TOM & MARNIK VAN GAVER - Een resem aan Nationale Asduiftitels en Olympiadeduiven!

Liefhebber: 

Moortsele – Het seizoen 2023 is begraven, de rekening gemaakt, de kampioenen gehuldigd. Een jaar waarin de – naar duivensportnormen – jongere generatie weer wat harder op de deur kwam kloppen. Het vlijmscherpe gepunch van Karlo Van Rompaey was indrukwekkend, net als het stuntwerk van Team Platteeuw. Ook Debacker en Cleirbaut tilden hun verworven status nog een trap hoger... Chris en Kris wisten definitief aan te sluiten bij de selecte kopgroep. 
Hoogstaande sport die ondanks alles overvleugeld werd door de exploten van vader en zoon Van Gaver uit het Oost-Vlaamse Moortsele. Tom en Marnik... ze waren simpelweg een maat te groot voor de concurrentie. De eerlijkheid van de sport gebiedt het zo te stellen!

Zot van duiven

Talent en gedrevenheid, het is als peper en zout op een topgerecht... of als Tom Van Gaver op een duivenkot. Reeds als kind trok het hem aan als ijzer naar de magneet en al vlug zou blijken dat “Kleine Tom” uitzonderlijk begaafd was in de omgang met duiven. Kwam nog eens bij dat de Van Gavers op dat moment konden terugvallen op een kot goede duiven. Catrysse-soort van oorsprong. Niet “direct van Moere” maar via het kweekstation Natural. Het weerhield hen er echter niet van om tot vijf keer toe algemeen kampioen te worden te Zottegem. Het waren alleskunners, met uitzondering van de echt “grote drachten”. Nochtans had Marnik gulzige ambitie in die richting. Het resulteerde in een bezoek aan het Limburgse Grote Brogel, aan Nouwen-Paesen. Mannen van het zwaar labeur... met eveneens een flink stuk Catrysse aan de basis. De kruising van deze duiven met de eigen Catrysse soort zou alle verwachtingen inlossen en de naam Van Gaver voor het eerst op de nationale tabellen brengen... 6e Nat. Kampioen KBDB zware fond ’05! Het vervolg leek even voorspelbaar als zeker... maar was het niet! Tom raakte wat verstrengeld in de puberteit en de meisjes, en Marnik rolde van kop tot teen het voetbal binnen. Duiven waren even ver weg. Het was echter stilte voor de storm...

De vlieghokken in Moortsele. Hier werd duivengeschiedenis geschreven.Het dream pair

Het leven kabbelt rustig verder en Tom heeft de prille jeugd van zich afgeschud, de tijd van “liever zat dan zot” definitief achter zich gelaten. De focus weer op zijn eerste liefde, de duiven. Meer nog... onwetend en ongepland is de basis van zijn dominant duivenspel in volle ontplooiing. Aan de basis meer geluk dan wijsheid! En een “ambetant mormel” van een duivenjong... een duivin die de weg naar haar hok niet wilde kennen en keer op keer binnenliep bij buurman Johan De Vroe. Bij beurt vier mocht ze daar blijven en bedankte hetzelfde jaar nog met een vierde plaats op een nationaal concours en de titel van 1e asduif in de fondclub! Ze werd bij Van Gaver gekweekt uit de oerbasis Catrysse/Nouwen-Paesen en had bandnummer B03-4152445 om de poot gekregen. De Vroe doopte haar logischerwijs om tot “Van Gaver duivin”. 

Johan De Vroe scoorde toentertijd sportief behoorlijk hoog, met als uitgesproken kopman de “Kleine Schoonen” (B06-4100920), een topper pur sang die zijn bestaan te danken had aan een botsing van de namen René Vandenheede en Gaby Vandenabeele. Omdat een koppeling van goed x goed zelden kan verbeterd worden, werden “Kleine Schoonen” en de “Van Gaver duivin” een koppel. Hun eerste kroost werd gespeend... en de geschiedenis zou zich herhalen. In opvolging van de moeder zou de dochter eveneens verkassen van hok. Ze nam haar intrek bij Guy Everaert, op amper een boogscheut van haar eigen kot. En toen kwam Bourges ’08... een loeizware klassieker voor jonge duiven met een deelnemerslijst van 42.058 stuks. Het verkaste duivinnetje won voor Guy Everaert met veel panache de nationale palm. Johan De Vroe parkeerde even later een volle zus op plaats elf nationaal. Het was teveel ineens om nog toeval te zijn. En dat zou snel blijken.

Vanaf hier namen “Kleine Schoonen” en “Van Gaver duivin” – of kortweg het “Dream Pair” – de Belgische duivensport in een dodelijke wurggreep. En dat voor generaties ver. In die mate dat het huidige succesteam bij Tom Van Gaver nog een en al hun aanwezigheid ademt. Zo is de moeder van de wonderfeeën “Tetske” en “New Tetske” (1e NAT Asduif fond KBDB ’23) een kleindochter “Dream Pair”. Hetzelfde geldt voor de moeder van superman “Finn”. Stambeer “Ricky” is dan weer een kleinzoon van het koppel. En dit om er maar enkele te noemen.

DVV-pigeons

Ook al was het dan eerder toevallig, de samenwerking met Johan De Vroe kon niet anders dan als geslaagd geklasseerd worden. Het vroeg naar meer. En bovendien... gedeeld werk is gedeelde tijd. Zo ontstond de nieuwe combinatie met actief lidmaatschap van Tom Van Gaver, Johan De Vroe en Rudi Vandeputte. Kort samengevat DVV-pigeons. Elk zijn deel, elk zijn taak. Tom nam de weduwnaars onder zijn goede. Het spel met de jonge duiven kreeg de leiding van Johan, de duivinnen de zorg van Rudi. 
En het dient gezegd, het werd sportief vuurwerk van bij aanvang! Reeds in 2013 werd een hoofdvogel afgeschoten, 1e NAT Bourges tegen 18.478 duiven. Het seizoen 2015 was hoogstaand: 1e NAT Jarnac 4.557 d. met superduif “André”, die tevens de beste jaarduif was van de hele natie over drie fondvluchten. Daarnaast maar liefst acht nationale noteringen in de diverse KBDB-competities! In 2016 werd de kroon op het werk gezet met de fel begeerde titel van 1e NAT Fondkampioen KBDB oude duiven. 

Maar het sportief gewin kende ook een keerzijde... de commerciële belangen werden immers alsmaar groter. Niemand had hier vooraf rekening mee gehouden en de snaren bleken niet echt gelijk gestemd. Finaal zou het resulteren in een splitsing en een totale verkoop van de kolonie, we schrijven 2017. Tom zag het met lede ogen aan. De focus lag bij hem nog onveranderd op hogere sportieve doelen. Over welke duiven hij daarvoor nodig had, was geen twijfel, over de financiële kant des te meer. Misschien met de hulp van God... maar zeker op de limiet van zijn kunnen, slaagde Tom erin om zijn absolute favoriet “Finn” terug te kopen op de veiling. En het was niet de enige zure appel. Ook de hokken waren aan vernieuwing toe. Een moderne versie waarbij tijd en energie een veel efficiëntere bestemming kregen. Kortom, het rendement van tien jaar politiewerk was tot op de limiet geïnvesteerd. Er was wel weer toekomst... ook al was het nu van moeten. Maar een geslagen sportman is een gevaarlijk sportman.

Het stuur in eigen handen

Een handvol laatjes ’17 uit de betere vliegers, naast een aantal jongen van boezemvrienden Sam Bostoen en Davy Neirynck. Meer hadden ze bij Tom Van Gaver Pigeons niet in de aanbieding om het seizoen 2018 aan te vatten. Op de valreep wel nog aangevuld met 15 – onervaren – jonge doffers van Raf Den Haeze. Raf was serieus ziek... duiven waren enkel nog ballast. Hij woonde op amper een boogscheut en zodoende besloot Tom om deze over te wennen en te spelen. Alle ingrediënten voor een opzet vol miserie waren dus aanwezig. En zo gebeurde. Het gebrek aan ervaring weerspiegelde zich in magere resultaten bij aanvang. Tom bleef echter doorzetten... zijn kennersogen zagen immers een sterk stijgende conditiecurve met de fondklassiekers in ’t vizier. 

