Liefhebber:
Onderwerp:
Elsloo – Een dorp aan de Maas deel uitmakend van de gemeente Stein in het zuiden van de provincie Limburg. Elsloo dat tot 1982 een zelfstandige gemeente was en daarna opging in de gemeente Stein mag met enige trots aanspraak maken op de titel “Oudste boerendorp van Nederland”. Rond 5000 voor Christus woonden er al de Bandkeramiekers.
In de afgelopen honderd jaar zijn van deze eerste agrariërs op Nederlandse bodem al vele boerderijen en begraafplaatsen blootgelegd. Bandkeramisch aardewerk uit Elsloo is in geheel Zuid-Limburg teruggevonden en wordt thans bewaard in het streekmuseum. Andere bezienswaardigheden zijn het beschermde dorpszicht, het 17e eeuwse Schippershuis, de “Kapel aan de Kaak” en het bekende Kasteel Elsloo.
Elsloo telt momenteel nog zo’n 15 duivenliefhebbers waarvan de meeste lid zijn van PDV De Olijftak in Beek, een vereniging die deel uitmaakt van het samenspel Beek-Bug.
Juni/juli snelheid | 23.6 Rethel | 591 d. | 52, 14, 15 |
Aug/sept snelheid | 01.9 Charleville | 1765 d. | 31, 6, 5 |
Juni/juli hafo | 15.7 Gien | 2895 d. | 88, 52, 21 |
Aug/sept hafo | 25.8 Sens | 497 d. | 8, 3, 10 |
Juli fond | 07.7 La Souterraine | 1240 d. | 12, 15 |
Juni fond | 09.6 Argenton | 3555 d. | 23, 2 |
Een combinatie die de laatste jaren huizen hoog boven de concurrentie uittorent zijn vader en zoon Bert (72) en Roger (51) Martens. Zij beleefden een grandioos seizoen met 13 overwinningen in het samenspel en schitterden bovendien op de enige nationale dagfondvlucht van Nederland, vanuit Chateauroux, met de 1e en 2e nationaal tegen 27.656 d. Met de jonge duiven op de afdelingsvlucht Melun leverden ze een nieuw huzarenstukje af met het winnen van 1, 4, 10 tegen 6039 j.d. Maar de bekroning van dit schitterend seizoen werd ongetwijfeld de titel van “Gouden Duif-winnaar Nederland” ! Een eretitel die slechts is weggelegd voor de allergrootsten. Voor Roger gaat daarmee een vurige wens in vervulling. Twee jaar geleden was hij op de Gouden Duif-viering en raakte van de sfeer en huldigingen zo onder de indruk, dat toen hij thuiskwam hij direct tegen vader Bert zei: “We gaan ons best doen om de 1e plek op het podium van de Gouden Duif Nederland te halen.” Bert wist niet wat hij hoorde en drukte hem meermaals op het hart dat dat bepaald geen sinecure was. Roger gaf niet toe en haalde alles uit de kast wat mogelijk was. Vader Bert genoot van het fanatisme van Roger en droeg meer dan zijn steentje bij...
Nu amper twee jaar later worden de vele extra inspanningen beloond. De door Roger zo felbegeerde titel is binnen. Tijdens de komende Gouden Duif-viering zal na afloop van het Wilhelmus een daverend applaus voor de vader-zooncombinatie dan ook zeker op zijn plaats zijn.
Van vader op zoon
Het was kort na de tweede wereldoorlog toen wijlen Harrie Martens de draad weer oppakte en herstartte met de duivensport. De hokken bevonden zich toen nog op de zolder van het woonhuis. Als broekemanneke had Bert al snel de trap naar het duivenhok gevonden en sinds die tijd zijn duiven en duivensport onafscheidelijk met hem verbonden. De combinatie Martens en Zn. was geboren en al snel kwam de concurrentie tot ontdekking wat Harrie en Bert in hun mars hadden. Ook Roger toonde op jonge leeftijd zijn interesse voor de hobby van opa Harrie en vader Bert... Op 12-jarige leeftijd was hij al lid van de plaatselijke duivenclub. Op de hokken verrichtte hij al allerlei hand- en spandiensten en na het overlijden van opa sloegen Bert en Roger de handen ineen.
Daarbij ook nog eens gesteund door moeder Marlies die toen Bert nog werkte en Roger scholier was een aantal jaren de verzorging van de jonge garde op zich nam. Thans verblijven de duiven op tuinhokken bij de ouderlijke woning van Bert. Roger is inmiddels uitgevlogen en woont samen met zijn vrouw en dochter verder op in Elsloo. De verzorging van de duiven neemt Bert voor het overgrote deel voor zijn rekening. Roger werkt als metaalbewerker. Als zijn werkdag er op zit gaat hij ’s avonds snel naar de duivenhokken, om Bert bij te staan met het trainen en verzorgen van de weduwnaars.
Een stevige basis
De eerste duiven werden aangeschaft bij Sjeng op de Camp uit Geulle, een vrijgezel en verzamelaar van goede duiven, die voor veel geld duiven aanschafte in binnen- en buitenland. De aanschaf bij Op de Camp werd meteen een schot in de roos. Tussen de aangeschafte duiven bevond zich de NL67- 994719 die later de naam “Oude Schallie” kreeg, een pure Gebr. Janssen Arendonk via Piet Meijwes uit Groningen. Tussen de aangekocht duiven bevond zich ook de NL67-995971 “De Schelfhaut Duivin”, gefokt uit twee rechtstreekse van Jos Schelfhaut uit het Belgische Klinge. De “Oude Schallie” en de “De Schelfhaut Duivin” werden aan elkaar gekoppeld en vormden een briljant kweekpaar. Kinderen en kleinkinderen brachten opa Harrie en Bert al snel op het hoogste plan. Een andere topkweekster van het Schelfhautsoort was de NL67-562547 en ook zij had een belangrijke inbreng, samen met een doffer als ei van Louis Van Loon, de NL71-1539036, vormde zij een tweede basiskoppel. Een andere duivin uit de Op de Camp-collectie die zeker ook haar bijdrage leverde in de stamopbouw van de kolonie was de B69-622216. Zij kwam rechtstreeks van de legendarische De Duif-kronieker Louis Vermeijen, Antwerpen. Zij werd gepaard aan een zoon van “De Oude Schallie” x “De Schelfhaut Duivin” en gaf “De Merckx” NL74/815 een grandioze topper met 6 eerste prijzen, die 3e beste Asduif van Nederland bij WHZB werd en zich nadien ontpopte tot de nieuwe stamvader van de kolonie. Bij een van de peilers op het kweekhok der laatste jaren, de NL02/480 stroomt het bloed van de “Merckx” nog altijd door de aderen.
Eind jaren ’80 kwam er een nieuwe inbreng via een koppel jongen van Leon Janssen en Zoon uit Hulsberg (Janssen Arendonk duiven via van Boxtel). De doffer hiervan werd gekoppeld aan de NL86/761, een kleindochter van de “Merckx”. De nazaten deden het formidabel en de lijn van dit “nieuwe stamkoppel” komen we vandaag de dag nog tegen in heel wat afstammingen.
1e Eendaagse Fondspiegel Categorie 3 5e Aangewezen Eendaagse Fond 9e Onaangewezen Eendaagse Fond 13e Aangewezen Midfond 25e Onaangewezen Vitesse |
De tandem Martens was steeds op zoek naar nog beter en bleef niet stilzitten. Vanaf 2006 werden er duiven gehaald bij Jos en Jules Engels uit het Belgische Putte. De B07/420, zijn zus B08/123 en ook de B06/937 werden succesvol ingekruist. Zij gaven het oude Martens-soort nieuwe impulsen... in no time waren zij door de stam verweven en menig eerste prijswinnaar of Asduif voert inmiddels ook Engelsbloed. Ook kwamen er in 2008 twee duiven uit de lijn van de “Superman” (2e Nationaal Asduif midfond WHZB) van Dennis Veugelers uit Nieuwstadt. In 2010 werden een drietal koppels eieren bij Harry Winkens uit Itteren gehaald. De duivinnen pakten als boter op de boterham en groeiden in een kort tijdsbestek uit tot bewezen kweekmoedertjes. De laatste jaren werd het soort van Vandenabeele en Hooymans via Antoon Ruitenberg ingebracht. Met name de lijn van de “Bliksem” en de “Jonge Harry” zorgde voor een reeks nieuwe kopvliegers.
Klassiek weduwschap
Bert en Roger kwamen aan de start van het seizoen met 21 kweekkoppels, 35 weduwnaars en 10 “natourduiven” die op de tussenvluchten en daarna op de midfondvluchten werden gespeeld. Van de 35 weduwnaars waren er 15 voor de dagfond bestemd. Van de vijf weduwnaarshokken, werden de twee hokken voor oude duiven en de twee voor de jaarlingen op 11 januari gekoppeld gelijk met de tweede ronde van de kwekers. De oudere weduwnaars werden op eieren gescheiden en de jaarlingen brachten de jongen van de oude weduwnaars groot. Een ander hokje met 8 weduwnaars, waaronder de twee nationale Chateaurouxwinnaars, werd op 12 februari gekoppeld. Zij brachten hun jongen wel groot en kwamen direct na hun eerste vlucht op weduwschap. De overige weduwnaars werden niet meer herkoppeld. Vanaf dat het weer het toeliet werd er opgeleerd en in 5 etappes ging het naar 25 km. Om vooral de jaarlingen aan te leren zo snel mogelijk binnen te komen, zitten zowel bij vertrek als thuiskomst de duivinnen klaar en wordt er soms wel twee keer per dag gereden. Ook bij de inkorving worden de duivinnen altijd zo’n vijf tot tien minuten bij hun eega in de nestbak opgesloten. Bij thuiskomst wachten de duivinnen altijd hun partner op. Bij de vitessevluchten gaan de duivinnen al weer de ren in voordat het constateersysteem wordt ingeleverd. Na afloop van een midfondvlucht met normaal verloop mogen de koppels gedurende een uur samenblijven. Aan het begin van het seizoen wordt er afhankelijk van het weer 1 keer per dag getraind. Zodra het weer beter wordt en de temperatuur stijgt wordt er vanaf 6.30 uur en vanaf 15.30 uur gedurende een uur getraind met gesloten kleppen. Normaal gesproken wordt er iedere week ingekorfd. Omdat de duiven dit seizoen bijna wekelijks met kopwind en hoge temperaturen te maken kregen is er voor de laatste twee dagfondvluchten van afgeweken. In het weekend voorafgaand aan de dagfond werden de deelnemende duiven niet ingekorfd op de midfond maar wel op zo’n 25 km gelost. Overigens zitten de duiven in het weekend nooit stil, die niet meegaan worden op de dag dat de wedvlucht gelost wordt zo’n 25 km gelapt.
Jonge duiven worden in twee groepen gespeeld
De twee eerste rondes van de jonge duiven worden samengevoegd op twee hokken en met de vroege jongen gespeeld. Doordat het Limburgse vliegprogramma aparte natourvluchten voor late jonge en oude duiven + vroege jongen omvat wordt de derde ronde met de navluchten gespeeld. De jongen werden van begin maart tot 21 juni (langste dag) van 17.30 uur tot ergens tussen 8.00 en 9.00 uur verduisterd. Dit jaar werd er vanaf half augustus bijgelicht tot ongeveer 21.30 uur. Dit doet men beslist niet elk jaar. Roger is daar heel duidelijk in. Als ze vooraf niet goed komen, gaan ze al die moeite niet doen. In het begin gaat de jonge garde voor een dagelijkse training alleen ’s middags los. Verderop in het seizoen wordt er vanaf 7.30 uur en om 14.30 uur gedurende een uur ongedwongen getraind. Zodra de jongen goed wegtrekken worden ze een achttal keer van 5 tot 25 km opgeleerd. Tot aan de afdelingsvluchten zitten de jonge duiven samen en worden ze tussen de vluchten één a twee keer naar 25 km gebracht. Daarna worden ze op de deur gespeeld en mogen ze voorafgaand aan de inkorving 30 minuten en als ze goed gepaard zijn één uur samen zijn. De schotjes van de loketkasten worden dan gedraaid en er worden schotels en plankjes geplaatst.
De natour jongen blijven samen en gaan mee tot en met Sezanne (290 km). Volgens Bert is het voordeel van twee groepen jongen duiven dat men altijd reserve heeft. Daarnaast geeft Roger aan heel goed tevreden te zijn met het systeem van de natourjongen. Vaak zitten daar onze beste vliegduiven tussen, zoals bijvoorbeeld de twee nationale winnaars van Chateauroux.
1e Asduif Midfond NL16-1748359 1e Asduif Eendaagse Fond NL16-1748078 1e Hokkampioen Eendaagse Fond 1e Generaal 1e Eendaags Fond Belgica de Weerd 2e Hokkampioen Midfond 2e Hokkampioen jonge duiven 3e Asduif Eendaagse Fond NL15-10733066 3e Asduif jong NL18-5145297 6e Asduif Eendaagse Fond NL16-1748077 |
Hokken, voeding en...
In de royale tuin speelt de combinatie op verschillende hokken. Te beginnen met een stenen hok van 12 meter en 2 verdiepingen. Onder wordt een groot deel in beslag genomen door de kwekers en zijn er nog enkele royale rennen voor de weduwduivinnen. De bovenverdieping heeft 4 afdelingen waarop ruimte is voor een 50-tal weduwnaars. Het hok voor de vroege jonge duiven is uit hout opgetrokken en bestaat uit twee afdelingen, het biedt ruimte aan zo’n 70 vroege jongen. Achter in de tuin staat nog een kleiner tuinhok, een deel daarvan biedt ruimte aan een twaalftal weduwnaars, het overige deel is gereserveerd voor de late jongen. Overigens huisden hier de twee nationale winnaars van Chateauroux.
Wat opvalt is dat de hokken eenvoudig maar verschillend gebouwd zijn. Het grote hok heeft aan de voorkant een zadeldak met pannen en glasplaten en aan de achterzijde golfplaten. Het jongeduivenhok en dat van de late jongen + weduwnaars is voorzien van een lessenaarsdak met golfplaten. Laatstgenoemd hok is voor de helft voorzien van een dakbeschot. Met een verschuifbaar plafond kan bij de weduwnaars de verluchting geregeld worden. De overige hokken ventileren via de golfplaten. Gedurende het vliegseizoen gaat de krabber tweemaal daags door de hokken.
De voeding bestaat aan het begin van de week uit een eiwitarme mengeling Gerry Plus Versele, aangevuld met soms een deel sportmengeling. Bij wind mee de eerste 4 dagen. Tijdens het moeilijkste deel van het vliegseizoen van afgelopen jaar slechts twee dagen. Daarna eten de vliegers een mengeling van Matador en een vetrijke mengeling Vanrobaeys.
Met een vaste maat wordt er steeds in een gezamenlijke voerbak gevoerd en wel zodanig dat alles wordt opgegeten en de duiven zich bij het eerste fluitsignaal naar binnen spoeden. De laatste drie maaltijden die voorafgaan aan de inkorving krijgen de vliegduiven nog een theelepel van een zelf gemaakte mengeling van 50% pinda’s en 50% kaas (vermengd met een keukenmachine). De laatste twee dagen voor de inkorving en bij thuiskomst krijgen ze HYP100 (Vanroybaeys) een energydrank in combinatie met elektrolyten, aminozuren, vitamine en mineralen. Op maandag wordt het voer bevochtigd met aminozuren en vermengd met bier- en melkgist.
De medische zorg is al vele jaren in handen van dr. Norbert Peters uit As. Voor het begin van de kweek werd hij bezocht en tijdens het broeden werd er gekuurd voor het geel. Twee weken voor het seizoen werden alle duiven geënt teken paramyxo en met het borsteltje behandeld voor pokken. Tijdens het vliegseizoen wordt er om de drie weken naar As gereden voor controle. Het advies van dr. Peters wordt dan opgevolgd. Soms betekent dit niets doen, op andere momenten wordt een capsule voor het geel of de luchtwegen opgestoken. Bij de vroege jongen werd een lichte vorm van Coli geconstateerd die snel verholpen was. Van “one-eye-cold” hebben ze geen last gehad.
Hoogte en dieptepunten van 2018
Ook in Elsloo kende het seizoen 2018 hoogte- en dieptepunten. Om met het laatste te beginnen. Op Lorris van 19 mei werden 38 duiven ingekorfd en 31 prijzen gewonnen. De vorm was er echt wel. Maar toch werden om onbegrijpelijke redenen 3 jaarling doffers verspeeld die zowel als jong en als in het voortraject prima gepresteerd hadden.
De sectorvlucht Gien voorafgaand aan Chateauroux verliep totaal niet naar wens. Sommige duiven kwamen met rode en zwarte neusdoppen naar huis. Daarop werd besloten om de duiven die Gien gevlogen hadden nog dezelfde zaterdagavond van het hok te halen en in de ren te zetten. Op het kleine hok naast de late jongen zaten acht doffers. Een bleef er achter en drie werden verwijderd. Er bleven slecht vier duiven over die mee naar Chateauroux konden. Om die extra te motiveren werden alle nestbakken opengezet.
De teleurstelling van Gien werd snel verbeten en alle mogelijkheden werden benut om op Chateauroux revanche te halen. Voorafgaand aan de inkorving werd er geweldig getraind, men zag overal duiven terwijl er maar 15 tot 20 in de lucht zaten. Er gloorde dus weer enige hoop. De thuiskomst van de eerste duif van Chateauroux dreigde echter opnieuw uit te lopen op een debacle. Bert en Roger wisten dat er in de voorvlucht nog geen duiven gevallen waren toen zich de eerste duif aan de Steinderweg in Elsloo melde. Toen Roger op de display keek om de tijd door te geven aan de meldpost zag hij dat er niets geregistreerd was. Hij spoedde zich naar het hok om de duif te pakken en opnieuw over de antenne te halen... maar zonder resultaat en ook twee andere antennes werkten niet. Uiteindelijk werkte de antenne op het grote vlieghok wel maar inmiddels was er meer dan anderhalve minuut verspeeld. Hetzelfde ritueel speelde zich af toen kort daarna de nestbroer van voorgaande duif arriveerde, gelukkig ging het nu sneller omdat Roger wist welke antenne wel werkte. Uiteindelijk werd het toch een hoogtepunt want ondanks alle strubbelingen behaalden de twee nestbroers een dubbele zege in het enige nationale dagfondconcours tegen 27.656 duiven... met 10 duiven mee werd ook nog eens een 100%-score behaald tegen 8235 d. in sector 1 (Limburg, Oost-Brabant, Brabant 2000, Zeeland).
Een nieuw hoogtepunt werd gevierd op zaterdag 18 augustus toen de eerste afdelingsvlucht met 6039 jonge duiven uit Melun op het programma stond. Het weer was prima, er werd gelost om 7.15 uur en het was even na elf uur toen de eerste duif van het hok kwam aanzetten. Ze wilde niet direct binnen lopen en ditmaal moest Bert er aan te pas komen om haar er van te overtuigen dat ze zo snel mogelijk binnen moest lopen. Snel daarna werd ze gevolgd door twee hokgenoten en opnieuw was het bingo. Met deze drie aankomsten behaalden ze de overwinning in het afdelingsconcours en ook de prijzen 4 en 10.
Het behalen van diverse ereplaatsen in de afdeling waaronder het 1e hokkampioenschap van de dagfond en het 1e duifkampioenschap dagfond werden zeker ook als een grandioos hoogtepunt gevierd. Maar de echte kers op de taart kwam rond de kerstdagen met het bericht dat de Gouden Duif Nederland gewonnen was. Bert liet de afgelopen jaren het ophalen van prijzen en kampioenschappen aan Roger over. Maar het hoogste podium van de moeilijkste competitie ter wereld laat hij op 23 februari a.s. onder geen beding aan zich voorbij gaan.
Téléchargement:
Auteur: