Liefhebber:
Reeuwijk - Wie Zuid-Holland zegt denkt aan rivieren en kanalen... of Nederland op zijn mooist ! Dus water bij de vleet... eenden van alle slag... waterhoentjes ... majestueuse zwanen ... statige reigers die de kwakende kikkers bij hun nekvel pakken... afgewisseld met het gemekker van een kudde schapen. Alles zo klaar voor een idyllische prentbriefkaart... want mooier kan nog moeilijk !
Reeuwijk ligt ook midden in het "Groene Hart"... een veengebied tussen de grote steden Rotterdam - Leiden -Utrecht met overwegend landelijk karakter dat een tegenpool moet vormen voor het stedelijk gebied er omheen.
Wij zochten er "Hollands Best"... Gerard (66) en Bas Verkerk (35) ... die na een schitterende carrière in het naburige Alphen-aan-den-Rijn in 2010 verhuisden naar een nieuwe stek in Reeuwijk. De oude hoeve die er aanvankelijk stond werd omgetoverd in een knappe villa met dito hokken. Tegen eind 2012 wordt het einde van de werkzaamheden verwacht... maar voorlopig wordt er nog met zwaar materieel gewerkt om de omgeving van huis en hokken in een groen gazon met wandelpad om te toveren. Dus nog wat werk aan de winkel maar het seizoen 2012 was als vanouds... indrukwekkend !
Gerard en Sebastiaan
Vader Gerard stamt uit een echte duivenfamilie... zijn vader Willem was duivenmelker in Gouda en deed het niet onaardig op de overnachtfond. Toen Gerard zo’n 7 jaar oud was klauterde hij al mee de trap op naar het duivenhok... en later speelde hij meerdere jaren in combinatie met zijn vader.
In 1973 verhuisde Gerard naar Alphen aan den Rijn... begon er een schoenmakerij die zijn vrije tijd aan banden legde ... maar hij vormde er toch combinatie met 3 vrienden die onder de naam “Internos” de wedstrijden te lijf ging !
Maar het was toch niet je dat ... en in 1974 werd een hok gebouwd boven de schoenmakerij. Nou ... een hok ... een “hokje” van 1,2 m hoog ... duivenliefhebberij “op de hurken” ... en een “zoemer” beneden in de zaak die moest melden wanneer er een duif op de valplank neerstreek. De successen van toen werden behaald met duiven van “Jan en alleman” ... maar Gerard liet toch de kaas niet van tussen zijn boterham halen !
In 1978 nam de familie Verkerk zijn intrek in de nieuwe woonst in Alphen a/d Rijn en in de beginfase ging men aan de slag met dezelfde basis ... maar de eerstelingen kregen weldra versterking van duiven van Gebr. de Wit, Koudekerk (Janssen & Klak)
In 1984 kwam Bas mede aan het roer van de kolonie ... een zoon voor de duivensport geboren ... en zijn jeugdig enthousiasme en ambitie zorgden er voor dat er meteen een versnelling hoger geschakeld werd. In 1984 kwamen er ook duiven bij van Jan Ouwerkerk, Lekkerkerk (lijn “46” Verbart) ... en in 1987 duiven van Gebr. Vroomen, Geverik. Belangrijke stamduiven waren toen “De Reimsdoffer” (Gebr. de Wit) ... ”De Midfondkampioen” (Jan Ouwerkerk) ... en “De Gouden Kweekduif” (Gebr. Vroomen).
Wanneer we de actuele kolonie onder de loepe nemen dan kunnen we stellen dat de basis gevormd wordt met de namen de Wit-Ouwerkerk-Vroomen ... gekruist met enkele losse duiven “met naam” als Reedijk-Jongekrijg ... Marcel Sangers ... Ad Schaerlaeckens ... Co & Piet Verbree ... Willem de Bruijn ... Gerard Koopman ... Cor Leijtens ... Antoon & Hilde Reynaert ... een 100 % Janssenduif van J. Rimmelzwaan … Jo en Florian Hendriks en drie nationale toppers als “Mission Impossible” (Ruud v.d. Wal)... "Blue Champ" (Chris Koring)... "Bvlgari" (Bas v.d. Burg). Verder nog "Queen Claudia" (Cock Groen) ... "Sissi" en "Magic Winner" (P. Veenstra) en "Super Blauwe" (Rik Ros - fond) die door Mr Dong (Chinees) voor 1 jaar in bruikleen gegeven werden. Sinds kort nog duiven van Will & Falco Ebben, Chris Koring(fond), Loos-Rijsbergen(fond)... en de nestbroer van "Athena" van Rik Hermans.
Voor het echte fondmateriaal werd er beroep gedaan op duiven van P & H Brockamp, Boppard en Etienne Meirlaen, St. Martens-Latem. De bijgehaalde fondinbreng wordt gekruist met het eigen soort. De voorkeur voor het kruisingsmateriaal gaat uit naar kinderen van asduiven en Olympiadeduiven !
De grote verhuis !
Gerard en Bas hebben hun nieuwe stek in Reeuwijk gevonden via internet. Heel wat plaatsen in Zuid-Holland werden bezocht en er werd uitgekeken naar een plaats met veel ruimte en daarbij speelde de ligging niet zo'n belangrijke rol.
Het werd een oude boerderij op 3,5 hectare grond die helemaal herbouwd zou worden. Ze hebben bij hun keuze de concurrentie (W. de Bruijn) niet geschuwd want daar word je als duivenmelker alleen maar sterker van. In 2010 werd op deze locatie reeds op een"noodhok" op de natoer gespeeld met 4 rondes jongen. In november 2010 (na de nodige vergunningen) werd begonnen met de bouwwerken en men hoopt dat alles zo rond eind 2012 zal klaar zijn. Het werd een hok met een totale lengte van 62 m lengte voor de doffers (13 m) en duivinnen (7,5 m) op het totaal weduwschap... jonge duiven (15,5 m)... kweekdoffers (13 m)... kweekduivinnen (2,5m)... opslagplaats (11 m)... en een overdekte ren voor reserveduiven (11 m). Voor alle hokken is er een volière van 2,7 m diep geplaatst die aan alle kanten open is en zonder dak. Voor het hok van de kwekers is de volière 5,4 m diep.
Zeer belangrijk is dat alle asduiven... alle Olympiadeduiven en alle topkwekers mee naar Reeuwijk verhuisden ! Het was uiteraard een serieuze karwei die door vele hand- en spandiensten vrij snel geklaard was.
Gerard en Bas Verkerk werden in de krant vroeger "De Kampioenen van de vierkante meter" genoemd maar dat is nu duidelijk anders geworden. De ruimte in Alphen a/d Rijn was te klein geworden en al jaren waren er plannen om te verhuizen naar een locatie met meer ruimte. Door allerlei redenen heeft het dus iets langer geduurd dan voorzien.
De start
De start met de oude duiven was niet echt goed... m.a.w. het hok was niet goed. De weduwduivinnen wilden onder geen beding eens plaatsje zoeken in de schapjes en sliepen voor het merendeel op de grond. Er werd dus gesleuteld aan de hokken... de mesttransportband werd verwijderd... en het volledig plafond, behalve 50 cm boven de gang, werd afgedekt met noppenfolie. De hokken werden meteen een stuk warmer en de wind in de rugzijde (westkant) werd daardoor getemperd. Samen met een behandeling tegen luchtwegeninfecties zorgde dat voor de kentering en eind mei herpakte de vliegploeg zich terdege.
Het is de bedoeling vitesse... midfond en dagfond te spelen... van Meer tot Ruffec. De ploeg die de zware fond moet aanpakken moet in het begin van het seizoen iedere week mee... 2x dagfond (Bourges en Chateauroux)... Bordeaux ... en Narbonne. In 2013 wordt er uitgekeken naar een harde Bordeaux of Narbonne en dan zal nagegaan worden hoe de "gekruiste duiven" het er vanaf gebracht hebben, want 2012 was ruimschoots boven verwachting.
