LEO VAN HORENBEECK - 1e Nat. Kampioen Grote halve fond jonge 2019

Liefhebber: 

Wijgmaal – Wijgmaal is een deelgemeente van Leuven in de provincie Vlaams-Brabant. Ze werd in het verleden lange tijd in één adem genoemd met de "Remyfabrieken", een wereldproducent van stijfsel allerhande.

Wijgmaal telt 3500 inwoners en moet nog een 6-tal duivenmelkers rijk zijn. Een van de blikvangers is de tandem Jeroen & Stijn Rans die in 2019 de 1e Internationaal Barcelona op zijn palmares schreef. We hebben ook nog de tandem Vanden Eynde-De Nijn en Leo Van Horenbeeck (66). Deze laatste bekroonde een knap seizoen met de titel van 1e Nationaal Kampioen Grote Halve Fond Jonge Duiven. Het is een kleine melker die met veel talent en een hok goede duiven tot mooie prestaties in staat is. Zijn broer Flor Van Horenbeeck (81) uit Mechelen is een fervente Quiévrainspeler die ondanks zijn leeftijd nog steeds zijn mannetje staat op de snelheidsvluchten.

ZO WERD HIJ NATIONAAL KAMPIOEN
    1e get. 2e get.
Chateauroux Nat. 22.476 d. 311 1002
Argenton Zone B2 4796 d. 66 1
Chateauroux Nat. 19.529 d. 2413 87

Op eigen benen

En zoals zo dikwijls was ook vader Louis Van Horenbeeck een duivenmelker in hart en nieren. Hij trok op de kleine halve fond behoorlijk zijn streng. Vader speelde samen met zijn zoon Florent en Leo wilde eigenlijk ook met vader samenspelen. Maar vader wilde dit niet omdat hij reeds met een andere zoon samenspeelde.
Moeder was de reddende engel en zegde tegen Leo dan speel je maar op mijn naam en we zetten een afzonderlijk hokje in de tuin. 
Leo was twaalf jaar toen hij voor eigen rekening begon met duiven van vader en vrienden. Hij heeft op dat kleine hokje gespeeld tot hij 19 jaar oud was. Hij trouwde en is in 1972 met duiven begonnen in Mechelen ook met duiven van vader en van vrienden. Daar heeft hij dan 8 jaar goed gespeeld op de 300 km-vluchten. Hij had daar een excellente weduwnaar die altijd voor de waarborg stond en nooit miste. Of toch die ene keer dat hij de 3e prijs won en dat de 1e en 2e prijs de waarborg voor zijn neus verdeelden.
In 1980 heeft Leo dan in Wijgmaal een nieuwe start genomen met de oude basis en duiven van Albert Derwa, Herent.
De laatste 20 jaar zijn er duiven bijgekomen van Jean Vandessel, Wijgmaal. Een duivin van deze melker en een doffer met Houben-origine vormden een echt superkoppel. Er kwamen ook duiven bij van Danny & Nick Van Avondt, Wespelaar en dat waren echte toppers. Verder nog duiven van Cammaerts, Wilsele uit zijn fameuze grijze soort. Koen Van Laer, Winksele bezorgde Leo een duivin “067” die de 1e zone Limoges 1928 d op haar naam schreef.
Michel en Gunther Eyletten, Diest zorgden voor twee goeie kweekduivinnen. Wilfried Timmermans, Schaffen was de leverancier van een uitstekende kweekduivin. Eduard De Becker, Tildonk zorgde voor een goede kweekdoffer en Gust Van den Broeck, Schaffen bezorgde Leo de B19/2125006 die als jonge duif 4x knap presteerde op de nationaals. Verder kwamen er nog goede duiven van Kristiaan Vrebos, Neerijsse en Willy Quintens, Rotselaar.
Duiven van Van Avondt, Vandessel, Cammaerts en Eyletten zijn nu de voornaamste bloedlijnen van de Wijgmaalse kolonie.