En of hij het goed gezien had! Op Brive volgde meteen een “muilpeer” die nog lang zou nazinderen in duivenland. De “Raf” – een rechtstreekse Den Haeze als zoon “30 duivin”, of de 1e NAT Argenton ’11 – 11.001 d. – escaleerde die dag en won met overmacht de 1e NAT Brive tegen 4.442 concurrenten. Bovendien parkeerde Tom Van Gaver maar liefst 7 jaarse tussen de nationale top 100! De rest van het seizoen zou crescendo verlopen en op het einde van de rit bezat hij met “Charlie” (gekweekt door Sam Bostoen, uit kruising Van Gaver/PEC) de beste jaarduif over vijf fondklassiekers. Tegen alle principes in zouden na het seizoen zowel “Raf” als “Charlie” vertrekken... alles wat een jaar eerder gebeurde, was bij deze vergeten.

In 2019 zou Van Gaver verder grossieren in asduiftitels: 2e NAT Asduif KBDB allround met “Little Ricky” (Zoon “Ricky”), 6e NAT Asduif KBDB fond oude en 1e Superstar fond Gouden Duif voor “Sweet Sixteen” (een directe Raf Den Haeze) en 7e NAT Beste jaarling over 5 fondvluchten met “Ricky 77” (kleinzoon “Ricky”). Geluk bij een ongeluk is dat “Ricky” door de koper nooit betaald werd en zodoende aan boord bleef. Naast een felle reeks topprestaties baarde het seizoen 2020 een nieuw fenomeen, haar naam:“Tetske”. Ze vloerde de hele natie op nationaal Brive... 1e tegen 4.238 d.! Dit nadat ze als jonge duif al escaleerde met 1e PROV Orleans 6.154 d. en 1e PROV Blois 5.208 d. Ondanks alles zou Tom ze simpelweg verder spelen. 

De rest van het verhaal is gekend. Een zegetocht die in Belgenland amper zijn gelijke kent. Het prestatiekader 2023 als stille getuige. Een sportieve beloning voor zoveel doorzettingsvermogen en kunde!

Het hok van de jonge duiven.Op de buitenplaat

Sport is wetenschap geworden, de tijd van gissen en missen ligt ver achter ons. De scheut champagne in de drinkbus van Freddy Maertens of een trappist op de vooravond van een klassieker bij Peter Van Petegem... het heeft plaatsgemaakt voor hoogtestages en tot op de gram afgewogen voedingsschema’s. Een kwestie van volgen of afhaken, zoveel is duidelijk. Tom Van Gaver was ooit de pionier in het opdrijven van competitieritme, in het wekelijks inzetten van dezelfde duiven op fondvluchten. Er was nogal wat ongeloof bij aanvang... maar finaal zouden velen volgen. Vandaag heet het moderne duivensport. Hoe hij er ooit toe kwam en of het ook regels heeft? We vroegen het.

TVG: “Mijn gedrevenheid zal hier zeker een bepalende rol hebben gespeeld. Ik ben zoals ze dat in de Vlaanders noemen “ne speleman”. Zoveel inzet om dan om de twee weken eens te spelen, het was niet aan mij besteed. Dat is zonder meer het beginsel. De rest is gewoon een kwestie van durven en doen, observeren en concluderen. Zo werd het mij al vlug duidelijk dat uitgeruste fondvliegers vaak te kort kwamen tegen collega’s die een week eerder wel in competitie waren geweest. Overduidelijk! Ik had het erover met ons pa, maar die verklaarde mij zot. Het was de laatste zet die ik nodig had om het zeker te doen. Al vlug kwam ik echter in een wankele positie, deze oorlog zou meer soldaten gaan kosten dan verwacht. Ik sprak toen over verliezen... achteraf gezien waren het winstpunten in de selectie naar de duiven die ik zocht. Gelukkig heb ik mij er toen van weerhouden om excuses te zoeken en enkel de ruwe realiteit voor waarheid genomen. Na verloop van tijd werd de conclusie overduidelijk, de spoeling van selectie bracht telkens dezelfde duiven boven. In mijn geval de lijn van het onvolprezen “Dream pair”... hetzij van dicht of ver, maar betrokken partij waren ze altijd! Intussen gebeurden een aantal geslaagde kruisingen. Finaal te veel om ze allemaal bij naam te noemen, wat ik uiteraard wel doe in de stambomen. De meest doorslaggevende inbreng kwam er ontegensprekelijk via strijdmakker Bart Geerinckx. Maar het blijft een zoektocht die nooit eindigt.

Stevige basis naar het seizoen

Kweken... presteren... ruien... kweken en weer presteren. Het is de levensloop op de hokken bij Tom Van Gaver. Een gebed zonder einde. Eens de laatste vlucht gevlogen – en de nodige selectie doorgevoerd – wordt bijgepast waar nodig. Verdwenen partners worden vervangen, de koppels zijn dan al gevormd in functie van het volgend seizoen. Nu kan er rustig genesteld worden... een koppel jongen opkweken hoort daar zeker bij. Daarna volgt er rust in de volière, lege hokken als gevolg. Zodra de rui voldoende gevorderd is – pakweg 15 oktober – wordt er traditioneel gekuurd. Via de veearts en met een product met een breedspectrumantibiotica. Als doel: eventuele kwaaltjes uit het seizoen wegwerken en tevens als dekking voor een geplande enting tegen paratyfus. Zo’n kuur is wel absoluut eenmalig. In het seizoen is er trouwens geen ruimte toe. Na enkele dagen vitamines komt dr. Lanckriet de enting zetten, met een dood vaccin voor alle duidelijkheid. Begin december wordt vervolgens geënt met paramyxo/rota, eind december komen de nieuwe bewoners – toekomstige jaarse – op de hokken. Eerst de doffers. Ze krijgen een aantal dagen om te aarden en de vrijgekomen nestbakken in te nemen. Vervolgens de duivinnen die beredeneerd gekoppeld worden.

Niet onbelangrijk, het geloof in het rendement van zo’n eerste liefde is immers groot. Zo werden de topduiven “Tetske” en “Jamie” geboren uit een koppeling van jaarse vliegers. In pakweg vijf dagen is dat doorgaans geklaard. Vervolgens komen de meerjaarse vliegduiven terug op het hok, uiteraard als koppel. De drang naar een vers nest weerhoudt hen ervan om confrontaties aan te gaan met de nieuwkomers. De nu complete ploeg – 60 koppels sterk – kan in alle rust een koppel winterjongen opkweken. Zodra alles gespeend, volgt er – dik half februari – een enting paramyxo/pokken. Reeds begin maart wordt er overgewend en nemen de eerste trainingen hun aanvang, in de meest rustige vorm. Als afsluiter wordt half maart een tweede keer geënt tegen paratyfus, ditmaal zonder voorbehandeling en met een levend vaccin. Het kan resulteren in futloosheid, enkele uitzonderingen zitten zelfs voor een paar dagen “op hun gat”. Het keert echter snel... en de compensatie die volgt, is doorslaggevend.

Op 1 april komt alles terug samen en begint het opleren. Aan een hoog tempo. Beter twee keer per dag rijden dan maar één keer. Hoe dan ook, bij de éérste snelheidsvlucht gaan de doffers de mand in. Duivinnen blijven noodgedwongen thuis wegens tegen de leg op dat moment. Een week verder is de volledige ploeg inzetbaar. De dag na thuiskomst worden de nesten afgebroken en gaat het weduwschap van start. Van hieraf is er geen weg meer terug...

INDRUKWEKKEND SEIZOEN 2023
1e Nat. Asduif fond oude KBDB
1e Nat. Asduif kleine hafo oude KBDB
1e + 2e Olympiadeduif (Cat. C) Maastricht ’24
1e Algemeen Kampioen Belgische Verstandhouding
1e Algemeen Kampioen Oost-Vlaanderen KBDB
3e Olympiadeduif Maastricht ’24 (Cat. B)
3e Nat. Asduif allround oude & jaarse KBDB
4e Nat. Asduif fond jaarse KBDB
5e Nat. Asduif fond oude KBDB
7e Nat. Asduif allround oude & jaarse KBDB
7e Nat. Kampioen KBDB fond oude
9e Nat. Asduif allround oude & jaarse KBDB
9e Nat. Asduif zware fond oude KBDB

In het heetst van de strijd

Vanaf nu komen de klassiekers in ’t vizier. “Money time” waarbij elke fout meedogenloos wordt afgestraft. Deze periode van begin tot einde succesvol overbruggen, is zeker geen sinecure... en toch is het een kwestie van te blijven dansen zolang het orkest speelt. Conditie en de nodige pluimen zijn hierbij zonder meer bepalend. De evolutie gaat snel, nieuwe trends bieden zich aan, maar niemand is verplicht de stoet blindelings te volgen. Zeker Tom Van Gaver niet. De meerwaarde bij het trekken van pennen voor de seizoensaanvang heeft hem nooit kunnen bekoren... het geloof in een opstoot van conditie bij de natuurlijke val van de eerste pen des te meer. De eerste twee maanden van het seizoen gaan de duivinnen ’s avonds van de volière naar het rusthok, de doffers van de volière naar hun vast hok. Het is er behoorlijk donker, blijkbaar voldoende om de rui te vertragen. Vanaf de langste dag wordt er bijgelicht. ’s Morgens van 5h45 tot 9h en ’s avonds van 18h tot 22h45. Het blijkt voldoende te zijn. Al zal het wekelijks spelen allicht ook wel een invloed hebben.

De doffers trainen tweemaal daags, nooit langer dan zo’n half uur. De duur van de training is niet doorslaggevend, wel de manier waarop. Er moet snee en snelheid opzitten. Duivinnen zijn anders. Vooraleerst recupereren ze duidelijk sneller en bovendien komen ze enkel ’s avonds aan trainen toe. Een uur fanatiek vliegen is zeker niet uitzonderlijk. Er is nooit dwang... komt erop neer dat je ziet wat je moet zien.

T.V.G.: “De woensdag is zonder meer de drukste dag van de week. Stipt om 6h bonk ik onze pa wakker... en er wordt per direct aan de slag gegaan. De volledige vliegploeg wordt – na het toedienen van een gele druppel in elk neusgat – in de mand gezet. Voor ons pure routine... en om 7 uur is de auto al ingeladen. Nu gaat het richting Ath, 45 km van huis en in oostelijke richting. Tijdstip van lossing: 8h10 klop. Eerst de duivinnen, kort erna de doffers. Normaal komt op dat eigenste moment de massale klad van de lossing in Quiévrain over en onvermijdelijk worden onze duiven ertussen geklutst. Het kompas dient dus op scherp te staan... en van thuiskomen in groep is al helemaal geen sprake. Ik sta de duiven thuis op te wachten en dat is meer dan nodig. 

Hoe verder in het seizoen, hoe groter de tol van de competitie. Duiven zonder partner zijn dan tot veel in staat. Mijn tussenkomsten zijn veelvuldig en noodzakelijk. Wie vandaag een mentale klap krijgt, staat in het weekend gegarandeerd niet op de uitslag. Het is één van de smalle kantjes van het spelen op totaal weduwschap. Hoe dan ook... na zo’n half uurtje is het feest voorbij, thuis of niet thuis! Eens terug in de volière wordt er gul gestrooid met gemengd grit en fijne granen en zaden. Ondanks alles staat er in de vooravond nog een training op de planning... en uiteraard trekt deze nergens op. Daar is het mij ook helemaal niet om te doen. Ik reken op de gewoonte en de jaloezie om ze bij het binnenkomen nog een extra voederbeurt op te dringen, wat aardig lukt. Nu rest enkel nog de inkorving en de hoop op succes. Bij thuiskomst van de competitie worden de koppels ook snel terug uiteengezet, eigenlijk al direct na de aankomst van de kopduiven. Het gros is dan nog onderweg... maar dat maakt niets uit. Rust en recuperatie zijn nu prioritair.”

Tom Van Gaver.Een volle tank

Recuperatie en rust... het zijn heilige woorden voor topsporters die de snelle opeenvolging van competitie willen doorstaan. Een basisregel zo oud als de sport zelf. En allicht de enige die al die tijd stand hield. De overige evolutie is op z’n minst spectaculair te noemen. De wetenschap deed zijn intrede, voedingsdeskundigen werden erbij betrokken. De prestatiecurve kreeg een boost... hoger, sneller, beter! Ook een stuk duivensport zou volgen, zij het dan met mondjesmaat. Tom Van Gaver maakt er geen geheim van, grenzen verleggen is zijn ultieme betrachting. Op een correcte manier en met de bedenking van “vraag nooit iets van je duiven voor je zeker bent dat je zelf de nodige en juiste ondersteuning hebt gegeven”. Flauwe kost en nog een beetje plaats voor de bijgestrooide maïs in de reismand... het is een theorie die hij al lang ver achter zich liet. Het strakke ritme aan competitie eist uiteraard andere brandstof en vooral een goedgevulde reservetank. 

De thuiskomst van de wedstrijd staat al in functie van de volgende wedstrijd. De voederbak bleef onaangeraakt en is gevuld met de vetrijke mengeling die overbleef bij vertrek. Eens tot de bodem geledigd, wordt er bijgevoederd, met dezelfde felle kost. De dag die volgt (zondag) heeft maar twee regels... rusten en eten. Op maandag is het de betrachting om de spijsvertering te optimaliseren, de “darmen kuisen” zoals Tom het verwoordt. Een combinatie van de mengelingen Detox van Matador en Relax van Vanrobaeys is hierbij ideaal. Het hoog gehalte aan koolhydraten en fijne zaden als heilzame inhoud. Als ideale aanvulling Detox mineral mix van Beyers. Alles ten spijt echter enkel van toepassing bij de grote halve fondvluchten (inkorving op donderdag). Voor de fond is de tijd te kort. Hoe dan ook, vanaf hier wordt vol ingezet op het maximaal aanvullen van de reservetank. Dit met de vetrijke mengeling en energy-mix van Aidi. Zoveel als mogelijk en tot het laatste moment. Het uitgekiemd trainingsschema op woensdag, het individueel bijvoederen van de doffers in de nestbak... alle middelen zijn heilig om de duiven aan het eten te houden! Ook bijproducten en probiotica zijn zeker een meerwaarde. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het vakmanschap van Röhnfried, maar wel op voorwaarde dat het geen remmende factor is voor de eetlust. Dus enkele toegediend bij de eerste voederbeurt ’s avonds, gevolgd door een bediening met zuivere granen.

Jongen optimaal selecteren

Op het kweekhok in Moortsele is geen plaats voor papieren toestanden of uitgedokterde theorieën, wel voor de megatalenten uit de eigen vliegploeg. Aangevuld met nieuwe inbreng, selectief gekozen bij hokken die de curve van succes en ritme hoog wisten te houden. Alles bij elkaar zo’n twintig koppels... ouderwets op een gezamenlijk hok. Daarnaast nog twee satelliethokken bij vrienden uit de buurt, meer bepaald Jorik Mertens en Kristof Delmulle, bevolkt met telkens tien degelijke – meestal jongere – koppels. 

De kroost van de eerste ronde wordt ter plaatse getest... behoorlijk barbaars en tot op het bot. Blijkt er talent aanwezig te zijn dan worden die overgewend naar de vlieghokken van Tom,. de rest verdwijnt van de wereld. Het spel met de jonge duiven is bij Van Gaver zeker niet prioritair... wat niet betekent dat er enige vorm van sparen aanwezig is. Integendeel, zonder pardon en onafgebroken gaan ze de mand in vanaf de eerste snelheidsvlucht tot en met de laatste nationaal. Een hoge selectienorm als enig doel. Nationale kopprijzen zijn namelijk moeilijk te plukken in Moortsele... de wind en de massa als stoorzenders. Wat uiteraard geen excuus is om provinciaal de spits niet te raken. Het is bovenal een harde leerschool die de schapen van de lammeren scheidt. Zo werd dit jaar de groep van 90 gespeende jongen gereduceerd naar 30, op de satelliethokken van 120 naar 40. Wat finaal resulteert in een ploeg jaarse van 70 éénheden. Wat je dit jaar kan doen, dat hoef je volgend jaar niet meer te doen...

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.