Er ook nog bij vertellen dat wat het aantal duiven betreft, Gerard en Bas Verkerk met 100 koppels oude duiven... 250 jonge duiven... en 45 koppels kwekers aan hun maximum zitten.
Totaal weduwschap
Gerard en Bas Verkerk kwamen aan de start van 2012 met een ploeg van 100 koppels die op totaal weduwschap gespeeld werden... met inbegrip van de 12 koppels die op de zware fond gespeeld werden (in 2012 Bordeaux en Narbonne). Daarbij kwamen nog 200 vroege en 45 late jongen... en 45 koppels kwekers.
De oude duiven – m.u.v. de voor de grote fond bestemde - moeten de midfond en de dagfond aanpakken ... en ze gaan de arena in van begin april tot de 1e week van september. Eens het vliegseizoen afgelopen wordt er geen late ronde meer gefokt ... doffers en duivinnen gaan ruien ... en blijven gescheiden tot aan de eerste koppeling voor het volgend seizoen.
Tijdens die periode komen ook de “nieuwe weduwnaars” (jongen) op het hok ... en die worden zonder kweken probleemloos in de ploeg ingepast. De doffers blijven op het weduwnaarshok ... en alle duivinnen verhuizen naar het hok van de jonge duiven. Ze komen in wintertijd niet meer los ... en ze nemen een bad in de volière.
Tijdens die periode wordt er een klassieke ruimengeling gevoederd ... met pinda’s ... snoepzaad ... Tovo-opfokvoeder ... vitamineral ... piksteen ... en Forte Vita (zuur en kruidendrank) in de drinkpot. Tijdens de kalme periode wordt er ook behandeld tegen paratyfus met in 2011 para-coli v.d. Sluis en in februari gebeurt de inenting met entstof van Vincent Schroeder.
De weduwnaarsploeg wordt gekoppeld op 22/12 ... de kweekduiven op 23/12 ... en de eerste en tweede ronde eieren van de kwekers wordt telkens verlegd onder de weduwnaars. Er komen twee jongen in de schotel ... en eens de jongen 18 dagen oud gaan de duivinnen naar het duivinnenhok ... en de doffers moeten nog een week alleen voor de kroost zorgen.
In afwachting van de start van het nieuwe seizoen wordt er 2/3 Zoontjens/Zuiverings-mengeling + 1/3 kweekmengeling gevoederd ... en ook 1 à 2 keer per week Forte Vita in het drinkwater. Trouwens dat gebeurt het hele jaar door ...
Eind maart begint dan het opleren van de duiven ... ’s morgens eerst de duivinnen los op 5 km en de doffers thuis ... daarna de doffers los op 5 km en de duivinnen thuis. In de namiddag nogmaals hetzelfde scenario ... en zowel doffers als duivinnen kennen nu “de zaak” ! Ze gaan daarna nog de mand in voor een trainingsvluchtje van 35 km ... en dan volgt de eerste wedstrijd uit Strombeek (130 km). Vanaf de vijfde week wordt het afwisselend midfond (350 km) ... en dagfond (600 km) ... en zo gaat het tot Ruffec (750 km). De volledige vliegploeg gaat mee op totaal weduwschap.
De vliegploeg wordt in principe na de eerste wedstrijd niet meer tussendoor opgeleerd ... tenzij na een slecht verlopen wedstrijd ... om de duiven opnieuw het nodige zelfvertrouwen bij te brengen. Ook tijdens de vluchten van de natoer werden ze voor twee van de vijf wedstrijden gelost op 60 km ... want dan wordt er gevlogen op korte afstanden. Bij de inkorving komen doffers en duivinnen in regel niet meer samen ... tenzij na “die slechte” wedstrijd ... dan blijven ze na het oefenvluchtje op woensdag 1u samen.
