VAN HERTEM-SCHUURMANS – Gouden Duif-winnaar België

Liefhebber: 

Onderwerp: 

Neerpelt – We beleven de eerste winterprik. Koning winter regeert in het land en het vriest dat het kraakt. De thermometer geeft -8 graden aan en in Nederland haalt men reeds de schaatsen uit het vet. Wij vinden Neerpelt onder een dun laagje sneeuw en rillend in de ochtendlijke kou.

Neerpelt telt momenteel nog zo’n 15 duivenmelkers maar eentje torent hoog boven de concurrentie uit. De tandem Van Hertem-Schuurmans kan naast een paar nationale overwinningen, meerdere Olympiade-selecties en een resem vermeldingen in nationale en provinciale kampioenschappen ook nog een ijzersterke Gouden Duif-traditie laten kijken.
In het gezegende jaar 2015 werden er 60 zuivere eerste prijzen behaald naast nog meerdere kopprijzen op de nationale vluchten. Maar de bekroning van een schitterend seizoen is ongetwijfeld de titel van Gouden Duif-winnaar België ! Dit doen ze reeds voor de tweede maal in hun carrière nadat ze eerder al in 2007 tekenden voor de hoogste eer in een van de moeilijkste competities die de actuele duivensport kent.
Tijdens de komende Gouden Duif-viering zal een daverend applaus voor Henri en Lisette Van Hertem-Schuurmans zeker op zijn plaats zijn !

ZO WERDEN ZIJ GOUDEN DUIF-WINNAAR BELGIE
12.7 Chimay 1582 d. 32, 74, 113
18.7 Gien 1415 d. 42, 8, 3
06.9 Laon 152 d. 7, 5, 6
01.8 Bourges 14.496 d. 89, 108
09-8 Chimay 742 d. 2, 7, 23

Hoe het begon

Het begon allemaal in 1970 toen Henri Van Hertem, op aandringen van zijn schoolkameraad, zijn sierduiven inruilde tegen echte reisduiven. En er zat ogenschijnlijk echt schot in de zaak want in het aanvangsjaar werd er reeds een eerste prijs gespeeld. Het was echter beginnersgeluk want in het hele jaar werden er amper drie prijzen gespeeld.
Henri en Lisette trouwden in 1978 en vanaf 1980 raakte Lisette noodgedwongen bij de duivensport betrokken. Henri werkte toen in de bouw en wist wel wanneer hij ‘s morgens naar zijn werk vertrok maar niet wanneer hij ‘s avonds terug thuis kwam. Wanneer Lisette niet had ingesprongen voor de verzorging zou het voor Henri bijna onmogelijk geweest zijn om duiven te houden. Met de jaren werd ze een gepassioneerde duivenmelker en reeds vele jaren vormt ze met haar man Henri een schier onklopbaar team.
Via een aanvlieger kwam Henri in 1978 in contact met Jules Beyers, Waregem en daar werd een halve ronde jongen gekocht. Van Jules heb ik veel geleerd zegt Henri. Jules had maximaal 10 weduwnaars en 20 jonge duiven op de kooi en ik had meteen door dat er hier keihard geselecteerd werd. Jules kwam de duiven selecteren in Neerpelt, ofwel gingen Henri en Lisette naar Waregem met hun duiven in de korf. In 1987 werden nog een tiental duiven gehaald bij Jules Beyers.
In 1985 werd er aangeklopt bij Thieu Loncken, Overpelt. Hij was de melker die in de jaren zeventig de pannen van het dak speelde. Hij had bij Van Hertem-Schuurmans duiven gehaald en dat klikte geweldig met zijn basis. Henri ging er een paar duiven terughalen en ook dat was een schot in de roos.
Via een bon, gekocht op een kampioenendag ten lande, kwamen ze terecht bij Gust Cristiaens, Humbeek. Daar haalden ze in eerste instantie een drietal duiven en op het einde van het jaar kregen ze ook nog de eieren van de weduwnaars.
Ook duiven (via bons) van Fons Vanhoudt, Neerpelt... Jan van Dam, Valkenswaard en Jef Hendrickx, Lommel kwamen de kolonie versterken.
In 2008 werd het “Nederlandse goud” ontdekt bij de Gebr. Scheele. Henri bracht een vriend, die niet met de auto durfde rijden, met de wagen naar Terneuzen. Zo leerde hij de Gebr. Scheele kennen en hij haalde er in eerste instantie 8 late zomerjongen. Hij had er een echte goudader aangeboord en Henri haalde er nog duiven in 2011 en 2013. Onder hen de “Zoon Jelle” die zich later ontpopte tot een getalenteerde kweker en die ondertussen in de hele stam verweven zit.
“And last but not least” werden er in 2015 duiven geruild met Willem de Bruijn en Ad Schaerlaeckens. Deze werden op de kweek gezet en in Neerpelt is men vol verwachtingen van deze nieuwe aanwinsten.

Totaal weduwschap

Henri en Lisette kwamen aan de start van het seizoen met een team van 58 doffers en 58 duivinnen op totaal weduwschap. De duivinnen vliegen voornamelijk de wedstrijden van de grote halve fond terwijl de doffers ingezet worden op vitesse en kleine halve fond.
Normaal vliegen doffers en duivinnen begin september hun laatste wedstrijd. Maar na de ramp van Chateauroux werden er geen oude en jaarse duiven meer gespeeld op de nationale vluchten. Einde seizoen werden er geen late jongen meer gekweekt.
De eerste koppeling vond plaats begin januari of gelijk met de tweede ronde van de kwekers. Een aantal eieren van de kwekers werd bij de weduwnaars ondergeschoven. Er werd een ronde jongen groot getrokken en aan de ouderdom van 14 dagen ging één jong met de duivin mee naar het hok van de jonge duiven en één jong bleef bij de doffer. Aan de ouderdom van 23 à 24 dagen werden de jongen gespeend en de duivinnen gingen naar hun hok. Er was geen tweede koppeling voorzien maar bij het opleren kwamen doffers en duivinnen een paar uur samen.
De duivinnen werden verduisterd van begin maart tot eind mei... de doffers van begin maart tot eind april. De verduistering is niet totaal en de duiven konden nog gemakkelijk de drinkpot vinden.
Van zodra het weer het toeliet werden doffers en duivinnen opgeleerd. In een 10-tal etappes ging het naar 40 km. Ze werden normaal gelost in groepen van 6 duiven... wanneer de tijd het toeliet werden ze zelfs gelost in groepjes van 2 à 3 duiven. Daarna ging het naar Chimay... Laon... Reims... Sourdun... Gien... en verder naar de nationale vluchten.
De doffers trainen alleen ‘s avonds en maken vrijwel probleemloos 1,5 uur vol. Even neerstrijken op het dak is geen probleem. De duivinnen trainen ‘s morgens en ‘s avonds maar een veel kortere periode. Wanneer ze op het dak vallen moeten ze meteen binnen geroepen worden.
De doffers zitten tijdens de week op een kapelletje voor hun woonbak. De duivinnen op het duivinnenhok zitten in “duivinnenbakjes” (17 cm breed) en de bodem bestaat uit rollen om het onderling paren te vermijden. Bij de inkorving wordt de woonbak open gezet en de doffers krijgen ook een nestschotel. De duivinnen worden gewoon van het duivinnenhok genomen en in de mand gezet. Bij aankomst van een wedstrijd blijven doffer en duivin een paar uur samen. Een aantal “losse” kweekdoffers en kweekduivinnen vormt het “welkomstcomité” dat inspringt wanneer de echte partner nog niet thuis is.
Oude en jaarse krijgen alleen een midweeks lapvluchtje wanneer ze in het weekend een moeilijke vlucht moesten afhaspelen. Wanneer doffers en duivinnen elkaar zien tijdens de week dan wordt er minder vlot getraind.
Doffers en duivinnen komen tijdens de week via een eigen spoetnik binnen op hun hok. Bij aankomst van een wedstrijd lopen doffers en duivinnen alle twee binnen op het hok van de doffers. Beter zou zijn om met één spoetnik de beide hokken te bedienen want nu moet men nog te veel de duivinnen van hun eigen spoetnik wegjagen om via de spoetnik van de doffers binnen te lopen.

GOUDEN DUIF-PALMARES
1983: Superstar van de maand juli halve fond
2006: 3 vermeldingen
2007: Gouden Duif-winnaar met 5 vermeldingen,
tevens Superstar van het Jaar Snelheid
2008: 3 vermeldingen
2009: 2 vermeldingen
2010: 1e Opvolger en Zilveren Duif met 5 vermeldingen
2011: 4 vermeldingen
2012: 4 vermeldingen
2013: 1e Opvolger en Zilveren Duif met 5 vermeldingen
2014: 4 vermeldingen
2015: Gouden Duif-winnaar met 5 vermeldingen

In 2015 op een nestje

De 200 jonge duiven worden gefokt uit de kwekers en de beste vliegers of 72 van de eerste ronde en 128 van de 2e en 3e ronde. Van de meeste kwekers worden er 3 rondes gefokt en van de beste kwekers worden er 4 rondes gekweekt. De jongen worden gespeend aan 24 dagen en dan gebeurt er reeds de eerste selectie.
Doffers en duivinnen gaan bij het spenen op hetzelfde hok. Het kan gebeuren dat de jonge duiven op de schuifdeur gespeeld worden maar in 2015 bleven de jongen samen en werden op een nestje gespeeld. Wanneer ze op de schuifdeur gespeeld worden dan worden doffers en duivinnen gescheiden na de eerste Frankrijkvlucht.
De jongen worden verduisterd van 1 maart tot eind mei. Er wordt bijgelicht vanaf begin augustus tot einde seizoen.
Van zodra de jongen goed beginnen te trekken, zo rond half april, wordt er gestart met het opleren. De jongen worden ook een 10-tal keer weggevoerd... van 3 km tot 40 km. In tegenstelling tot de oude duiven worden de jongen tussendoor nog eenmaal per week weggevoerd tot 40 km en dit tot einde augustus.
De jongen trainen ‘s morgens en na de middag en maken 3/4 u vol. Vanaf half maart wordt er lichter gevoederd en langzamerhand komt het trainingsritme onder de jongen.
De jonge duiven worden ingekorfd op alle nestposities. Ze zitten echt op hun punt bij overbroeden... bij gekipte eieren... en met jongen van 10 dagen oud. Maar iedere duif heeft zo zijn eigen favoriete nestpositie.
“Olympic Fonzie”, Olympiadeduif in Poznan, presteerde schitterend op zijn plankje boven de deur vanwaar hij een overzicht had over het hele hok.

Beperkt medisch

Henri en Lisette geven liefst zo weinig mogelijk medicamenten aan hun duiven en blinde kuren zijn er zelden of nooit bij. Voor het seizoen gaan ze op controle bij de dierenarts en afgelopen seizoen moest er behandeld worden tegen wormen. Tijdens het seizoen werd er na een moeilijke wedstrijd eenmaal behandeld tegen trichomonas. Na het seizoen werd er ook behandeld tegen trichomonas (ronidazole).
Bij oude en jonge duiven werd er gedurende drie dagen met Soludox behandeld tegen luchtwegeninfecties. Er werd trouwens slecht gespeeld op de nationale wedstrijd de week na de behandeling.
Maar er is verandering op til ! In 2015 kregen de duiven preventief geen neusdruppels toegediend maar in 2016 zal dat wel gebeuren. Ook de nieuwe trend van de “gele druppels” wordt gevolgd en die zullen in 2016 gebruikt worden.

Met walnoten

Wanneer de duiven op zaterdag thuiskomen van een wedstrijd vinden ze Super Weduwschap + Vandenabeele mengeling (Beyers premium mengelingen) in hun voederbakje. Wanneer doffers en duivinnen gescheiden zijn krijgen beide nog eens “volle bak” Super Weduwschap.
Op zondag, maandag en dinsdagmorgen wordt er 1/3 gerst + 2/3 Super Weduwschap gevoederd. Dinsdagavond en woensdagmorgen wordt het dan 100 % Super Weduwschap. Op woensdagavond wordt er Brilliant (vetrijk) aan de mengeling toegevoegd. Donderdagmorgen wordt het 50 % Super Weduwschap + 50 % Briliant. Donderdagmiddag (donderdag inkorving)wordt er nog 100 % Brilliant gevoederd in meerdere voederbeurten.
Op maandag gaat er Sitrici of Oregano (Belgavet) in het drinken en op woensdag gaat er Jodaline in het drinkwater. Vanaf woensdagavond worden er gebroken walnoten aan de mengeling toegevoegd.
Tijdens het inkorvingsritueel van de grote halve fond gaan de duiven van de kleine halve fond buiten en worden daarna krap gevoederd. Op vrijdag worden ze opnieuw opgevoederd. De snelheidsduiven gaan op vrijdag buiten wanneer de duiven voor de kleine halve fond in de korf gaan en worden daarna ook krap gevoederd. Op zaterdag worden ze dan opnieuw opgevoederd... maar de vitessers kunnen het met een mindere portie stellen.

Meer glazen pannen

De tandem Van Hertem-Schuurmans speelt op 32 m vlieghokken. De hokken hebben weinig glas in het dak. Om aan dit euvel te verhelpen worden in wintertijd meer glazen pannen in het dak gestoken en zo kunnen de duiven beter ruien. Voor ieder hok zijn er kleine volières gebouwd waarin met alle gemak een bad kan genomen worden. De duiven komen in de winter wel los maar het is uitkijken met al die roofvogels. Nu gingen reeds drie duiven aan de klamper verloren.
Alle hokken hebben een plankenvloer met uitzondering van één hok waar de bodem uit roosters bestaat en dat hok valt tegen. De ruimte onder de roosters, waar voeder en grit valt, is helemaal niet zo hygiënisch.
De hokken hebben allemaal een zadeldak met pannen. Boven en voor de duiven is er verluchtingspleet van 60 cm breed in het plafond. Het zijn allemaal droge hokken en de laatste jaren zijn de maxiplaten niet meer nodig.
Alle hokken worden tweemaal per dag gepoetst en een grote kuis is voorzien in het najaar. De drinkpotten worden dagelijks bijgevuld en tweemaal per week met de borstel gereinigd. Bij een behandeling tegen wormen wordt de schroeivlam gebruikt. Maar het hok mag niet te steriel gehouden worden want de duiven moeten ook natuurlijke weerstand opdoen.

Het kweekhok

Zo’n 30 koppels kwekers krijgen onderdak op het kweekhok. Vaste kweekkoppels zijn hier in de minderheid. Ieder jaar en ook tijdens het kweekseizoen worden de duiven herkoppeld. Enkele van de vaste waarden zijn :
* NL08/1601770 “Zoon Jelle” x B12/5047042 “Girly”. De “Chateaurouxduivin”, de vaste partner van “Zoon Jelle”, is gestorven en vervangen door “Girly”. De vooruitzichten zijn zeer goed en dit wordt een nieuw topkoppel. “Girly” is trouwens een topduivin die de 1e nat. Chateauroux gewonnen heeft.
Uit “Zoon Jelle” x “Chateaurouxduivin” werd de 1e Nat. Asduif Kleine Halve Fond KBDB geboren. “Zoon Jelle” is ook de grootvader van “Laura” en die werd 2e Olympiadeduif Cat. D in Budapest en 3e Pre-Olympiade Cat. D in Brno.
* B07/5010444 “Dokus” x B12/5047095 “Laura” werden in 2015 voor de eerste keer gekoppeld en werden de ouders van B15/2196697 met 1e Laon 984 d / 8e tegen 2505 d.
* B11/5140870 “Jelson” x B10/5120089 “Luca” en die werden de ouders van B14/2060237 met 1e Chimay 487 d / 31e tegen 2448 d... 4e Chimay 1160 d/ 41e tegen 2802 d... 5e Chimay 516 d / 17e tegen 3686 d... 1e Chimay 741 d /22e tegen 1476 d... 1e Sourdun 172 d
* B06/5048411 “Super Mario” x NL07/1897803... en zij werden de ouders van B10/5120077 “Simen” met 1e nat. Guéret 12.602 d en nog meerdere topprijzen. Zij werden ook de ouders van B10/5120015 “Super Lady” met 3e Eurocup Dortmund 2011.
* B05/5119369 x “Laura”. “Laura” is moeder van B15/2196676 en die won bij Ad Schaerlaeckens de 2e prijs van bijna 7000 jonge duiven uit Gien.

Strenge selectie

Oude en jaarse duiven moeten goede papieren hebben willen ze overleven. Zes prijzen per tiental is wel het minimum. Ieder jaar moet de helft van de vliegploeg vertrekken. Enkele gaan naar het kweekhok... enkele gaan verloren en de rest wordt geëlimineerd om aan het vereiste aantal te komen. Zij worden vervangen door jonge doffers en duivinnen.
Het model van een duif is niet doorslaggevend want onder alle modellen zijn er goede duiven te vinden. Ze moeten wel een zachte pluim hebben en een ijzersterke natuurlijke gezondheid. Duiven met vuile neuzen... waterige ogen... en een te lange recuperatie na een wedstrijd zijn hier zeker geen lang leven beschoren. Op het kweekhok wordt er ook met harde hand geselecteerd en 20 % van het bestand moet ieder jaar vertrekken.

De goeie duif

Henri Van Hertem : “De goede duif moet regelmatig vooraan op de uitslag staan. Te onthouden is dat de mooiste duiven niet altijd de beste duiven zijn. Bij mij is de eerste indruk bepalend. Ik hou van duiven met een zachte pluim en die goed gesloten zijn achteraan. We houden van niet al te grote duiven maar waarvan alle onderdelen in proportie zijn. Over de ogen van een duif bestaan er veel theorieën maar zelf ken ik er niet veel van. Sommige kenners zeggen dat je een topper met een mindere duif moet koppelen... want goud x goud geeft blik.”

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.