ROZIERS-XIANG - 1e Nationale Asduif Grote halve fond jonge duiven 2025

Liefhebber: 

Itegem – Het stond in de sterren geschreven dat Jelle Roziers (42) een duivenmelker zou worden. Zijn afkomst liegt niet, overgrootvader Marcel Busschots, opa August “Gust”, opa Raymond, nonkel Walter, nonkel Chris en vader Paul, allemaal duivenmelkers. Maar ook duivenlegendes als Jef Houben en Hubert Schroyens vinden we terug op zijn pedigree.

De streek van Pallieter ademt natuurlijk duivengeschiedenis. De aantallen zijn niet meer wat ze geweest zijn, maar nog steeds is dit één der sterkst bezette regio’s in de mondiale duivensport. Zoals Jelle het zelf stelt, in zijn huidig lokaal is er niemand die er met kop en schouders bovenuit steekt, net omdat de kwaliteit in de breedte zo indrukwekkend is.
Vader Paul baatte restaurant De Laarhoeve uit, een zaak die vaak gefrequenteerd werd door duivenliefhebbers. Jelle hoorde en zag dus amper iets anders dan duiven. Opa Gust was Jelles grote voorbeeld en leermeester. Reeds op zeer jonge leeftijd zat hij alle dagen bij opa op de hokken, hij woonde zelfs acht jaar bij hem in huis. Het kon niet uitblijven en op zijn twaalfde kreeg hij zijn eerste hokje van 2,5 m bij 2,5 m. De trein was vertrokken en Jelle zou nooit meer stoppen met duivenmelken.
Jelle heeft zoals men bij ons pleegt te zeggen “poten aan zijn lijf”. Op zijn zestiende ging hij op leercontract klinkers leggen. Hij werkte in de beveiliging en was enkele jaren gemeentearbeider in Berlaar. Duiven bleven echter de rode draad in zijn leven. In 2011 zette hij dan de grote stap, hij ging naar eigen zeggen op pensioen en werd professioneel duivenmelker, in die periode speelde hij samen met vader Paul, eerst in Berlaar, later in Bevel. Sinds 2017 woont en speelt hij in Itegem.

KAMPIOENSCHAPPEN 2025
1-13e Nat. Asduif grote halve fond jong
10e Nat. Kampioen grote halve fond jong
15e Nat. Asduif allround oude/jaarse
6e Nat. Asduif grote fond jaarse (Gust Roziers)
1e Prov. Kampioen grote halve fond jong 
2e Prov. Kampioen fond oude/jaarse
1-2-5e Prov. Asduif grote halve fond jong
2-4e Prov. Asduif fond jaarse
3e Prov. Asduif allround jong

De hokken van Jelle Roziers in Itegem.Roziers-Xiang

Jelle legde zich toe op het spel met de jongen op de nationale grote halve fondvluchten, Bourges dus eigenlijk. Al snel krijg je daarmee een reputatie, jonge duivenspecialist. In 2015 zocht de Chinese liefhebber Jixiang Xian een partner in België, een jonge getalenteerde melker. Hij vond Jelle en de tandem Roziers-Xiang was geboren. 
De successen bleven niet uit, asduiven, kampioenschappen, provinciale en nationale overwinningen. De prijzenkast bij Jelle in de woonkamer liegt er niet om. 
Ook dit jaar was weer een boerenjaar. “Glory Days” BE25-6027102 won de titel 1e nat. asduif grote hafo jonge KBDB 2025, “Tulsa King” BE24-6106113 werd 2e Nat. Asduif fond jaarse, “Queen Chanel” BE24-6106142 won in dezelfde categorie 7e Nat. Asduif zware jaarse en ten slotte “Blue Jeans” BE25-6027055 werd 13e Nat. Asduif grote hafo jonge.
Dat Jelle super is met jongen bewijze het feit dat dit reeds de derde keer is dat hij de titel 1e Nat. Asduif grote halve fond jong duiven wint. Met twee exemplaren was hij al recordhouder, nu stelt hij zelf dit record scherper. Daarnaast valt ook op dat de nieuwe superkweekster “New Tulsa” BE20-6244290 grootmoeder is van “Glory Days”, 1e Nat. Asduif jonge GHF en moeder van “Tulsa King”, 2e Nat. Asduif KBDB jaarse fond en ook nog van “El Reno”, 11e Asduif jonge GHF Pipa-
ranking op 4 vluchten.
Reden genoeg dus voor ons van De Duif om eens naar Itegem te trekken. Nu is Jelle Roziers iemand waar al veel over geschreven is. Gelukkig is Jelle iemand die geen blad voor de mond neemt. Dus gewapend met een lijstje vragen mochten wij aan de tafel in de woonkamer Jelle aan een kruisverhoor onderwerpen.

Naast de prijzenkast werd onze aandacht vooral getrokken door een grote gezinsfoto van Jelle, vrouwlief Kimy en de kinderen. Het gezin bestaat verder uit zonen, Gust (10), Mil (9), Lowi (6) en (stief)zoon Rune (19). Roziers is een familieman en dat stralen hij en de woning ook uit.

DD: Jelle, die foto bewijst dat je een familiemens bent. Je mag ook trots zijn op dat prachtig gezin, maar zit er ook een duivenmelker tussen?
Jelle: (trots) Onze Gust! Hij had al een tijd veel interesse in de duiven en plots vroeg hij of hij ook niet wat duiven mocht hebben om mee te spelen. Rond die periode vroeg Paul Kiekens (Koningshooikt) of ik niet wat duiven van hem wilde testen. Perfect, dacht ik, daar kan Gust mee spelen.
Nu is het wel zo dat dit zware fondduiven zijn. Maar dat vond ik niet erg, dan leert hij geduld hebben. In het begin vond hij dat niet zo leuk. Op de kortere afstanden pakte ik altijd voor hem, maar ik bleef hem inprenten dat hij geduld moest hebben. Toen kwamen Agen en Dax en toen stonden zijn duiven er... fier dat hij was!
Natuurlijk help ik hem, maar hij doet het overgrote deel zelf. ’s Morgens voor school en na school en natuurlijk in de vakantie. Poetsen, uitlaten, voeren, inkorven: allemaal zijn taken.
Kijk, als hij het geduld kan leren opbrengen om zware fond te spelen, dan is al de rest alleen maar gemakkelijker. En het lukt goed, hij won dit jaar 6e Nat. Asduif grote fond jaarlingen en had de 2e Beste jaarling van België op 3 int. vluchten (Pipa).

De hokken van Jelle Roziers in Itegem.DD: Nu we het toch over je jongen hebben, leuk bruggetje naar Jelle Roziers, de specialist van het spel met de jongen.
Jelle: Ja, daar heb ik inderdaad mijn naam mee gemaakt. Ik wil echter niet alleen maar een jonge duivenspeler zijn. Ik wil op diverse fronten kunnen meestrijden. In 2018-19 ben ik voor het eerst zelf begonnen met jaarlingen en vanaf  ’20 ben ik me meer en meer gaan toeleggen op het spel met jaarse en oude op de dagfond, maar altijd met een kleine korf.

DD: Wat zijn voor jou de belangrijkste vluchten?
Jelle: De vluchten van 8 en meer uren vliegen, dat zijn voor mij de mooiste vluchten. Van Bourges tot Libourne zeg maar. Al wil ik op alle afstanden goed presteren. De zware fond dat is natuurlijk een ras apart, maar ik zie toch graag dat ze zelfs op de vitesse goed presteren, dat is een bewijs dat ze in goede vorm zijn. 

DD: Als specialist met jonge duiven, vertel eens, wat is je geheim?
Jelle: (lacht) Er is geen geheim. Goede duiven, goed opleren, een goed hok, goede voeding, zorgen dat ze gezond zijn. En vooral, hou het simpel!

DD: Hoe motiveer je de jongen?
Jelle: Niets bijzonders. Ze worden op de schuifdeur gespeeld. Er wordt geen partner getoond. De “seks” is nog niet zo belangrijk bij de jongen, dat komt pas vanaf de jaarlingen. Die jongen kennen dat nog amper. De jongen komen enkel bij thuiskomst even samen en gaan dan zo snel mogelijk terug uit mekaar. Motiveren wordt volgens mij ook wat overschat. We weten allemaal dat er regelmatig duiven winnen die amper iets van motivatie gekregen hebben. Wat denk ik belangrijk is, is dat je duiven als individuen beschouwt. Ieder karakter is anders, net als bij mensen. De ene wil alle dagen seks en voor een ander is om de zoveel weken ook oké. Duiven zijn ook zo, iedere duif is anders. Het is aan de melker om dit te zien.
Met de jongen wordt een 20-tal keer gereden tot 30 km en daarna gaan ze naar Quievrain (106 km). Tijdens het seizoen wordt er met de jongen tweemaal per week gereden naar Ittre (55 km).

TOP 10 NATIONALE KAMPIOENSCHAPPEN 2014-2025
1e Nat. Asduif jonge duiven GHF 2017
1e Nat. Asduif jonge duiven GHF 2021
1e Nat. Asduif Fond oude duiven 2022
1e Nat. Asduif jonge duiven GHF 2025
2e Nat. Asduif jonge duiven GHF 2016
2e Nat. Asduif jaarse duiven GHF 2023
2e Nat. Asduif Fond jaarse duiven 2025
2e Nat. Kampioen jonge duiven GHF 2019
2e Nat. Kampioen Fond jaarse 2022
3e Nat. Kampioen jonge duiven GHF 2018
4e Nat. Asduif jonge duiven GHF 2014
4e Nat. Asduif jonge duiven Allround 2020
6e Nat. Asduif jonge duiven Allround 2020
7e Nat. Asduif jonge duiven GHF 2016
7e Nat. Asduif Fond jaarse duiven 2025
8e Nat. Asduif jonge duiven GHF 2020
9e Nat. Asduif jonge duiven GHF 2020
10e Nat. Asduif jonge duiven GHF 2017
10e Nat. Kampioen jonge duiven GHF 2025

Toen Jelle hokverzorger was bij Hubert Schroyens leerde hij om tussendoor ook met de oude te rijden en Jelle kwam zelf tot de vaststelling dat dit ook nuttig is voor de jongen. Jelle komt regelmatig in de Verenigde Staten en ook daar worden de jongen heel intensief opgeleerd. Dit sterkte hem in zijn overtuiging. 
De jongen werden verduisterd vanaf het spenen tot 1 juli, en bijgelicht vanaf hun eerste Bourges.

DD: Ok, vertel dan nu eens kort wat over je systeem met de oude/jaarse!
Jelle: Sinds drie jaar begin ik het seizoen met een 40-45 oude/jaarse duiven op totaal weduwschap. In de winter blijven de vliegers binnen en vanaf eind februari komen die terug buiten. Eind februari beginnen ze dan aan huis te vliegen en na een maand ongeveer begin ik ze weg te voeren. Ik rij er 10 keer mee tot max een 30 km en vanaf dan gaan ze vanaf de eerste Quiévrain mee. Op woensdag rij ik, als het weer het toelaat, naar Ittre (55 km) en mogen ze even een half uurtje samen. Bij thuiskomst komen ze samen en als de vlucht afgesloten is gaan ze uit mekaar om te eten en te drinken. De dag na de vlucht, na gegeten te hebben, mogen ze 4-6 uur samen. Als de duivinnen wat hitsig beginnen worden, mogen ze de nacht voor inkorving ook samen.
Eens de dagfond begint, trainen ze alleen nog maar aan huis. De doffers trainen tweemaal daags, de duivinnen eenmaal. De doffers krijgen ook zwaarder eten, die zitten vol energie die eruit moet kunnen. Begin van het seizoen steek ik nog een vlag, eens ze 45 minuten vlot vliegen mag die weg. Ik heb ook zo’n skydancer aangeschaft, eentje van 8 meter hoog. Vanaf  de jongen voor het eerst buitenkomen gaat die aan, zo kunnen ze eraan wennen. Vanaf dan gaat die ook bij iedere trainingssessie aan. Ik doe dit om de sperwer weg te houden en dat werkt redelijk goed. Je moet die natuurlijk selectief gebruiken en niet teveel aan laten staan, anders wennen die rovers daaraan.

De hokken van Jelle Roziers in Itegem.DD: Je speelt sinds drie jaar op totaal weduwschap, waarom?
Jelle: Omdat ik meer in de breedte wil spelen. Ik wil me toeleggen op zoveel mogelijk aspecten van het duivenspel. Tot nu toe werden de doffers wat korter gehouden maar vanaf dit jaar werden die ook doorgestoken en vliegen ze dezelfde afstanden als de duivinnen. Ze kunnen dat. In 2023 hadden we 1e Nat. asduif fond met “Pullman” en dat was een doffer, het bewijs dat het kan.

DD: Ben je streng voor je duiven?
Jelle: Op gezondheid wel, als er iets aan scheelt gaan ze eruit. Op prestaties moet je wat geduld hebben. Zoals ik al zei, het zijn individuen. Er zijn snelle leerlingen en er zijn laatbloeiers en je weet niet wat er onderweg allemaal gebeurt. Eentje die gemist heeft maar wel thuis is gekomen, die ga je daar toch niet voor afstraffen? Tenzij ik echt teveel jongen over heb mogen de meeste die overblijven overwinteren, ze moeten sowieso het hele parcours gedaan hebben.

DD: Als je dan toch moet selecteren, waar kijk je dan naar? Prestaties, pedigree, uiterlijk?
Jelle: Ik zoek een beetje de gulden middenweg. Een hele mooie die wat minder presteerde of een lelijke met een superpedigree zullen dan sneller mogen aanblijven.

DD: Is dit ook je kweekstrategie?
Jelle: Absoluut! Ook daar zoek ik de middenweg. Ik zet groot tegen klein en liefst moet minstens 1 van de 2 een bewezen vlieger zijn. Jaarlijks kweek ik trouwens een 150-160 jongen om mee te spelen uit 40 kweekkoppels. Na het seizoen wordt er ook uit de oude vliegers gekweekt, deze jongen worden niet gespeeld en zijn uitsluitend voor de verkoop. Tijdens het seizoen dienen vliegers om te vliegen, dan moet hun energie daar naar gaan.

DD: Jouw naam valt vaak wanneer ik aan liefhebbers vraag met wie ze al eens bellen om raad. Velen zijn bang om het recept van hun succes te delen, jij blijkbaar niet.
Jelle: Natuurlijk niet, als ik een ander beter maak, maak ik mijzelf beter. Als de concurrentie sterker wordt moet ik zelf ook sterker worden. Je mag nooit bang zijn om jezelf te willen meten met de besten. Kaier is ook hier in de streek komen spelen, waarom? Omdat hij en Pascal beseffen dat je alleen kan groeien door tegen sterke tegenstanders te spelen.
Overal in het land zitten goeie spelers, maar hier in de streek is de gemiddelde kwaliteit heel hoog. In mijn lokaal in Bevel steekt er niemand bovenuit, de kracht ligt in de breedte.

DD: Wij hadden gehoord dat je ook een Oekraïense oorlogsvluchteling helpt. Geef daar eens iets meer uitleg over!
Jelle: Valerii Vilkevych is een Oekaïense duivenmelker die ik in 2012 in New York leren kennen heb. We zijn in contact gebleven en op een gegeven moment besloot hij de oorlog daar te ontvluchten en naar België te trekken. Ik heb hem dan een huis aangeboden dat ik verhuur. Daar woont hij nu en hij speelt daar met duiven die hij uit zijn eigen duiven en duiven van mij gekweekt heeft.

DD: Dat is heel mooi. Terug naar het duivenspel. Je speelt met een beperkte ploeg, zeker wat oude/jaarse betreft. Waarom?
Jelle: Omdat het plezant moet blijven. Hoe ernstig ik het ook neem, het blijft toch je hobby, die moet leuk zijn. Het mag je niet boven het hoofd gaan groeien. Zoals ik al aangaf, kleinere groepen trainen ook beter, leren beter. De kracht zit niet in de massa.
Davy Tournelle is een van die mensen waar ik vaak contact mee heb en een goeie duivenvriend. Die geeft soms 2 à 300 jongen mee. Hij doet maar. Ik maak daar dan grapjes over met hem. Ik weet hoeveel werk ik er al aan heb, hij mag het hebben. Ik hou het liever kleiner, minder werk en ook nog tijd voor mijn gezin.

DD: Nog enkele verplichte vraagjes. Wat voer je je duiven?
Jelle: Ik volg het hele programma van Aidi. Die schema’s kan je overal vinden. Vroeger gaf ik veel natuurlijke bijproducten, nu niet meer. Ook van bijproducten volg ik Aidi en daarnaast nog tollyamin forte van dr. Schroeder, avidress en Benzing blue. Voeding is heel belangrijk, bij Aidi weten ze wat ze doen, dus ik volg hen.

De hokken van Jelle Roziers in Itegem.DD: En wat gebeurt er hier op medisch vlak?
Jelle: Niet preventief kuren, ook niet tegen tricho of de kop. Wel geef ik gele druppels. Voor het seizoen 2-3 dagen na mekaar, tijdens het seizoen eenmaal per week, de dag na de vlucht, bij de oude in de neus, bij de jongen over het voer.
Volgens de filosofie van dr. Schroeder wordt er wel veel gevaccineerd. Ik laat ook veel mestonderzoeken uitvoeren. Om de 3-4 weken ga ik naar dr. Ann Havet (Landen) of natuurlijk wanneer ik denk dat er iets scheelt. Een paar keer per jaar ga ik ook naar dr. Mortelmans en dr. Schroeder.
Veel controle dus om zo weinig mogelijk te moeten ingrijpen, zeker van de jongen blijf ik zoveel mogelijk af. Zieke gaan er gewoon uit.

DD: Jelle, bedankt voor de aangename babbel, één vraag nog. Hier staan al heel wat mooie trofees, wat zou je graag nog eens winnen.
Jelle: (lacht en denkt diep na) Wel dan zeg ik nationaal kampioen bij de jongen. Al zeggen ze dan dat ik jonge duivenspecialist ben, die titel heb ik nog nooit gewonnen. [N.v.d.r. in 2019 werd hij al wel 2e Nat. Kampioen en in 2018 was hij 3e Nat. Kampioen grote halve fond jonge duiven.]

Jele Roziers, een sympathieke, recht-door-zeese familieman. Een nuchtere vakman, een melker die “het” in de vingers heeft. Altijd klaar met een mening en nooit te beroerd om iemand van raad te dienen. Niet bang van concurrentie en altijd bereid om bij te leren. Deze eigenschappen maken van hem een groot kampioen maar ook een grote mijnheer in de duivensport.

Hij is nog maar 42 en de opvolging staat al klaar. De naam Roziers gaat nog lang klinken in de duivensport, op pedigrees, in uitslagen en bij kampioenschappen, vooral echter uit de mond van zijn vele vrienden die zijn passie delen.

Téléchargement: 

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.