BART VAN OLMEN - 3e Nat. Asduif Grote fond oude en grote fond jaarse

Liefhebber: 

Broechem – Wie de naam Bart Van Olmen in Google gooit, vindt veel vermeldingen naar het feit dat Bart met veel bravoure en succes het werk van vader, en fondgrootheid, Jos verderzet en verder heel veel bons. We zouden het hierbij kunnen laten, want dit is eigenlijk het verhaal van Bart in een notendop, maar hiermee vullen we natuurlijk geen krant. 

Gelukkig is er ieder seizoen wel een reden om Bart met zijn hoofd in de krant te zetten, en dit jaar zijn dat twee mooie asduiven, vanzelfsprekend in de categorie zware fond, na een schitterend seizoen met als verdere hoogtepunten 1e Prov. Barcelona, 4e Nat. Kampioen zware fond oude en 1e Pipa Champions League grote fond jaarse.
“Ik vind het fijn dat je hier bent, maar ik snap niet wat je eigenlijk komt doen. Ik heb niets speciaals te vertellen hoor!” was de openingszin van Bart tijdens ons gesprek. Het typeert Bart. Wie een afbeelding zoekt om op Wikipedia te plaatsen in de categorie “minzame, nuchtere en sympathieke Kempenaar” moet niet verder zoeken, neem gewoon de een foto van Bart en je zit goed!

Vergis je echter niet. De zachtaardige Kempenaar is geen doetje. Zoals alle kampioenen werkt hij keihard, kan hij meedogenloos zijn en is hij een winnaar in hart en nieren. Bart leerde de stiel van vader Jos, maar succes kent vele vaders. Grootsheid wordt enkel bereikt door op de schouders van reuzen te staan. Hij leert, naar eigen zeggen, nog iedere dag bij, en van iedereen kan je wel iets leren.

HIGHLIGHTS
2017: 1e Prov. St-Vincent
2018:  1e Prov. St-Vincent
2022: 4e Nationaal kampioenschap Fond
2023: 2e Nationaal kampioenschap Zware fond
2e IATP ranking Pipa na fenomeen Sil Van Vliet
Algemeen kampioen Flying Club Antwerpen
2025: 1e Prov., 6e Nat. en Zilveren vleugel Barcelona
4e Nationaal kampioenschap zware fond oude KBDB
11e Nationaal kampioenschap zware fond jaarse KBDB
3e Nationale Asduif Zware fond oude KBDB
3e Nationale Asduif Zware fond jaarse KBDB

Bart met zijn vader Jos Van Olmen.De zoon van Jos 

Bart (60), van opleiding landbouwkundig ingenieur, is kwaliteitsmanager in vooral de aardbeienteelt. De volgende keer dat u uw tanden zet in zo’n heerlijke, stevige en toch sappige, zoete aardbei uit Hoogstraten, weet dan dat u dit onder andere aan Bart te danken hebt. Een baan die vooral heel druk is in het voorjaar, mei/juni. Een baan met verantwoordelijkheid, maar gelukkig ook de nodige vrijheid en flexibiliteit zodat de combinatie met het duivenspel doenbaar blijft. Hard werken, maar daar zijn ze in de Kempen niet vies van.
Vader Jos was een icoon in zijn sport, een grootheid binnen de zware fond. Voor Bart en zijn broers was hij vooral een liefdevolle vader die vaak op het duivenhok zat. Als klein broekventje was Bart reeds gefascineerd door de gevleugelde marathonvliegers. Zijn twee broers toonden geen interesse, alle duivengenen waren blijkbaar in dat ene ventje terechtgekomen.

