TEAM BERGEMANN - Gouden Duif-winnaar Duitsland 2022

Liefhebber: 

Onderwerp: 

Read this article in German.

Mittenwalde – Wanneer van een team of van een ploeg gesproken wordt, vraagt men zich meteen af wie daarbij hoort. Dat is niet anders bij onze Duitse actuele Gouden Duif-winnaar. Hier komt de uitleg. Het team Bergemann wordt gevormd door drie leden van de familie Bergemann. Hoofd van de familie en CEO van de kolonie is Tino Bergemann, met andere woorden, hij heeft de touwtjes in handen en bepaalt de richtlijnen. 

Maar wat kan de beste chef bewerkstelligen wanneer zijn medewerkers niet met begeestering meewerken? Die medewerkers zijn in dit geval echtgenote Katrin en zoon Martin. Zij weten ook dat Tino een van de beste liefhebbers van de Duitse duivensport is en daarom helpen ze hem graag. 
Tino Bergemann heeft bijna alles gewonnen wat er in de Duitse duivensport te winnen is, van nationale kampioenschappen over verenigingskampioenschappen en regionale titels tot Olympiadeduiven. Zijn palmares is lang, erg lang. Er zijn slechts weinig duivenliefhebbers die hem evenaren. Als laatste uitdaging bleef er alleen nog het winnen van de Gouden Duif Duitsland over. En deze uitdaging heeft hij in 2022 met veel bravoure gerealiseerd.
Maar wie is de Tino Bergemann eigenlijk? Tino is 57 jaar oud en is daarmee verhoudingsgewijs een jonge sportvriend. Hij woont in Mittenwalde, een stad in de regio Dahme-Spreewald in de deelstaat Brandenburg. Mittenwalde ligt ongeveer 35 km zuidoostelijk van Berlijn. Hij speelt in de vereniging Luckenwalde en daarmee in Regio 300 Berlijn-Brandenburg. Van beroep is Tino stadsarbeider.

ZO WONNEN ZE DE GOUDEN DUIF
22.5 Bünde 3341 d. 1, 2, 28
25.6 Rosmalen 3315 d. 38, 214
16.7 Oelde 2566 d. 3, 11, 19
23.7 Wolvertem 1833 d. 11, 16

Het spelsysteem in Duitsland

In het uitslagenoverzicht kunnen jullie vinden aan welke wedstrijden het team Bergemann in het seizoen 2022 week na week deelgenomen heeft. Wel met altijd dezelfde duiven zoals dat in Duitsland gebruikelijk is, wanneer men kampioen wil worden. Er is geen verdeling in snelheid, halve fond of fond en geen uitwijken naar andere verenigingen. De afstanden worden week na week groter. Voor de oude duiven staan er 12 tot 14 wedstrijden op het programma die van 200 km in stijgende lijn tot ongeveer 600 km gaan. De jonge duiven moeten aan vier tot zes wedstrijden deelnemen die alleen voor jonge duiven bestemd zijn. Waarbij men lid van een duivenbond moet zijn, die tot een vereniging behoort van welke beslissingen men afhankelijk is. Men kan zo niet uitzoeken waar men zijn duiven kan spelen, omdat ergens anders een betere ligging is.
Duitsland is in tegenstelling tot België en Nederland een groot land, zodat er een onderscheid in de duivensport bestaat met de genoemde landen. Zuivere snelheidsduiven zijn voor het Duitse systeem niet geschikt en voor het Duitse programma zijn allround-duiven nodig.

Het succesrecept

Stiptheid, consequentie en discipline zijn, naast duiven van de hoogste kwaliteit, de hoekstenen van het succes van Team Bergemann. Hokmanager Tino verlangt veel van zijn duiven. Hij verzorgt die zonder uitzondering altijd op hetzelfde tijdstip, en dat is niet alleen tijdens de zomermaanden maar gedurende het ganse jaar. Men moet volgens hem de ingeslagen weg consequent volgen.
Alle duiven, oude en jaarlingen, vliegen het volledig vluchtprogramma. In principe tellen voor Tino de aspunten meer dan het aantal behaalde prijzen. Voor hem telt volgend grondbeginsel: een duif die regelmatig zijn prijs vliegt maar geen kopprijzen wint, heeft in de vliegploeg niets te zoeken. Tino, of het Team Bergemann, is dus voortdurend op zoek naar asduiven, naar echte cracks. Dat hij dat doel jaar na jaar bereikt, ziet men aan de kopprijzen op de wedstrijden, en aan de klasseringen in Nationale Kampioenschappen en in de asduifcompetities. Er is zelden een jaar dat hij niet vooraan te vinden is.