De hokken in Wijgmaal.Eenvoudig weduwschap

Leo Van Horenbeeck kwam aan de start van het seizoen met een ploeg van 12 weduwnaars, 20 duivinnen, 70 jongen en 24 koppels kwekers.
De weduwnaars worden op 25 november gekoppeld en trekken een koppel jongen groot. Daarna volgt er geen tweede koppeling meer. Na het spenen van de jongen begint voor de weduwnaarsploeg de dagelijkse training. In het vroege voorjaar wordt er slechts eenmaal getraind om 16 u. Na een maand wordt de oefenbeurt verplaatst naar ‘s morgens 8 u. Vanaf mei wordt er ‘s morgens en ‘s avonds getraind. De weduwnaars trainen dan samen met de jonge doffers die dan al op de schuifdeur zitten en vormen dan een grotere groep wat makkelijker traint.
De weduwnaars trainen vlot een half uur tot een uur en je kunt merken of er conditie is onder de vliegploeg. Rondjes rond het hok draaien is niet voldoende. Leo ziet graag de ploeg open spatten en de duiven die door elkaar duiken.
In een drietal etappes worden de weduwnaars opgeleerd tot 30 km en daarna gaan ze de mand in voor Momignies. Tijdens de eerste weken van het weduwschap worden de doffers wel een paar keer midweeks weggevoerd.
Voor de eerste wedstrijden zit de duivin halfbak op het hok en voor de doffers is het liefde door de tralies. Verder in de loop van het seizoen wordt alleen de nestschotel omgedraaid in de woonbak en komen de partners niet meer samen. De jaarlingen volgen hetzelfde regime als de oude duiven. Leo speelt het klassiek weduwschap in zijn eenvoudigste vorm en er wordt niet naar extra motivatie gezocht. Wanneer de doffers rond staan en vlot in het bad duiken op de inkorvingsdag dan gaat Leo met een gerust gemoed de duiven inkorven.

Lesbische duivinnen

Van de 20 duivinnen worden er 10 gekoppeld en die trekken een koppel jongen groot. De 10 andere blijven in de volière. Na het spenen van de jongen gaan de doffers weg en de duivinnen komen op één hok en ze worden lesbisch gespeeld.
De duivinnen krijgen een nestschotel en van de 20 duivinnen worden er doorgaans 7 koppels gevormd. De andere 6 duivinnen krijgen onderdak op het hok van de jonge duivinnen en worden dan met de schuifdeur gespeeld met de jonge doffers. Ze werden als jonge duif op de schuifdeur gespeeld en pakken deze methode opnieuw probleemloos aan.
Uiteraard zijn de 4 eieren die de duivinnen in de nestschotel deponeren niet bevrucht. Maar in de volière broeden er enkele koppels op bevruchte eieren en deze worden dan ondergeschoven bij de lesbische paren en die trekken die jongen groot. Een voordeel is dat wanneer de duivinnen ingekorfd zijn de eieren of eventueel jongen nog eens bij het koppel in de volière kunnen ondergeschoven worden. Het is ook zo dat de lesbische partners nooit in dezelfde verzendingsmand ingekorfd worden.
In een drietal etappes worden ook de duivinnen opgeleerd en ook in het begin van het seizoen kunnen ze in de week eens weggevoerd worden. Ook de duivinnen trainen probleemloos een half uur tot een uur. Op de inkorvingsdag krijgen ze ook een bad en Leo houdt goed in de gaten wie als eerste het bad in duikt.

PALMARES

1e Nat. Argenton 2017 oude duiven 13.621 d.
1e Nat. Vichy 2003 jonge duiven 11.510 d. en snelste van 14.221 d.
1e Nat. Zone Limoges 2019 oude duiven 1928 d.
1e Nat. Zone Argenton 2019 jonge duiven 4796 d.
1e Nat. Kampioen KBDB 2019 jonge duiven
Wint 15 keer 1e Prov. waarvan 9 prijsduiven uit het super kweekkoppel komen.

In 2019: 1e kampioenschap GHF jonge Nationaal
In 2019: 1e kampioenschap GHF jonge Brabantse Unie
In 2018: 3e kampioenschap GHF jonge Brabantse Unie en 2e kampioenschap GHF jonge Sans Peur Herent
In 2018: 3e kampioenschap GHF oude Sans Peur Herent
In 2018: 4e kampioenschap GHF jaarse Sans Peur Herent
In 2017: 1e kampioenschap en 1e asduif GHF jonge Sans Peur Herent
In 2017: 1e kampioenschap en 1e asduif GHF samenspel Tussen Demer & Dijle
In 2017: 1e kampioenschap GHF jonge Brabantse Unie
In 2016: 1e kampioenschap GHF jaarse en 2e kampioenschap jonge Sans Peur Herent
In 2015: Brabantse Unie 2e in de categorie halve fond jonge, Tussen D&D 4e GHF jonge, Sans Peur 3e GHF jonge
In 2013: 2e koning en 3e HF jaarse bij de Brabantse Unie, 1e bij de oude en 2e bij de jaarse GHF in Demer & Dijle, 2e bij de oude en 2e bij de jaarse GHF in Sans Peur Herent, 4e algemeen kampioenschap Brabantse Lokalen van Cureghem Centre
In 2011: 2e maal Nationaal kampioen jonge duiven Cureghem Centre
In 2011 en 2012: Allround kampioen Sans Peur, Herent

Jonge duiven in topvorm

De jonge duiven worden gekweekt uit kwekers en weduwnaars. De eerste 40 gaan naar zoon Christophe Van Horenbeeck in Schaffen. De resterende 25 jongen blijven bij Leo en daarna wordt nog een tweede ronde gekweekt uit de kwekers.
De jongen worden verduisterd van bij het spenen tot aan het einde van het seizoen. De straatlamp is een spelbreker en daarom worden de jongen gans het seizoen vanaf 18 u tot 7 u ‘s morgens verduisterd.
Het opleren gebeurt in een zestal etappes tot 30 km. In het begin kan het wel eens gebeuren dat de jongen tussendoor nog eens weggevoerd worden. Na Soissons wordt de schuifdeur ingevoerd. Bij de inkorving komen doffers en duivinnen 3 u samen. Om de motivatie wat te stimuleren werden er onder de klassieke woonbakken 6 bakjes van 30 cm hoog en 78 cm breed getimmerd die met een schuifje kunnen afgesloten worden. Bij de inkorving gaan de schuifjes naar omhoog en paarlustige jongen kunnen stoeien in de nestschotel in de bakjes. Links en rechts op het hok worden schuine planken gezet met een nestschotel achter en ook dat zijn uitverkoren plaatsjes voor de jonge koppeltjes.
De jonge duiven vlogen 2x Momignies, 2x Soissons, kleine halve fond en de meeste jongen hebben de nationaals Bourges, 2x Chateauroux en Argenton gevlogen.
Leo Van Horenbeeck: “Aan wat ik het succes met jonge duiven te danken heb? Ik kan daar geen eenduidig antwoord op geven. Hier worden de beste oude duiven nooit verkocht want ze gaan op de kweek. Ik verkoop wel de vruchten maar nooit de boom. Bovendien krijgen mijn duiven een goede verzorging en wordt er medisch goed naar het bord gekeken. Het moet gebeuren met goede duiven die de topvorm hebben.”

Lichte mengeling

De jonge duiven worden normaal iedere week gespeeld. Bij aankomst van een wedstrijd vinden ze “Gaby Vandenabeele” (Beyers) of een lichte mengeling in hun voederbakje. Er gaan dan eiwitten over het voeder en er zijn elektrolyten in het drinkwater. Van zaterdag tot dinsdag wordt er “Gaby Vandenabeele” gevoederd. Op woensdag wordt er bij normaal weer ook “Gaby Vandenabeele” gevoederd. Bij zwaar weer wordt er op woensdag al “Brilliant” (zwaardere mengeling) gevoederd en op donderdag komt er altijd 100% “Brilliant” in het voederbakje. Op donderdag wordt er ook snoepzaad + gepelde zonnepitten en ook af en toe wat pinda’s gevoederd. Iedere dag wordt er verse grit en vitamineral verstrekt. Ook gaat er biergist en lookolie over het voeder.
Op maandag gaan er “gele druppels” over het voeder en is er “Herbosol” in het drinken. Op dinsdag is er Avidress in het drinkwater en op woensdag appelazijn. Op donderdag gaat er opnieuw “Herbosol” in de drinkpot.

Gele druppels

Voor aanvang van het vliegseizoen wordt er 6 dagen behandeld tegen trichomonas en daarna worden de “gele druppels” via het voeder verstrekt op maandag. Ook de jonge duiven worden na het spenen 6 dagen behandeld tegen tricho en daarna krijgen ook zij de “gele druppels”.
Tegen de luchtweginfecties werd er voor aanvang van het vliegseizoen behandeld met een product van de dierenarts. In mei werd deze behandeling nog eens herhaald. Ook bij de jonge duiven werd er een tweede maal “gekuurd”.
Oogzalf “Clinagel” wordt gebruikt bij jonge duiven die oogproblemen hebben. De zalf wordt tweemaal per dag toegediend gedurende enkele dagen. Behandelde duiven worden niet gespeeld.

Een volière voor de hokken brengt gezondheid onder de jonge duiven.Volières voor de hokken

Alle duiven zitten op tuinhokken. De weduwnaars worden gespeeld op een hok van 3,5 m, de duivinnen op een hok van 2 m, de jonge duiven op een hok van 5,8 m dat in twee compartimenten verdeeld is.
Het hok van de jonge duiven heeft een schuin oplopend dak en heeft een open nok. Voor en boven de duiven is er een verluchtingspleet met draad van 80 cm. Er zitten verluchtingsroosters in de voorzijde van het hok. De duiven zitten op een plankenvloer en er is een volière voor het hok van de jonge duiven.
De weduwnaars en de duivinnen hebben een hok met een zadeldak met een verluchting voor en boven de duiven. Er is een kleine volière voor het hok waar de duiven een bad krijgen.

Strenge selectie

De plaatsjes op het hok van Leo Van Horenbeeck zijn beperkt en een strenge selectie moet zorgen dat de kolonie niet uit haar voegen barst. Van de oude duiven wordt verwacht dat ze een paar keer per tiental vliegen.
Bij de jonge duiven wordt zo mogelijk nog een scherper mes gehanteerd. Van de jonge ploeg hebben slechts 4 jonge doffers de selectie overleefd.

De ideale duif

Leo Van Horenbeeck: “Ik hou van een duif die goed in de hand ligt. Ze moet een zachte pluim hebben en goed gesloten zijn. Maar de resultaten zijn voor mij het belangrijkst. Verder verkies ik een duif met een smalle ademspleet. Het oog zegt me heel weinig maar een goed gespierde duif met een stevige voorarm krijgt van mij goede punten.” 

Het kweekhok

Er wordt in principe niet aan familiekweek gedaan. Er werd wel een uitzondering gemaakt met “Kaat” B15/2005034 (1e nat. Argenton 13621) die met haar grootvader gekoppeld werd. Er blijven een aantal vaste koppels samen en de rest van de kweekduiven wordt regelmatig herkoppeld.

Een paar goede kweekkoppels zijn:

B12/2037027 x B09/2034015 en zij werden de ouders van:

  • “Kaat” B15/2005034 met 1e nat. Argenton 13621 d, 125e nat. Chateauroux 10442 d
  • “047” B16/2053047 met 1e prov. Blois 1669 d.

B14/2174753 (De Becker) x B12/2020745 (Eyletten) en zij werden de ouders van:

  • B17/2020641 met 1e prov. Bourges 2259 d.

Een prima duif

De B19/2125006, origine Gust Vandenbroeck, werd 2e prov. asduif Vlaams Brabant met 1205e nat. Chateauroux 22.476 d., 67e nat. zone B2 Argenton 4796 d., 319 nat. Chateauroux 19529 d.

 

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.