Met het onderling paren van de duivinnen zijn er helemaal geen problemen. Ze zitten los op het hok ... en in een vakje van amper 18 cm breed. De dametjes zijn spinnijdig op elkaar ... en escapades op de bodem van het hok worden onder geen beding toegestaan !
De oude duiven (doffers/duivinnen) worden reeds 10 jaar verduisterd ten huize Verkerk. In 2012 ... vanaf begin maart tot eind april ... en van 18u tot 8 u wordt het schemerdonker op de hokken. Vanaf eind juli wordt er “bijgelicht” ... van ’s morgens 5u tot ’s avonds 22u is het dan licht op de hokken. Er wordt gewerkt met eenvoudige spaarlampen ... en niet met gesofistikeerde lampen zoals soms wordt gesuggereerd. Na de laatste wedstrijd gaan de lampen uit ... en bij de inkorving voor die laatste wedstrijd hebben de meeste duiven zo’n 4 à 5 pennen gestoten. Het bijlichten zorgt er voor dat de slagpennen normaal gewisseld worden ... maar dat de dekveren blijven zitten.
Medisch
“Na einde seizoen wordt er helemaal niet “gekuurd” ... dan volgt alleen de paratyfus-behandeling met afwisselende producten... later dan de klassieke inentingen tegen paramixo en pokken (met kwastje) ... en voor aanvang van het vliegseizoen gaan we op consultatie bij een van de dierenartsen v.d. Sluis, De Weerd/Van Wanrooij of Schroeder. Zijn advies wordt gevolgd ... en uit de praktijk van jaren blijkt het dat we voor 50 % kans lopen dat er gedurende 6 dagen moet behandeld worden tegen trichomonas. Verder in de loop van het seizoen gaan we 3 à 4 keer op consultatie bij de dierenarts ... en om de 4 weken wordt er opgetreden tegen trichomonas ... afwisselend met BS of Belgamagix van De Weerd ... geelcapsules van Vincent Schroeder... of "Geel v.d. Sluis".
Wat de kopziekten betreft wordt er uitsluitend het advies van de dierenarts gevolgd ... en we hebben in 2012 één maal gedurende twee dagen behandeld met "OCG met Orni-rood" v.d. Sluis. De jonge duiven werden behandeld met Myco-Orni van Travipharma. Maar ik ben van het principe ... liever 1x te veel op consultatie bij de dierenarts dan “onnodige” en “verkeerde” medicamenten aan de duiven te verstrekken. In de toekomst zal er ook Probac 1000 van Dr. Brockamp verstrekt worden.
De duiven trainen ’s morgens 50 minuten ... en ’s avonds 90 minuten ... zonder vlag ... en worden daarna gevoederd. Wij volgen de “nieuwe methode” niet omdat wij een andere programma spelen. Wij kunnen onze kansen niet alleen verwedden op de NPO-vluchten ... maar wij moeten presteren van april tot september ... 23 weken per seizoen met 8000 km vliegkilometers. Deze methode is daarvoor niet aangewezen.”
Jonge duiven
“De 4 rondes jonge duiven werden in 2012 gedeeltelijk onder elkaar gemengd ... in 2013 zullen deze afzonderlijk gehouden worden tot aan de eerste wedstrijden.
De jongen worden allemaal op één dag gespeend ... de ene zijn 22 dagen oud ... de andere 30 dagen ... en doffers en duivinnen blijven samen tot de derde wedstrijd van het programma. De laatste jongen worden gespeend rond begin mei. Het verduisteren van de jonge bende begint vanaf begin maart ... tot de langste dag op 21 juni ... en dit zowel 1e, 2e, 3e als 4e ronde. Het bijlichten gebeurt vanaf eind juli ... tot einde seizoen.
Begin juni wordt gestart met het opleren van de jongen ... een 8-tal keren met de wagen van 3 tot 25 km... vervolgens Duffel ... en tot Sens (440 km). De jongen trainen net als de oude duiven tweemaal daags.
Eens doffers en duivinnen gescheiden worden ze dan met de “schuifdeur” gespeeld. Bij de inkorving komen ze in principe niet samen ... maar na thuiskomst van het trainingsvluchtje op woensdag blijven ze wel een uurtje samen. Na aankomst van een wedstrijd blijven ze doorgaans samen tot de volgende morgen. Eens doffers en duivinnen gescheiden zijn trainen jonge en oude doffers samen ... evenals jonge en oude duivinnen.
De jonge duiven volgen in grote lijnen dezelfde medische begeleiding als de oude duiven. Na drie slecht verlopen vluchten (met verliezen) werden de jongen 1 week thuis gehouden en behandeld tegen luchtwegeninfecties. Er nog bij vertellen dat de ronde laatjes ( 4e ronde) nog zes keer op de natoer gespeeld werd tot 265 km.
Alleen de uitslag telt !
“De politiek op het kweekhok blinkt uit door zijn eenvoud ... iedere ronde worden de kweekduiven “omgekoppeld” ... en krijgen een andere partner. Van de beste kwekers worden de 1e en 2e ronde onder andere koppels ondergeschoven ... de 3e en 4e ronde brengen ze zelf groot.
We hebben ons ooit ook laten verleiden om “goede kweekkoppels” van het voorbije jaar daarna opnieuw samen te zetten maar meestal liep dat uit op een ontgoocheling. Die asduif ... die kampioen ... die toen uit dat ouderpaar geboren werd ... die wordt geen “tweede maal” uit die koppeling geboren !
De goede duif ? Wij zijn geen “keurders in de hand” ... veel kweken ... hard spelen ... en ongenadig selecteren ... dat is volgens ons de kortste weg naar het succes ! Ze moeten 23 wedstrijden en 8000 vliegkilometers aankunnen ... en dat is de beste selectienorm om het kaf van het koren te scheiden.
De nieuwe aanwinsten worden gekoppeld tegen de beste kwekers ... en binnen de twee jaar moeten ze bewijzen van hun kunnen geleverd hebben ... anders kunnen ze vertrekken !
En welke duif draagt onze voorkeur weg ? Ik zou zeggen in de eerste plaats een vitale duif ... middelmaat tot groot ... maar haar resultaten moeten we zien ! "
En dan nog een paar vragen aan de jonge kampioen....
Loopt het niet verkeerd af met die grote aantallen duiven die ingekorfd worden ?
Bas Verkerk : "Voor mij als melker heeft een groot aantal duiven een onbetwistbaar voordeel bij de selectie. Je kunt de lat een flink stuk hoger leggen want alleen de echte top gaat naar het kweekhok. Maar eerlijk is eerlijk... voor de echte sport is het niet goed. Daarom moest er een oplossing gevonden worden.
Op lokaal vlak... meer specifiek "De Snelvlucht" Bodegraven waar Willem de Bruijn en wij inkorven... werd al een oplossing uitgedokterd. Slechts 10 procent van de ingekorfde duiven van ons twee komt op de uitslag. Er werd een vergadering gehouden van alle leden, zonder ons twee, en deze oplossing kwam uit de bus. Wil de vergadering in de toekomst een andere oplossing dan zullen wij ons naar hun wensen schikken.
Het "Idee Vredeveld" vind ik ook niet slecht. Voor de daguitslag en het Hokkampioenschap tellen alleen de bovenste 20 duiven van de poelebrief. Voor het Duifkampioenschap (asduiven) zouden alle duiven geklasseerd worden op een afzonderlijke uitslag."
Waarom niet verhuisd naar België waar de speelmogelijkheden beduidend groter zijn ?
"Laat ons stellen dat vader en zoon Verkerk samen met de duiven moeten spelen... en dus bij voorkeur onder één dak wonen. We hebben een tweewoonst laten bouwen... nr 55 en 55 a.