Team Bergemann speelt overigens ook nog met oudere duiven. Dikwijls is het vandaag zo dat reeds bij tweejaarse duiven het prestatievermogen afneemt.
Het spreekt dus voor Tino’s omgang met duiven en voor zijn optimale verzorging, en vooral van de grote klasse van de Bergemann-duiven, dat zulke duiven bij Tino nog wel goed vliegen, dus langer in de vliegploeg kunnen blijven.
Anders dan bij de oude duiven die een strenge selectie ondergaan, wordt er bij de jonge duiven weinig geselecteerd. Tino heeft het al dikwijls meegemaakt dat jonge duiven die in hun geboortejaar niet veel toonden, zich later tot echte asduiven ontpopten. Daarom worden ook zoveel jaarlingen als mogelijk op het vlieghok ondergebracht. Is dat niet in tegenspraak met hetgeen men zo dikwijls over de selectie van jonge duiven hoort en leest? De meeste melkers behouden alleen de jonge duiven met veel vroege prijzen. Hoeveel toekomstige cracks zijn daarmee niet verwijderd?
Vele jaren geleden heb ik een reportage over Rudy De Saer uit Ruiselede geschreven. Indertijd heeft hij een deel van zijn duiven verkocht, zodat op het vlieghok vele plaatsen door nieuwkomers ingenomen werden, en wel door jaarlingen, die hij zoals altijd uit de ploeg jonge duiven van het voorbije jaar uitzocht.
“Alle jaarlingen hebben destijds, in 2010, een plaats op het vlieghok gevonden. Geen enkele jonge duif werd verwijderd. Er bleven ook doffers die op basis van hun prestaties als jonge duif normaal niet in de ploeg jaarlingen geplaatst zouden worden. Een van deze doffers, de “New Tours”, vloog op de nationale wedstrijd Limoges de 6e prijs nationaal, en vulde zijn palmares nadien nog met 1-10-18-81-87e nationaal. Indien alles normaal verlopen was, zat hij als jaarling niet meer op het hok.”
Zo gezien is het systeem van Tino Bergemann, zo mogelijk alle jaarlingen in de vliegploeg op te nemen, eigenlijk zeer goed. Zo komt het ook dat hij bij het begin van het seizoen van de oude duiven meer dan 100 duiven inkorft.

De stamopbouw

Daarvoor moeten we terugkeren naar het jaar 2015. Een jaar voordien had Tino Bergemann zijn totale vliegploeg verkocht. Gelukkig had hij alle kweekduiven en de jonge duiven van het jaar 2014 behouden. Daarmee kon hij verder gaan. En hij ging in zijn gewone stijl verder. In het jaar na de verkoop speelde hij opnieuw zeer goed. Met de jaarlingen werd hij 7e Duitse kampioen 2015. Negenmaal won hij met zijn cracks de 1e prijs. Bij de Gouden Duif Duitsland werd hij Superstar van het Jaar halve fond. Dat betekende dat hij alle kweekduiven, met andere woorden zijn basisduiven, behouden had. Deze basisduiven vinden we vandaag nog in veel stambomen terug. We nemen twee duiven als voorbeeld. Allereerst de “Olympic Moritz” 04715-15-1119, die een van de stamdoffers is geworden. Hij had schitterend gevlogen en werd 2e Olympiadeduif Duitsland 2019 in Poznan in de categorie D allround. In 2017 had hij van 13 inkorvingen 11 prijzen gevlogen en in 2018 van 12 inkorvingen 12 prijzen.
Een ander voorbeeld is de 04715-13-55 “König”. Hij is de vader van de 1e Asduif in afdeling V in 2016 en 2017 en ook 40e Asduif Duitsland 2017.
Wat zijn dat nu voor duiven? In de eerste plaats zijn het duiven van Hans Hirn en Bernd Haas. Beide liefhebbers zijn in Duitsland zeer bekend. Zij hebben een belangrijk aandeel in de successen van Tino Bergemann. Tino had hen in 1998 leren kennen en van beiden kreeg hij behalve klasseduiven ook erg goede tips waardoor de prestaties van Tino sinds dan in stijgende lijn gingen. Er kwamen nog meerdere duiven bij. Er werden geen ganse ronden gekocht, neen, er werden heel gericht, doch beperkt, aankopen gedaan bij zeer succesvolle melkers. Veel van deze duiven deden het bijzonder goed in de volgende jaren. 
Een paar namen moeten hier toch genoemd worden, omdat ze in de pedigrees van de stamduiven telkens opnieuw opduiken, waaronder de Van Koppen-duiven. Tino Bergemann is met Cees van Koppen goed bevriend zodat hij ook eersteklas duiven bekwam. Er moeten nog enkele andere melkers genoemd worden. Zo kwamen er goede duiven van Samson en Zoon, Luc Van Mechelen, Marcel Wouters, Linda en Michel Baertsoen, Gerard Koopman, Rainer Pütmann en last but not least Will Hartmut. Altijd haalde Tino er uit de allerbeste kweek- en vliegduiven. De nakweek werd streng getest en wanneer ze aan de eisen Tino van Tino voldeden, kregen de ouders een definitief plaatsje op het kweekhok. Zo eenvoudig is de kweek voor en bij Tino Bergemann.

