GERARD & BAS VERKERK - Gouden Duif-winnaars Nederland

Onderwerp: 

G. & S. Verkerk uit Reeuwijk zijn de Gouden Duif-winnaars Nederland. Gerard, de schoenmaker die uiteindelijk niet bij zijn leest bleef en Sebastiaan (Bas) de wonderboy, zijn ondertussen een begrip in duivenland van Antarctica tot de Noordpool.

Klein begonnen op een minihokje in een postzegeltuintje in Alphen aan den Rijn, wonen ze ondertussen op een prachtige locatie in Reeuwijk tussen de polders. Vlakbij die andere grootheid Willem de Bruijn beheren ze hier één van de beste hokken ter wereld in dit prachtige stukje Holland, te midden de groene velden, blauwe sloten, witte bruggetjes, kleurrijke eendjes en majestueuze zwanen. Een ware levende ansichtkaart.
Eerst leek het mij een vergiftigd geschenk een interview te moeten doen met dit duo. Alles wat er op sportief vlak te schrijven valt over deze vader-zooncombinatie is ooit al geschreven. Michel Bommerez heeft enkele jaren geleden een fantastische reeks artikels over hen gemaakt. Deze reeks is zo goed en zo compleet dat ik hier niets meer aan kan toevoegen.
Ik sprong echter een gat in de lucht toen ik te horen kreeg dat het een diepgaander gesprek mocht zijn. Natuurlijk is het een gesprek met de winnaars van De Gouden Duif Nederland 2020 en zal het dus over duiven gaan, maar het gaat ook een gesprek worden met en over de mensen achter dit succes. Zeker met Bas kan je onmogelijk een conversatie voeren zonder het over duiven te hebben, maar we gaan toch proberen iets dieper te graven op zoek naar de mannen achter zoveel succes!

ZO WONNEN ZIJ DE GOUDEN DUIF NEDERLAND
datum-vlucht a.d. 1e, 2e, 3e get. coëfficiënt
20/6 Peronne 13.510 d. 328, 40, 23 2,89
20/6 Pont St. Maxence 33.687 d. 442, 339, 104 2,63
12/9 Peronne 16.670 d. 285, 168, 28 2,89
5/9 Pont St. Maxence 19.142 d. 1541, 1044, 125 14,16
4 vermeldingen

DD: Gerard en Bas, eerst en vooral proficiat met jullie overwinning! Jullie mogen een jaar lang trots de titel “Gouden Duif Nederland” dragen. Doet dit nog iets met jullie, zoiets winnen?
BV: Ja toch wel. Het is ook niet zomaar de eerste de beste trofee en we zijn daar best trots op. Temeer daar het de derde keer is  (na 2003 en 2007, telkens nog in Alphen a/d Rijn) dat we dit winnen.
GV: Wanneer je een mooie vlucht wint of je hebt een asduif of olympiadeduif krijg je een paar sms’jes als felicitatie. Vorige keren toen we de Gouden Duif wonnen, en nu weer, kwam de ene  na de ander sms binnen. Je merkt dat dit leeft bij de mensen en zeer gewaardeerd wordt.

DD: Jullie werden Gouden Duif-winnaar in dit vermaledijde coronajaar. Wat hebben jullie dit seizoen anders aangepakt dan andere jaren?
BV: Niet zo heel veel, eigenlijk duurde de maand maart langer. De duiven werden 1 maand langer verduisterd ten opzichte van andere jaren. Dus tot eind mei in 2020. Verder was het natuurlijk een compacter seizoen maar niet zo verschillend van andere jaren. We moesten wat flexibeler zijn. Belangrijkste was de duiven rustig te houden.
Eigenlijk doen we ook al jaren hetzelfde. Al van de jaren in Alphen spelen we totaal weduwschap en daar zijn we ook beginnen verduisteren, maar verder is er in al die jaren eigenlijk weinig veranderd. Zo gaat dat, je probeert van alles uit maar meestal keer je vroeg of laat toch terug naar “het oude”.

Gerard en Bas voor hun hokken in Reeuwijk.DD: Om even terug te komen op dat verduisteren. Vroeger heb je ooit eens gezegd, waarom verduisteren want wat je verliest in het begin van het seizoen win je op het einde. Sta je daar nog steeds hetzelfde tegenover?
BV: (lacht luid) Alleen een dommerik verandert nooit van gedacht he! Feit is wel dat het moeilijker is om te winnen in het begin van het seizoen. Iedereen staat dan scherp, zowel de duiven als de melkers. Die focus houden is niet gemakkelijk. Bovendien zijn er veel die hun duiven dan “opblazen”.
Dus tweede helft augustus/september is er gewoon minder concurrentie. Die zomeronderbreking die men nu landelijk heeft ingevoerd (landelijk ligt vitesse midfond van 10-7 tot 14-8 stil) is ook nergens goed voor, die duurt sowieso te lang en dat haalt de 
“schwung” eruit. Met als gevolg dat bij de meeste liefhebbers door rust de rui zijn intrede doet. Bij ons spelen de oude dan door voor de competities en de jongen komen er dan ook nog eens bij. 
Hierdoor spelen we zeker naar het einde toe met een massa duiven en dan beginnen de jaloerse opmerkingen te komen natuurlijk. Terwijl ik dan net win omdat ik niet die focus verlies, niet omdat ik meer duiven meegeef. Je geeft er tenslotte altijd veel meer mee die niet winnen.

DD: Op dat massa-inkorven komen we later nog terug. Je had het er net over dat er vorig jaar niets echt veranderd is aan jullie manier van spelen. Geldt dit ook voor wat betreft de medische begeleiding?
BV: Absoluut! De medische begeleiding is in handen van Stephan Göbel en Henk, Jan en Domien van team De Weerd.
Standaard krijgen de duiven in het seizoen iedere ca. 4 weken een behandeling tegen het geel. Tegen kopziekten wordt alleen behandeld na een bezoek aan de dierenarts. In het najaar staat er een kuur en enting tegen paratyfus gepland. Alle duiven krijgen ook een paramyxo-enting en zowel de oude als jonge vliegers worden tegen de pokken ingeënt. 

DD: In België worden de “gele druppels” (op basis van acrylflavine) veelvuldig gebruikt. Hoe staan jullie hier tegenover?
BV: Ik heb wel gelezen over de gele druppels, maar echt onschuldig is dit ook niet als je bijvoorbeeld Wikipedia leest. Zelf heb ik het nog nooit gegeven en heb er dus geen ervaringen mee. Omdat veel toppers het in België geven, zal het zeker niet slecht zijn.

DD: En de laatste van de obligate vragen, wat geven jullie aan voeding en bijproducten?
BV: De duiven worden traditioneel opgevoerd met de Verkerk mengelingen van Beijers. Daarnaast worden er Tovo, P40, snoep en pinda’s gegeven. We gebruiken al heel lang de mineralen van Dr. Marien, en wekelijks gaat er Forte Vita van Travipharma in het water. Dit zijn allemaal geen geheimen en dat doen we al jaren zo. We hebben een goed seizoen gespeeld maar daar is zeker geen spectaculaire oorzaak voor. Gewoon consequent doen wat werkt, veel inzet en dan lukt het meestal wel. Het ene jaar is ook het andere niet, zo gaat dat in elke sport.

DD: Gerard, het is genoegzaam bekend dat Bas al gek was op duifjes van toen hij uit de luiers kwam, maar wanneer had jij door dat die kleine van jou niet alleen gek was op duiven maar er ook een “feeling” voor had? Bij ons in Vlaanderen zeggen ze, “van wanneer wist je dat hij gene gewone was?”
GV: Dat was in 1996, we hadden een  duifje dat wat ziek was. Jaap de Wit keek ernaar en adviseerde om dat duifje op te ruimen. Bas was in alle staten want hij wilde absoluut die duif niet weg, hij zag iets in die duif. Het duifje kwam erdoor en vloog dat jaar in de natour nog wat staartprijsjes. Als tweejaarse brak het duifje helemaal door en dat werd onze “Ronaldo”.
BV: Toen de beste duif ter wereld, 100.000 gulden waard, een fortuin in die tijd.
GV: Ik herinner mij ook een St. Vincent in ’89. Er viel een duif heel vroeg. Eerst had Bas het nog niet door, hij was zoals vaak aan het ravotten met zijn zussen. Je kent dat wel, mekaar plagen en op de kast jagen. Ik kreeg telefoon dat er een duif binnen was en ben als een gek in de wagen gesprongen en heb toen zelfs door een rood licht gereden. Uiteindelijk pakten we 7e Nationaal en dat was absoluut Bas zijn verdienste. Hij deed toen het overgrote deel van het werk aan de duiven.

TIPS VAN BAS
  • Niets voor niets! Ook niet in de duivensport. Je moet ermee bezig zijn om resultaat te boeken.
  • Als je het jaar begint met een bepaald idee/methode, maak het dan indien mogelijk ook af. In veel gevallen: de aanhouder wint.
  • Probeer je ieder jaar te versterken met betere duiven. Het is niet altijd raak, maar af en toe is het bingo en dit geeft een impuls aan de vliegprestaties. 
  • Zoek het niet in allerlei theorieën, maar probeer zo dicht als mogelijk bij de prestatieduif zelf te blijven. Uit duiven waar al meerdere generaties niet mee gevlogen is, kweek je alleen nog mooie duiven. Op prestaties zijn ze in ieder geval niet geselecteerd.
  • Kweek meerdere rondes alleen uit je betere duiven. Dan is het al moeilijk genoeg.
  • Laat de mand beslissen wat de beste zijn. Speel ze zoveel mogelijk! De selectie doet men na de vluchten en niet ervoor.
  • Met weinig duiven kies je het beste voor specialisatie. Kies dan ook het onderdeel dat je het leukste vindt. Snelheid of grote fond of iets wat ertussen zit.

DD: Bas, wanneer was voor jou duidelijk dat je prof wilde worden?
BV: Van 1999 tot begin 2002 werkte ik conform mijn studies in een makelaarskantoor. Het was niet dat ik die job absoluut niet graag deed maar ze stond mijn duivenspelen in de weg. Het liep ondertussen vrij goed met de duiven maar ik moest constant schipperen tussen mijn job en de duiven. Dan wilde er eens iemand langskomen om naar de duiven te kijken en dan kon ik niet omdat ik moest werken. 
Ook de training en de verzorging van de duiven moest natuurlijk aangepast worden aan de werkuren en dat was ik op een gegeven ogenblik beu. Het begon me daar te vervelen. Op een dag zei ik tegen mijn baas, ”Ik denk dat het goed geweest is”. Nu moet je weten ik werkte op een agrarisch makelaarskantoor, mijn baas had dus voeling met landbouw en alles wat dieren aangaat. Hij wist wel dat ik goed met de duiven aan het spelen was maar toch hechtte hij weinig geloof aan mijn woorden. Op een gegeven moment heb ik hem toch moeten overtuigen dat hij voor mijn opvolging moest gaan zorgen want dat ik er in april niet meer zou zijn, dan begon het duivenseizoen. (lacht)

DD: Gerard, wat dacht je toen hij je kwam vertellen dat hij ging stoppen met werken en met de duiven ging spelen, zot?
GV: (lacht heel hard) Ja zoiets! Maar langs de andere kant heb ik hem nooit echt willen tegenhouden. Wanneer je van iets droomt moet je daarvoor kunnen gaan. Bas zijn opa droomde heel zijn leven van een bepaalde Harley maar de Harley is er nooit gekomen.
BV: Bovendien had ik niets te verliezen. Ik wilde niet dat duivenspelen mijn Harley zou worden.
GV: Ik had hem trouwens niet kunnen tegenhouden. Hij heeft het ook allemaal zelf gedaan he, het is niet zo dat ik hem financieel heb moeten helpen. Hij heeft zelf het geld verdiend om dit alles uit de grond te stampen.

DD: Bas, was je nooit bang, want je hebt toch een groot risico genomen?
BV: Nee, nooit eigenlijk. Daar was gewoon geen tijd voor. Je bent met zoveel bezig. Bouwvergunningen, bouwen, verbouwen, het werk op het hok. Wanneer moet je dan bang zijn? Je zit in een flow en je gaat maar door. En zoals ik al zei, wat had ik te verliezen?
Het was ook geen wilde sprong in het onbekende, het was een berekend risico. Ik speelde goed met de duiven en daar had ik alle vertrouwen in. Bovendien heb ik net zoals andere jonge, opkomende spelers toen volop kunnen profiteren van de groeiende interesse vanuit Azië en de opkomst van het internet. Daar ga ik niet flauw over doen. Hard werken en durven gaan voor je dromen zijn belangrijk, maar een dosis geluk heb je altijd nodig om te slagen in het leven.

Het rennetje waaruit de duivinnen gespeeld werden in Alphen a/d Rijn. Het simpelst mogelijke hok, aldus Bas, maar veruit het beste dat ze ooit gehad hebben !
Het rennetje waaruit de duivinnen gespeeld werden in Alphen a/d Rijn. Het simpelst mogelijke hok, aldus Bas, maar veruit het beste dat ze ooit gehad hebben! 

DD: Veel melkers durven ook niet verhuizen net omwille van de duiven. Een nieuwe locatie en een nieuw hok is toch altijd een risico dat je neemt.
BV: Dat is ook zo en het is inderdaad niet altijd evident om een hok perfect te krijgen. Uiteindelijk is een hok nooit “af”, er valt altijd nog wel iets te verbeteren. De verluchting op ons hok is nog altijd niet zoals we zouden willen. We hebben al van alles geprobeerd maar ik ben nog steeds niet tevreden en waaraan ligt het?
Weet je, ons beste hok in Alphen, het hok van de duivinnen, was een hokje van twee keer niks. De voorkant was half open en 45 duivinnen zaten op een hok van 1.90 x 1.20 x 1.70 m. Links zaten ook nog wat jongen. Dat was dus wel ons beste hok.
Toen we dit hok hier bouwden, dachten we natuurlijk dat het perfect was zo. Niet dus! De voorkant is dicht en bovenaan is de kap open. Het verschil met Alphen is dat we hier niet ingesloten zitten in een woonwijk en op deze open vlakte schiet de zuidwestenwind eronder. We zitten hier zeker mooi maar je hebt hier natuurlijk veel meer last van de weersinvloeden dan in de stad.
Ik weet nog hoe ik op het hok kwam en bijna alle duiven op de grond zaten, er was duidelijk iets niet goed qua verluchting. Pap dan onmiddellijk naar de Gamma gestuurd en we hebben alles dichtgemaakt met bubbeltjesfolie. Weer twee jaar later hebben we de nok helemaal afgesloten en geïsoleerd. Maar perfect is het dus nog altijd niet, zeker bij de jongen moet de verluchting nog beter en eigenlijk ook bij de oude.

DD: Stel dat je de stap 10 jaar later had gezet, had je dan iets anders gedaan? Was je terug naar hier getrokken en had je op dezelfde manier alles opgebouwd?
BV: Je leert natuurlijk altijd bij in je leven en je wordt steeds een beetje wijzer. Moest ik 10 jaar geleden pas vertrokken zijn uit Alphen dan was ik wellicht naar België getrokken. Het hele spelsysteem bij jullie vind ik veel beter.
Men doet er hier alles aan om de kleine melkers/hobbyist tevreden te houden. Daar heb ik op zich geen probleem mee, maar de anderen blijven teveel in de kou staan. De kleine melkers/hobbyisten voelen zich in België toch ook prima met het systeem ginder. Wie ervan houdt kan in België elke week Quièvrain spelen, dat is toch prima?
In Nederland heb je veel te weinig keuze in vluchten en kan je niet zomaar spelen wat je eigenlijk wil spelen. Je begint al een maand later en voor je het weet zijn de vluchten die jou goed liggen weer voorbij. Nee, dat vind ik maar niets, je moet alles kunnen spelen. 
Zo spelen we zelf het liefst de dagfond, dat zijn voor mij de mooiste vluchten. In Alphen speelden we nog alles maar we zijn ons meer gaan toeleggen op dit soort vluchten. Begrijp me niet verkeerd, ik ben dolblij als we winnen op Duffel, maar dat is toch niet hetzelfde. Die vluchten zijn ook zo voorspelbaar, naargelang hoe de wind staat weet je wie er goed zal pakken.
Je moet in Nederland wel een beetje alles spelen, anders heb je het grootste deel van de tijd niks. Ook de lossingspolitiek in Nederland vind ik niet goed. Al die “aparte” lossingen. Ze zouden beter alles samen lossen. De groepen zijn te klein nu en de jonge duiven leren op die manier niets.

DD: Nooit geen zin gehad om je zelf te mengen op bestuurlijk niveau?
GV: Nee dat lukt niet. Ik heb me ooit op lokaal niveau wat ingezet. Zo zat ik  in de concourscommissie van de afdeling, maar als topspeler werkt dat niet. Hoge bomen vangen teveel wind en op alles wat je doet krijg je commentaar.

DD: Maar als man met een visie, hoe zie jij de toekomst van het duivenspel in Nederland?
BV: Ik heb natuurlijk geen glazen bol, maar wat ik wel merk is dat de tweedeling steeds groter wordt. De kloof tussen de “kleine” hobbyisten en de grote kampioenen wordt ieder jaar groter. De hobbyisten zijn natuurlijk in de meerderheid en naar hen wordt dan ook het meest geluisterd en dat vind ik jammer. De hobbyisten en de grote kampioenen zijn allemaal belangrijk voor de sport, we hebben mekaar nodig. Nu komt er vooral veel kritiek op de grote kampioenen, zeker op diegenen zoals ik, die letterlijk met een groot aantal duiven spelen.

Het hokje in Alphen.DD: Het woord inkorfbeperking komt dan vanachter het muurtje gluren. Hoe sta jij hier tegenover?
BV: Natuurlijk ben ik daartegen want dat beperkt mij in mijn manier van spelen. Bovendien zie ik niet goed in wat het nut is. Je hoort weleens de kritiek dat als ik 300 duiven meegeef dit niet eerlijk is omdat de rest dan geneigd is die troep te volgen. Kijk, op een lossing van 1000 duiven ben ik hiermee akkoord, maar kom daar niet mee af op een lossing van 15.000 duiven he, dat is onzin.
Er is nu een voorstel tot inkorfbeperking van 250 jonge en 150 oude. In heel Nederland zijn een handvol spelers die zoals ik met meer duiven spelen. Wat win je dan door een handvol spelers te viseren en hen te dwingen een paar tiental duiven thuis te laten? Gaat dat iets veranderen? Ik denk het niet, dat brengt niets op.
Je gaat ook geen nieuwe spelers aantrekken door zulke veranderingen. Ook door een duivenmelker voor de klas een praatje te laten maken ga je de jeugd niet warm doen lopen voor de sport. 
Weet je wat zou helpen? Schakel bloggers is, werk meer met Youtube. Je moet inspelen op de manier die de jeugd aanspreekt, je moet hun taal spreken in hun wereldje.
Ook om het grote publiek meer aan te trekken zijn er betere methodes. Het klinkt misschien stom, maar weet je wat de populariteit van de sport enorm zou helpen? Een duivenmelker die een leuke, positieve rol speelt in “Goede tijden, slechte tijden” (voor de Vlamingen “Thuis” of “Familie”) of zoiets. Daarmee krijg je de mensen terug warm voor de sport. 
Er zijn vind ik ook teveel asduiven in Nederland, dat haalt de waarde van zo’n titel toch een beetje naar beneden. In het voetbal is er ook maar één wereldkampioen, dat heeft toch meer uitstraling dan 10 wereldkampioenen zoals in het boksen! Daarom, per categorie 1 asduif maar je moet dan natuurlijk wel alles tellen en niet een geselecteerd aantal vluchten.
Bovendien doet elk land het nu anders, hoe kun je dan vergelijken? Olympiadeduiven zijn een internationaal iets maar overal hanteert men andere criteria. Er zijn tegenwoordig trouwens ook absurd veel olympiadeduiven. De FCI zou hier beter paal en perk aan stellen en overal alles gelijktrekken. In mijn beleving terug naar alleen de tweejaarse klassementen (A t/m E).

Wat ik op sportief vlak voorstel is, laat iedereen één maand voor aanvang van de eerste oude duivenvlucht 10 duiven “tekenen”. Met deze 10 duiven speel je voor de hokkampioenschappen en van deze max. 10 duiven wordt er iedere week ook een aparte uitslag gemaakt. Deze 10 kunnen niet meer gewijzigd worden en een maand voor aanvang van de trainingsvluchten geeft men ook nog eens 20 jonge duiven op.
Naast de uitslag met deze duiven en de hierop gebaseerde hokkampioenschappen wordt er een uitslag gemaakt met betrekking tot de asduiven. Hierin staan alle duiven, want dit gaat om de individuele prestaties van de duif en niet om die van een hok/liefhebber.
Op die manier is het voor iedereen gelijk. Meer zelfs, dan zijn wij grote inkorvers in het nadeel. Op zo een groot aantal is het helemaal niet evident om er 10 of 20 uit te kiezen. Ik durf dus zeggen dat ik niet alleen veel win omdat ik met veel duiven speel, maar gewoonweg vanwege de kwaliteit van de duiven. (Bas windt zich wat op maar niet op een negatieve manier, wel gedreven, passioneel en vol zelfvertrouwen, een terecht geloof in eigen kunnen.)
Daarom ben ik ook zo trots dat we nu al voor de derde keer de Gouden Duif winnen. Voor jullie wedstrijd heb je er niets aan dat je 300 duiven meegeeft want alleen de eerste 3 getekende tellen.

DD: Het is inderdaad knap hoe je uit die massa de juiste weet te tekenen. Waarop baseer jij je bij het tekenen, op je buikgevoel?
BV: Nee, zuiver op de resultaten. Natuurlijk kan je tijdens het inkorven al eens merken dat er iets scheelt, maar normaal gezien gebeurt de selectie “op papier”.
GV: Vroeger durfde ik wel eens tegen hem ingaan en niet luisteren naar hem. Dat kwam echter zelden goed uit dus daar ben ik mee gestopt. (lacht)

HIGHLIGHTS 2020
06.06 Niergnies, 235 km, 3.661 d.
7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 28, 29, 36, 37, 38, 39, 40, 41 etc. 107/208 (73x 1:10)
13.06 Peronne, 267 km, 13.510 d.
5, 6, 8, 11, 12, 16, 23, 27, 29, 30, 40, 41, 42, 43, 46, 47, 48, 49, 50, 53, 54, 55, 56, 58, 60, 74, 75, 76, 93, 97, 100, 119, 134, 135, 136 etc. 152/197 (112x 1:10)
20.06 Pont St. Maxence Prov., 340 km, 33.636 d.
15, 18, 20, 21, 22, 23, 24, 35.36, 37, 40, 43, 44, 45, 52, 54, 56, 74, 77, 80, 85, 99, 101, 104, 105, 109, 111, 115, 135, 138, 144, 152, 175, 178, 194, 197, 198, 201, 202, 215, 235, 242, 288, 289, 294, 309, 312, 314, 316, 318, 329, 330 etc. 158/196 (117 x 1:10)
05.07 Fontenay NPO, 467 km, 12.920 d.
5, 12, 23, 24, 28, 29, 30, 31, 46, 47, 61, 62, 70, 94, 97, 120 etc. 92/136 (64x 1:10)
11.07 Fontenay Prov., 467 km, 17.630 d.
15, 36, 37, 52, 55, 57, 58, 59, 62, 63, 70, 99, 100, 102, 105, 116, 148, 157, 158, 159, 160, 161, 167, 172 etc. 110/136 (94x 1:10)
18.07 Vierzon NPO, 570 km, 9.031 d.
1, 2, 5, 7, 8, 11, 12, 15, 24, 31, 34, 37, 41, 42, 43, 44, 46, 63, 64, 65, 66, 74 etc. 96/135 (60x 1:10) 
25.07 Pontoise Prov., 378 km, 15.351 d.
2, 3, 53, 55, 58, 64, 77, 135, 137, 141 etc. 91/137 (61x 1:10)
01.08 Blois NAT. S2, 553 km, 11.576 d.
5, 6, 13, 14, 15, 23, 25, 26, 29, 30, 31, 40, 43, 51, 68, 69, 83, 91, 94, 95, 96, 101 etc. 79/124 (69x 1:10)
15.08 Chateauroux NPO, 621 km, 4.973 d.
11, 22, 30, 39, 40, 44, 48 etc. 75/118 (51x 1:10)
22.08 Lennik, 143 km, 2.902 d.
4, 5, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 18, 19, 20, 23, 24, 25, 27 etc. 213/377 (o+j.d.) (124x 1:10)
29.08 Blois NPO, 553 km, 3.212 d.
5, 25, 32, 33, 34, 35, 37, 38 etc. 72/111 (23x 1:10)
05.09 Pont St. Maxence NPO, 340 km, 19.399 j.d.
15, 19, 27, 28, 38, 46, 62, 66, 68, 85, 125, 136, 139, 141, 176, 178, 183, 185 etc. 133/225 (109x 1:10)
05.09 Quievrain, 195 km, 2.276 d.
2, 3, 5, 6, 7, 8, 9, 15, 16, 18, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27 etc. 106/140 (61x 1:10)
12.09 Peronne Prov., 267 km, 16.670 d.
18, 21, 22, 23, 25, 26, 27, 28, 31, 32, 61, 64, 65, 66, 67, 68, 69, 70, 71, 72, 73, 80, 85, 86, 87, 90, 94, 120, 128, 156, 157, 161, 163, 164 etc. 136/150 (122x 1:10)
12.09 Fontenay NPO, 467 km, 15.396 j.d.
5, 6, 10, 11, 13, 14, 15, 17, 65, 67, 69, 70, 92, 93, 94, 95, 99, 114 etc. 106/197 (73x 1:10)

DD: En waar kijk je naar wanneer je een duif koopt?
BV: Ook vooral naar de resultaten, ik ben ook helemaal geen keurder. Bij aankoop zoek je duiven die bij je passen, duiven die aanleunen bij jouw soort. Zelf kopen we ook vooral doffers aangezien we zelf het meest succes hebben met de duivinnen, dat zijn onze toppers. 
Je kan niet zien of een duif past in je systeem. Daarvoor moet je kijken naar de melker van wie je koopt. Om te zien of een duif gezond en in vorm is moet je ze zelfs niet vastpakken, dat zie je gewoon. Vroeger was mijn band met de individuele duiven ook veel groter. Nu is dat veel minder geworden door de grote hoeveelheid.

DD: Ken je al je duiven nog uit het hoofd?
BV: Nu nog niet, het is nog te vroeg op het seizoen he. Maar eens ze beginnen vliegen komt dat wel.
GV: Hij herkent ze zelfs wanneer ze in de lucht hangen.

DD: Bas, net vertelde je dat je 10 jaar geleden naar België zou zijn verhuisd, zou je ook de opbouw van je hok anders doen met wat je nu weet?
BV: Wat duiven betreft niet, wat de letterlijke bouw van het hok betreft wel ja. Bij het ontwerpen van de hokken hier is over alles veel nagedacht en alles is zo ingericht om zo comfortabel mogelijk te zijn voor de duiven en met zo weinig mogelijk werk voor mij.
In de praktijk worden veel van de “verbeteringen” echter al lang niet meer gebruikt dus ik zou een nieuw hok zeker veel meer “basic” maken. Zo is er de lopende band die echter voor tocht zorgde en nu dus dichtgemaakt is en niet meer gebruikt wordt.

DD: Stel, Bill Gates beslist om met de duiven te gaan spelen en staat straks voor je deur met een blanco cheque en hij wil heel je hok, alles! Welk bedrag moet er dan op die cheque staan?
BV: Geen, want dat heeft geen belang, dat doe ik niet. Er hebben er al genoeg op de stoep gestaan met een hoop geld maar ik denk er niet aan. Ooit kreeg ik eens een hele hoop geld aangeboden voor een duifje. Mijn moeder zei: “Denk toch na jongen, dat is toch veel geld!” We hadden toen een hondje, Candy, en ik antwoordde “zou jij Candy verkopen omdat iemand er veel geld voor geeft?”

DD: Komaan Bas. Ik zeg altijd, alles en iedereen heeft een prijs. Voor een absurd bedrag is toch alles te koop. Bovendien kan je het toch als een uitdaging zien om opnieuw te beginnen?
BV: Kijk, ik sluit niet uit dat in een verre toekomst zoiets mogelijk zou zijn. Misschien ooit als ik oud ben en er geen zin meer in moest hebben. Maar dan is het ook definitief gedaan. Opnieuw beginnen zou ik dan nooit doen. Als ik ooit moest alles verkopen dan stop ik met duiven.
Het heeft me zowat mijn hele leven gekost om dit alles uit te bouwen, daar begin ik niet terug aan. Wanneer je je beste duiven verkoopt, dan verkoop je niet alleen die duiven, dan verkoop je een stuk van je leven. Je verkoopt al de tijd en energie die je er in het verleden hebt ingestoken en je verkoopt alles wat die duiven in de toekomst nog hadden kunnen voortbrengen en opbrengen.
Daarom geloof ik niet in opnieuw beginnen. 
Zonder namen te noemen, er zijn er weinigen in geslaagd om echt terug op topniveau te komen na een “echte” totale verkoop. Ik begrijp perfect dat een “kleinere” speler die toevallig eens een goeie duif heeft die verkoopt. Als je elke dag naar de fabriek moet gaan werken en plots krijg je 10.000 euro voor een duifje dan is dat een smak geld. Maar als je top wil spelen en aan de top wil blijven, dan houd je best je goeie duiven bij.
GV: Er heeft zo eens iemand voor de deur gestaan die per se een goeie kweekdoffer wilde kopen. Hij zei: “Noem maar een bedrag!” Bas noemde een gek bedrag en die man ging akkoord.
BV: Het bedrag was dus niet gek genoeg! (lacht)
GV: Bas was echt slechtgezind dat hij die duif had verkocht. Weken heeft hij lopen klagen en zeuren. “Ik had die duif niet mogen verkopen, ik had die niet mogen wegdoen, ik had die duif niet mogen verkopen...” Verschrikkelijk! (lacht)
BV: Daarom, nooit een bedrag noemen want dan ben je eraan, dan kan je niet meer terug. Waarom een prijs plakken op iets wat je niet wil verkopen? Nooit doen dus.

DD: Stel je mag om medische redenen niet meer bij de duiven, zou je dan off-hand gaan werken, als een soort loft manager?
BV: Nee, ook in dat geval stop ik met duiven. Niet meer op het hok komen of zelfs maar minder op het hok komen, dat kan ik niet. Er is mij ook al gevraagd waarom ik geen satelliethok opricht in België zoals o.a. Jan Hooymans doet. Ik kan dat niet, ik kan de verzorging van mijn duiven niet uit handen geven.

De hokinstallatie in Reeuwijk.
De hokinstallatie in Reeuwijk.

DD: En bijvoorbeeld met een tiental duifjes spelen, zou dat een optie zijn?
BV: Nee, dat boeit me niet. Ik hou ervan om te spelen met veel duiven. De één speelt graag met een kleine korf, een ander met een massa duiven. Iedereen moet doen wat hij graag doet en in mijn geval is dat spelen met veel duiven. Als ik niet meer kan doen wat ik graag doe, dan hoeft het voor mij niet meer.

DD: Je pap ziet er nog heel vitaal uit maar is ook geen 20 meer, ooit zal hij niet meer kunnen helpen, dan kan je deze massa duiven toch ook niet alleen verzorgen?
BV: Dat klopt, dat besef ik ook. En inderdaad dit kan je nooit op je eentje rond krijgen, ik heb nu al amper tijd genoeg. 
Tegenwoordig helpt mijn zus Rosalie twee dagen per week met poetsen, ze doet dat met veel liefde en toewijding. Dan is er ook nog Sil van Vliet, een jonge kerel (21) uit Ter Aar die 1 à 2 keer per week een handje komt helpen. Hij is zelf best succesvol op de overnacht, dit jaar had hij de beste uitslag op Nationaal St. Vincent sector 2. In de zomer van 2018 deed hij vakantiewerk bij de Combinatie Lin. Omdat ik ieder jaar met mijn zus(sen) een paar dagen wegga na het seizoen had ik iemand nodig om mijn vader te helpen. Daarna is hij blijven “hangen”. Dat vind ik prima zo, een jonge kracht die gevoel voor duiven heeft. Ik hoef geen ervaren rot als hokverzorger, geef mij maar iemand die ik nog kan “kneden”.
Onze vaste kijker op zaterdag, John van Laar, zorgt eind van het jaar voor cijfermatige overzichten die hij maakt in zijn vrije tijd als hobby. Mijn zus Desirée studeerde grafische vormgeving, zij ontwerpt bijvoorbeeld onze stamkaarten. En natuurlijk is er achter de schermen altijd mijn moeder Marijke. De mannen spelen met de duiven en zij houdt de boel draaiende.
(De daad wordt bij het woord gevoegd en Gerard komt aanzetten met een schotel worstenbroodjes, kaasbroodjes, iets met pindasaus wat ik niet kan definiëren maar wat zeer lekker was en een massa boterhammen met veel liefde door moeder Marijke gesmeerd.)

DD: Bas, ben je een goed verliezer? Gerard begint al te lachen!
BV: Nee niet echt! Ik ben geen slechte verliezer, als iemand anders beter is dan is dat zo en kan ik mij daarbij neerleggen. Ik kan ook veel respect opbrengen voor andere spelers en ik gun het hun ook als ze winnen. Als Willem wint ben ik blij voor hem, maar ik win toch liever zelf.
Na een vlucht waarin ik slecht speelde ben ik niet echt gezellig en dat kan wel even duren. Omgekeerd, als we vroeg zitten dan zeggen mijn zussen: ”Mama heeft weer een goed weekend!” 
(vader en zoon hebben duidelijk binnenpretjes)

DD: Een echte kampioen kan niet tegen zijn verlies!
BV: Inderdaad! Probleem is wel dat je zo in een spiraal kan terechtkomen. Als we slecht spelen ben ik inderdaad niet de gezelligste. Dit straalt echter ook af op de duiven. Als ik niet lekker in mijn vel zit dan voelen die duiven dat ook, je draagt dat over.
Je steekt ook al je liefde en energie daarin, dan komt het ook aan als het niet goed is. Zoals dat rampjaar 2019. We verloren twee derde van onze duiven op de twee rampvluchten dat jaar, Vierzon en Argenton. Ons hele jaar 2018 werd op die manier een verloren jaar want van die lichting bleef zo goed als niets over. Dat doet pijn, je baalt daar natuurlijk van.

DD: Je grootste droom heb je al bereikt denk ik, je bent een zeer succesvol duivenmelker geworden. Je wordt wereldwijd gerespecteerd en je hebt al zowat alles gewonnen. Heb je nog een droom? Is er iets wat je absoluut nog graag zou bereiken als melker?
BV: Jaren geleden heb ik gezegd ooit nog eens 1 tot en met 10 op een NPO-dagfondvlucht te willen winnen. Op kortere afstanden is het provinciaal al gelukt (1 t/m 33 vanuit Peronne 13.649 d.), maar op een dagfondvlucht nog niet. Als dat niet mogelijk is dan maar een 1e nationaal op die ene nationale vlucht in het jaar.

DD: Wat vind je zelf de mooiste sportieve prestatie uit je carrière?
BV: Dat moet onze 1e Chateauroux geweest zijn in 2003, sowieso al een superjaar voor ons. Het was die dag bloedheet weer met tegenwind. Niet bepaald in ons voordeel met 60 km. overvlucht. De eerste melding kwam van Marijke Vink. De 1e vloog bijna 9 minuten sneller dan de nr. 7 (Marijke Vink). 2 t/m 6 volgden elkaar in de tussenliggende minuten goed op. [n.v.d.r. Het werd op 2 augustus 2003 van Chateauroux 1-2-3-4-5-6-8-9-24-25-26e NPO 6664 d. Er werd gelost om 7u10 voor een afstand van 631 km. De eerste 8 duiven werden geklokt om 16u15-18-18-18-21-21-25-25 met een hoogste snelheid van 1157 m/m]
“Sprint” kwam na zijn voorgaande drie overwinningen altijd kapot thuis nadat hij alles had gegeven. Alleen deze keer zag je niets aan hem. Wanneer je zoiets voor de eerste keer meemaakt dan weet je niet wat er gebeurt. Ook vergelijkbare uitslagen die later volgden, gaven uiteraard altijd een enorme kick, maar de eerste keer blijft speciaal.

DD: Is er iemand op wie je jaloers bent of naar wie je opkijkt?
BV: (Denkt diep na) Nee sorry, niet echt. Soms denk je wel eens, dat wil ik ook kunnen of dat zou ik ook wel willen, maar dat is geen echte jaloezie. Zo vind ik het bijvoorbeeld heel knap hoe onze buurman Willem speelt met de jonge duiven, dat lukt mij nog niet.
Probleem met jonge duiven is ze aan de gang te krijgen. Gedurende de verduisterperiode krijg ik ze niet aan de gang. Dit is ook niet evident met 60-70 jongen op een afdeling. Dit is iets waarin we kunnen verbeteren, maar moet ik daarom jaloers zijn op iemand anders? Ik gun Willem of anderen ook hun succes.

DD: Heb je eigenlijk nog andere interesses naast de duivensport? Ga je wel eens naar het voetbal of blijf je thuis voor een mooie koers?
BV: Vroeger wel. Je vroeg net of ik ooit naar iemand opkeek, wel, ik was ooit een grote fan van Lance Armstrong. Ik vond het fantastisch hoe hij met zijn superteam de sport domineerde. Toen zijn dopinggebruik echter aan het licht kwam en al zeker de manier waarop hij daarmee omging, heeft me dat echter een degout gegeven van de sport en ik ben gestopt met de koers te volgen. Pa is wel nog altijd een koersliefhebber.
GV: (onderbreekt enthousiast) Het was een goed weekend voor de Belgen he? Die Wout van jullie heeft Mathieu er flink van langsgegeven dit weekend. (Dit interview vond plaats enkele dagen na de moddercross in Dendermonde) Prachtig om die twee zo te zien strijden he?
BV: (gaat onverstoord verder) Verder heb ik eigenlijk geen tijd voor andere hobby’s. Duiven vragen al mijn tijd en energie. Weet je dat ik overdag mijn gsm ook meestal binnen laat liggen? Dan heb ik een goed excuus om niet te moeten opnemen. Veel duiven betekent ook veel werk he!

De hokinstallatie in Reeuwijk.
De hokinstallatie in Reeuwijk.

DD: Heb je veel contact met andere melkers?
BV: Eigenlijk niet. Natuurlijk zie ik buurman Willem wel eens. In een “normaal” jaar heb je ook altijd een aantal momenten dat je mekaar ziet. Op een beurs, de Golden Ten en natuurlijk de Gouden Duif-viering. Dan hou ik graag eens een praatje met collega’s maar het is zeker niet zo dat ik dagelijks met andere melkers aan de telefoon hang. Met een paar heb ik wekelijks telefonisch contact.
Ik doe eigenlijk ook niet aan samenkweek. Ten eerste wil ik niet de verantwoordelijkheid van een ander zijn duif op mijn hok te hebben en ten tweede geef ik niet graag mijn duiven uit handen. Als ik echt wil kweken met een bepaalde duif dan probeer ik ze te kopen.
Vaak werkt dat samenkweken ook niet. Het gebeurt genoeg dat bij een poging tot samenkweek de duiven niet willen meewerken. Hoe zou je zelf zijn. Men gooit daar een vreemde binnen en je moet ermee kweken. Vaak hebben de “uitgeleende” duiven ook heimwee en stress door de verhuis. Dat bevordert allemaal zeker het koppelen niet.

DD: Klopt het dat er hier geen duiven opgeruimd worden?
BV: We kunnen natuurlijk niet alles houden dus de uitgeslecteerde duiven worden wel degelijk opgeruimd en ook een duif die pijn lijdt wordt natuurlijk uit zijn lijden verlost, maar we doen inderdaad alles om dit te vermijden. Zelf kan ik dit absoluut niet, dat moet pa doen. Dan zet ik die duif apart in een mandje en de rest moet hij doen.
We hebben hier zelfs een hok speciaal voor de duiven die “op pensioen” zijn. Ook vliegers die niet meer kunnen vliegen door kwetsuren komen hier terecht. Momenteel zitten daar een 100 gepensioneerden en 100 die niet meer kunnen vliegen. Eventueel kunnen ze nog dienst doen als voedsterkoppels, maar verder mogen ze genieten van hun opruststelling. We gaan ook ver in de zorg voor onze duiven.
GV: Onlangs nog een dure operatie laten uitvoeren op een duif, gewoon om ze in leven te houden.
BV: Dat had ze verdiend! (de woorden, de houding en de blik van Bas verraden een grote liefde voor zijn duifjes)

DD: Bas, je bent nog altijd vrijgezel, is dit een bewuste keuze om al je focus op de duiven te kunnen leggen?
BV: (lacht) Het is zeker geen bewuste keuze maar het is misschien wel een gevolg van het feit dat mijn focus op de duiven ligt. Nee, het is gewoon het gevolg van toeval en de omstandigheden, het leven loopt zoals het loopt. Ik ben zeker geen uitgaanstype en ik breng inderdaad veel tijd door op mijn hok, tussen mijn duiven.
Ik heb ooit wel als grap gesteld dat moest ik pensioneren als melker en nog steeds alleen zijn, ik alle duiven wegdoe en de hokken vol jonge, aantrekkelijke vrouwen zet. Dat kan je ook als kweekhok zien. Dan noem ik dat loft “Happy End”.

Bas, Gerard en uw reporter gieren het uit. Wie meende dat Bas Verkerk geen gevoel voor humor heeft vergist zich schromelijk. Bas is maniakaal met zijn sport bezig, hij ademt duivensport en voor zijn passie moet alles wijken. Hij heeft een zeer duidelijke eigen visie maar hij is zeker geen vakidioot die niet verder ziet dan zijn neus lang is. Hij heeft in Reeuwijk zijn eigen wereld gecreëerd, maar hij is zeker niet wereldvreemd.
Bas is een Hollandse lefgozer die, overlopend van het zelfvertrouwen, het aangedurfd heeft zijn droom na te jagen. Wie in het leven probeert zijn dromen te vervullen en het maximum uit zijn bestaan te halen heeft eigenlijk op voorhand al gewonnen.
Gerard is de vader die zijn kinderen bijstaat met raad en daad, maar die ze hun eigen pad heeft laten kiezen, en met succes! De slimme schoenmaker beseft dat vallen en opstaan bij het leven hoort. Hij zag dat er veel potentieel zat in die zoon van hem en hij heeft hem de kans gegeven dit tot volle ontbolstering te laten komen. De hele familie staat achter Bas en Bas stelt nooit teleur.
Wie met zoveel liefde, kennis en toewijding zijn leven leidt en zijn sport beoefent zal nooit echt falen. Er is al zoveel geschreven over dit duo, over deze grote kampioenen van hun sport, maar er gaat in de toekomst nog veel meer over hen geschreven moeten worden. Tot spijt van wie het benijdt!

De reeks artikelen van Michel Bommerez is te lezen in De Duif nr. 51-52 van 2016 en daaropvolgende nummers, of via deze link (Engels).

REFERENTIES 2020

Gerard en Bas werden in 2020 natuurlijk zelf Gouden Duif-winnaars, maar hun duiven presteerden ook elders voortreffelijk. 
In België wonnen Marc Bosmans en Dirk Leekens 1e Nat. Gueret 12.888 d. Moeder is een directe Verkerk uit “Olympic Fire Eyes” x “Isa” (dochter “Bulldozer” x “Olympic Solange”). 
Ook treffen we Verkerk-bloed aan bij K. de Jong en Zoon, zij werden 1e Nat. Kampioen Dagfond (oa) NPO Nederland 2020. 
G. den Houdijker had dan weer 2e Asduif jaarlingen en allround bij “De Allerbeste” (achter “China-001” van Comb. Lin) en ook die asduif voert Verkerk-bloed.
Comb. Derksen-Van de Keuken haalde met hun 18-650 in 2020 o.a. de titels 4e Nat. Asduif allround WHZB/TBOTB, 6e Nat. Asduif dagfond WHZB/TBOTB en 8e Nat. Asduif dagfond NPO 2020, en ook dat is weer een afstammeling van Verkerk-duiven.

De nationale competitie WHZB/TBOTB kende in 2020 ten slotte drie 1e Nat. 
asduiven met Verkerk-bloed, te weten: 

Fam. Eijerkamp
Mede dankzij de inbreng van Verkerk-duiven werden ze 1e en 2e beste liefhebber WHZB/TBOTB 2020 (Lotte Eijerkamp en 
H. & E.J. Eijerkamp).
Hun 19-134 “Jozef” werd 1e Nat. Asduif dagfond WHZB/TBOTB en 2e Nat. Asduif Allround WHZB/TBOTB 2020 met o.a. 5-7-13e NPO en komt uit 15-611 “Solange Junior”, direct Verkerk uit “Tyson” (zoon “Bulldozer”) x “Olympic Solange” !

Buck & Martijn de Kruijf
Vader en zoon De Kruijf spelen in Woerden op een minihok zoals Verkerk vroeger in Alphen a/d Rijn. In het recente verleden haalden ze nog 2x een olympiadeduif, maar in 2020 wonnen ze 1e Nat. Asduif jong WHZB/TBOTB met hun “Special Twenty Seven”, die werd gekweekt uit 19-681, een directe Verkerk uit 15-301 (“Equal First” x “Eye Catcher”) x 13-557 (zus “Olympic Solange”)

Comb. Lin
Eén van de grootste concurrenten van Gerard en Bas in Afdeling 5, maar ook een hok met superduiven. 
Vader Yong en zoon Jiabin hadden met hun 19-001 “China-001” opnieuw een superduif die o.a. 1e Nat. Asduif Allround en 1e Nat. Asduif vitesse/midfond WHZB/TBOTB 2020 werd. Deze topper won o.a. 1e Pontoise 9157 d., 1e Pontoise 2001 d. en 3e Chateauroux 1633 d. etc. en is voor bijna 50% Verkerk uit de lijnen “Bulldozer”, “Sponge Bob” en “Olympic Solange”.

 

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.