HENDRIK & PAUL VOETEN - Olympiadeduif Fond Roemenie 2022

Oud-Turnhout – Oud-Turnhout werd bij ons de drukst bezochte plaats van het seizoen. We lieten ons vertellen dat “De Liereman” een schitterend natuurpark is, dat “Appelen Roes” een van de grootste fruittelers van België is, dat “De Lint” een chique villawijk met veel Hollanders is en dat “Alta Ripa” ook een stijlvolle feestzaal is. Dat ze er ook uitstekend met de duiven kunnen spelen, dat wisten we al. Na de tandem Bart en Nance Van Oeckel en Niels Broeckx werden Hendrik en Paul Voeten uit Oud-Turnhout de nummer drie uit het noorden van de provincie.

Paul Voeten werkt als beenhouwer bij een keurslager in Geel en vult zijn vrije uren met duivensport van hoog niveau. Hij en vader Hendrik hadden in 2021 de 3e Olympiadeduif Cat. C 2020-2021, waren in 2019 1e Algemeen Kampioen halve fond Samenspel Turnhout, hadden de 1e Asduif Fondclub Antwerpen Oude 2020, de 1e Asduif Fond Union Antwerpen Oude 2020 en 1e Asduif Fondclub Turnhout Oude 2020, om maar de voornaamste te noemen.

Grootvader Jan Van den Akkerveken

Vader was geen duivenmelker maar grootvader Jan Van den Akkerveken was duivenmelker op zijn boerderij. Paul was heel veel bij grootvader en zat uiteraard met hem veel op het duivenhok. De duiven opwachten wanneer ze van een wedstrijd thuiskwamen of ook maar simpel de duiven loslaten fascineerde hem bijzonder. Zo geraakte hij door de duivenmicrobe besmet en dat zou zijn verdere levensloop bepalen. 
In 1979 is Paul voor eigen rekening met duiven van grootvader begonnen. Later kwamen er nog duiven bij van Jos Van der Veken, Retie. Paul heeft er goede duiven gehaald waaronder zijn stamvader en die duiven zitten nog altijd in de pedigrees. Hij werd ook prima bediend bij Karel Embrechts, Gierle en ook Jan Van Oeckel, Oud-Turnhout deed zijn duit in het zakje. Ook bij Bart en Nance Van Oeckel, Oud-Turnhout was hij aan het goede adres en de nakweek van de “F16” waren echte toppers. Ook Jef Lauwers, Arendonk leverde kwaliteit en we vinden zijn naam terug in de pedigree van het “306’ke” van Niels Broeckx.
Een uitstekende inbreng kwam er ook van Fer Vermeiren, Turnhout. Hij had een “Vale Duivin” die altijd bij de buren ging zitten. Paul kon die kopen voor 500 BF en die duivin werd zijn stammoeder. Ook met duiven van Peter Stakenburg is men zeer goed gelukt in Oud-Turnhout. Herman Lenaerts, Merksplas leverde hem de moeder van zijn Olympiadeduif en Paul heeft daar nog meerdere goede duiven gekocht.

Weduwnaars voor Quiévrain en Noyon

De ploeg weduwnaars (21) wordt gespeeld op Quiévrain (135 km) en Noyon (240 km), of 8 voor Quiévrain en 13 voor Noyon. Deze worden gekoppeld half december en trekken een ronde jongen groot. Ze trainen tweemaal daags drie kwartier tot een uur.
Bij de inkorving komen ze tien minuten samen en na aankomst van een wedstrijd blijven ze een uur bij elkaar.
Bij het opleren worden ze twee keer tot 20 km weggevoerd en gaan dan met de vereniging tot 50 km of soms ook rechtstreeks naar Quiévrain. Het is het klassieke weduwschap in zijn zuiverste vorm en naar extra motivatie wordt er niet gezocht. De weduwnaars komen verder in de loop van het seizoen niet met een nestje. Ook kweken ze geen ronde late jongen.

Totaal weduwschap

Met 15 doffers en 25 duivinnen wordt het totaal weduwschap gespeeld met een voorkeur voor de duivinnen. Van de beste duivinnen blijven na enkele weken de doffers thuis. Er wordt gestart met 25 duivinnen en aan het einde van de rit blijven er soms maar 12 over.
Deze duiven doen niet aan vroege kweek. Via 2x 20 km, 1x 50 km worden ze opgeleerd en dan gaan ze met de vereniging naar Quiévrain. Zowel doffers als duivinnen trainen maar 1x daags een vol uur. Van deze ploeg vliegen een 4-tal duiven Quiévrain en de rest van de ploeg vliegt de halve fond (doffers) en de duivinnen vliegen halve fond en fond van 400 km tot 600 km. De doffers doen het duidelijk minder goed dan de duivinnen. Er zijn wel wat problemen met het onderling paren maar de beste duivinnen paren niet.

Jongen niet verduisterd

Er worden 150 jonge duiven gekweekt uit de kwekers en vliegers. Ze worden gespeend aan de ouderdom van 25 dagen. De jongen worden niet verduisterd en dat resulteert in mindere resultaten. Paul noemt zichzelf geen specialist met jonge duiven. De jongen worden ook niet bijgelicht.
Bij het opleren worden de jongen een 4-tal keren weggevoerd tot 20 km. Met de vereniging gaan ze naar Beersel (50 km) en daarna wordt het Quiévrain. De schuifdeur wordt ingevoerd van begin juli en dit gedurende zes weken. Daarna mogen de jongen paren en met een nestje komen om de rui tegen te gaan. Er komen soms oude duiven op het hok om wat meer leven in de brouwerij te brengen. Bij de inkorving komen de jongen een uur samen en na aankomst van een wedstrijd blijven ze samen tot de volgende dag. De jongen die het einde van het seizoen halen worden allemaal gespeeld als jaarling.

De “Bourges Duivin”

De “Bourges Duivin” B18-6055458 werd de 3e Olympiadeduif Fond (Cat. C) 2020-2021. Zij werd onder meer 18e Nat. Asduif KBDB Fond Oude 2020, 1e Asduif Fondclub Antwerpen Oude 2020, 1e Asduif Fond Union Antwerpen Oude 2020, 1e Asduif Fondclub Turnhout Oude 2020. In 2019 werd ze 1e Asduif Fondclub Turnhout en in 2021 werd ze 2e Asduif Fondclub Turnhout.
Het is een blauwe duivin uit de middelmaat. Ze is een witoger met een perfecte vleugel en ze is goed gesloten. Ze heeft een stevige rug en een korte voorarm en is niet paarlustig met andere duivinnen, maar het is een zenuwachtige duif. Op het duivinnenhok zit ze aan de schuifdeur op een omgekeerde drinkpot te wachten tot de schuifdeur opengaat en ze bij haar partner kan. Bij aankomst van een wedstrijd is ze nooit moe maar moet altijd een ererondje maken rond het hok. Ze nam deze slechte gewoonte aan toen ze bij aankomst van een wedstrijd een klamper in het vizier kreeg.
Op de Pipa Ranking 2020 klasseerde ze zich over 3 vluchten op de 53e plaats, over 4 vluchten op de 18e plaats, over 5 vluchten op de 12 plaats en over 6 vluchten op de 7e plaats. In 2021 stond ze over 7 vluchten op de 90e plaats.
Zij werd 3e Olympiadeduif Cat. C met 5e reg. Bourges 392 d., 36e prov. Chateauroux 2210 d., 19e nat. Guéret 7175 d., 4e prov. Bourges 579 d., 26e zone Argenton 1956 d. en 77e nat. La Souterraine 8383 d.

Voeding Van Tilburg

De voederleverancier is Van Tilburg, Zondereigen. Voor de duiven op vitesse en halve fond wordt het na aankomst van een wedstrijd op zaterdag, zondag en maandag dieet. Op dinsdag en woensdag wordt het 50% dieet + 50% sportmengeling. Op donderdag en vrijdag wordt het 100% sportmengeling. Vier verschillende zakken sportmengeling worden onder elkaar gemengd.
Voor de duiven die de fond vliegen wordt het op zaterdag 50% dieet + 50% sportmengeling. Op zondag en maandag wordt het dieet. Op dinsdag, woensdag en donderdag wordt het 100% sportmengeling.
Verder gaan er na aankomst van een wedstrijd elektrolyten in het drinkwater. Er wordt ook snoepzaad gevoederd, er gaat honing en biergist over het voeder en 2 dagen voor de wedstrijd worden er vitamines gegeven. Iedere dag in het seizoen wordt er gritmix “Allerlei” verstrekt.

Medische begeleiding

De dierenarts van dienst is Aksel Gacoms. Voor aanvang van het seizoen, wanneer de duiven met eieren liggen, wordt er vier dagen behandeld tegen trichomonas. Tijdens het vliegseizoen wordt er om de vier à zes weken twee dagen behandeld met een tricho-cocci preparaat.
Tegen luchtweginfecties werd er alleen bij de jonge duiven 2x behandeld met “Orni-DS”. Adeno zorgt ieder jaar voor problemen. Laten uitzieken en weinig eten geven is dan de boodschap. Tegen paramixo wordt er 1x ingeënt met een gewoon vaccin.
Tegen de pokken wordt er al jaren niet meer ingeënt en jaarlijks doen er zich dan enkele gevallen voor. Tegen paratyfus wordt er in het najaar 10 dagen behandeld met Baytril. Het is de bedoeling van Paul om zo weinig mogelijk medicijnen aan de duiven te geven.

Hokken uitwassen met javel

Er wordt gespeeld op 15 m hokken onderverdeeld in 4 m voor 2 afdelingen jonge duiven, 2 m voor de duivinnen, 2 m voor de doffers en 7 m voor de weduwnaars Quiévrain en Noyon en nog een afdeling voor de jonge duiven.
In het plafond van ieder hok is er een verluchtingstrook van 50 cm breed. In het pannendak zitten ook een aantal “luchthappers”. 
Er staan nergens volières voor de hokken met uitzondering voor het hok van de kweekduiven. Het zijn geen geïsoleerde hokken en de hokken worden tweemaal per week gekrabd. De vliegduiven zitten gedeeltelijk op roosters. Eenmaal per jaar staat een grote kuis gepland en de hokken worden dan uitgewassen met bleekwater. Er zit ook niet overdreven veel glas in de hokken.

Nog duiven bijgehaald

Het kweekhok geeft onderdak aan 30 koppels kwekers en deze worden op 25 november gekoppeld. Er wordt niet aan familiekweek gedaan. De duiven worden heel veel herkoppeld en slechts een 3-tal koppels blijven samen. De selectie van de kwekers gebeurt op de prestaties van de oude vliegers.
Er worden nog duiven bijgehaald. Twee jaar geleden werden er nog 6 duiven van Jos Van der Veken bijgehaald. Vorig jaar ook nog een duivin van Jan Van Oeckel. Ook werden er dit jaar nog drie duiven bijgehaald van Koen Claesen, Hechtel, origine Marcel Wouters. Bij Niels Broeckx werden er nog twee duiven gehaald voor de kweek evenals drie duiven van Peter Stakenburg. Ook werden er drie duiven bijgehaald van Kris Van Massenhoven, Retie.
Er wordt aan compensatiekoppelen gedaan ofschoon Paul daar maar weinig tijd aan besteedt. De kwekers krijgen licht tijdens het kweken.
De stamvader van de kolonie is de “Goede Rooie”. Het is een superdoffer uit het oud stamkoppel van Fer Vermeiren x Jos Van der Veken. Doorgaans wordt er goed x goed gekoppeld en de kwekers krijgen 3 jaar de tijd om te bewijzen dat ze die naam waardig zijn. Er wordt niet aan voorkoppelen gedaan en er wordt bijgelicht tijdens de kweek.

Selectie

De selectie gebeurt op het aantal prijzen per 10-tal en de oude duiven moeten twaalf à dertien keer prijs vliegen per jaar. De kopprijzen worden heel hard gewaardeerd en het model van de duif speelt helemaal geen rol.

Enkele toppers

• B18-6055419 “Blauwe Pits” met 42e nat. Bourges 23.195 d., 18e Noyon 2930 d., 11e La Chatre 2021 d., 40e nat. Chateauroux 5140 d., 991e nat. Chateauroux 24.617 d., 318e nat. Bourges 8410 d.
• B21-6087854 “Prutse Mie” met 59e Quiévrain 630 d., 6e Quiévrain 1530 d., 147e Quiévrain 1500 d., 64e Quiévrain 1650 d., 146e Quiévrain 1990 d., 68e Quiévrain 1870 d. en 9x prijs op 10 wedstrijden.
• B17-6055138 met 94e Noyon 1619 d., 49e Noyon 1149 d., 27e Noyon 1064 d., 45e Noyon 645 d., 2e Noyon 500 d., 30e Noyon 385 d., 27e Quiévrain 1608 d., 2e Quiévrain 1916 d., 44e Quiévrain 1009 d., 2e Noyon 1085 d., 35e Noyon 887 d., 59e Noyon 643 d., 66e Noyon 885 d., 44e Noyon 374 d., 49e Noyon 350 d.