RUUD BAKKER - Duiven maken geen fouten

Liefhebber: 

Zoelen, een piepklein dorpje van amper 1.000 zielen dat deel uitmaakt van de gemeente Buren in de provincie Gelderland. Voor Belgen is dit een behoorlijk onbekend en onbemind stukje Nederland. Limburg, Zeeland en Noord-Brabant kennen we als vanzelfsprekend. Daar gaan we immers met veel plezier al eens shoppen of onze vakantie doorbrengen. Friesland is ons ook niet onbekend, dat is daar ver weg met die grote, naar het schijnt koppige doch uiterst sympathieke mensen die een vreemd taaltje spreken.

Noord- en Zuid-Holland dan weer kennen we natuurlijk ook, want daar komt nu eenmaal het woord Holland voor in de naam. Al de andere Nederlandse provinciën zijn nobele onbekenden voor de meeste Vlamingen. De gemeente Buren klinkt misschien bekend in de oren, maar geen Belg die deze gemeente met ook maar enige nauwkeurigheid op een blinde kaart kan aanduiden. Ik kan u spreken over mooie namen als Geldermalsen, Culemborg of Kapel-Avezaath maar daarmee wordt u niet veel wijzer.
Geen nood echter, Pieter Kos to the rescue. Wanneer ik zeg dat Zoelen hemelsbreed zo’n 20 km zuidoostelijk van Houten ligt, weten de meeste liefhebbers dit onmiddellijk te situeren. Massa’s Belgen zakken immers ieder jaar af naar de Voorjaarsbeurs die daar plaatsvindt en waarvan Pieter natuurlijk de inrichter is.

Als lezer van deze krant kan het echter zijn dat u de naam Zoelen al eens zag passeren. Sinds 2022 speelt de combinatie R.C. Bakker namelijk op deze locatie. R.C. Bakker, zijn dat niet die vader en zoon die met hun Koopmanduiven al jaren de dagfond mee domineren in Nederland? Dat zijn toch die mannen waar iedereen in afdeling 7 toch een beetje bang van is? Ja, dat zijn ze. Achter de naam R.C. Bakker staan twee mannen, een vader en een zoon, Dolf (1958) en Ruud (1987, R.C. staat voor Rudolf Cornelis) voor de gemakkelijkheid.

Dolf en Ruud Bakker... samen groeiden ze uit tot een van de toonaangevende hokken op de dagfond in Nederland. En nu ze in Zoelen helemaal gesetteld zijn, kunnen we nog het nodige vuurwerk verwachten!
Dolf en Ruud Bakker... samen groeiden ze uit tot een van de toonaangevende hokken op de dagfond in Nederland. En nu ze in Zoelen helemaal gesetteld zijn, kunnen we nog het nodige vuurwerk verwachten!

Het verhaal Bakker begon in Veenendaal. Voor de Belgen, 16 kilometer ten noordoosten van Zoelen in de provincie Utrecht, ja, ook Utrecht is een provincie! Dolfs ouders Rudolf en Henny zaten reeds in de handel, en samen met broer Kees begon Dolf vanaf 1980 her en der (o.a. Amsterdam, Almere, Dordrecht, Veenendaal...) snoepwinkels te openen. De ene winkel volgde de andere op en de zaak bleef maar groeien. Doordat ze zoveel winkels hadden kochten ze hun snoep aan in grote hoeveelheden. Concullega’s vroegen hen al eens om voor hen mee te bestellen omdat zij betere prijzen konden bedingen en zo ontstond het idee om in de groothandel te gaan. De winkels werden afgestoten, ieder jaar werd er eentje verkocht tot uiteindelijk alleen de groothandel nog overbleef.
Hardwerkende zelfstandigen, weinig tijd voor hobby’s dus. Hoewel pa en ma geen melkers waren, had de duivensport Dolf toch weten te charmeren. De duiven waren puur hobby, snoep was immers de hoofdzaak, maar een gedreven man als Dolf doet echter niets om mee te lopen met de massa.
Dolf fanatiek noemen is echter niet correct. Sinds zijn pensioen geniet hij van zijn duiven, maar minstens evenveel van zijn kleinkinderen. Dolf wil graag goed presteren, maar de jaren en de hierin vergaarde wijsheid hebben ertoe geleid dat het geluk van zijn geliefden zijn grootste betrachting in het leven is geworden.
Ruud dan weer is een generatie jonger. En is fanatiek en bezeten van duiven. Natuurlijk komen Erika en de kinderen (Sara van 11, Lynn van 7 en Raf van 4) op de eerste plaats, een eerste plaats die zelfs geen finishfoto behoeft. 
Wat er echter op de derde plaats staat - het huppelt hopeloos achter op nummer 2 - de duiven. Ruud werkte ooit als vertegenwoordiger voor de familiezaak, maar sinds die verkocht is werd hij fulltime duivenprof en dit mag je heel letterlijk nemen. Als Ajaxliefhebber haalt hij vanzelfsprekend al zijn sportief geluk uit zijn duivenspel. Zondagnamiddag kan je hem al eens rustig op de bank treffen, de rest van de tijd zit hij ergens in de tuin bij zijn duiven. In het seizoen meestal zelfs ook op zondagmiddag...
Dolf en Ruud zijn echte Hollanders, niet op hun mondje gevallen dus. Toch zijn ze niet de grootste roepers en niet de grootste praters. Wij van De Duif krijgen echter iedereen aan de praat en dit zonder ons aan waterboarding of andere onfrisse praktijken te bezondigen. Met zijn tweeën trokken wij naar Zoelen. Aan één kant van de tafel De Duif, aan de andere kant Rudolf & Rudolf. Lees en u was erbij.

Hoe het sprookje begon

DD: Dolf, je ouders waren geen melkers, hoe ben jij dan begonnen in de duivenwereld?
Dolf: Met één duif en een hokje van 1 op 1. (lacht)
Ruud: Nu overdrijf je he pa, met een paar duifjes zijn we begonnen. 
Dolf: Klopt, ik kende Rob Prattenburg (Veenendaal) en via hem was ik aan wat duifjes geraakt. Dat was in ’90 en in ’91 zijn we dan beginnen vliegen. Je moet weten, in die tijd werden er in Veenendaal nog 1.500 duiven ingekorfd. Als je ergens op een dak ging staan zag je overal duiven vliegen.

DD: En vanaf wanneer kwam ook Ruud erbij?
Ruud: (heftig) Van in het, begin ik was toen 3-4 jaar.
Dolf: Dat is waar, hij was van in het begin niet weg te slaan van de hokken. Van in het begin was hij eigenlijk bezeten van duiven. Hij ging ook altijd mee naar de club.
Ruud: Dat was een mooie tijd. (zegt hij met een meewarige blik in zijn ogen) Duiven waren toen ook puur hobby, geen druk, enkel maar fun. Plots hadden we ook een supergoeie duif en dan wordt het natuurlijk nog leuker.

DD: En dan gingen jullie aankloppen bij Gerard!
Dolf: Nee, dat duurde nog wel eventjes. Wij zijn eerst zelfs even gestopt met duiven. We verhuisden binnen Veenendaal en hebben op dat moment alles weggedaan. Geen duiven meer in de tuin, die kleine was daar echter helemaal niet gelukkig mee. (kijkt naar Ruud)
Ruud: Klopt, dat vond ik maar niets. (lacht)

DD: Hij was echt helemaal bezeten van duiven. Hij heeft nog gevoetbald en schopte het zelfs tot de jeugdopleiding van Vitesse (toen een topclub en bekend om de jeugdopleiding), tot zijn 14e, tot een achillesblessure hem aan de kant hield. Die bezetenheid van duiven heeft er echter altijd ingezeten. Dan liep hij het veld op, keek naar boven en zei, de duiven moeten gaan vallen. (lacht) Ik denk niet dat zijn trainer heel blij was met zijn wedstrijdfocus. (lacht luid)
Ruud: Na twee jaar werd het me echt te erg zonder duiven. Op dat moment was een bevriend melker, Frans Peters, wat in de problemen. Door reuma van zijn vrouw en zijn drukke job als vrachtwagenchauffeur had hij problemen om zijn duiven te verzorgen, ik ben dan zijn duiven gaan helpen verzorgen.
Die reuma kwam natuurlijk niet meer goed en uiteindelijk besliste hij dan ook om er definitief mee te stoppen. Dan hebben wij in 2006 zijn hokken gekocht, die verhuisden in hun geheel naar de tuin in Veenendaal, met de duiven er nog op.
Dolf: We moesten die hokken wel kopen want Ruud zat meer op die hokken dan op school. Dan ging hij zogezegd naar school maar stiekem zat hij bij Frans op de hokken. (lacht)

De knappe vlieghokken ten huize Bakker. Op het linkerhok huizen de jonge duiven. De 1e ronde zit links, de latere jongen rechts, maar zodra alles goed vliegt gaan de tussendeuren open. Op het rechterhok zijn drie afdelingen voor doffers voorzien en twee voor duivinnen. Ze kunnen de hele dag in hok en ren.
De knappe vlieghokken ten huize Bakker. Op het linkerhok huizen de jonge duiven. De 1e ronde zit links, de latere jongen rechts, maar zodra alles goed vliegt gaan de tussendeuren open. Op het rechterhok zijn drie afdelingen voor doffers voorzien en twee voor duivinnen. Ze kunnen de hele dag in hok en ren. 

Gerard Koopman

DD: En toen zijn jullie naar Gerard gestapt?
Dolf: (lacht) Ja inderdaad, toen was zover.

DD: Wat deed jullie beslissen om bij Gerard duiven te gaan halen. Dat is wel een grote stap van amateuristisch aanploeteren naar duiven halen bij een van de besten die er is.
Ruud: We hadden daar serieus over gepraat en we hadden besloten om het eens één keer serieus te proberen. Eens serieus investeren en daarna er ook fatsoenlijk tijd insteken. In die tijd werkte ik voor de groothandel, er lag dus niemand wakker van als ik een uurtje later op het werk verscheen. (lacht) Ik was dus nog geen duivenprof maar kon er wel serieus tijd in steken.
Als dit niet was gelukt, dan was ik zeker op het lagere niveau verder gegaan. Ik zie te graag duiven om er volledig mee te stoppen, maar dan was het simpel hobby gebleven. Het is echter anders uitgedraaid.

DD: Dat kan je wel stellen. Hoe was dat eerste bezoek bij Gerard, en waarom Gerard?
Dolf: Kijk, dat is eenvoudig he. Je kon in die tijd gewoon niet om Koopman heen op de dagfond. Hij is een legende, wereldtop, dus daar moesten we zijn.
Op een dag in 2007 hebben wij dan onze stoute schoenen aangetrokken en zijn naar het noorden gereden met wat geld op zak. Het klikte eigenlijk vanaf het eerste moment en dat is het altijd blijven doen. Die dag hebben we zo’n 20 à 25 duiven besteld en betaald en in de daaropvolgende mei zijn we die dan gaan halen. Gerard keek een beetje vreemd dat ik die direct al betaalde (lacht). Weet je, ik had het geld toch bij en ik doe altijd correct zaken, bovendien heb je zo ook een zekerheid.
Ruud: En toen was de trein eigenlijk onmiddellijk vetrokken. We zetten die Koopman-duiven tegen onze beste vliegers en kwekers en de resultaten waren van in het begin schitterend.
Dolf: Het jaar erop (2008) zijn we dan naar Thorn getrokken, naar de verkoop van Gerard door jullie georganiseerd. Daar hebben we er toen een 5 à 6-tal gekocht. Ik wilde er wel meer kopen, maar ik had niet genoeg geld bij. Nu zou ik gewoon verder geboden hebben en tegen jullie en Gerard gezegd hebben, morgen hebben jullie je geld. Toen durfden we dat nog niet, dus eens de centen op, was het gedaan met kopen. (lacht)

DD: Was dat het grote keerpunt in jullie duivencarrière?
Ruud: Nee, de echte omschakeling gebeurde in 2010. We hadden dus succes met de duiven van Gerard. Bovendien was Gerard onze grote leermeester en raadgever. Ik las heel veel over duiven, maar van niets of niemand heb ik zoveel opgestoken als van Gerard.
In 2010 besloten we dan om helemaal de tour-Koopman op te gaan. De resultaten waren ok, maar konden nog beter. We hadden de duiven ervoor, dus moesten we er helemaal voor gaan, vonden we. We waren goed met Gerards duiven, dus besloten we dat het logisch zou zijn heel zijn systeem te kopiëren. We hadden, en hebben nog altijd, alle vertrouwen in Gerard, vertrouwen dat hij nooit beschaamd heeft. We hebben veel zaken laten vallen omdat die toch geen effect hebben en we hebben ons geconcentreerd op die zaken waar ook Gerard zich op focust.

DD: Geef eens een voorbeeld van iets waarmee jullie stopten?
Ruud: Met de lepel voeren en langzaam opvoeren, alle dagen gaven we iets anders. Van Gerard hebben we geleerd dat dit allemaal geen verschil maakt, en dus zijn we daarmee gestopt. Ooit voerden we onze jongen zelf weg i.p.v. ze met de vereniging mee te geven. Ook daar zijn we mee gestopt. Ze gaan nu gewoon mee met de rest want dit bleek toch geen verschil te maken. Wel proberen we meestal om de jongen voor het programma eenmaal tot Duffel te voeren, dat ze dit al in de vleugels hebben.

Vliegen, vliegen, vliegen

DD: Wat is dan wel belangrijk?
Ruud: Onder andere veel trainen. Zoals ik eerder al zei, door het feit dat ik voor onze eigen firma werkte kon ik ze veel laten trainen. Momenteel trainen ze nog eemaal per dag, vanaf begin mei wordt dit tweemaal daags, zowel de oude als de jonge. Ze trainen een tot anderhalf uur, dat is afhankelijk van de zwaarte van de vlucht, hoe ze gevlogen hebben, in welke fase van het seizoen we zitten, was het een zwaar seizoen tot nu toe, dat soort zaken.
In de zomer laat ik de doffers ’s morgens los om 5.15 u. Dat is ‘ongeveer’, ik gebruik geen wekker, ik sta op als het licht wordt. De doffers gaan er eerst uit omdat de duivinnen gemakkelijker trainen in de warmte.
De duivinnen krijgen een vlag, die is niet nodig om ze aan het vliegen te houden maar dient enkel omdat ik de controle wil behouden. Ik bepaal wanneer ze gedaan hebben met trainen. Bij de doffers doe ik dit niet, als die echt niet willen, dan willen die toch niet. Als het echt een zware vlucht is geweest durf ik wel eens een training overslaan. Soms is rust belangrijker dan training, dat weet iedere sporter.
In de winter laat ik ze ook regelmatig los, twee- of driemaal per week. Hierdoor hebben we minder problemen met scheefvliegers. Tegenwoordig hebben we nog één scheefvlieger op 140 duiven, vroeger waren dit er zeker tien.

Een van de notitieschriftjes van Ruud... alles wordt genoteerd en er wordt regelmatig in teruggekeken.
Een van de notitieschriftjes van Ruud... alles wordt genoteerd en er wordt regelmatig in teruggekeken.

Het belangrijkste aan hun voorbereiding vind ik echter dat ze genoeg vlieguren hebben voor ze aan hun eerste dagfond beginnen. Die uren behalen ze dan op midfond. Tot aan de dagfond gaan ze alle weken mee op de midfond. Vanaf de dagfond vliegen ze afwisselend midfond-dagfond.
Kijk, onze jongen worden heel veel weggebracht voor het seizoen, dit kan tot wel een 30 keer gaan, opbouwend tot een 100 km. (dit interview vindt plaats op 17 april, de vroege jongen waren toen reeds zesmaal weggevoerd. [Nvdr: in Nederland begint men pas half juli te vliegen met de jongen.] Met de oude rijden we dan weer maar een keer of drie maxixmaal voor het seizoen, een 40-tal km. In de duivensport ben je echter afhankelijk van het weer. Probleem is dat als de eerste vluchten tegenvallen ze niet leren hoe ze het wel moeten doen. Of stel ze hebben te “snelle” vluchten, dan halen ze niet genoeg vlieguren. Als er een NO-wind staat is dit geen probleem, maar anders kan het zijn dat ze gewoonweg niet genoeg uren halen. Dan gaan ze tussen de eerste twee midfondvluchten de mand in en breng ik ze zelf eens weg tot een 300 km ongeveer, om toch maar aan genoeg vlieguren te komen.

DD: Dat aantal vlieguren, hoe moet ik dat zien? Moeten ze een bepaald aantal uren onder de vleugels hebben? Is dit een vast streefgetal, bijvoorbeeld 25 uren?
Ruud: Nee, je moet dat meer zo zien: het is voor mij belangrijk dat ze mimimaal drie vluchten na mekaar 4-5 uur gevlogen hebben. De opeenvolging en de duur zijn dus beide belangrijk.

DD: Allemaal volgens het systeem Koopman. Zit er dan een kloon van Gerard voor ons?
Ruud: Wij zijn Gerard eeuwig dankbaar. Hij heeft enorm veel voor ons betekend. Altijd konden we ook aankloppen voor raad of gewoon een duivenbabbel. Echt een heel fijne mens. Ik mag trouwens ook Kjeld (Spithoven, hokverzorger en eerste vertrouweling van Gerard Koopman) niet vergeten, ook met hem hebben we regelmatig en goed contact, ook hij is meer een vriend geworden dan een collega. Maar een kloon van Koopman, dat zou ik nu ook niet durven zeggen. Ieder mens is tenslotte anders. Ik vind Gerard een geweldig mens, maar karakterieel zijn we verschillend. In de basis is ons systeem hetzelfde, maar iedereen legt toch andere accenten. Wij hebben bijvoorbeeld meer aandacht voor het spel met de jongen dan Gerard, Gerard vindt de jongen bijzaak, voor hem tellen alleen de oude op de dagfond.
Voor mij is dagfond ook het belangrijkste. Ik vind dat zo mooi, die dagfondvluchten. Narbonne en Agen vind ik ook mooi, maar dat gaat niet samen. Bovendien liggen we hier in het midden van het land niet goed voor die vluchten.
Maar dat is dus wel een verschil met Gerard. Gerard ligt er niet wakker van als zijn jongen slecht thuiskomen van een midfondvlucht, ik zit zo niet in mekaar. (lacht) Ik wil altijd winnen, dat is mijn karakter. Het is ook helemaal geen schande dat Gerard minder presteert met zijn jongen. Zoals ik al zei, dat is voor hem absoluut geen prioriteit. Laten we eerlijk wezen, je kan je maar op één zaak echt goed focussen. Noem mij eens iemand die alles goed doet, die op alle afstanden presteert! Ik kan daar geen enkele naam op plakken.

DD: Ikke, want ik schrijf even goed, of even slecht zo je wil, over de vitesse als over de marathon! (algemene hilariteit) Maar serieus nu, daar heb je zeker een punt. Mag ik je echter even onderbreken want we zijn afgeweken van de tijdlijn, daar wil ik nog even op terugkomen. Jullie speelden samen bij je vader in de tuin, maar op een gegeven moment ben je op je eigen adres gaan spelen, niet?
Ruud: Wel, in 2008 leerde ik Erika kennen, we kregen verkering en in 2012 zijn we dan gaan samenwonen in Veenendaal. In 2013 ben ik daar op eigen naam beginnen spelen. Dat jaar hebben we op twee adressen gespeeld. Dat werkte niet, dan kom je toch weer op het feit dat je maar één ding echt goed kan doen. Dus vanaf 2014 zijn we gestopt met bij pa te spelen en vanaf toen zaten alleen de kwekers nog bij hem.

DD: Blij dat Dolf nog eens ter sprake komt, want sinds we het over jullie duivenspel hebben, heeft vooral Ruud het woord genomen. Wie is er eigenlijk de baas van de combinatie, een schip kan maar één kapitein hebben?
Dolf: Ik luister, en wees maar niet bang, als het nodig is doe ik mijn mond wel open. (lacht)
Ruud: Klinkt wat raar wie de baas is. Wanneer het op duiven aankomt neem ik wel de beslissingen, maar alles gebeurt in overleg met pa. Je zou dus kunnen zeggen dat wanneer het op duiven aankomt ik de baas ben, in alle andere gevallen is hij de baas. (lacht)
 
Het kweekhok bestaat uit 38 individuele boxen.DD: Ok, terug naar de locatie. Tot 2021 speelde je in Veenendaal, maar we zitten nu niet in Veenendaal, maar in Zoelen.
Dolf: Toen Kees en ik in 2019 besloten de zaak van de hand te doen, koos Ruud ervoor om zich volledig op de duiven toe te leggen en duivenprof te worden.
Ruud: We besloten toen ook om te verhuizen. Daar waren twee grote redenen voor. Nu ik fulltime bezig was met de duiven was het handiger om alles op één locatie te hebben. Anderzijds wilden we ook graag wat ruimer en vrijer gaan wonen. We zijn dan beginnen zoeken, we zochten in een straal van 30 km rond Veenendaal en de Betuwe trok ons wel. Zo zou het ook niet te ver zijn voor pa. Maar ja, sinds hij taxichauffeur is maalt hij toch nog zijn kilometers (lacht, nvdr: meer uitleg hieromtrent leest u aan het einde van dit artikel.) Uiteindelijk zijn we zo hier uitgekomen, een prachtige locatie.
Weet je? Het is al altijd mijn droom geweest om met een groot aantal duiven op de dagfond te kunnen spelen, zoals die grote spelers. Daar heb je natuurlijk ruimte voor nodig. Zo zijn we dus in 2021 naar Zoelen verhuisd en in ’22 ben ik hier beginnen vliegen. Nu zitten alleen nog de voedsterkoppels in Veenendaal en al de rest zit hier.

DD: Je droomde van grote aantallen duiven. Je zit nu op een grotere locatie, wil je nog verder uitbreiden, met nog meer duiven gaan spelen?
Ruud: Nee, zo is het goed. Het moet ook beheersbaar blijven. Momenteel ken ik elke duif die hier rondvliegt, en dat wil ik graag zo houden.
DD: En hoeveel duiven zitten hier dan nu?
Ruud: Veel! (lacht) Mijn vliegploeg bestaat uit een 130 oude/jaarse. Daarvan zitten er 112 gekoppeld op totaal weduwschap en de rest dat zijn de duiven op overschot, eens er partners vrijkomen worden deze ook gekoppeld.
Daarnaast heb ik 38 kweekboxen en kweek ik jaarlijks een 140 jongen om mee te spelen.

DD: Ben je heel streng in je selectie van de jongen?
Ruud: Tenzij er iets serieus is wat me niet aanstaat, ruim ik jongen niet te snel op. In principe mogen ze allemaal door. Ze moeten zich pas bewijzen op de dagfond. Dat geldt trouwens voor alle duiven hier. Ook al ben ik best fanatiek en wil ik in principe altijd winnen. Alleen de dagfond telt. Daar worden onze duiven op afgerekend.

DD: Best fanatiek zeg je, wij hebben horen zeggen bloedfanatiek.
Ruud: (lacht luid) Ja dat klopt wel, alles moet bij mij wijken voor duiven. Natuurlijk gaan Erika en de kinderen voorop, maar dan komen de duiven. Erika wist dat ook toen we iets begonnen, ze wist dat ik fanatiek met duiven was en die er altijd zouden zijn, met alle gevolgen van dien. Gelukkig komt zij van een melkveeboerderij. Bij haar in de familie was het eigenlijk hetzelfde, haar vader moest thuis zijn om te melken. Ook daar dus niet zomaar vakantie.

DD: Of feestjes?
Ruud: Ja inderdaad, zoals ik zei, alles moet wijken. Liefst ben ik gewoon thuis zijn, altijd. Ik wil thuis zijn dat als er iets is, ik naar de duiven kan. In mijn ogen is elke dag belangrijk, ook een rustige winterdag buiten het seizoen.
Natuurlijk verlies je door zoiets vrienden. Gelukkig maak je in de duivenwereld ook nieuwe vrienden. Martijn (de Kruijf) bijvoorbeeld is een echte vriend geworden. Hij is er voor een groot stuk verantwoordelijk voor dat ik de laatste jaren in de winter al eens vaker van huis ben. (lacht)
Natuurlijk kom ik wel eens buiten. Biertje drinken met vrienden, eens naar het voetbal, in de winter ga ik zelfs wekelijks biljarten. Nu ligt mijn keu daar werkloos.
Nee, ik kan dat niet ontkennen. Ik ben best heel fanatiek. Ik noteer ook alles in een schriftje, zelfs de vitessevluchten. Ik noteer resultaten, maar ook hoe ze kwamen, het weer, enfin allerlei details. Je kan dan al eens iets teruglezen, daar leer je uit.

DD: Ben je ziek van een nederlaag?
Ruud: Ja, best wel. Als het echt slecht was dan ben ik een uurtje ziek en dan moet het voorbij zijn. Voor zoiets helpt het natuurlijk dat je een vrouw en kinderen hebt wanneer je binnenstapt. Die leiden af en herinneren je aan de allerbelangrijkste dingen in het leven.
Ik ben een winnaar en ik wil winnen. Meedoen om de hoop te vullen, dat kan ik niet. Van een tweede NPO, daar kan ik ook ziek van zijn. Nooit te lang natuurlijk. Na een tijdje besef je dat je eigenlijk heel goed gepakt hebt, alleen was er net eentje sneller.

DD: Een vaste vraag en zeker aan bloedfanatieke melkers. Wat doe je wanneer er morgen iemand met een grote zak geld voor de deur staat om je beste duiven allemaal te kopen?
Ruud: Als profspeler heb ik een verantwoordelijkheid naar mijn gezin toe. Mijn duiven zijn tenslotte onze broodwinning. Met snel wat geld te scoren ben je niets op lange termijn, binnen 10-20 jaar moet ik nog steeds mijn gezin onderhouden. Daarom verkopen we alleen de appels en niet de bomen.
Ik ben een profspeler, maar ik probeer dus niet commercieel te denken. Daarom lig ik ook minder wakker van kampioenschappen en zo. Alles staat of valt met het winnen van de vlucht, al de rest is bijkomstig.
Om dus terug te komen op je vraag. Nee, ik zou mijn beste nooit verkopen, het is moeilijk genoeg om een goede duif te kweken. Alles wegdoen zou ik zelfs letterlijk voor geen geld ter wereld doen, ik zou het ook niet kunnen loslaten.

Een prachtig kunstwerkje van de hand van dochter Sara (11)! Duiven zijn zoals kinderen, je hebt ze zoals je ze opvoedt!

DD: Ondertussen draaien jullie nu al even mee in duivenland. Ruud, jij zit zelfs zo goed als heel je leven al tussen de duiven. In welke mate hebben jullie het spel zien veranderen?
Dolf: het grootste verschil is natuurlijk de daling van het aantal melkers. Zoals ik al zei, vroeger gingen er in Veenendaal 1.500 duiven de mand in, nu amper 150.
Ruud: De NPO wil dit nu oplossen door in te krimpen, door van 11 naar 5 afdelingen te gaan. Wij zouden dan bij Limburg en het oosten van Noord-Brabant terechtkomen. Mij allemaal goed. Zelf hebben we daar toch niets over te zeggen, dus best niet druk in maken, de duiven moeten zich maar aanpassen.
Om op je vraag terug te komen. Wat ik een groot verschil vind met vroeger, is dat we ook steeds meer gaan verwachten van onze duiven. Vroeger gingen duiven veel minder mee dan tegenwoordig. Op de dagfond gaf men ook minder duiven mee dan nu, dat was voor velen al wat ver en zwaar en teveel risico. 
Zelf speelden we vroeger met 28 koppels en vanaf ik samen woon met Erika en daar speelde, zijn we naar 36 koppels gegaan. Vandaag korf ik zelfs rond de 150 duiven in, die grotendeels naar de dagfond zullen gaan.
Ik verwacht voor de toekomst dat er nog grotere spelindelingen zullen komen. Vergaan zal de duivensport in Nederland nog niet snel denk ik, en als dit toch gebeurt dan verhuis ik wel naar België.

DD: Zou je dat ooit zien zitten?
Ruud: Ik wel. (lacht) Natuurlijk moeten de kinderen dan uit huis zijn en moet Erika daar ook voor te vinden zijn. Qua vervoer lopen jullie hopeloos achter op Nederland, maar jullie vliegprogramma, daar zijn wij stikjaloers op. Zoveel vluchten en mogelijkheden, het is een sportieve droom om me daar te kunnen meten met de besten.

DD: Wat is er, behalve de aantallen duiven, veranderd aan jullie spel doorheen de jaren?
Ruud: Er is in de loop der jaren best wat veranderd, dat is ook normaal. Je leert bij, de sport evolueert en zelf evolueer je mee. Zoals ik eerder al aangaf, we deden vroeger dingen die we nu niet meer doen. Zo toonden we vroeger de partners voor de vlucht, dat doen we nu niet meer. De doffers krijgen hun schaal, dat is alles. De motivatie moet uit zichzelf komen.
Het belangrijkste is dat de duiven het spelletje doorkrijgen, dat ze snappen hoe alles in zijn werk gaat. Ze weten op den duur perfect wat er allemaal komen gaat en ze weten dus ook dat ze bij thuiskomst samen mogen. Dan is tonen niet meer belangrijk, ze moeten gewoon even “wennen” aan het systeem en eens ze het kennen, kennen ze het. Duiven zijn zoals kinderen, je hebt ze zoals je ze opvoedt!
Bij thuiskomst kunnen ze dan natuurlijk samen, maar de broedbak zit in het begin van het seizoen nog dicht. In het begin van het seizoen is dit 10-15 minuten, en later, vanaf de dagfond, kan dit oplopen tot 2-3 uur en dan gaan de broedbakken ook open. Ze gaan wel altijd dezelfde dag uit mekaar.
Nog een groot verschil met vroeger is dat ik goeie sneller naar het kweekhok haal dan vroeger. Ik ben misschien wat voorzichtiger geworden, al was ik altijd al wel voorzichtig. Ik ben ook een echte dierenvriend in hart en nieren, daarom ook denk ik, dat ik zo snel verknocht was aan duiven. 
Onze vliegploeg is nu een stuk groter dan vroeger, daarom kan ik nu ook voorzichtiger zijn. Er zijn genoeg anderen over, die moeten zich maar gaan bewijzen dan. Hoe meer duiven je speelt, hoe minder je een goeie zou moeten missen.

DD: Dierenvriend zeg je, hoe rijm je dat dan met duiven opruimen?
Dolf: Dat kan hij niet! (lacht)
Ruud: Nee dat klopt, opruimen doe ik nog altijd niet, ik kan dat inderdaad niet. Maar, ik ben daar wel harder in geworden. Ik ruim nog altijd niet zelf op. (lacht) Maar, ik beslis wel sneller dat er eentje weg moet. Zo heb ik al geleerd dat als ze je van in het begin niet aanstaan je ze beter opruimt, want 99% zeker komt daar toch niets van.

DD: Je bent voorzichtiger geworden zeg je. Wanneer geef je dan niet mee?
Ruud: Bij gevaarlijk weer, ZO-wind en heet, dat vind ik gevaarlijk weer. In alle andere gevallen mag het zwaar en/of heet zijn, dan gaan ze de mand in.

Duiven maken in principe geen fouten

DD: We hebben nog wat losse vraagjes die we op je af gaan vuren.
Ruud: Shoot!

DD: Straf jij je duiven als ze slecht gevlogen hebben? Moeten ze extra trainen dan of zo?
Ruud: Duiven maken in principe geen fouten, alleen ik kan fouten maken. Als ze niet naar behoren presteerden dan ligt dat aan mij en dan moet ik dat oplossen. Een extra training of extra wegvoeren zou kunnen, maar dat is geen straf. Dat is dan omdat ik denk dat ze dat nodig hebben.

DD: Wanneer ben je tevreden na een vlucht? Natuurlijk als je wint, maar je kan niet elke week winnen.
Ruud: Maar wel proberen he. (lacht) Nee serieus, als de vlucht goed en eerlijk verlopen is ben ik normaal wel tevreden. Goed weer, een goede snelheid en eerlijke kansen. Als je dan sportief op waarde geklopt wordt, tja, dan is dat zo.

DD: One loft races, iets voor jou?
Ruud: Nee, niet echt. Ik snap het wel, en voor bepaalde mensen zal dit ideaal zijn, maar ik ben iemand die de controle over alles wil houden. Als duivenmelker wil je al die zaken zelf doen en in de hand houden. Nee, heel leuk, maar niets voor mij.

DD: Hoe goed ben je in het tekenen (getekenden aanwijzen) van je duiven?
Ruud: Ik ben altijd heel onzeker, dus wanneer ik mij vergis is het meestal in positieve zin. Het gebeurt dus vaker dat duiven me aangenaam verrassen dan dat het zwaar tegenvalt. Meestal kies ik voor zekerheid, oude duiven die al iets bewezen hebben.

DD: Van wanneer tot wanneer verduister je?
Ruud: De oude worden verduisterd van eind februari tot eind april en bij de jongen beginnen we op hetzelfde moment, maar dit tot de langste dag. De jonge worden ook bijgelicht. Voor de oude duiven is bijlichten niet nodig, ik speel ze niet meer op de natour. 

DD: Van welk type duif hou jij?
Ruud: Ik hou van kleine, compacte duiven, het oude Koopman-type dus eigenlijk. Ik zal echter zeker een duif niet opruimen omdat haar bouw me niet aanstaat. Ooit heb ik me de bemerking gemaakt dat ik misschien wel moest oppassen dat ik niet te klein ging kweken, maar dit is uiteindelijk toch nooit een issue geworden.

DD: Over Koopman-duiven gesproken. Na het stoppen van Gerard zullen jullie zowat een van de bekendste kolonies Koopman duiven ter wereld hebben. Verwacht je dat dit een effect gaat hebben?
Ruud: Daar heb ik eigenlijk nog niet bij stilgestaan. Zoals ik al zei, ik probeer niet te commercieel te denken maar aan de sportieve belangen. Al moet je als prof soms wel eens commercieel denken. Ik denk dus dat het niet zoveel verschil zal maken.
Dolf: Gelukkig heeft hij zijn duiven, want commercieel denken zit er dus niet in, hij zegt het zelf. (lacht)
Ruud: Ik kan best commercieel denken hoor, maar ik doe dit inderdaad niet wanneer het op duiven aankomt, dan telt voor mij alleen het sportieve. Bovendien zijn het ook niet echt Koopman-duiven meer, het zijn Bakker-duiven. We hebben voor het laatst in 2020 duiven gehaald bij Gerard. Naderhand hebben we natuurlijk wel nog samenkweek gedaan, maar ook al liggen de duiven van Gerard aan de basis van onze kolonie, onze duiven zijn zeker geen zuivere Koopman-duiven meer.
We hebben ons op verschillende manieren versterkt en ander bloed bijgehaald. We haalden o.a. duiven bij Chris Hebberecht (Evergem), we ruilden met Martijn en Buck (de Kruijf), we deden naast Gerard ook aan samenkweek met o.a. Jouke Elzinga, André en Bert Leideman, Janus en Jannes Kat (Westzaan). Jannes, Martijn en ik hebben ook een appgroepje.

DD: Hoe zien jullie het stoppen van Gerard? Jullie verliezen een vriend en jullie grootste raadgever, al zal Gerard zelf natuurlijk niet verdwijnen, maar jullie verliezen tevens jullie belangrijkste duivenleverancier.
Ruud: Zoals je zelf aan aangeeft, Gerard verdwijnt niet van de aardbodem. Hij doet trouwens nog verder met wat OLR-duiven. Maar zelfs al zou hij ooit volledig stoppen met duiven, ik ben ervan overtuigd dat zolang hij in leven is, hij er altijd zal zijn voor ons, en zoals ik al aangaf echt veel duiven halen we al enkele jaren niet meer bij Gerard.

De hokken van Dolf en Ruud Bakker in Zoelen.
De hokken van Dolf en Ruud Bakker in Zoelen.

Wat te eten en wat te geven? Je hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden!

DD: Wat en hoe voer je?
Ruud: Ik voer volle bak, eerst krijgen ze op de vitesse gerst en paddy, pas als die op is krijgen ze bij. Vanaf de eerste week van mei krijgen ze dan ’s morgens na de training en ’s avonds na de training een volle bak all-in-one. 
Vanaf de midfond krijgen ze gewoon alle dagen all-in-one dat na iedere training telkens weer wordt aangevuld.
Bij thuiskomst krijgen ze 80% gerst en paddy en een 20% all-in-one en dan ’s avonds krijgen ze pas volle bak all-in-one. Op die manier wil ik de darmen wat rust geven en een vlotte spijsvertering weer op gang krijgen.

DD: Wat geven jullie van bijproducten, en waarom?
Ruud: Een beetje van alles, maar ik denk niets spectaculairs. Probac 1000, oregano-olie van Brockamp, Fortavita, roze mineralen en conditiepoeder van Marien. Wat producten van DHP, zoals Darba (weerstand en conditie) en Colinol (vertering) bij de jongen.

DD: En hoe zit het met de medische begeleiding?
Ruud: Voor het seizoen gaan we eens op controle, dan gaan we naar de praktijk van De Weerd, Henk en Jan van Wanrooij zijn daar. Zolang alles goed gaat, of wanneer we een andere verklaring hebben voor de mindere vorm, dan gaan we niet. We bellen tussendoor wel al eens. Het is ook heerlijk om met een man als Henk de Weerd te praten. Die heeft zoveel kennis en ervaring. Dan kom je af met een probleem en dan begint hij een verhaal te vertellen over Louis Van Loon, heerlijk toch. Bovendien word je er zo aan herinnerd dat er weinig nieuws is onder de zon. De meeste problemen met duiven zijn allemaal al lang gekend. Je hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden!
En natuurlijk praat je niet alleen met dierenartsen over medische problemen en dat soort zaken. Met collega’s als Gerard, Kjeld of bijvoorbeeld een Henri van Doorn heb je het daar ook over. Die mannen hebben ook kennis en jaren praktijkervaring.

DD: Plots wordt ons aangenaam gesprek abrupt onderbroken. Kleine Sara staat met haar sportzak klaar om naar gym te vertrekken en dus moet taxichauffeur opa het gesprek verlaten. Dolf doet deze tocht naar Lunteren (30 km) viermaal per week. Hij gaat dan even over en weer naar huis en na de training brengt opa haar terug thuis. Zonder opa geen gym, maar allemaal geen probleem voor opa Dolf. Voor zijn kleinkinderen heeft hij heel veel over.
Wij sluiten ons gesprek dan maar af met enkele snelle dilemma’s voor Ruud. Hij moet telkens kiezen tussen een van beide mogelijkheden. De keuzes van Ruud staan in blauw gedrukt.

* Gouden Duif Nederland worden - Met dezelfde duif twee grote vluchten winnen
Ruud: Ja sorry, ik vind de Gouden Duif het mooiste kampioenschap dat er is. Voor mij gaat er echter niets boven de dagfondvluchten. Kijk wij hebben een 5-tal dagfondvluchten per jaar. Dan moeten we scoren. Er gaat voor mij dus niets boven die vluchten en tweemaal winnen is al helemaal bijzonder.
* ZO-wind en regenachtig weer - NW-wind en heel heet
* Mathieu - Wout
Ruud : Of doe maar Pogacar, dan krijgen wij geen ruzie. (lacht)
* doffer - duivin
* 400 km - 800 km
* Feyenoord - PSV
Ruud: (valt bijna van zijn stoel van het lachen) Sorry, geen van beide! Ik weiger te kiezen.

UITSLAGEN IN ZOELEN

(In 2022 werd enkel gespeeld met een klein team jaarlingen en jonge duiven)

28-05-2022, La Ferte St. Aubin 530 km. 
NPO 4435 d.: 1-2-8-17-20-40-63-89 etc. (12/18)
11-06-2022, Salbris 556 km. 
NPO 3829 d.: 15-16-19-29-37-54-65-72 etc. (17/24)
23-07-2022, Issoudun 605 km. 
NPO 2353 d.: 4-15-73 etc. (8/10)
Nat. S3 8529 d.: 4-17 etc. 
NU 10.545 d.: 4-17 etc. 
23-07-2022, Quievrain (j.d.) 207 km. 
Regio 1914 d.: 1-3-9-10-13-16-17-25-28-32-49-53-59-636-647-70-72-88-94-98 etc. (69/115)
06-08-2022, Niergnies (j.d.) 250 km. 
NPO Afd. 7 5227 d.: 2-3-4-6-7-8-9-10-11-12-18-24-25-30-33-37-38-40-41-45-46-52 etc. (71/107)
27-05-2023, La Ferte St. Aubin 530 km. 
NPO 3493 d.: 1-2-3-4-5-8-10-12-13-14-17-19-20-22-25-27-29 etc. (63/89)
24-06-2023, Chateauroux 629 km. 
NPO 2292 d.: 1-4-5-6-11-18-22-23-24-26-28-30-31-39-48-54-55-59-60 etc. (59/85)
NU 7541 d.: 2-6-7-8-16-27-31-32-33-35-39-42-43-53-68-85 etc. 
22-07-2023, Issoudun 605 km. 
NPO 2539 d.: 1-13-14-19-31-32-34-59-63-65-66-90-92 etc. (61/85)
NU 10.332 d.: 1-17-18-23-36-37-41-94 etc. 

 

MOOISTE UITSLAGEN T/M 2021
06-06-2021, Vierzon 591 km. 
NPO 4388 d.: 1-3-18-29-32-34-35-57-62-63-79-84-etc. (38/56)
01-08-2020, Fay aux Loges 519 km. 
NPO 4050 d.:  2-3-5-6-7-10-26-33-38-55-70-95-99 etc. (33/46)

29-08-2020, Roye (j.d.) 324 km. 
NPO Afd. 7 6987 d.: 1-2-8-10-18-28-31 etc. (26/51)
05-09-2020, Pt. St. Maxence (j.d.) 369 km. 
NPO Afd. 7 6103 d.: 1-2-3-4-5-7-8-15-16-17-18-30-31-38-41-57-60-65-71 etc. (31/50)
12-09-2020, Sens (j.d.) 455 km. 
NPO Afd. 7 4884 d.: 1-2-3-4-39-40-46-57-74-93 etc. (31/48)
22-06-2019, Issoudun 620 km. 
NPO 4286 d.: 1-2-9-11-13-16-20-25-26-27-28-35-60-63-77-83 etc. (33/49)
Nat. S3 14.084 d.: 1-2-11-13-16-19-25-31-32-33-34-46-89-92 etc. 
06-07-2019, Chateauroux 643 km. 
NPO 3243 d.: 3-5-9-14-20-47-49-51-52-70-77 etc. (34/49)
Nat. S3 10.293 d.: 6-10-34-54-69 etc. 
21-07-2019, Chateaudun 532 km. 
NPO 2796 d.: 12-19-27-28-41-58-64-73-84-91-93 etc. (31/49)
Nat. Sector 3 8435 d.: 17-28-42-45-70 etc.
NU 12.995 d.: 19-30-46-49-77 etc.
03-08-2019, Vierzon 591 km. 
NPO 2671 d.: 1-2-3-4-5-7-13-16-17-27-35-41-48-53-71-77-85-95 etc. (39/50)
Nat. S3 8063 d.: 1-2-3-4-5-8-16-19-20-36-47-61-72-82 etc. 
NU 11.193 d.: 1-2-3-4-5-8-17-20-21-38-50-64-75-87 etc. 
Nat. 26.141 d.: 21-22-36-58-60-78 etc. 
21-08-2018, Chateauroux 643 km. 
NPO 2383 d.: 2-3-5-6-7-9-12-18-31-44-46-50-73-76-93 etc. (35/49)
Nat. S3 8626 d.: 4-8-10-12-13-32-42-53 etc. 
Nat. 27.656 d.: 15-29-35-37-38 etc.
06-08-2017, Issoudun 621 km. 
NPO 2895 d.: 1-4-9-11-12-13-15-32-37-40-44-63-72-87 etc. (33/48)
NU 6604 d.: 1-4-9-11-13-16-18-54-66-71-77 etc. 
06-08-2016, Blois 580 km. 
NPO 2310 d.: 1-2-3-4-6-9-13-15-30-62-63-82 etc. (20/30)
24-05-2015 Blois 580 km. 
NPO 6613 d.: 1-6-7-31-35-41-77 etc. (20/30)

 

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.