ZO WERDEN ZE SUPERSTAR VAN HET JAAR
22.5 Bünde 3341 d. 1, 2, 28
16.7 Oelde 2566 d. 3, 11, 19

Totaal weduwschap

Het Team Bergemann speelt met relatief veel duiven. Zo zijn 120 duiven toch al een ganse groep. Niet alle melkers hebben de mogelijkheid om zoveel duiven onderdak te geven en te verzorgen.
De vraag stelt zich volgens welk systeem worden deze duiven gespeeld. Het antwoord is eenvoudig. Het gaat hier om totaal weduwschap waarbij beide partners van het koppel samen voor een wedstrijd ingekorfd worden. Overigens werd dit systeem al zo’n 50 jaar geleden door Hans Zurhöfer in Duitsland geïntroduceerd.
Opvallend is dat Team Bergemann de duivinnen voor het inkorven niet toont. Noch bij trainingsvluchten noch bij prijsvluchten. De duiven worden zo rustig mogelijk ingekorfd. Maar de vliegers krijgen hun partner gedurende de week wel eens te zien. Tino Bergemann last regelmatig een oefenvluchtje in als training. Wanneer er op vrijdag ingekorfd wordt, traint hij zijn troepen op donderdag en dan komen de partners bij thuiskomst wel samen.
Het “totaal weduwschap” is een prachtige methode voor melkers met veel duiven maar ook voor melkers die slechts weinig duiven hebben. Op een eenvoudige manier kun je het aantal vliegduiven verdubbelen. Doorslaggevend is daarbij ook het spel met de duivinnen. Het is ongelooflijk hoe goed de duivinnen daarbij vliegen en altijd opnieuw kopprijzen winnen, girlpower!
Tino Bergemann korft op die manier zonder uitzondering alle doffers en duivinnen in waarbij hij uiteraard op de individuele conditie per duif let. Na aankomst van een wedstrijd blijven de  koppels zo’n twee uur bij elkaar. Hij heeft geen welkomstcomité op het hok. Zo duurt het op de wedstrijddag ook een tijdje vooraleer alle koppels compleet zijn. Wanneer dat bij enkele duiven te lang duurt, zet hij bijvoorbeeld een nog op zijn partner wachtende doffer bij een ook nog wachtende duivin in die woonbak. Want de vroegst aankomende duiven moeten natuurlijk niet te lang op hun plezier (en een partner) wachten.
Bij Team Bergemann is het hok, zoals gezegd, op inkorfdag zo goed als leeg. Alleen gekwetste of echt te laat gekomen duiven blijven thuis en dat zijn er dan relatief weinig. Het totaal weduwschap is eenvoudig en een uiterst effectieve spelmethode om ook de kwaliteiten van de 
duivinnen te ontdekken, en vaak blijkt het dat de duivinnen sterker zijn dan de doffers!

Medische begeleiding en voeding

Voor de medische begeleiding is Vincent Schroeder, die zelf succesvol met duiven speelt, de dierenarts van dienst. Alles wat de duiven buiten voeder en water bekomen wordt met hem  afgestemd. De gezondheid van de duiven is erg belangrijk want een zieke duif wint geen prijzen. Zo worden de duiven voortdurend opgevolgd.
Wat de voeding betreft is Tino Bergemann sedert lange tijd klant van de voederfirma Paloma uit België die reeds verschillende mengelingen voor hem gefabriceerd heeft, met onder andere “Bergemann Light”.

Téléchargement: 

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.