... 1e Olympiadeduif Jaarlingen Budapest... en in de Pipa Ranking de beste duif over 5, 6, 7 nationale vluchten.
Ander topkoppel is B05/6381329 x B11/6025145... en zij werden de ouders van B13/6165049 met 1e Nat. La Souterraine 3.184 d op haar palmares.
Het koppel B08/6321366 x B11/6025448 werden de ouders van B14/6264011 met 1e Nat. La Souterraine 18.588 d op haar actief.

 Hok en hygiëne

André Roodhooft : “Mijn hok is ongelooflijk sterk verlucht... het tocht er zelfs vooraan maar waar de duiven zitten tocht het niet. Het hok heeft bovendien dezelfde temperatuur als de buitentemperatuur en er is geen verwarming voorzien. Vroeger op het Kweekstation speelde ik op zolderhokken en er waren heel weinig temperatuurschommelingen. Nu heb ik soms op één dag 20 graden verschil op mijn hok. Maar ik heb ondertussen geleerd dat de duiven zich ongelofelijk aanpassen aan de omstandigheden.
Alle hokken hebben houten roosters zo’n 40 à 50 cm boven de grond en mesttransport-banden.
Ik hanteer niet bepaald een strenge hygiëne maar toch wordt de drinkpot iedere dag uitgewassen. Ook de bijproducten worden iedere week ververst. En ook ieder jaar wordt er op de vlieghokken grote kuis gehouden... echter droog en zonder ontsmetting.”