VANDEPUTTE-VANDEN BOSCH - 1e Nationale Asduif Rhonevallei 2025

Liefhebber: 

Beersel – Duivenwedstrijden die gelost worden in de buurt van de Rhône behoren dikwijls tot de zwaarste vluchten van de duivencompetitie. Het aantal dagen dat er in de vallei geen wind blaast, is gedurende een gans jaar op slechts één hand te tellen. Vaak is het een mistral, een krachtige noordenwind die ontstaat door een hogedrukgebied over Frankrijk en een lagedrukgebied in de Golf van Genua. 

In de vallei tussen het Centraal Massief en de Alpen, kan de wind in kracht toenemen. Soms kunnen dat windstoten zijn met windkracht 7 of meer. Positief is dat de wind meestal voor helder en zonnig weer zorgt. Een groot aantal fondspelers is voor deze wedstrijden wel te vinden, al voelen anderen er weinig voor om er met hun gevederde vrienden aan deel te nemen. Het is daarom niet verwonderlijk dat voor deze extra moeilijke vluchten een nationaal kampioenschap wordt betwist.
De tandem die dit jaar met goud en zilver gehuldigd mag worden voor de nationale kampioenschappen van de Rhône wordt gevormd door Gerard Vandeputte en Marc Vanden Bosch. Dat ze het voorbije seizoen sterke prestaties hebben neergezet, mag blijken uit de volgende reportage. Maar vooraf hoort hier een woordje uitleg bij, vooral wat hoofdrolspeler Gerard Vandeputte betreft. Na meer dan een halve eeuw duivensport, doorspekt met talrijke puike resultaten, is hetgeen voorafging geen klein bier.

Zo werden zij 2e Nat. Kampioen Rhonevallei
    B22-2001520 B22-2001548
Valence l 3852 d. 86 281
Valence lI 2344 d.  17 354
Marseille 1812 d. 37 192

Historiek

Gerard is geboren en opgegroeid te Kortrijk, meer bepaald te Russeignies (Rozenaken), in duivenmiddens ook gekend als de woonplaats van de tandem Casaert-Sénéchal. Hij doorliep er de lagere school in het Frans en was daarna een voorbeeldige student op het college te Ronse, meer bepaald in de richting Latijn-Grieks. De wereld en het toekomstbeeld van Gerard veranderden echter van spoor toen zijn vader getroffen werd door twee opeenvolgende hartaanvallen. Zijn vader was van beroep landbouwer. Gerard koos ervoor om met zijn studies te stoppen om het werk van zijn vader voort te zetten. Al snel bleek echter dat de Latijn-Griekse opleiding Gerard onvoldoende kennis had bijgebracht om met landbouwmachines om te gaan, waarna hij besloot om in de winter de Landbouwschool van Doornik te gaan volgen. 
Gerard zag het helemaal zitten en in zijn hoofd droomde hij van een moderne boerderij. Door zijn wankele gezondheid durfde vader echter niet meer te investeren... tot Gerard 
in Brussel een job als bode aangeboden kreeg. Uitgerekend op zijn 19e verjaardag in 1972 vertrok Gerard voor zijn eerste werkdag naar Brussel. Aanvankelijk als plaatselijk ambtenaar bij de EU en in 1974 als Europees ambtenaar. Vanaf 1980 was Gerard er verantwoordelijke van de postverdeling, zowel de in- als uitgaande post.

Gerard Vandeputte en Marc Vanden Bosch Omer

Gerards vader speelde op de boerderij met duiven, waardoor hij in het lokaal van Ronse Omer Vandenhende leerde kennen. Van het een kwam het ander en in 1975 werd de tandem Vandenhende-Vandeputte boven de doopvont gehouden. Trouwens, de vader van Omer was niet van de minsten, een melker die in Ronse en omstreken bekendstond als een zeer fijne liefhebber. Door een vriend van Omer konden ze starten met duiven van Marc Roosens en Raoul Van Spitael. Enkele jaren later kochten ze twee broers van de 1e Nat. Limoges van de Gebr. Willequet, wat reeds vlug een versterking bleek te zijn. 

Georges

In het lokaal van Ronse korfde ook fondcoryfee en superkampioen Georges Carteus zijn pluimenbollen in. Gerard had vrij snel een goede band met Georges, hetgeen zich in 1978 vertaalde naar de komst van de eerste Carteusduiven op hun hok. Aanvankelijk nog onder de vorm van eieren, die naar het hok van Omer en Gerard verhuisden. 
De resultaten bleven niet uit en gedurende de volgende jaren werden op de zware fond meerdere successen behaald. In 1983 moest Omer inclusief het duivenhok verhuizen naar Evere, waar er verder in tandem kon worden gespeeld. Maar de noodgedwongen verhuis in 1987 was er uiteindelijk te veel aan. Er werd een jaar niet meer gespeeld tot dat Gerard en vrouwlief, Marie-France, in 1988 het huis van hun dromen vonden te Beersel. In augustus van dat jaar werden er al nieuwe duivenhokken opgetrokken en kon de tandem hun geliefkoosde hobby hervatten, ditmaal onder de naam Vandeputte-Vandenhende.
In 1989 namen ze de beslissing om zich enkel nog te richten op duiven van Carteus en zodoende werden bij Georges nog enkele toppers gehaald. Hiermee werd uiteindelijk de basis en verdere opbouw van hun kolonie grotendeels bepaald. 

Xavier en Jozef

Begin jaren 2000 begon bij Omer de leeftijd door te wegen, waardoor Gerard mettertijd meer en meer taken op zich moest nemen. Eind 2003 besluit een andere sterk spelende tandem uit Beersel, nl. Gebr. Marc en Xavier Vanden Bosch, om te stoppen met de duivensport. Gerard zag zijn kans en slaagde erin om Xavier te overtuigen om bij hun in de tandem te stappen. Hiermee was vanaf 2004 de tridem Vandeputte-Vandenhende-Vanden Bosch een feit.
Al in dat eerste jaar werden er geweldige resultaten op de fond behaald, een pak eerste prijzen, waaronder 3x de 1e provinciaal en op Limoges met luttele seconden de 1e nationaal gemist. De kwaliteit was duidelijk aanwezig en de resultaten navenant. Gedurende al die jaren werd er op geregelde tijdstippen versterking aangevoerd vanop de allerbeste fondhokken in België. Gerard, Omer en Xavier hadden een ongelooflijke basis van afstammelingen uit fondkleppers op hun hokken zitten. 
Tot in 2005 bij Xavier een tumor werd vastgesteld, waarna hij een jaar later jammer genoeg overleed. Op zijn sterfbed had hij de wens uitgesproken dat zijn neef, gerechtsdeurwaarder Jozef Vanden Bosch, vanaf 2007 zijn plaats in de tridem zou innemen en zo geschiedde. Echter niet veel later sloeg het noodlot opnieuw toe, ook Jozef werd ten gevolge van agressieve leukemie in 2009 uit dit aardse bestaan weggenomen. 

Ten slotte Marc

Begin 2018, na 45 jaar samen met Gerard in tandem te hebben gespeeld, is Omer op 88-jarige leeftijd overleden, waarna Gerard op eigen naam verder moest.
In het jaar 2022 dacht Gerard er sterk aan om de duivensport vaarwel te zeggen, maar het was vrouwlief Marie-France die hem overtuigde om verder te doen. Doch het zou met minder duiven zijn, waarna alle duiven van 2021 en ouder in een publieke verkoop terecht kwamen. Enkele van zijn hokken kwamen leeg te staan, maar toch, met slechts een 30-tal jaarlingen op het hok wist Gerard zich in 2023 evengoed te tonen. Zo waren er o.m. nationale uitschieters op Agen (39e nat.) en op Narbonne (15e en 63e nat.).
Gerard bleef zoeken en uiteindelijk klopte hij opnieuw aan bij één van de vier ‘altijd’ sterk spelende broers Vanden Bosch. Meer bepaald bij de jongste, Marc, die nu sinds 2024 met hem samenspeelt, onder de naam Vandeputte-Vanden Bosch. Zowel de duiven als de taken worden netjes verdeeld. Zo zitten de kwekers bij Marc, de vliegduiven bij Gerard en de duiven naar het lokaal brengen neemt Marc er ook nog graag bij.
Naast de oorspronkelijke fundamenten van de kolonie, hoofdzakelijk gevormd met de bloedlijnen van Georges Carteus, zijn momenteel de belangrijkste hokbewoners van oorsprong afkomstig van Alex Rans (Herent), François Van den Troost (Ramsdonk), Ronald Lodewijks (Tielt-Winge), Swinnen-Vanhove (Zichem) en Joost De Smeyter-Restiaen (Melden). Het is trouwens een dochter van de 1e interprov. Bergerac bij Francois V.d.T. die bij Gerard moeder werd van de ‘Prince of Rhône’, 2e Nat. Asduif Rhône 2022.

Zo werden zij 2e Nat. Kampioen fond jaarse
    B24-2036612 B24-2036627
Valence ll 1361 d. 2 3
Limoges 542 d. 53 7
Libourne 432 d. 4 11

Top op Valence

Het feit dat Gerard en Marc zich in het kampioenschap van de Rhônevallei zo opvallend profileren, bewijst dat hun gevederde atleten het zware werk niet schuwen. Dat de wedstrijden uit Valence wellicht hun beste vluchten van het seizoen waren, wordt aangetoond met de fantastische resultaten die werden voorgelegd. Op Valence I werd het van 590 o.d. prov. 8, 15, 52 en nat. van 3852 o.d. de 57, 86, 281, 687 en 4/5 op de uitslag. 
Dan kwam Valence II, een super harde wedstrijd met oostenwind en zeer warme temperaturen. Een keiharde vlucht waarop Vandeputte-Vanden Bosch al hun zes meegegeven duiven klokten en bij de jaarse de rest van de Brabantse deelnemers het nakijken gaven. Van 128 jaarse duiven werd het een fenomenale uitslag met plaatsen 1, 2, 3, totaal 3/3 en nat. van 1361 jl. gaf dit 2, 3 en 29. Met de oude werd ook meegestreden en behaalden ze prov. van 299 d. plaatsen 4 en 27, nat. gaf dit van 2344 d. plaatsen 17, 248 en 354 met 3/3 in de prijzen.
Naast deze exploten werden er nog goeie uitslagen behaald o.m. op Limoges 1300 oude prov. 51, 87, 104, 134, en 5/6; Cahors 551 oude prov. 9, 29 en 2/3; Pau 351 oude prov. 44, 47 en 2/3; Libourne 2/2 oude en 3/5 jaarse; Tulle 15/23 jaarse. 

1e Nationale Asduif

Een kolonie die reeds zo vele jaren zijn mannetje staat, regelmatig voor een uitschieter zorgt en daarbij ook nog eens in 2022 alle oude duiven verkoopt, kan niet anders dan van de beste komaf zijn. Met het ter handen nemen van enkele pedigrees, wordt deze zienswijze meteen bekrachtigd. Want zo blijkt dat de klasbakken, inclusief de nationale asduif (die zich met een hokgenoot ook als tweede plaatste in het Nat. kampioenschap Rhônevallei) niet van de minste zijn.
De beste is uiteraard de B22-2001520, de doffer die zich kroonde tot 1e Nat. Asduif Rhônevallei 2025. Wanneer we de stamboom van naderbij bekijken zien we de afstamming van de eigen oude soort, gekruist met duiven van het hok De Smeyter-Restiaen. De vader komt uit een kruising van de ‘Bleke Barcelona’, een super vererver die samen zat met ‘Belle 881’, die als bon verkregen is bij De Smeyter-Restiaen. De moeder noemt de ‘Noire’, met als vader eveneens een ingeruilde bon bij Joost De Smeyter. Moeder van ‘Noire’ is een donker geschelpte, 1e prov. Libourne 2014 x zus 1e prov. Montélimar 2015. Geen toevalligheden zo blijkt, want de 1e prov. Libourne (B10-2208147) was in 2013 ook 2e Nat. Asduif Cureghem Centre. De 1e prov. Montélimar (B14-2152543) was op deze vlucht in 2016 opnieuw top met provinciaal de 2e plaats.

De hokken van Vandeputte-Vanden Bosch.De andere crack

De tweede klepper die het kampioenschap mee hielp betwisten is de B22-2001548, een geschelpte doffer, getrokken uit een zoon van de koppeling van de donker rode ‘Zevlakov’ van Alex Rans, met een klasseduivin van Hugo Casaert. De supercrack ’Zevlakov’ (B16-2291922) werd na topklasseringen uit o.m. Agen en Narbonne, 3e Nat. Asduif zware fond 2020, 4e Europese asduif zware fond 2020, 1e World Best Pigeon Marathon 2020. Alex kweekte hem uit een eigen topper gekoppeld met een duivin van N. & E. Didden (Neeroeteren). 
Moeder van de 548/22 is de B19-2060019, een duivin die Gerard trok uit een duiver van De Smeyter-Restiaen, gekoppeld met duivin van Jean-Pierre Barbaste, een fondliefhebber uit het Franse Salvagnac, gelegen ongeveer tussen Montauban en Toulouse. Elke fondliefhebber weet dat in de kolonie van Joost De Smeyter het echte marathonbloed is verwerkt. Maar ook het duivenbestand van de in ons landje minder bekende J.P. Barbaste, is verweven met heel wat Belgische bloedlijnen, o.m. dankzij uitgewisselde duiven van Gerard.

2e Nat. Kampioen fond jaarse

Naast de niet aflatende regelmaat waarmee de duiven van Gerard en Marc op de Rhônevluchten naar huis kwamen, wekten tevens de prestaties van enkele van hun jaarduiven heel wat verwondering op.
Zo scoorden ze immers de zilveren en bronzen medaille op Valence nationaal, waarna deze kleppers ook op Limoges en Libourne zich vlotjes in de prijzen vlogen. Telkens gingen ze als 1e en 2e de mand in, hetgeen in het nationaal fondkampioenschap resulteerde in een 6 op 6. Een schitterende tweede plek, slechts een half procentje van een coëfficiënt minder goed dan de winnaars Cleirbaut-Goovaerts uit Putte.

De Valence

De B24-2036612, die de naam ‘De Valence’ meekreeg, is een rode doffer die zich als jonge duif meer dan eens liet opvallen. Zo vloog hij vorig jaar 6x per tiental en in het lokaal, zelfs een 1e prijs op Châteauroux. Dit jaar schitterde hij nog meer met lokaal o.m. de 1e op Argenton en de 4e op Vierzon. Daarna volgde de 1e prov. en 2e nat. van 1361 jl. op Valence, de 53/542 prov. en 815/4689 nat. op Limoges, de 4/432 prov. en de 122/3883 nat. op Libourne.
De vader van deze krachtpatser is de ‘Rode 699’, meegebracht door Marc Vanden Bosch himself. Hij kweekte hem uit een duiver van Geert De Schepper (Gooik), met als ouders een koppel van De Smeyter-Restiaen. Moeder van de ‘Rode 699’ is het ‘Bleek Voske’, een duivin uit een combinatie van meerdere toplijnen zoals Limbourg, Speltdoorn, Beens, Aarden en Kurvers. 
De moeder van ‘De Valence’ noemt de ‘Voswitkop Gerard’, een duivin met als vader de ‘Late Bleken’, zuiver afstammend van de oude soort van Gerard. De moeder van de ‘Voswitkop’ komt uit diezelfde ‘Late Bleken’ nu gekoppeld met een superkweekster, nog afstammend uit de gouden lijnen van Carteus.

De Kleine Vos

De andere rode doffer, de B24-2036627, won 3e nat. Valence, en heeft de naam ‘Kleine Vos’. Als jonge duif vloog hij ook al 4x per tiental, dit jaar won hij o.m. lokaal 2e Argenton en 2e Montoire. Dan kwam Valence met 3/1361 nat. en daarna de 7/542 prov. en 160/4689 nat. Limoges met tenslotte de 11/432 prov. en de 205/3883 nat. Libourne.
Vader van deze klepper is de ‘Rode 70’, afkomstig van Ronald Lodewijcks en waarvan de vader gekweekt werd uit twee duiven van Eric Limbourg. De moeder kwam uit een doffer van Yvan Vanvuchelen gekoppeld aan een duivin van Ronald zelf. Moeder van de Kleine Vos is het ‘Laat 178’, waarvan de vader kwam uit een koppel duiven van De Smeyter-Restiaen. De moeder van het ‘Laat 178’ is eerder een mix van Swinnen-Vanhove, Alex Rans en duiven van Gerard.

Systeem

Bij de jaarlingen werd met een 60-tal duivers en duivinnen het totale weduwschap toegepast. Doch volgens Gerard en Marc werkt dit systeem niet goed en willen ze zich liever enkel toeleggen op het klassiek weduwschap met een thuisblijvende partner en daarnaast nog één hok op nest.
Dat er voor alle duivers en duivinnen een extra partner moet worden voorzien, ziet de tandem niet zitten. Gerard: “Ge moet daarvoor over een voldoende aantal hokken beschikken en daar hebben we de plaats niet voor. Bijgevolg gaan we dat zeker niet kunnen doen. Volgend seizoen starten we daarom met een vliegploeg bestaande uit een 85-tal duiven, 22 oude en 40 jaarse duivers op klassiek weduwschap. Daarnaast 12 koppels, waarvan 2 oude doffers en 4 oude duivinnen die op nest zullen worden gespeeld. Het is pas vanaf Limoges dat de weduwnaars voor de inkorving hun duivin te zien krijgen. Trainen doen ze tweemaal daags, maar bij te warm weer is dat enkel ’s morgens.
In aanloop naar de Rhônevluchten vlogen de duiven enkele snelheidswedstrijdjes, daarna 2 x halve fond en dan Bourges nationaal. Tussen de beide wedstrijden uit Valence bleven ze thuis.
Circa 200 jongen worden in de volières bij Marc gekweekt. Dat lijken er op het eerste zicht veel, maar ze worden flink geselecteerd. Zo gaat de eerste ronde van plusminus 60 juniors elke week mee de korf in, zelfs tot en met enkele nationaals. Deze groep wordt zuiver beoordeeld aan de hand van de behaalde uitslagen. De tweede ronde vliegt een keer of vier Noyon, daarna een hafovlucht en tenslotte Vierzon, de derde ronde gaat enkel een keer of zes mee op Noyon. De eerste jaarling op Valence vloog als jonge duif 3 x nationaal, waarop hij zich toen reeds toonde.

NATIONAAL 2015-2025
2015    
7e Nat. Kampioen Fond
2021    
4e Nat. Kampioen Fond
2022    
2e Nat. Asduif Rhônevallei
10e Nat. Asduif Grote Fond
2025    
1e Nat. Asduif Rhônevallei
2e Nat. Kampioen Rhônevallei
2e Nat. Kampioen Fond jaarse
14e Nat. Kampioen Fond oude
15e Nat. Algemeen Kampioen
16e Nat. Kampioen Grote fond oude

Voeding en zo meer

Momenteel krijgen de duiven een zelf samengestelde ruimengeling met voeder van o.m. Aidi, Vanrobaeys en Beyers, aangevuld met wilde zaden. In de winter komt hierbij 50% zuivering. Daarnaast krijgen ze tevens drie dagen in de week Avidress en twee dagen Sedochol.
Vanaf april staat er Beyers Galaxy Light op het menu en in de week voor de eerste fondwedstrijd komt er sportmengeling in de voederbak. Gerard maakt hiervoor gebruik van een zelf gemixte mengeling van maar liefst 10 à 12 verschillende merken. Vanaf dan krijgen ze alle dagen hetzelfde, of ze nu thuisblijven of mee moeten op een vlucht. Ze kunnen niet alleen eten hoeveel ze willen, maar ook wat ze willen. 
Gerard: “Het was indertijd Xavier die aandrong om met dat licht eten en daarna vetrijk en zwaarder te voederen, te stoppen. Hij zei me altijd dat dat allemaal niet nodig was en ik ben er mee gestopt. Nu krijgen ze altijd hetzelfde, ’s avonds volle bak en na een half uur pak ik alles weg. Verder krijgen ze enkele dagen per week Tollyamin Forte van Schroeder maar ook de groene en beige fles van Wonder Pigeon. Bij thuiskomst zit er in de drinkpot gedurende anderhalve dag BS van Belgica de Weerd, samen met wat honing en dextrose.
Dit jaar hadden we het half mei weer zitten, na enkele toertjes rond het hok, zaten ze met de bek open op het dak en aan hun kop te krabben. Na een bezoek bij Pascal Lanneau, kregen ze gedurende vijf dagen een kuurtje, waarna ze terug goed zijn gaan vliegen.
Wat tricho en coccidiose betreft spelen we kort op de bal, met om de maand een tablet Belga Magix en een pilletje Belga Coxi. Met alles op zijn beloop te laten, zoals sommige liefhebbers willen laten uitschijnen, gaat het immers niet lukken. Het is met duivensport zoals met zoveel andere sporten, het niveau ligt zeer hoog en om top te zijn mag er niks aan schelen.”

Afsluitend

Tot hier de kroniek van iets meer dan 50 jaar duivensport met Gerard Vandeputte. Een relaas van vallen en opstaan, van nooit opgeven en nog beter worden. Sowieso is het verhaal van Gerard nog niet uitgezongen en staat er nog het een en het ander te gebeuren, zeker nu Marc Vanden Bosch, met in zijn rugzak heel wat ervaring, bij hem op de tandem is gesprongen. Met op hun hokken bewezen duiven van de allerbeste afkomst, kijken ze samen uit naar het volgend seizoen. Geef hun de verre afstanden met zwaar weer en ze zullen hun naam wellicht opnieuw in de schijnwerpers zetten.

De manier waarop de huidige kolonie opgebouwd en in stand gehouden werd, dwingt zowel bij vriend als vijand heel wat respect af. Mooi is dat en ook wel een beetje bewonderenswaardig. Een dikke proficiat is dus niet misplaatst, doe zo verder mannen. Tot de volgende!

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.