Natuurlijk is het leven meer dan duiven alleen. Puberteit, school, werken, allemaal factoren die meespelen in het leven. In 1995 huwde Bart met Ilse. Ze kregen een tweeling, twee dochters. Al die jaren bleef hij vader bijstaan bij het spelen en verzorgen van de duiven. In 2016 volgde echter een schok. Jos overleed die winter plots door longproblemen. Los van de pijn door dit grote verlies zaten ze plots ook met het probleem wat te doen met die duiven in de tuin van moeder Maria.
Iedereen zei hem om de boel te verkopen. Des te langer je wacht, des te meer dalen de duiven in waarde, was het credo. Bart wilde vaders levenswerk echter niet zomaar opruimen en besloot om waardig af te sluiten en het daarop volgende seizoen te spelen als een soort eerbetoon aan pa. De jongen gaf hij allemaal weg aan vrienden, hij zou immers toch maar één seizoen spelen. En hij ging spelen met de oude vliegers. 
Dit viel echter goed mee. Op een loodzware Perpignan vloog hij 3e provinciaal en terwijl er amper duiven thuis waren diezelfde dag had Bart er al vier gepakt. 
De zin om ermee te stoppen werd steeds kleiner. Hij won dat jaar geen provinciaal, maar speelde wel vaak top. In 2017 en ’18 won hij telkens 1e Prov. St.-Vincent en van stoppen was plots geen sprake meer.

Bart Van OlmenOp eigen naam

Ilse was oorspronkelijk geen groot voorstander van een duivenhok in de tuin. Al dat heen en weer rijden tussen thuis en de ouderlijke tuin was echter ook niet echt praktisch. Bovendien zou ze haar man meer zien als hij gewoon thuis met de duiven kon spelen. Daarom werd in 2018 beslist in eigen tuin een hok neer te zetten. De oude duiven werden overgewend en in 2019 ging Bart dan in eigen tuin en op eigen naam spelen.
Wie goed doet, goed ontmoet. Bart is een schoolvoorbeeld van deze zegswijze. Zoals we eerder reeds aangaven is Bart, alhoewel een “kleine” melker, niet gierig met bons en als hij een vriend kan verder helpen zal hij niet lang twijfelen. Het mag dan ook niet verwonderen dat hij van her en der jongen aangeboden kreeg om zijn kolonie te versterken.

Zo kreeg hij duiven van buurman Sylvain Raeymaekers, maar de grootste inbreng was een heel contingent jongen van Koen De Backer, allemaal duiven waar veel “Van Olmen” in zat.
Hoewel hij zelfs zijn eerste Quiévrain wist te winnen bij de jaarlingen, viel dat eerste seizoen toch wat tegen. Alles was nog nieuw en het hok was nog niet helemaal op niveau. Bart zette echter dapper door, van vader had hij immers geleerd te blijven geloven in jezelf, in je systeem en gewoon te blijven doorwerken.
Natuurlijk vormen de duiven van vader Jos nog steeds de basis op de hokken van Bart. De doffer die 3e Nat. Asduif werd bij de oude, BE19-6129870, komt voort uit twee ouders die nog uit de kolonie van vader komen. De jaardoffer die in de prijzen viel, BE24-6114607, heeft als vader ook nog een vlieger van Jos, gekregen van Alois en Luc Van den Plas (Rijkevorsel). Leuk weetje: deze duiver bezorgde Bart in 2017 zijn eerste provinciale overwinning op St.-Vincent. Deze werd gekoppeld aan een duivin gekregen van Maurice Laban, een 100% Bert Saarloos, de Nederlandse marathontopper uit Klaaswaal.

Geen kwekers

Van Olmen heeft geen kweekkoppels, hierdoor kan ook de hokoppervlakte beperkt blijven. (Vader Jos had op het einde ook weinig kwekers en kweekte ook uit zijn jaarlingen). Bart kweekt dus uit zijn vliegers.

Rond Lichtmis, begin februari, worden de vliegers gekoppeld. Ze mogen dus allemaal broeden en minstens één jong grootbrengen. Er worden wel enkel de eieren aangehouden van de bewezen vliegers en een enkele beloftevolle jaarling zodat de meeste koppels (en zeker de betere vliegers) maar 1 jong moeten grootbrengen. Sommige jaarlingen en een enkele oude die de winter te zwaar uitgekomen zijn, brengen wel twee jongen groot. Zo moet er door de meeste vliegers niet teveel energie in de opkweek van jongen gestoken worden. Na het seizoen herhaalt hij dit en zo kweekt hij jaarlijks een 50-60 jongen voor eigen gebruik, al de rest is voor bons en om te ruilen.

Duiven verkopen is niet echt zijn ding, liever ruilt hij met andere melkers. Dit is een mooie manier om vers bloed in je kolonie te krijgen. Je leert andere melkers kennen en zo ontstaan er vriendschappen en kan je ook van hen bijleren.
Een mooi anekdote hieromtrent komt uit Westkapelle in Nederland. Combinatie Verhagen-Buyl kocht in 2017 een bon van Bart op een verkoping voor een goed doel. In de zomer van ’22 kreeg Bart op Facebook een bericht van hen dat zij uit die duif van hem een 1e Nat. Agen hadden gekweekt. Helaas was de duif van Bart die winter overleden. Hij had echter uit dezelfde vader nog wat zomerjongen zitten en zei dat ze er daar eentje van mochten komen halen.
Zo gezegd zo gedaan, ze kwamen langs in Broechem, hebben daar een namiddag gezellig zitten buurten en er was duidelijk een klik tussen de melkers. In 2024 kreeg hij dan bericht dat een jong uit een van de twee duiven die Bart had mee gegeven wederom heel vroeg vloog op Agen en nog wat later presteerde ze ook fantastisch op Narbonne waardoor ze 2e Internat. Asduif werd. Wederom drongen ze vanuit Westkapelle aan om duiven van Bart te kunnen kopen. Bart deed echter een tegenvoorstel en het jaar erop werden een een 10-tal ringen uitgewisseld.

Bart begon dit seizoen met 38 weduwnaars en 5 duivinnen die tussen de jongen zitten en die op nest gespeeld worden. Op die manier kan hij toch zijn duivinnen wat testen. Momenteel heeft hij nog 22 weduwnaars over, de rest ging verloren op vluchten.
Nadat ze dus een jong grootbrengen, gaan ze uit mekaar en worden ze op weduwschap gespeeld en kan het opleren beginnen. Voor het seizoen werden ze tweemaal gelapt, Duffel en Zemst. Tussendoor nam hij ze wel regelmatig eens mee wanneer hij op de baan was voor zijn werk om ze hier en daar wat te lossen.
Daarna vliegen ze enkel nog aan huis en wedstrijden. Aan huis tot 1 mei eenmaal daags en daarna tweemaal. Afhankelijk van zijn werkuren gebeurt het vaak dat Ilse ze moet buiten laten. Ze mogen vrij vliegen, er wordt geen vlag gestoken of zo. Na een half uur gaan de ramen open en kunnen ze binnen en buiten als ze willen, na een uur worden de trengels geblokkeerd zodat ze niet meer naar buiten kunnen.
Voor inkorving worden in het begin van het seizoen geen partners getoond. Pas vanaf Barcelona gebeurt dit wel om de motivatie wat groter te maken. Bij thuiskomst van korte vluchten gaan ze direct samen, bij de langere vluchten mogen ze eerst wat tot rust komen alvorens bij hun partner te komen.
Ook de duiven die later thuiskomen mogen nog steeds even bij hun partner, zelfs al komen ze enkele dagen achterna. Ze zijn tenslotte thuisgekomen, we weten niet wat die beestjes hebben meegemaakt, waarom ze dan straffen? Hij vindt het een fout signaal geven om een duif die toch nog thuiskomt geen partner te geven. Zoals veel in het duivenspel van Bart gaat dit allemaal op gevoel. Een duivenmelker meent te weten wat zijn duiven nodig hebben en door de jaren ervaring zal hij steeds vaker gelijk hebben.

De hokken van Bart Van Olmen in Broechem.Van 750 km tot Barcelona

Via de vitesse en de hafo worden de duiven dan klaargestoomd voor de nationals en dan meer specifiek de vluchten van 750 km tot Barcelona (1085 km). Bart speelt tot de verste afstanden, maar op bijvoorbeeld Barcelona geeft hij initieel niet zijn beste vliegers mee, de kans op verliezen is dan te groot.
Zoals de meeste liefhebbers die zich toeleggen op het zwaardere werk vindt hij de uitslagen op de kortere afstanden van minder tel. Al kan je op die vluchten natuurlijk al wel zien of ze in orde zijn of niet. Wel vindt hij dat je een duif niet te snel mag afschrijven. Zeker op de zware fond zijn er immers genoeg duiven die pas op latere leeftijd tot volle ontwikkeling komen, bovendien zijn dit soort duiven gewoon minder geschikt voor die kortere afstanden. Hij vergelijkt het met lopers. Een marathonloper die in bloedvorm is gaat sneller sprinten dan wanneer hij niet in orde is, hij gaat echter nooit een 100 m sprint winnen.

Vaak is het ook zo dat ze als jonge duif nog redelijk vliegen op de vitesse en halve fond, maar naarmate ze van het verdere werk hebben geproefd presteren ze plots niet meer op die korte vluchten. Alsof ze dan geleerd hebben dat ze zich wat moeten sparen en misschien heeft ook hun lichaam zich dan ontwikkeld om beter geschikt te zijn voor de lange vluchten.
Dit neemt echter niet weg dat ook de andere afstanden door hem gespeeld worden. Hij weet dat hij geen kans maakt op Quiévrain, maar hij ziet graag duiven komen en geen enkele sporter wil afgaan, dus moeten ze toch een beetje deftig presteren. Om diezelfde reden speelt hij ook nog de Ronde van België, de winter duurt immers nog lang genoeg daarna.
Maar nogmaals, ze hoeven niet super te presteren op die afstanden en ze mogen zich verder ontwikkelen. Bart: “Waarom zou ik een duif opruimen die niet super vliegt op 600 km als haar doel is om 1000 km te vliegen.” Als hij echt teveel duiven over heeft op het einde van het seizoen gaan er enkele tussenuit die wat minder gepresteerd hebben op die kortere vluchten, maar in principe gebeurt de selectie door de mand tot de verste afstanden.

De hokken van Bart Van Olmen in Broechem.Een duif vertelt veel!

Op het menu in Broechem staat Van Tilburg. Momenteel de ruimengeling, tijdens de kweek de kweekmengeling en tijdens het seizoen de vliegmengeling. Bart voert volle bak. Ook haalt hij voor het seizoen een zak energierijkere mengeling (vorige jaren Aidi 3, dit jaar de Lemmens-mengeling van Natural) . Daarmee worden de duiven enkele dagen voor de vlucht vanaf de fond in hun bak bijgevoerd. En hoewel ze volle bak ter beschikking blijven hebben, wordt daar toch goed van gegeten. Gezien zijn beperkte kolonie is die zak meestal zelfs niet op na het seizoen.
Bij vertrek en bij aankomst krijgen ze hetzelfde voer en soms (als hij het niet vergeet) gaan er dan elektrolyten in het water. Wanneer ze binnenkomen na een training krijgen ze altijd wat fijn zaad. Iedere dag is er verse grit, ze hebben een piksteen en regelmatig krijgen ze wat krulkolen of ander groen uit de eigen tuin. Eenmaal per week geeft hij schapenmelkpoeder gemengd met vloeibare honing en tweemaal per week wordt er ook kefir gegeven. Dit laatste is een product waar Bart, ook voor eigen gebruik, al vele jaren bij zweert. Dit heeft een heel positieve werking voor spijsvertering en het gehele maag-darmstelsel.
Enerzijds is Bart de nuchtere duivenmelker die gelooft dat je niet teveel geks moet doen en dat zo’n vogel zelf het best weet wat hij/zij nodig heeft. Hij is ook de melker met een heel leven ervaring in de duiven. Door observatie leer je veel, “een duif vertelt veel,” aldus Bart.

Je leert vooral wat je niet moet doen!

Barts leermeester was vanzelfsprekend hoofdzakelijk vader Jos. Door zijn overlijden stond hij er echter plots alleen voor en kon hij niets meer vragen. Gelukkig leest Bart veel en graag over duiven. Hij interessantste vindt hij te lezen hoe (andere) toppers de zaken aanpakken. Waar hij het meest van leert is niet door te lezen wat ze doen, maar vooral door te leren uit hun fouten. Door te vernemen wat ze niet meer doen, en waarom!
Anderzijds heeft de nuchtere Kempenaar een wetenschappelijke achtergrond. Hij studeerde landbouwkundig ingenieur specialisatie veeteelt, en duiven zijn tenslotte pluimvee. Alles wordt steeds professioneler en meer en meer wetenschappelijk onderbouwd. Het nattevingerwerk en bijgeloof gaat steeds meer uit de sport.
Wat ook steeds meer tot het verleden behoort is duiven volduwen met medicatie zoals in het verleden vaak werd gedaan. Ook hierin ziet hij gelijkenissen met de moderne landbouw. In de veeteelt mag men ook bepaalde medicatie of groeihormonen niet meer geven (daarom mag bijvoorbeeld veel vlees uit de VS bij ons niet verkocht worden). Zelfs in de tuinbouw werkt men steeds meer op natuurlijke manier.

De hokken van Bart Van Olmen in Broechem.Van gezonde duiven moet je afblijven

Er worden steeds minder insecticiden gebruikt, steeds minder chemische middelen ter bescherming tegen ziektes. In plaats daarvan gebruikt men natuurlijke bestrijdingsmiddelen, maar vooral probeert men planten te kweken die van nature sterker zijn en beter opgewassen tegen deze ziektes of ongedierte.
Op dezelfde manier kijkt hij aan tegen de medische begeleiding van zijn duiven. Zo weinig mogelijk medicatie geven, om op die manier duiven te kweken die tegen een stootje kunnen. Bij vele dagen mand is het immers belangrijk om niet alleen gezonde duiven te hebben, maar vooral ook duiven die gezond blijven en niet te snel aangestoken worden door anderen.

Tweemaal per jaar gaat hij naar dr. Bernard Cottenie in Ranst, als die het nodig acht wordt er iets gegeven, maar er wordt zeker nooit blind gekuurd (zo werd er begin van het seizoen een kwart Flagyl tegen tricho opgestoken). Verder is het vooral zaak om van gezonde duiven af te blijven. Ook van overdreven enten is hij geen voorstander. Alle duiven worden ingeënt tegen paramixo, de jongen ook nog eens een tweede maal samen met de enting tegen de pokken en de jaarse ook nog een keer tegen pokken. Tegen paratyfus wordt niet geënt. Aangezien dit een bacterie is, ziet Bart niet de logica om dit met enten tegen te gaan. Zijn oude duiven zitten immers zoveel uren in de mand dat ze hoogstwaarschijnlijk toch al met de salmonellabacterie in contact zijn gekomen, dus drager zijn en er ook weerstand tegen hebben opgebouwd.

Over onze vraag wat hij in zijn carrière graag eens zou winnen moest hij niet lang nadenken. Graag zou Bart, in navolging van vader, nog eens op het grote podium van de Gouden Duif staan. Hij vindt dit één van de mooiste prijzen in duivenland en Bart speelt die dag een thuismatch. Hij kan gewoon de fiets nemen. Ook die dag zal er niet preventief gekuurd worden, al kan het wel zijn dat er ’s anderendaags een dafalganneke aan te pas komt.
Hierbij kunnen we dit artikel afsluiten. Sportief gezien kunnen we stellen dat Bart niet langer alleen maar de zoon is van Jos Van Olmen. Bart is ondertussen zelf een naam in de duivensport. Bart heeft ondertussen een reputatie en een palmares dat hij zelf heeft verdiend. Eén ding is zeker, hierboven is er eentje heel fier op dat broekventje uit Broechem die meer dan genoeg bewezen heeft dat hij het ook in de vingers heeft. 
Bart is in duivenland niet langer alleen maar de zoon van Jos Van Olmen, maar Bart zal wel altijd de zoon van Jos Van Olmen blijven.
 

Téléchargement: 

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.