Liefhebber:
Onderwerp:
Moortsele – Tom en Marnik Van Gaver zijn een merknaam geworden in de duivensport. Iedereen kent Tom als de man die geen respijt kent voor de duiven en die ze ieder weekend in de mand steekt. En tussendoor moeten ze ook nog eens Quiévrain vliegen. Ooit verklaarde men hem voor gek, nu durft niemand nog lachen met hem. Zijn resultaten bewijzen zijn gelijk.
Tom won bijna alles wat er te winnen valt en zijn “Finn” is een van de bekendste duiven die van de afgelopen jaren. Hij speelt eigenlijk alles, al speelt hij de marathonvluchten slechts met enkele duiven voor de kampioenschappen (in 2025 weliswaar aan 95% prijs nationaal), de fond is de favoriete speeltuin.
Ook dit seizoen was weer een grand cru. De belangrijkste prijzen en titels vindt u verderop. Absolute uitschieters dit jaar waren 1e Nationaal Tulle 5889 jaarse, 1e Nat. Asduif Allround oude/jaarse KBDB met “Allround Ricky” (BE24-4083431) en 2e Algemeen Nat. Kampioen KBDB. Dit laatste steekt lichtjes bij Tom. Hij zou zo graag eens 1e Algemeen Kampioen van België worden. Dit vindt hij de mooiste kampioenschapstitel die er te behalen is en dit is nog altijd een hiaat op zijn palmares. Naar aanleiding van zijn overwinning op Tulle schreven wij eerder dit jaar al een reportage over Tom en Marnik. Wij trokken echter nog eens naar Moortsele met een kladje vragen in de hand. Marnik was afwezig want aan het genieten van een welverdiende vakantie, gelukkig was Tom wel thuis.
U zal merken dat hij helemaal niet de onverbiddelijke maniak is waar sommigen hem voor verslijten. Hij kan hard zijn, maar met een zachte hand. Duiven krijgen kansen, krijgen rust indien nodig en Tom ziet zijn duiven graag, al moet er wel gewerkt worden. Tom observeert en grijpt in wanneer nodig. Hij verwacht veel van zijn duiven en dat mag hij, want zelf doen beide heren er alles aan om te winnen.
| 1e Nat. Tulle I 5.889 jaarse 1e Nat. Zone Valence 443 oude 1e Prov. Vierzon 10.038 oude/jaarse 1e Prov.-VOVD Tulle II 827 oude/jaarse 1e Prov. Bourges II 3.544 jaarse 1e Nat. Zone Libourne 1.118 oude 1e Nat. Zone Bourges IV 939 jaarse 1e Prov. Orleans 109 oude |
DD: Tom, iedereen kent je als de man die zijn duiven alle weken speelt, en met succes. Velen denken dat je hiervoor een groot geheim hebt. Mogen we dit geheim weten aub?
Tom: (lacht) Er is geen groot geheim hoor. Ten eerste moet je er zelf alles aan doen om je duiven in topconditie te brengen en te houden en ten tweede moet je zorgen dat je de juiste duiven hebt. Dit laatste doe je door selectie. Duiven die ons regime niet aankunnen moeten er tussenuit en dan krijg je een hok duiven die wekelijks kunnen presteren, als ze in conditie zijn tenminste. Ik speel mijn duiven heus niet altijd, als er iets aan scheelt worden ze gespaard. Het heeft geen zin duiven mee te geven die niet 100% zijn, want dan ben je ze kwijt zeker wanneer het verder wordt. Dat is af en toe al een heel pijnlijke leerschool geweest.
DD: Strenge selectie dus. Met andere woorden, je bent keihard voor je duiven!
Tom: Wat is keihard? Dat valt best mee hoor. Nogmaals, als er iets scheelt krijgen ze rust, maar inderdaad als ze ok zijn gaan ze de mand in. Maar ik heb best geduld met duiven hoor. Alles wat als jong overblijft en qua bouw voldoet aan mijn normen op het einde van het seizoen mag door, de strenge selectie gebeurt als jaarling. Ze moeten toch een 8-9 keer per tiental vliegen met liefst uiteraard enkele kopprijzen. Al durf ik ook daarvan afwijken, sommige twijfelgevallen mogen zich nog als tweejaarse bewijzen. Voldoen ze dan nog niet, dan gaan ze er zeker uit. Maar je hebt nu eenmaal ook laatbloeiers.
De meeste goeie jaarlingen zijn ook als jong goed gekomen, maar heus niet allemaal. Een duif kan ook al eens een paar keer missen, we weten tenslotte niet alles wat ze tegenkomen.
DD: Je begint meestal al direct sterk. Je duiven staan er vanaf de eerste vlucht. Hoe krijg je dat voor mekaar?
Tom: De routine brengt de duiven in vorm, in het begin vliegen ze op routine. Zo groeien ze naar hun beste vorm toe. In het begin van het seizoen zijn ze nog niet op hun top, maar die van de concurrentie ook niet. Duiven hebben vluchten nodig om die topvorm te bereiken. Ze zijn op hun best wanneer ze één pen gestoten hebben. Ik zal dus ook nooit pennen trekken in de winter zoals veel collega’s doen.
Ik heb in 2025 wekelijks eerste prijzen gevlogen, maar echt domineren kan alleen bij kopwind. Uit ondervinding weet ik dat overzitten en extra dagen mand meestal een voordeel is voor onze duiven, en deze met de beste weerstand komen dan naar boven, maar als liefhebber heb je dat soort vluchten toch niet graag.
DD: Je begint vroeg en je gaat ook vrij lang door.
Tom: Ik kan er nog niet mee stoppen na de laatste fondvlucht en heb dan nog teveel goesting (lacht). De oude en de jaarse duiven worden niet extra verduisterd, de hokken zijn gewoon vrij duister. Ik wil hen ook in het begin van het seizoen niet teveel afremmen door te verduisteren. Er wordt wel bijgelicht van de langste dag tot half september. Met die natuurlijke doping kunnen ze het volhouden tot de laatste nationale vlucht en dan gaat de pees eraf, voor duif en melker, want tot dan gaat iedere dag alle focus naar de duiven.
Tot de laatste Tulle wordt er op totaal weduwschap gespeeld. De dag na die vlucht worden de duiven die mogen blijven gekoppeld en daarna worden de meeste duivinnen op nest verder gespeeld. Voor de duivers zit het seizoen er dan op.
DD: Vind je dat belangrijk, kweken uit je vliegers?
Tom: Absoluut, zo kan ik ze ook testen als kweker. Een goede vlieger wil niet per se zeggen dat het een goede kweker is. Je kan alleen weten of een duif goed vliegt door ze zoveel mogelijk te laten vliegen en voor kweken geldt hetzelfde. Dus, vliegen, vliegen, vliegen en kweken, kweken, kweken!
Uit de vliegduivinnen wordt twee keer gekweekt, tijdens het seizoen (koppeling begin augustus na Tulle) dus, en een ronde voor het seizoen (winterkweek). De eitjes van de vliegers worden niet verlegd zodat iedereen op hetzelfde tijdstip gescheiden kan worden en op weduwschap gaat. Na die eerste kweek worden ze dus gescheiden, gevaccineerd, en starten ze de trainingen op weduwschap. 1 April wordt alles opnieuw gekoppeld en dan wordt er 5 dagen intensief gelapt. Ze zitten dan een kleine drie weken samen en de duivinnen mogen dan enkele dagen broeden (8 à 10 dagen max). Aan huis vliegen de duivers twee keer per dag en de duivinnen enkel ’s avonds. Ik hou ze niet aan het vliegen maar ze trainen voldoende uit zichzelf. Alle duiven (jonge duiven, weduwnaars en duivinnen = alles dus) zitten overdag in de volières en de hokken zijn leeg.
DD: En rijden?
Tom: Iedere woensdag 45 km. Ik zou liever verder gaan, maar dat is gewoon onmogelijk geworden met de huidige verkeerssituatie. Moest ik ergens in Amerika of zo wonen, ik reed er 100 km mee, in België is dat helaas niet te doen.
De duivinnen komen thuis op de hokken van de weduwnaars en dan is het 30 minuten kermis en worden ze weer gescheiden en ’s avonds krijgen ze nog eens een training. Elke middag kom ik trouwens een half uurtje naar huis van het werk en worden alle duiven nog bijgevoederd in de volières met gritmix (vooral de detox mineraalmix van Beyers is hierin belangrijk). Voor de vlucht tonen we niet en na de vlucht komen ze weer samen, maar zeker niet te lang. De laatkomers komen niet samen. Een duivin die zo lang gevlogen heeft zit niet te wachten op een veel te hevige doffer, die heeft liever rust. Bij totaal weduwschap is het wel belangrijk dat ze mekaar heel het seizoen tussendoor te zien krijgen.
Wanneer ik trouwens vermoed dat ze gaan uitstellen probeer ik ze nog eens extra te laten trainen of desnoods zelfs nog eens te lappen.
| 1e Nat. Asduif Allround oude/jaarse KBDB 2e Algemeen Kampioen KBDB 3e Nat. Asduif Allround oude/jaarse KBDB 3e Nat. Kampioen Rhônevallei KBDB 6e Nat. Kampioen Fond oude KBDB 6e Nat. Asduif Allround oude/jaarse KBDB 6e Nat. Asduif Fond jaarse KBDB 8e Nat. Asduif Fond oude KBDB 8e Nat. Asduif Allround oude/jaarse KBDB 9e Nat. Asduif Allround oude/jaarse KBDB 9e Nat. Asduif Rhônevallei KBDB |
| 1e Prov. Asduif Zware Halve Fond jaarse KBDB Oost-Vlaanderen 1e bis (EV) Prov. Asduif Zware Halve Fond jaarse KBDB Oost-Vlaanderen 2e Prov. Asduif Kleine Halve Fond jaarse KBDB Oost-Vlaanderen 3e Prov. Asduif Fond oude KBDB Oost-Vlaanderen 3e bis (EV) Prov. Asduif Fond oude KBDB Oost-Vlaanderen 3e bis (EV) Asduif Zware Halve Fond jaarse KBDB Oost-Vlaanderen 3e bis (EV) Asduif Zware Halve Fond jaarse KBDB Oost-Vlaanderen 5e Prov. Asduif Fond jaarse KBDB Oost-Vlaanderen |
| 1e Algemeen Kampioen KBDB Oost-Vlaanderen 1e Algemeen Kampioen VOVD (4 x op rij vroegere FVOV) 1e Algemeen Kampioen FCD (4 x op rij) 1e Champions League Fond oude Pipa 1e Prov. Kampioen zware Halve Fond jaarse KBDB Oost-Vlaanderen 1e Prov. Kampioen Fond oude KBDB Oost-Vlaanderen 2e Prov. Kampioen Fond jaarse KBDB Oost-Vlaanderen |
Satelliethokken
DD: Je hebt ook satelliethokken, vertel daar eens wat me over.
Tom: Jorik en Willy Mertens en Kristof en Eric Delmulle, die allemaal hier in de buurt wonen, hebben duiven van mij en zij spelen en testen mee jonge duiven voor mij. Zij presteren trouwens beter met de jongen dan ikzelf omdat zij zich daar meer op kunnen toeleggen. Ook de duiven die ginder zitten vliegen onder hetzelfde regime, ze vliegen en trainen evenveel.
Zelf speel ik uiteraard ook met de vroege jongen, de latere rondes jongen zijn voor de one loft races. Hun jongen komen in de winter naar hier en ik selecteer er dan in totaal een 75-tal waarmee ik ga spelen.
Tijdens de koppeling in de winter worden die nieuwe overgewend. Een nieuwe duif wordt aan een duif gekoppeld die hier al zit.
Als jaarling gebeurt het wel eens dat ze tijdens het trainen nog eens naar het oude hok een kijkje gaan nemen. Ze kunnen daar dan echter niet binnen en komen gewoon terug. Eens ze twee jaar zijn gebeurt dit niet meer, dan zijn ze volledig hokvast.
Ik ben iets strenger voor de overwenners bij selectie maar op zich is er geen kwaliteitsverschil. Onze winnaar Tulle dit jaar, de 1e Nat. Asduif, een 3e Nat. Asduif... allemaal overgewende duiven.
DD: De eerste Bourges was dit seizoen een moeilijke vlucht met op sommige hokken zware verliezen. Hoe was het hier?
Tom: In vergelijking met op sommige andere plaatsen viel het nog mee, al was het zeker ook hier geen goede vlucht. Eigenlijk begon het de week voordien al. Op Vierzon pakten we op zich wel goed maar waren we er wel 9 kwijt waaronder twee goede die nooit meer zijn gekomen. Op die Bourges dan waren er ’s avonds 14 van de 100 nog achter, vier zijn ’s anderendaags thuis gekomen en enkele zijn we mogen gaan halen ver weg. Hoewel het een slechte vlucht was is deze bij de duiven die op tijd waren (de dag zelf thuis) niet in hun koude kleren gekropen, de week erop vloog de ploeg oude een topuitslag op Limoges I met twee duiven in de 7 eerste nationaal en sindsdien werd elke week in de spits van de nationale vluchten begonnen.
Van een ezel kan je geen koerspaard maken!
DD: Wat is volgens jou het belangrijkste om goede resultaten te behalen. Training, afkomst, de melker, voeding, bijproducten... ? Kan je die zaken eens rangschikken in orde van belangrijkheid?
Tom: (denkt even na) Ja kijk, het is een cliché maar natuurlijk begint alles met goede duiven. Zelfs de beste trainer ter wereld kan van een ezel geen koerspaard maken. Je hebt een goede stam duiven nodig, eentje die goed vererft en die goed kruist en dan is het kwestie van de goede koppelingen te maken. Daar zit dan ook het verschil tussen duiven kopen rechtstreeks bij de topmelker of onrechtstreeks. Wie bij mij Van Gaverduiven bijhaalt weet dat ik de koppelingen heb gemaakt en zelf de selectie heb gedaan. Maar je kan dezer dagen ook ergens anders Van Gaver-duiven aanschaffen uiteraard. Maar iedereen is natuurlijk vrij om te doen en te laten wat ze willen.
Maar om verder op je vraag te antwoorden. Eigenlijk is alles belangrijk en daar kan je geen rangschikking in maken. Geef sommige liefhebbers de beste duiven ter wereld en het zal waarschijnlijk nooit lukken om goede resultaten behalen. De melker is ook heel erg belangrijk.
Iedere periode van het jaar is belangrijk en de verzorging moet het hele jaar door top zijn. Tijdens de voorbereiding, tijdens de rui, tijdens de kweek, alles moet constant top zijn. Natuurlijk is het niet altijd even arbeidsintensief.
Voeding is super belangrijk, de juiste voeding geven, de juiste bijproducten geven. Genoeg trainen, genoeg vliegen, rust wanneer nodig, alles telt. Het hok, ook enorm belangrijk, een goed hok moet droog, luchtig maar ook gezellig zijn, ze moeten daar graag zitten.
Kijk naar Bas Verkerk, een topmelker met topduiven. Na zijn verhuis lukte het even niet. Van een kleine stadstuin naar grote hokken in die open vlakte was aanpassen. In het begin vielen de resultaten even tegen en laten we eerlijk zijn, veel beter dan Bas Verkerk vind je ze niet he? Bas heeft dan nagedacht, Gerard naar de doe-het-zelf gestuurd en al snel gingen de resultaten terug de hoogte in.
DD: Over voeding hebben we het nog niet gehad.
Tom: Ik voer graag op. De laatste maaltijd bestaat uit zwaar voer Aidi 3. Begin van de week krijgen ze lichtere mengelingen van Beyers, Matador en Vanrobaeys. Je moet de duiven voorbereiden op de mand. Na een uur of drie vliegen beginnen ze vetten te verbranden en als liefhebber moeten wij die vetten erin brengen, zorgen dat ze genoeg reserve hebben. Op goed, stevig voer moet je zeker niet gaan besparen. Er is ook altijd eten in de bakken.
Bij thuiskomst krijgen ze eerst het eten wat nog in de bak zat voor de inkorving, zwaar voer dus, en dan gaan er ook Aminoforte en Rotosal van Röhnfried bij in het drinken.
De duivers krijgen ook alle dagen pinda’s, de duivinnen niet, die hebben dat niet nodig. De doffers verbruiken veel meer energie in de mand denk ik.
DD: Vertel eens iets over het medisch plaatje hier.
Tom: Wij werken met dokter Ruben Lanckriet. Op één kuur tegen paratyfus na, na de rui, wordt er hier niet preventief gekuurd. We volgen wel een strikt een vaccinatieschema. Een 3-4 dagen na die kuur tegen paratyfus worden ze gevaccineerd met een dood vaccin, 14 dagen later krijgen ze dan een enting voor rota/paramixo en 10 dagen voor het opleren ten slotte krijgen ze een levend vaccin paratyfus ingespoten. De duiven moeten hierna even bekomen maar daarna zijn ze kerngezond. Half februari krijgen ze steeds ook nog vaccin PMV/pokken (in de nek). En zoals ik eerder al aangaf krijgen ze een gele druppel iedere woensdagochtend wanneer er wordt gereden bij het in de mand steken (in elk neusgat 1 druppel - mijn vader is hier specialist in).
Vliegen kost pluimen
DD: Welke tips kan je nog geven aan beginnende melkers, of bijvoorbeeld aan melkers bij wie het niet direct wil lukken?
Tom: Natuurlijk moet je er alles aan doen wat je kan doen. Zoals ik al zei, tijdens het seizoen ligt hier alle focus op de vluchten. Je kan in de duivensport echter niet altijd winnen, daarom is het ook belangrijk om realist te zijn. Wanneer je vijf, zes doelen op voorhand hebt voor een vlucht, mag je al tevreden zijn als je er één of twee bereikt.
Ik speel altijd, ook als ik niet kan winnen, want het is belangrijk dat de duiven vliegen. Soms moet je ook keuzes maken, zeker wanneer je speelt voor kampioenschappen of asduiven. Maar je moet dus realist blijven, als de wind verkeerd staat zal je geen nationaal winnen. Wind en ligging zijn nu eenmaal heel belangrijke factoren waar je zelf geen invloed op hebt. Moest ik wat meer (diep) centraal in het land liggen zou ik bijvoorbeeld meer zware halve fond spelen, nu leg ik meer de focus op de fond en dit dus gezien de ligging.
Maar om op je vraag terug te komen. Zoveel mogelijk meegeven. Duivensport is geëvolueerd en onze duiven evolueren mee. Wij bewijzen hier dat het kan en volgens mij is dat ook de duivensport van de toekomst. Natuurlijk kost dit pluimen, maar zoals ik al aangaf, door selectie krijg je duiven die dit aankunnen. Dit jaar had ik duiven van 8 jaar, 6 jaar, 5 jaar die hun beste seizoen kenden met zelfs topklasseringen bij de nationale asduiven. Bepaalde duiven vliegen jaarlijks 8000 vluchtkilometers en worden beter met de jaren, wat bewijst dat mijn aanpak werkt.
DD: Tot slot, heb je nog tips voor de KBDB?
Tom: Kijk, langs de kant, of in de krant, gaan roepen is natuurlijk gemakkelijk. Daarom ga ik daar ook niet te diep op ingaan. Ik heb veel respect voor de mensen die deze moeilijke taak op zich willen nemen.
Als ik dan toch iets wil zeggen is dat ze de nationale vluchten moeten beschermen. KBDB, dat is een merknaam en die is belangrijk. Het is een kwaliteitslabel en dat moet zo blijven. Ik hoop ook dat men ons de vrijheid niet afneemt om al dan niet duiven in te korven en dit in een wekelijks regime tot en met de fondvluchten, maar eerder kijkt in de richting om de dagen korf tussen de wekelijkse vluchten te beperken. Duiven die op tijd zijn, zien normaal niet af van de vlucht maar wel van de dagen mand. Ikzelf en vele collega’s met mij zijn jaren aan het selecteren om een zo sterk mogelijk duif te kweken en te spelen, eentje die tegen een stoot kan en een hoge weerbaarheid heeft. Grenzen waren en zijn er om verlegd te worden, uiteraard op een sportieve manier, en dit heeft gemaakt dat België nog steeds toonaangevend is in de internationale duivensport en ik hoop dat dit nog jaren zo mag blijven.
Auteur:











