AMEEL-VANLAKE – 1e Algemeen Nationaal Kampioen KBDB

Liefhebber: 

Dadizele – Of Deisel in de volksmond, is een dorp in West-Vlaanderen en een deelgemeente van Moorslede. De inwoners van Dadizele worden de Pompeschitters genoemd en daar hangt een onwelriekend verhaal aan vast. Een “pompeschitter” is iemand die te veel  abrikozen en pruimen gegeten heeft en dringend zijn behoefte ging doen aan de pomp op de markt. Het verhaal moet wel een grond van waarheid bevatten want in Dadizele zijn er nog heel wat van die oude pompen te vinden.

Bij dit alles zouden we vergeten dat Dadizele een druk bezocht bedevaartsoord is in West-Vlaanderen. Bekend zijn vooral de bedevaarten naar de basiliek van Onze-Lieve-Vrouw in de maanden mei en september. Aan de hand van mijn godvruchtige grootmoeder ben ik zelf als jonge knaap ook nog in Dadizele terechtgekomen.
Het Dadipark, het oudste pretpark van België met een van de langste loopbruggen van het land, werd gesloopt omdat de oude attracties te onveilig werden voor het grote publiek. En of dat allemaal nog niet genoeg is... ze hebben er met Floralux het grootste tuincentrum van België !
Maar ook de duivensport heeft er het afgelopen seizoen goed geboerd ! De tandem Ignace Ameel - Sabine Vanlake werd met veel panache 15e Nat. Kampioen KBDB Grote Fond oude duiven, 7e Nat. Kampioen KBDB Grote Fond Jaarlingen, 4e Nat. Kampioen KBDB Fond jaarlingen en 10e Nat. Kampioen KBDB Grote Halve Fond Oude. Alles samen resulteerde dat in de titel van 1e Algemeen Nationaal Kampioen KBDB in 2016 !

Twee grootvaders André

Vader Marcel Ameel speelt nog altijd sterk op vitesse en halve fond maar ook de grootvaders langs vaders- en moederskant waren gehaaide duivenmelkers. Het is grootvader André, ze heetten trouwens alle twee André, langs vaderskant die Ignace tot de duiven-
sport bekeerd heeft. Maar ook de vader van Sabine was een duivenmelker die heel goed zijn streng trok op de Dourdans in de streek. Hij was van plan om het ook op de grotere afstand te proberen maar overleed jammer genoeg voor hij deze uitdaging kon waar maken.
Ignace is in 1988 met duiven gestart in Gent en heeft daar goed gespeeld op de halve fond in het lokaal Union & Liberté. Daarna is hij wegens omstandigheden enkele jaren uit de duivensport geweest. In 2002 nam hij de draad weer op en het werd een nieuwe start met Sabine in Houthulst. In hun huurhuis werd er daar maar één jaar met duiven gespeeld en vervolgens werd er verhuisd naar Dadizele waar de “echte” nieuwe start plaatsvond. Het werd een echte blitzstart ! Meteen tijdens het eerste jaar hadden zij de 1e Prov. Asduif Snelheid jongen en ook de eerste Asduif jongen in de Brugse Kampioenschappen op de kooi !

De basis van de kolonie werd gevormd met o.a. een duivin van Silvere Toye, Otegem... duiven van Antoon & Hilde Reynaert, Passendale... duiven van vader Marcel Ameel en duiven van Willy Cokelaere, Moorslede. In 2007 werden er duiven gehaald bij Ludwig Vandecasteele, Oekene om de grote afstand aan te pakken.
Het pad van de duivensport van de tandem Ameel-Vanlake lag eigenlijk bezaaid met rozen. Ze werden Algemeen Provinciaal Kampioen West-Vlaanderen (2005), Vice-Algemeen Provinciaal Kampioen (2006), 1e Algemeen Kampioen Fondclub Vlamertinge (2008), 1e Algemeen Kampioen Fondclub Ieper (2008, 2009, 2013), 1e Nationaal Guéret oude duiven met “Pinokkio” (2014), 3e Nationaal Kampioen Grote Fond Jaarlingen (2015), 1e Algemeen Kampioen Fondclub Kortemark (2016) en 1e Algemeen Nationaal Kampioen KBDB (2016).

In 2016 : 20 x top 100 Nationaal

3e Nat. Pau 1661 oude
4e Nat. Agen 2932 jaarse
11e Nat. St. Vincent 2562 oude
18e Nat. Montelimar 1538 jaarse
27e Nat. Jarnac 3904 jaarse
35e Nat. Valence 6236 oude 
35e Nat. Brive 5929 jaarse
38e Nat. Agen 3648 oude
50e Nat. Chateauroux 25.126 oude
57e Nat. Chateauroux 25.126 oude
63e Nat. Chateauroux 29.591 jaarse 
63e Nat. Montlucon 10.753 jaarse 
66e Nat. Chateauroux 29.591 jaarse 
67e Nat. Jarnac 4167 oude
75e Nat. Agen 2932 jaarse
78e Nat. Brive 5929 jaarse
85e Nat. Chateauroux 25.126 oude
87e Nat. Limoges 6492 oude 
93e Nat. Agen 2932 jaarse
99e Nat. Brive 5952 oude

1e Zone Bourges I, 1340 oude
1e en 2e Zone Montlucon 493 jaarse

Feestavond voor de weduwnaars

Ignace en Sabine pakken het nieuwe seizoen aan met een ploeg van 72 weduwnaars (36 oude en 36 jaarse), 50 jonge duiven en 20 koppels kwekers. Oude en jaarse weduwnaars zitten door elkaar op de hokken.
De helft van de weduwnaars wordt op 25 november gekoppeld en trekt een koppel jongen groot. De jaarlingen krijgen de eieren van de kwekers onder geschoven. De tweede helft van de weduwnaars wordt tijdens de krokusvakantie gekoppeld. Ignace is leraar aan het BUSO in Roeselare en dan heeft hij een weekje vakantie. De duiven blijven dan 10 dagen samen en worden daarna opnieuw gescheiden.
Er wordt zo vroeg mogelijk opgeleerd of van zodra het weer het toelaat. Het gaat met de wagen naar tweemaal 19 km... vervolgens Arras, Clermont, Fontenay en verder het programma met enkele duiven die de mand in gaan voor Barcelona. Van zodra de wedstrijden met 2 nachten mand (Tours) op het programma staan worden er geen vluchten met 1 nacht mand meer gespeeld. De vliegploeg wordt in tweeën gesplitst en iedere week wordt de helft van de weduwnaars gespeeld. Wie zich toont op de grote halve fond blijft op die afstand vliegen... wie het maakt op de ééndaagse fond blijft bij die discipline... en zo gaan er ook een aantal duiven naar de internationale wedstrijden.
In het begin van het seizoen trainen de duiven één keer per dag gedurende een uur met gesloten ramen. Vanaf mei, wanneer het wat warmer wordt, wordt er ‘s morgens en ‘s avonds een vol uur getraind. Het is dan wachten tot de weduwnaars uit vrije wil een vol uur trainen en dat is tevens het teken dat de weduwnaarsploeg de conditie te pakken heeft. De weduwnaars worden niet verduisterd... ze worden tussendoor niet meer weggevoerd... en het enige wat ze veel nodig hebben is rust... aldus Ignace Ameel.
Iedere weduwnaar krijgt elke week zijn duivin te zien... of hij nu gevlogen heeft of niet. Wanneer de wedstrijden los zijn op zaterdag komen alle duivinnen op de hokken en ze blijven daar tot ‘s avonds. De weduwnaars die thuisbleven krijgen hun duivin vanaf van ‘s morgen 11 u. Ze worden opgesloten met eten en drinken in hun woonbak en blijven samen tot wanneer de wedstrijden afgelopen zijn. Alleen de weduwnaars die de internationale wedstrijden vliegen, en op vrijdag thuiskomen, moeten wachten tot zaterdag vooraleer ze hun duivin in hun nestvak krijgen.
De weduwnaars worden niet extra gemotiveerd. Bij de inkorving wordt de nestschotel in hun nestvak omgedraaid en er wordt gewacht tot wanneer de doffer in de nestschotel ligt te lokken. Gebeurt dat niet dan wordt hij niet ingekorfd en blijft hij een week langer thuis !
Zondagavond is het feestavond voor de duiven van Ameel-Vanlake. De duivinnen zitten terug in de volière... alle vliegduiven komen los... de vensters staan open... er staat een bad op het gazon en Ignace en Sabine zitten tussen de duiven en verwennen hun gevleugelde atleten met pinda’s. De band tussen melker en duif is hier geen ijdel begrip. En de voorkeur van de doffers gaat vooral uit naar Sabine. Wanneer de weduwnaars los komen dan mag Sabine zich niet laten zien want anders komt er van trainen niet veel meer in huis. En op maandag wordt het weer de routine van elke dag... en dan zijn er geen snoepjes meer.

Jonge doffers niet op nationale vluchten

Ten huize Ameel-Vanlake betekent het spel met de jonge duiven heel weinig in vergelijking met het spel met de weduwnaars. Maar het is een must wanneer men wil deelnemen aan de kampioenschappen. Er wordt een 50-tal jongen gefokt uit de kwekers en de beste oude vliegers. In juni worden er ook nog een handvol zomerjongen gefokt.
De jonge doffers worden niet verduisterd maar de duivinnen worden verduisterd van 15 maart tot 21 juni. Voor de eerste keer werden ze in 2016 daarna bijgelicht. In 7 à 8 etappes worden ze opgeleerd tot 20 km en gaan dan met de verenigingsmand op stap. De doffers worden gekoppeld aan een oude duivin en worden op een nestje gespeeld. De beste positie is een jong van 14 dagen in de nestschotel. De doffers worden niet op de nationale vluchten gespeeld wegens de overheersende westenwind en wegens te veel verliezen. Er moet daarna te veel oplapwerk gebeuren. De nestjes zijn kapot... de duivin is ondertussen met een andere doffer gepaard en dat heb je niet met provinciale vluchten want als ze daar op missen zijn ze meestal na 2 à 3 u thuis. Daarom worden zij voornamelijk ingekorfd op de provinciale vluchten Tours en Blois.
De jonge duivinnen gaan iedere week de mand in en krijgen een aantal oude kweekdoffers op het hok bij inkorving en thuiskomst. Het heeft alles weg van een “hoerenboel” want de doffers worden geen vaste partners. Ze komen bij de inkorving zo’n 5 u samen en bij thuiskomst blijven ze een nachtje samen. De 14 duivinnen kregen slechts 8 doffers op het hok en dat zorgt uiteraard voor heel wat afgunst bij deze jonge deernes.
Voor 2017 zullen de bakens meer dan waarschijnlijk verzet worden en zal er met vaste partners gespeeld worden nadat ze eerst een nestje groot gebracht hebben. De duivinnen waren op het laatst niet meer te motiveren en liepen zelfs op andere plaatsen binnen. Ze waren het beu en dat moet veranderen met een vaste partner. Het is in de eerste plaats de bedoeling om de jonge duiven wat ervaring te laten opdoen wat hen goed zal te pas komen als jaarling.

Voeding

Een groot deel van de weduwnaars wordt om de 14 dagen gespeeld op fond en halve fond. Iedere duif krijgt afzonderlijk eten en drinken in zijn woonbak. Zaterdag bij thuiskomst is er dieet in het voederbakje met elektrolyten en druivensuiker in het drinkwater. Van zondag tot en met maandag van de tweede week wordt er 1/2 sportmengeling + 1/2 dieetmengeling gevoederd. Op maandag gaan er “gele druppels” en “Vi-Spo-Min”(vitamines + sporenelementen + mineralen) over het voeder. Er is geen individuele toediening van de “gele druppels” want Ignace kan niet met gele vingers voor de klas staan.
Op zaterdag krijgt de doffer zijn duivin in zijn nestvak... op zondag is het feestavond en op maandag zijn er vitamines in het drinken. Op dinsdag en woensdag (inkorving) wordt er 100 % energierijke mengeling gevoederd. Voor de grote halve fond wordt het voederschema een dag naar achter verschoven. De vliegploeg krijgt ook iedere dag een paar pinda’s toegestoken.
De jongen krijgen altijd een “jonge duiven-mengeling” en worden niet opgevoederd. Sporadisch gaan vitamines en gele druppels over het voeder.

Medisch weinig problemen

Voor aanvang van het vliegseizoen werd er 5 dagen behandeld met Theraprim tegen paratyfus. Nadien werden de duiven niet ingeënt.
Winter en zomer krijgen de duiven 1x per week de gele druppels toegediend. Daarnaast vond er geen andere behandeling tegen trichomonas plaats. Wanneer er zich specifieke problemen voordoen wordt de dierenarts geraadpleegd maar in 2016 waren er heel weinig problemen. Tegen luchtweginfecties werd er helemaal niet behandeld.
Avidress gaat buiten het vliegseizoen bijna dagelijks in het drinkwater. In de stille periode gaan er 1x per week biergist en lookolie over het voeder. Verder nog 1x per week Kurkuma (geelwortel) en om de 14 dagen gaat er ook nog solferbloem over het voeder. Tijdens de kweek wordt er met regelmaat P40 eiwitkorrel verstrekt. Ook komen er regelmatig onkruidzaden in het voederbakje.

Hokken met golfplaten

De weduwnaars krijgen onderdak op 18.50 m hok... de jonge duiven hebben een hok van 6 m ter beschikking. Het zijn dus allemaal tuinhokken die zo’n 40 cm boven de grond gebouwd zijn. De hokken hebben een dakbedekking uit zwarte golfplaten met een voor ieder hok een doorschijnende plastieken plaat. Het hok van de jongen heeft nog het traditionele pannendak en dat moet deze winter verdwijnen en plaats maken voor een dak van zwarte golfplaten
De luchtinlaat is in de voorzijde van het hok en de oversteek van het dak zorgt vooraan voor 25 cm en achteraan voor 10 cm ventilatie. In het plafond voor de duiven is verluchtingstrook van 80 cm voorzien.
De bodem van het hok en de woonbakken worden dagelijks gereinigd. Om de 2 à 3 jaar wordt de binnenzijde van het hok geschilderd met muurverf van Gamma. Het zijn jammer genoeg niet erg droge hokken en bij een natte winter wordt een verwarmingsplaat aangeknipt bij de gespeende jongen.

Goede duif

Ignace Ameel : “ Een goede duif is een duif die de melker niet teleurstelt. De mand is de absolute keurmeester ! Een duif wordt hier geprobeerd op alle afstanden en wanneer ze niet voldoet op de halve fond wordt ze op de grotere afstanden gespeeld.
Ik hou van een goed gesloten duif met een zachte pluim en een soepele vleugel. Het oog is voor mij van weinig belang. Een jonge duif moet goed opgeleerd worden en haar model moet mij aanstaan. Als jaarling moet ze minimum een keer heel vroeg vliegen of 2x per tiental winnen op de grote halve fond. Als tweejaarse moet ze presteren maar rampvluchten kunnen wel roet in het eten gooien. Maar de selectie als jaarduif is het belangrijkste.”

Een topkoppel !

Het kweekhok is bevolkt met 20 kweekkoppels en dat zijn bijna allemaal bewezen vliegduiven. In Dadizele hebben ze een basiskoppel dat zich ontpopte tot een echt superkoppel.

  • B02/3026095 “Witterugge” x B01/3263750 “Toyeduivin”. Zij werden de ouders van een 30-tal 1e prijs vliegers van Arras tot St-Vincent. Tachtig procent van de duiven op het kweekhok zijn afstammelingen van dit basiskoppel. Zo’n basiskoppel heeft Ignace in zijn hele carrière maar één keer op de kooi gehad !
  • Een ander kweekkoppel met referenties is “ B11/3017629 “Mini Tornado” (kleinzoon van het basiskoppel) x B13/3158598 “Dochter Keppekindje”. Zij werden de ouders van B14/3153764 “Big Brother” met op zijn palmares 1e reg. Agen 134 d/12e prov. 799 d/ 38e nat. 3648 d.

Téléchargement: 

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.