PIERRE PHILIPPENS - 1e Nationaal Kampioen snelheid jonge duiven 2023

Liefhebber: 

’s-Gravenvoeren – Een deelgemeente van Voeren, ooit het Land van Dalhem genoemd. Een plaatsnaam die een achttal eeuwen geleden zo gekozen werd omdat er het oorspronkelijke bestuurscentrum van het graafschap Dalhem was gevestigd. Beter gekend zijn de politieke twisten en kunstgrepen die omstreeks de jaren zestig, tijdens de opsplitsing van Vlaanderen en Wallonië, deze Vlaamse faciliteitengemeente met zich mee heeft gebracht. 

In het noorden aanpalend met Nederlands-Limburg en in het zuiden de grens met het Franstalig gewest, is de taalkwestie tot op de dag van vandaag soms nog een gevoelig onderwerp. Veel is er op die momenten niet nodig om discussies tussen andersgezinden opnieuw aan te wakkeren. Meningsverschillen die vaak berusten op misverstanden of de benaderingswijze ervan, zijn dingen die we op alle bestuursniveaus wel eens tegenkomen. Ze zijn immers eigen aan een democratie waarin elkeen zijn mening moet kunnen zeggen. Zolang er over gepraat kan worden en achteraf de plooien weer gladgestreken zijn, is dat allemaal positief voor de samenleving.

Patrick en Pierre, een foto uit de oude doos.Het prille begin

Het is in deze contreien dat Patrick Philippens opgroeide en zich van hieruit een weg baande, tot in de hoogste regionen van allerhande duivenmiddens, over de hele wereld. Het is dan ook logisch dat Patrick in België, maar ook ver daarbuiten, voor geen enkele duivenmelker nog een onbekende is. Jarenlang was hij één van de belangrijkste werknemers van de firma Natural en stond hij als hoofdredacteur aan het roer van het tijdschrift Duifke Lacht. Wat deze laatste job betreft deed hij onlangs een stapje terug, waardoor hij nu tijd te over heeft voor de beleving van zijn eigen hobby.  Dat was wel nodig, want nu papa Pierre na het overlijden van mama alleen is komen te staan en eigenlijk niet meer zo goed uit de voeten kan, heeft hij redelijk wat hulp van zijn zoon nodig. 
Wat de duivensport betreft behoren Pierre en Patrick Philippens al jaren tot de top van ’s lands meest oostelijk wonende liefhebbers, maar ook tot de beste duivensporters van België. Laten we starten bij het prille begin, toen de ouders van Patrick pas gehuwd waren. Nog voor Pierre Philippens (87) zich in 1962 samen met zijn vrouwtje in Voeren wilde settelen, werd er op de toekomstige woonplaats een duivenhok gebouwd. Beiden hadden ze immers een duivenmelker als vader en het was vanzelfsprekend dat ook zij van meet af aan voor de duivenstiel zouden kiezen. Enkele jaren later kwamen er de kinderen bij, waarvan op korte tijd zou blijken dat ook zij, en vooral Patrick, met de duivenmicrobe besmet waren. Tot 1988 speelde Pierre onder zijn eigen naam en de zonen Patrick en Christian op naam van Philippens Gebrs.

Thesis

Na zijn middelbare studies ging Patrick naar de universiteit waar hij een masterdiploma in de Handels- en Financiële Wetenschappen wist te behalen. In zijn laatste jaar diende hij zoals alle studenten een verhandeling te schrijven over een onderwerp naar keuze, een thesis die hij op het einde van academiejaar diende te verdedigen. Patrick koos voor ‘de duivensport, een socio-economische benadering’. Voor wat betreft de inbreng en het belang van de handel van duivenvoeders op de Belgische economie zocht hij hiervoor contact met Joseph Descheemaecker van de firma Natural.  Patrick kreeg de nodige hulp en respons en Joseph zetelde zelfs in de jury tijdens de verdediging van Patrick zijn thesis. Hierna volgde tussen de student en de ervaringsdeskundige nog een hartelijk gesprek, waarna Patrick eind 1987 bij de firma Natural aan het werk ging. Het was slechts voor vier maanden, want Patrick moest indertijd zijn legerdienst te Soest (D) nog vervullen. Geen nood, want voor zijn dienst van tien maanden erop zat, contacteerde Joseph hem al opnieuw. Patrick: “Ik heb er bij Natural een carrière van 35 jaar opzitten, waarin ik alles op alle domeinen heb kunnen en mogen doen, van de cijfers tot duiventechnisch. Soms was het zwaar met heel lange dagen, maar ik heb het altijd even graag gedaan.”

Dan toch

Reeds diverse malen werd door ons weekblad bij Patrick aangedrongen voor een reportage, doch telkens hield hij de boot af. Nu dat het leven wat minder hectisch voor hem geworden is en alles zijn normale gang lijkt te gaan, stemde hij in om zijn verhaal te doen, al stond hij er niet echt voor te popelen. 
Redenen waren er thans genoeg, want al jaren wordt er op hun hokken op een zeer hoog niveau gepresteerd. Zo speelden vader en zoon Philippens zonder verticale dubbelingen 77 x de 1e prijs in 2021, 89 x 1e de prijs in 2022 (tegen gemiddeld 458 d.) en 100 eerste prijzen in 2023. Daarnaast waren er door de jaren heen natuurlijk heel wat titels en vermeldingen op nationaal vlak, zoals het Belgisch kampioenschap snelheid bij de jonge duiven. De laatste jaren was dat hierop de 1e in 2020, 3e in 2022 en nu 1e in 2023. Ook bij de jaarlijkse majestueuze huldiging ‘onze’ Gouden Duif stond Patrick al meer dan eens op het podium. Zoals in 2017 op een tweede en dus zilveren plek, in 2020 en 2021 werd het hok Philippens telkens op een 3e plaats afgevlagd. 
Patrick: “Aan kampioenschappen hecht ik eigenlijk niet zoveel belang. Het betreft meestal een samenvallen van verschillende vluchten, hierbij kunnen immers ook minder goede uitslagen opgenomen zijn. Voor mij is het belangrijk om op elke vlucht gewoon goed te spelen, ook al is het zonder de eerst getekenden.”

De start

Pierre Philippens vormde de basis van zijn kolonie toen hij in ’68 een Van Rhijn-Kloeck-duiver en een Pepermans-duivin bij Gerard Vliegen uit Glons haalde. Beide duiven vormden gedurende vele jaren een gouden kweekkoppel. Verder werden er in dezelfde jaren enkele waardevolle duiven bij Louis Van Loon (Poppel) en een goede duiver bij Jan Derboven (Nijlen) gehaald.
In de jaren ’70 ging Pierre zich ook voor het fondspel interesseren en werden duiven aangeschaft van de allerbeste fondliefhebbers. Achteraf kan men stellen dat hiermee de fundamenten werden gelegd van wat later de kolonie Philippens zou worden.
De gehele geschiedenis en de stamopbouw van het hok Pierre Philippens hier reconstrueren, zou heel wat tijd en inkt in beslag nemen. Om het voor de lezer niet te uitgebreid doch wel aangenaam voor te stellen, beperken we ons tot enkel de bloedlijnen die in de huidige duivenstam nog terug te vinden zijn.

De Tramontane

Patrick: “De eerste basisduif was de ‘Bordeaux’, B77-1065420, die de 8e internat. Bordeaux won. Daarna won hij 6 prijzen op 6 vluchten op de grote fond in de top-31 nationaal, met de 4e, 14e, 19e nat. Sint Vincent, 9e en 31e nat. Pau en 21e nat. Perpignan. De ‘Bordeaux’ was een kruising Paul Gilmont (Houdeng) en Marcel Englebienne (Forchies), beiden behoorden tot de beste liefhebbers van Wallonië.
Uit een koppeling van een zoon x kleindochter ‘Bordeaux’ werd de ‘Tramontane’ geboren. Een fantastische atleet, ringnr. B92-5106212, die zich plaatste als 1e Belgische Olympiadeduif fond Blackpool 1999. De ‘Tramontane’ werd op zijn beurt vader van de ‘Mont Ventoux I’, B00-5070199, de winnaar van de nationale tijdrit, in 2002 gelost op de Mont Ventoux, met 67 minuten vooruit voor een afstand van 732 km. In 2003 wonnen wij opnieuw deze nationale tijdrit vanaf de flanken van de Mont Ventoux. Toen met de ‘Mont Ventoux II’, B99-5193333, een zoon van een andere kleinzoon van de ‘Bordeaux’.
De ‘Tramontane’ werd grootvader van 10 provinciale winnaars, o.m. gaande van Compiègne (257 km met 2000 d.), over Orléans (422 km en 4795 d.), Nevers (459 km en 5193 d. met 7 minuten vooruit) en Bourges (476 km en 2e nationaal) tot Irun in Spanje (1003 km en 3e nationaal). Later zou blijken dat de ‘Bourges’, B03-1003427, de grootste stempel op onze kolonie zou drukken. Met o.m. provinciale overwinningen uit Bourges, Argenton, La Souterraine en de 2e nat. Bourges won hij 6 x 1e prijs.
Eveneens een duif die een grote impact op de kolonie heeft gehad, is ‘Golden Eye’, B09-1000322. Hij werd 2e nationale asduif fond KBDB in 2011 en in datzelfde jaar werd hij ook 1e Belgische asduif bij LCB. Met zijn uitslagen over twee jaar samen, vertegenwoordigde hij België als 1e in de categorie fond op de Intercontinentale Cup te Boedapest. Met de resultaten over één jaar vertegenwoordigde hij ons land als 3e in de categorie marathon op de Europa Cup te Dortmund. Deze crack is overwegend afkomstig van de soort van Vrösch-Meijers (Heerlen) met een vleugje bloed van ‘Mont Ventoux II’.
‘Golden Eye’ is tot hiertoe grootvader van 17 provinciale overwinningen. Momenteel blijkt hij op het kweekhok opvolging te krijgen van ‘Home Alone’, B19-1012020. Deze duivin is een dubbele kleindochter van ‘Golden Eye’. Zij werd als jaarling 1e interprovinciale asduif fond en als tweejarige 3e nationale asduif Rhône Vallei. In 2021 kreeg ze haar naam omdat ze van Montélimar als enige in de club ’s avonds doorkwam en drie weken later als enige provinciaal op de dag van lossing van Marseille werd geklokt. In dat voor haar memorabele jaar, vloog ze 15 op 15 keer prijs, iets wat toch uitzonderlijk is voor een fondduif.”

De eenvoudige hokken van Pierre en Patrick Philippens te ’s-Gravenvoeren.Huidige stamkwekers

Insiders weten maar al te goed dat Pierre en Patrick Philippens door de jaren heen een magnifieke duivenkolonie hebben opgebouwd. Elk jaar weer doen ze mee voor de hoofdprijzen en bij momenten worden er heuse kettinguitslagen neergezet. Het is dan ook steeds op een wel doordachte manier dat er versterking wordt aangevoerd. Maar ook weer niet altijd, want de Engels-duiven, waarvan hierna sprake is, kwamen er eerder toevallig. Achteraf bleek de inbreng van twee broers van Jos en Jules Engels van goudwaarde te zijn.
Patrick: “Op het huidige kweekhok huizen er plusminus 30 koppels, waaruit minstens twee ronden jongen worden getrokken. Het betreft hier voor het merendeel duiven voor de snelheid en de halve fond, afstammend van vier excellente kwekers.
De oudste is de ‘Zoon Bourges’, van 2010, met als vader de hogervermelde ‘Bourges’, die direct op het kweekhok werd geplaatst. Hij bevruchtte nog in 2023 en is nu zelf vader van 31 x 1e prijs en grootvader van 70 x 1e prijs.
Daarnaast zit er de ‘Engels 55’ van 2013, die ondertussen vader is van 28 x 1e prijs en grootvader van 90 x 1e prijs. Hij is een dubbele kleinzoon van de ‘Argenton’, 1e prov. Orléans en 1e nat. Argenton van J. & J. Engels.
Van dat zelfde hok komt de ‘Witte Engels’, een volle broer van de ‘Engels 55’ en grootvader van 10 provinciale overwinningen. Zeker niet onbelangrijk is zijn vaste duivin, de ‘Gaston-hen’ (Van de Wouwer).
De laatste in het rijtje is de ‘Van der Veken-duiver’ van 2012, gekweekt uit twee topvliegers van Jos. Hij werd vader van 35 x 1e prijs en het aantal 1e prijzen gewonnen door zijn kleinkinderen, werd niet bijgehouden.”

Fondspel

“Wat de fond betreft, hebben we de laatste drie jaar enkel aandacht besteed aan de drie vluchten vanuit de Rhône-vallei. De twee eerste jaren vielen mee, dit jaar wonnen wij wel prijzen, maar zaten wij niet vroeg.
2021: 3e nationale asduif Rhône en 1e provinciaal op de afsluitende Marseille (slechts één mee).
2022: 1e provinciaal Valence (1052 d.) met 16 minuten vooruit. Deze duivin werd 13e nationale asduif Rhône en haar zuster vloog toen de 2e provinciaal Marseille. Ze zitten samen op de kweek. In totaal provinciaal op de drie vluchten 17/27 prijzen.
Het afgelopen seizoen 2023: 14 /22 prijzen provinciaal. Omdat ons lokaal te Visé niet meer inkorft voor de fond, kiezen wij nu slechts enkele fondvluchten uit.” 

Halve fond

Patrick: “Vermits de kleine halve fond in heel België nu met twee nachten mand wordt gespeeld, wordt er nogal wat geklaagd omtrent de thuiskomst van de duiven. Wij hebben deze discipline steeds met twee nachten gespeeld en vinden dat de duiven vaak mooi naar huis komen. Wel is voor ons het prijspercentage al even belangrijk als de kopprijzen. Enkel tijdens het seizoensbegin mag een halvefondduif voor haar discipline een keer missen, gebeurt dit later in het sportseizoen, dan moet ze al een goed palmares voorleggen om nog ingezet te worden.
Wat vluchten met een slecht verloop betreft mogen wij niet klagen en rampvluchten zijn hier echt een zeldzaamheid. Daar is volgens mij maar één goede uitleg voor en dat is dat de duiven van de provincie Luik, ongeacht eventueel wat minder goed weer, steeds op alle vluchten ’s morgens vroeg gelost worden.”

Jonge duiven

“Eind 2022 werd ongeveer vier weken later dan de vroegst mogelijke datum gekoppeld, waardoor de jongen bijna een maand jonger waren dan deze van 2022. Door het slechte voorjaar duurde het daarenboven heel lang alvorens ze gingen trainen. Dit werd nog eens in de hand gewerkt door de kraan van een bouwondernemer die slechts op enkele tientallen meter van het hok staat. Vermits ze niet of nauwelijks trainden zat er niks anders op dan ze op een zeer voorzichtige manier op te leren. Daarom werd uitzonderlijk begonnen op 500 meter in plaats van op 1,5 km. Ze werden daarna nog eens vier keer tussen 1,5 en 2 km gelost. In totaal werden ze 22 keer weggebracht van 500 meter tot 30 km, zonder ook maar één jonge duif te verliezen. Ondertussen trainden ze wel goed, waarbij enkele koppigaards die de kraan bleven opzoeken, werden verwijderd. Deze vlogen tussendoor soms wel een tijd mee, doch ze kwamen dan meestal als laatste binnen. We staken ze een knijpring aan en degenen die dit gedrag bleven herhalen gingen er tussenuit. 
Eenmaal vertrokken met het goede trainen werd ook besloten van ze op 17 juni mee te geven op Chimay (127 km): 28 voor prijs en 14 voor port. Dit komt er op neer dat er na het spenen een dozijn eigenhandig werd uitgeselecteerd. Eigenlijk was dat meer dan gebruikelijk, maar dit lag ook deels aan de kraan. De eerste Chimay werd een ramp zoals nooit gezien. Van de 42 zaten er ’s avonds maar 21 op het hok. Uiteindelijk gingen er welgeteld 10 verloren. De week nadien vlogen er 9 terug Chimay en ze keerden allen terug, waarvan 8 goed in de prijzen, hetgeen een aanduiding was dat er eigenlijk niets aan de hand was. De 8 prijswinnaars vlogen de week nadien Rethel en wonnen 6 prijzen waaronder de 1e prijs tegen 1029 jongen en dit met bijna 4 minuten voorsprong. Het ging om een dochter van ‘Home Alone’. De andere jongen werden daarna pas vanaf half juli ingeschakeld.
Half juli werd ook al een degelijke uitslag voor het nationale kampioenschap behaald. Toen al speelde de gedachte om voor het kampioenschap te gaan, want als wij het moeilijk hebben om met de jonge duiven te starten, zijn wij zeker niet alleen. Daarenboven eindigden wij in 2022 als derde en konden we omwille van de rouwperiode (moeder) niet naar Mechelen gaan om de bronzen medaille in ontvangst te nemen. Wij hoopten dit jaar stilletjes op goud, om zo samen met mijn zoontje Paul (5) op het podium te mogen staan.”

Verduisteren of niet

Patrick: “Over het verduisteren van de duivinnen kan ik geen sluitend antwoord geven omdat ik het zelf niet precies weet. Dat zal misschien verbazen, maar ik noteer niets, handel niet volgens een schema, maar elk jaar een beetje anders op gevoel. Normaal worden de duivinnen vanaf begin maart verduisterd en dit vanaf het beëindigen van de avondmaaltijd tot ’s morgens als ze naar buiten vliegen. De verduistering wordt weggehaald en dan vliegen ze onmiddellijk buiten. Ik verduister de duivinnen redelijk lang en dat kan gaan tot in juni of juli, maar soms stop ik ook ergens in mei met de bedoeling dat ze volle daglicht hebben gedurende drie weken voor Valence. Als ik deze vlucht minder belangrijk vind, dan blijf ik gewoon door verduisteren. Het verduisteren dient vooral om te beletten dat ze onderling zouden paren.
De duivinnen krijgen ter motivatie nooit een duiver te zien. Dit gebeurt pas als ze naar het kweekhok verhuizen, dus als hun carrière erop zit. Ze blijven steeds op hetzelfde hok zitten, het is een hok met een vloer, naast dat waar de jongen op zitten. De jongen daarentegen worden van begin april tot ongeveer medio juni verduisterd, van 18 uur tot 8 uur ’s morgens.”

Eenvoud troef

Wat de voeding betreft kan het bijna niet eenvoudiger dan bij Philippens. Dag in, dag uit wordt er ‘Rui Maxi’ (cribs mais) van Natural gevoederd. Wat bijproducten aangaat is het enkel grit en vitamineral wat er op de plank komt. Patrick: “Veranderen van voeder en samenstellingen vind ik niet goed, onze jongen hebben ook nooit adeno. Enkel tijdens de ruiperiode wordt er een ruimiddel van dierenarts Norbert Peeters aan de duiven verstrekt. Voor de rest denk ik dat alle extra’s die daarbuiten allemaal kunnen gegeven worden, overbodig en bijgevolg ook niet nodig zijn.
Voor het wekelijkse bad, waarvoor we steeds regenwater gebruiken, kunnen de duiven terecht in de voorziene rennen. De kwekers krijgen tweemaal per week een bad, de vliegduivinnen en de jonge duiven krijgen dit daags na de vlucht, dus op zondag. Het is mogelijk dat de vliegduivinnen ook nog op woensdag het bad in gaan, want hoe vaker ze dat doen, des te kleiner is de kans dat ze onderling paren. De weduwnaars krijgen op dinsdag een bad op het hok, waar we de vloer bedekken met jute zakken.
Wat medicatie en geneesmiddelen betreft is er om te beginnen in februari de verplichte vaccinatie tegen paramixo. Net voor het sportseizoen volgt dan een vijfdaagse kuur tegen trichomonas, die pas half mei na de eerste grote halve fondvlucht, gedurende drie dagen wordt herhaald. Tijdens het seizoen is dit echt alles wat het medische plaatje betreft. Want vermits we over gezonde hokken beschikken zijn behandelingen tegen de ademhalingsziekten en coccidiose niet van toepassing. In het najaar volgt er wel steeds een tiendaagse kuur met Baytril of met Cona-Paratyfus van Norbert Peeters, waarna er gevaccineerd kan worden tegen paratyfus.”

Patrick en Paul... fier op de eerste plaats in het Nationaal Kampioenschap snelheid jonge duiven!Voorbereiding en wedstrijden

Zoals eerder al werd beschreven, leven de duivinnen zoals nonnetjes in een klooster dat plegen te doen. Tijdens het seizoen gaan ze zo vroeg mogelijk voor minstens een uurtje de lucht in, waarna ze ook een klein deel van hun rantsoen krijgen. ’s Avonds krijgen ze de rest van hun voedsel, dat wil zeggen zoveel als ze op krijgen. Het vliegseizoen van het vrouwvolk start einde maart en gaat door tot het eind van het seizoen, met de voorwaarde dat ze elke week een wedstrijd onder de vleugels krijgen. 
Na de duivinnen moeten de duivers, die pas omstreeks half april hun eerste wedstrijd vliegen, het luchtruim in. Wanneer ze in orde zijn, is dat gedurende meer dan een uur geen enkel probleem. Volgens Patrick kan men alleen al aan het trainen zien of de duiven gezond zijn. Na de weduwnaars is het de beurt aan de jongen om aan hun uithoudingsvermogen te werken. De juniors blijven per ronde samen op hun hok en jonge duivinnen die aanstalten maken om te gaan leggen worden bij de oude vliegduivinnen gehuisvest.
Om de drukte bij de thuiskomst tot een minimum te beperken en om niet verrast te worden bij het klaarzetten van de duivinnen door vroege aankomsten, kwam tot voor enkele jaren op zaterdag geen duivin op het hok, maar wel ’s anderendaags.
Nu komen de duivinnen op zaterdagvoormiddag wel op het hok, maar de weduwnaars die in de late namiddag thuiskomen, krijgen hun partners pas de week nadien. Een uitgeruste duiver heeft meer aan zijn duivin. Bij Philippens is men overigens van oordeel dat duivers die enkele dagen mand achter de rug hebben en dan nog eens naar huis moesten vliegen, eerder om rust vragen dan om een duivin.
Daarnaast wordt er zo mogelijk ook een keertje per week tot op 35 km gereden, een werkwijze die op de meeste goed spelende hokken een populaire gewoonte geworden is.

Ten slotte

Hoe het ooit allemaal verder zal gaan, met of zonder duiven, het is niet te voorspellen, maar met de kleine Paul staat de vijfde generatie P. Philippens in de startblokken. Naast Patrick zijn vrouwtje, is Paul sowieso het tweede zonnetje in huis. Of hij ooit een duivenliefhebber wordt, kan niemand zeggen en het maakt wellicht ook niks uit. De liefde tussen mensen staat immers nog steeds boven de positieve gevoelens die men kan hebben voor dieren. 
Patrick en vader Pierre hebben er samen een levenslange en gezamenlijke duivensportcarrière op zitten om u tegen te zeggen. Op hun lauweren gaan rusten zit er voor deze liefhebbers echter niet in. Met een correcte en strenge hand leiden ze hun kolonie, waarmee op sommige tijdstippen op een uitzonderlijk hoog niveau wordt gepresteerd. Men moet het natuurlijk allemaal kunnen, maar ook willen, om er zoveel tijd in te steken. Zoals Patrick zegt, “met iets of wat goed duivenbloed op de hokken, gepaard met de juiste motivatie, moet men mee kunnen doen voor de prijzen.” 
‘Proficiat Pierre en Patrick’, zijn woorden die jullie loopbaan wellicht minimaliseren. Het is dus moeilijk om hier op gepaste wijze voor jullie te salueren. Maar toch, met tonnen vol respect, houden we het eenvoudig: tot de volgende!

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.