Onze duivenliefhebberij moet binnen de familie blijven en we staan zeker niet te trappelen voor hulp van buitenaf. Het is ook niet evident dat we de rest van de familie (zussen, kleinkinderen) in Nederland achter laten.
Het mooiste in België zijn de nationale vluchten...dit in vergelijking met de afdelingsvluchten in Nederland. Maar de versnippering en de verdeeldheid in België is eerder een nadeel dan een voordeel. Zo kun je daar tijdens hetzelfde weekend een deel van je vliegploeg op meerdere plaatsen gaan inkorven en dat in functie van ligging en wind wat in Nederland niet kan.
Wij kiezen bewust voor één wedstrijd per weekend voor zowel vitesse... halve fond... dagfond ... als zware fond. Wij "letten" liever op 20 duiven uit Bordeaux dan de duiven opwachten van vier wedstrijden met elk 5 duiven. Het is belangrijk dat al de goeie duiven op één en dezelfde wedstrijd gespeeld worden wil men een serieuze selectie kunnen doorvoeren. Op die welbepaalde lastige wedstrijd heeft de hele vliegploeg zijn kunnen moeten demonstreren... zonder uitzondering.
Nu de overstap naar de professionele duivensport ?
"Na mijn studie heb ik drie jaar gewerkt op een makelaarskantoor in vastgoed. Met de goede prestaties kwam ook de vraag naar duiven en dan ben ik gestopt met werken. Dus op de nieuwe locatie ... met een professionele accommodatie... ben ik "full prof" geworden. Van je hobby je beroep kunnen maken... het is waarschijnlijk de droom van iedere duivenmelker.
Het betekent echter geenszins dat je zo maar de overstap maakt naar een luilekker leventje. De haan kraait hier om 6.30 u... en de boeken gaan 's avonds om 10 u dicht. Onze taak behelst niet alleen de verzorging van de duiven maar ook de administratie... public relations... het vele bezoek van klanten... e.d. Het familiaal leven en privacy wordt veelvuldig verstoord en daarom werd er ook een ruime ontvangstruimte aan het complex toegevoegd. Maar ik doe het graag !
We krijgen in de toekomst af te rekenen met een meer en meer vergrijzende duivensport. Een kleinere groep maar veel fanatiekere duivenmelkers zal de dienst gaan uitmaken. Daarbij zie ik de megahokken niet als grootste probleem want een kleine melker met dezelfde inzet en ambitie kan gerust zijn voet zetten naast die veel grotere hokken."
Is professionele duivensport nog steeds sport en passie ?
"Duiven houden alleen voor de centen is voor mij onmogelijk ! Passie en gedrevenheid om te winnen daar doe ik het allemaal voor. Indien het om puur gewin zou gaan dan had ik zonder twijfel alle asduiven en olympiadeduiven verkocht en dan zat ik hier nu al op financiële rozen. Maar zo werkt het niet ! Ik heb mijn toppers niet verkocht ! Ik heb binding met mijn duiven en het gaat zeker niet alleen om het geld.
Trouwens ik geloof niet dat het zo eenvoudig ligt om de oude kern te verkopen... en op een drafje met een lichting jonge duiven opnieuw een blitzstart te nemen. Zelden wordt door deze melkers het niveau van vroeger nog gehaald.
De toekomst van een professionele duivenmelker ligt voornamelijk in de handel met China... Taiwan... en nu ook Koeweit. Ik heb hoger al gezegd dat het aantal duiven hier niet zal uitgebreid worden. Het eindpunt van het vluchtprogramma is de vluchten van 900-1100 km met ochtendlossing. De vliegploeg zal verdeeld worden... 70 % op midfond + dagfond... 30 % voor de grote fond. Als melker zal ik steeds gedreven op zoek zijn naar de echte toppers op midfond... dagfond... en zware fond."
Auteur: