Liefhebber:
Onderwerp:
Berlaar – Mogelijk wonen er in geen enkele gemeente meer duivenliefhebbers dan in Berlaar. Het zijn er geen honderd meer, maar het gaat toch die richting uit. Opvallend is ook dat je nergens meer jongere liefhebbers aantreft. Redelijk wat dertigers en veertigers houden er de duivensport levendig, blaken van enthousiasme en aan ambitie is er bij hen zeker geen gebrek.
Eén van hen is Stefaan Lambrechts. Het manneke kon amper lopen en kroop al op het hok bij nonkel Cyriel en nonkel Emmanuel, die naast hem woonden. In 1987, toen hij 10 was, kreeg hij een hokje met wat jonge duiven en met de centjes van zijn vader, die zelf geen duiven had, kon hij deelnemen aan de wedstrijden. Lang heeft Stefaan op zijn eerste successen niet moeten wachten. In 1988 won hij al een 5-tal eerste prijzen uit Quiévrain en ook in de jaren die volgden was succes nooit ver weg.
Stefaan liep school en volgde de opleiding bouw en als jonge twintiger was het werken geblazen. Met hoofdzakelijk duiven van zijn nonkels draaide hij aardig mee, maar helemaal kon hij zijn ambities toch niet waarmaken. Hij wilde de beste zijn, niks meer, maar ook niks minder en tegen die gevestigde waarden uit de regio bleek dat niet zo simpel te zijn.
In 2005 trok hij naar Geert Lambrechts uit het naburige Hallaar. Daar vond Stefaan in de kortste keren wat hij zocht. Ook bij Jos Van Loock werd in 2007 wat op de kop getikt dat de moeite loonde. In 2010 kon hij pronken met de 6de Nationale Asduif KBDB op de snelheid en in 2011 werd hij 10de Nationaal Kampioen.
Stefaan stapte in 2009 gedeeltelijk over naar de halve fond. Met de duivers werd er snelheid gespeeld en de duivinnen werden uitgetest op de halve fond. Ook daar liet het succes nauwelijks op zich wachten. In 2013 werd een knap seizoen bekroond met een 2de Nationale Asduif op de Kleine Halve Fond.
Ondertussen had Stefaan al een tijdje het statuut van zelfstandige. Als metselaar maakte hij lange dagen en al was vader geen duivenmelker, de duiven voeren en loslaten deed hij met veel plezier en toewijding. Dat is nog altijd zo. Om niemand te kort te doen wil hij toch ook graag zijn neef Bart Henderickx vermelden en verder Gert Heylen, Robin Van Leuven en Rudy Van Reeth.
Stefaan twijfelt er niet aan dat ze hem van hun beste duiven hebben gegeven. De jongen die hij eruit kweekten deden het prima en zitten nog altijd verweven in het huidige hokbestand.
+foto
De hokken van de jonge duiven. Links een hok van het klassieke type. Stefaan heeft het gevoelen dat het hierop iets gemakkelijker is om de duiven in topconditie te brengen. De temperatuurschommelingen zijn minder groot dan op het hok rechts. Daar is aan de achterkant over de hele breedte een gaasdraad van ongeveer 1 m voorzien. Die kan met zware donkere gordijnen worden afgeschermd.
De grote doorbraak
In het najaar van 2009 werd er een 3-tal late jonge duivers aangekocht bij Dirk Van den Bulck. Het werd een voltreffer over de ganse lijn. Uit alle drie kweekte hij in 2010 kopvliegers en prompt trok hij opnieuw naar Dirk en kocht er een achttal zomerjongen. Hoe toeval soms een handje kan toesteken, lees je wel vaker in reportages. Ook bij Stefaan was het niet anders. Wanneer eind november de duiven pas gekoppeld waren en Stefaan ’s avonds laat nog even ging kijken of alles in orde was, zat een oude duiver met zijn poot tussen de opengaande deur en een rooster geklemd. De poot bleek gebroken. Godver... kon niks verhelpen. Stefaan gooide die duivin op het hok van de zomerse duivertjes en ’s anderendaags lag ze met een duiver in een hoekje. Liefde op het eerste gezicht. Uit dat koppel kwam Vroom, die het bij Willem de Bruijn in 2011 tot 1e nationale asduif schopte. Omdat het zo vlug geklonken was, probeerde hij het nog met een andere duivin. Ook een tweede koppeltje lag 2 weken later met eitjes en daaruit werd Stephanie geboren. Ze toonde in haar geboortejaar haar klasse en won bij Willem 1/6366 (snelste van 38816) en 1/4403 (snelste van 13146). Het is ongelooflijk hoe die duiven van Dirk hier een boost hebben gegeven aan mijn kolonie. Dat sneed hier als een warm mes door boter. Het klinkt als een sprookje, maar uit bijna al die duiven komen hier eerste prijswinnaars en asduiven. De twee soorten vullen elkaar blijkbaar perfect aan. Ook Dirk lukte met de duiven die hij hier haalde. In de stambomen van veel van zijn toppers komen duiven van Stefaan Lambrechts voor. Het is hier niet anders. Ik heb 51 koppels bij elkaar gezet en ik denk dat in alle koppels er minstens één is die uit Van den Bulck-duiven komt. Dat zegt veel, nietwaar. Het zijn dominante verervers en daar gaat het toch om wil je op termijn blijven meedraaien aan de top. Hier worden in principe ook jaarlijks de koppels herschikt. De kweekduiven zitten verdeeld over 5 hokken en dus is het niet zo’n probleem om ze te herkoppelen. Het geeft extra mogelijkheden om in de toekomst verder te kweken. Stefaan heeft op vijf jaar tijd zoveel goede duiven gekweekt dat hij op het kweekhok een luxeprobleem heeft. Hij speelt enkel met jonge duiven en het beste van het beste gaat rechtstreeks naar het kweekhok. Bij liefhebbers die ook met oude duiven en jaarlingen willen presteren, ligt dat helemaal anders. Omdat er enkel met de jonge duiven aan wedstrijden wordt deelgenomen, kan er uit alle duiven die op de hoklijst voorkomen voluit gekweekt worden. Dat zijn geen toeristen, hoor. Die moeten ook werken voor hun graantjes en worden hier optimaal gesoigneerd. In de vorige eeuw, en dat is echt nog niet zo lang geleden, werd hier op de snelheids- en hafovluchten zwaar gepould. Er waren liefhebbers met goede duiven die met hun duiven meer verdienden dan door een heel jaar hard te werken. Dat is verleden tijd. Nu staat er alleen nog geld op de uitslagen van de Ronde van België. Vroeger werd vaak gezegd en geschreven: spelen is zilver, kweken is goud. Ik denk dat het nu nog zo is, al heeft het gezegde voor sommige liefhebbers een andere betekenis gekregen.
NATIONALE KLASSERINGEN
De nationale klasseringen op de kleine halve fond werden behaald door
3 duivinnen. Hun prestaties vind je als onderschrift bij de foto’s.
“Marcel” en “Victor” waren de pointeurs bij de duivers.
“Marcel” 6108188-15 :
Pont Ste Maxence: 2/883 – 3/2695
Souppes: 3/507 – 3/1243
Souppes: 1/401 – 5/1185
Souppes: 36/720 – 63/2031
Souppes: 14/339 – 41/796
“Victor” 6108166-15 :
Noyon 9/576
Noyon 3/1327
Melun 1/1194 – 3/1983
Souppes 10/958 – 14/2391
Souppes 52/963 – 26/301
Het spel met de jonge duiven
De jonge duiven van de eerste ronde zijn voor eigen gebruik. Ze waren in 2015 met ruim 100. De geslachten werden bij het spenen niet gescheiden en ze kregen kweekmengeling met regelmatig wat oliën erover. De eerste weken dat ze buitenkomen mogen ze rustig de omgeving verkennen. Er wordt niks geforceerd. Wanneer ze na enkele weken in groep wat verkenningsvluchtjes maken, wordt ze discipline bijgebracht. Van dan af is op het dak liggen taboe. Dat vraagt wat aandacht en tijd, maar daar pluk je achteraf de vruchten van. Omdat er zwaar gevoerd wordt, is de vlieglust van de jonge duiven niet erg groot. Daar wordt bewust voor gekozen. Duiven hoeven in maart-april geen uren te vliegen. Sommigen zien dat graag, maar Stefaan zou het echt niet willen. Als ze dan 10-15 minuten rondjes draaien rond het hok is dat voor hem helemaal ok. Stefaan gelooft er niet in dat je duiven gedurende 6 maanden in topconditie kunt houden. Van juni tot augustus moet er keihard getraind en gevlogen worden. Op dat moment heb je die superconditie nodig en pas dan moet er gepiekt en geboost worden. De jonge duiven worden tot eind april verduisterd van 18 u. tot 9 u. en vanaf de dagen korten wordt er bijgelicht. Op de laatste hafovlucht eind augustus had zo’n 80 % van de jonge duiven max. 3 pennetjes geruid. Daar ben je zeker niet kansloos mee.
Einde april wordt er overgeschakeld naar een lichtere voeding (vliegmengeling sprint – Matador) en Sedochol helpt bij de verbranding van het overtollige vet. Na 1-2 weken gaan de duiven veel harder trainen en trekken ze weg. Dat kost veel pluimen en is uiteraard te wijten aan het gebrek aan ervaring. Er zijn wellicht geen systemen die alleen maar voordelen hebben. Niemand verliest graag 20 – 40 duiven, maar als dat zo is, maakt Stefaan daarvan geen probleem. Wat minder duiven op het hok is wellicht een voordeel en dat diegene die verloren gaan niet de slimste waren, is voor de hand liggend, maar geen zekerheid. Wat overblijft volstaat om je kansen optimaal te verdedigen. Als het weer op dat moment redelijk is, wordt gestart met het opleren. De mand op de valplank en de jonge duiven worden er in gedreven. In de kortste keren zitten ze in de wagen. Ook de broer van Stefaan wordt al een keer ingeschakeld bij het organiseren van de leervluchtjes en vader doet de rest. Als Stefaan in de buurt werkzaam is, durft hij al een keer snel over en weer rijden om de duiven klaar te zetten. Dat is niet altijd even gemakkelijk, maar op een week is de klus geklaard en daarna kunnen de duiven voor de opleervluchten met de vereniging worden ingekorfd. Dit jaar bleven de jonge duiven samen tot Gien (18 juli). Natuurlijk waren er al veel vaste koppeltjes en rezen er eitjes in de schotels. Er werd met de verse eieren eens stevig geschud. Eens duivertjes en duivinnen gescheiden zitten, wordt het voedingssysteem aangepast. Duivinnen moet je veel krapper voeren. Dat gebeurt bijwijlen met de koffielepel. Het is vooral een kwestie van aanvoelen. Al krijgen duivers en duivinnen hetzelfde vluchtprogramma, toch wordt bij de duivers een dag vroeger overgeschakeld op vluchtmengeling. Duiven opvoeren naar de vluchtdag is een belangrijk onderdeel van de sport. Tot vrijdagmiddag kunnen de jonge duiven hun goesting eten. Dan verdwijnen de voederbakken en ’s avonds worden ze ingekorfd. Ze moeten dan barsten van energie en conditie.
Motivatie
Tot voor enkele jaren werden jonge duivinnen en duivers veel vroeger gescheiden en kregen ze een oude partner. Dat heeft voordelen. Het duurt niet zo lang voor er vaste koppels gevormd zijn en dat bij aankomst de partner zit te wachten zou ook een positieve invloed kunnen hebben op de motivatie. Dat lukte perfect. Kwaliteit, conditie en motivatie zijn de pijlers van het succes met de jonge duiven. Door de sterke prestaties krijg je natuurlijk wat meer vraag en daar wordt op ingespeeld. De laatste jaren wordt uit die oude duiven veel meer gekweekt en het systeem met de jonge duiven moest worden aangepast.
In 2014 werden de jonge duiven vroeg gescheiden en op de schuifdeur gespeeld. Er werd niet slecht gespeeld, maar minder goed dan de jaren voordien. Dat moet een ander je niet komen vertellen, dat weet jezelf ook wel. Je zoekt dan achter de oorzaak. Over de kwaliteit van de duiven had hij geen twijfels en de conditie leek helemaal ok maar topprestaties en winnen tegen een groot getal duiven doe je met duiven die super gemotiveerd zijn. Vaste koppels kunnen daarbij helpen. Een schuine plank, wat bakjes op de bodem, jonge verliefde paartjes gaan regelmatig door de muur voor elkaar. Ze gaan diep, heel diep en dat kost kracht, vooral met noordoostenwind. Een goede begeleiding en ondersteuning is absoluut noodzakelijk. Helpen bij het herstel en de recuperatie is even belangrijk als opvoeren naar de wedstrijd toe. Het is de logica zelve, maar niet iedereen staat er bij stil. De volgende wedstrijd is steeds de belangrijkste en genieten van het succes kan je na een geslaagd seizoen, maar zelfs dan moet je bij de les blijven en kort op de bal spelen. Eigenlijk is duivensport iets van 365 dagen in een jaar.
Medische begeleiding
De kwekers vliegen nooit los. Simpel en gemakkelijk, maar eten en drinken geven volstaat niet. De ene ronde na de andere kweken is niet zo natuurlijk. Om dat vol te houden, moeten duiven kerngezond zijn. Stefaan gaat er minstens iedere maand mee op controle en daarvoor wendt hij zich tot Dr. Peter Coutteel in Nijlen. Gezonde jongen komen uit gezonde ouders en wat ondersteuning bij de kalkvorming is absoluut noodzakelijk.
Voor de vliegduiven volgt Stefaan al enkele jaren het basisschema van Dr. Vincent Schroeder en verder laat hij zich bijsturen door het team van Henk de Weerd. Aan dit advies heeft Stefaan naar eigen zeggen veel te danken. Verschillende meningen horen, maakt je wijzer. En als hij een nieuw product uittest, probeert hij daarvan de impact op zijn duiven in te schatten. Er is zoveel op de markt dat aangeprezen wordt. Een mens moet keuzes maken en zich beperken tot de producten die een heilzaam effect hebben. Het is niet iedereen gegeven om aan te voelen hoe duiven soms veranderen door toediening van een bepaald product. Voor alle atleten is voeding en training cruciaal. Sportmannen krijgen voedingssupplementen toegediend. Is er dan iets mis om je duiven op diezelfde manier proberen te begeleiden? Ik ben akkoord dat alles een beetje vanzelf moet gaan. Maar één ding is nog zekerder: wie er heel veel voor doet, heeft het meeste kans op slagen.
31-5 Noyon Diamantverbond (576 d) : 9, 22, 29, 33, 38, 50, 57, enz. (24/61) 07-6 Noyon Diamantverbond (1327 d) : 3, 9, 16, 21, 23, 25, 29, 34, 51, 54, 57, 73, 74, 78, 82, 94, 105, 130, enz. (33/55) 13-6 Melun Regio Mechelen (1194 d) : 1, 17, 24, 28, 35, 70, enz. (13/28) 13-6 Melun oostzone Union Ant. (754 d) : 4, 13, 14, 28, enz. (10/17) 27-6 Souppes-sur-Loing oostzone Union Ant. (958 d) : 1, 3, 9, 10, 12, 98, enz. (15/44) 27-6 Souppes-sur-Loing Union Ant. (2391 d) : 2, 4, 13, 14, 18, 176, 183, 202, enz. (19/44) 05-7 Quievrain Diamantverbond (893 d) : 2, 3, 5, 9, 14, 18, 19, 20, 22, 26, 31, 40, 41, 56, 60, 72, 89, 93, enz. (37/57) 11-7 Souppes-sur-Loing Union Ant. (3342 d) : 1, 28, 47, 53, 54, 21, 141, 149, 156, 183, 229, 239, 314, enz. (21/46) 18-7 Gien Provincaal Antwerpen (7128 d) : 14, 24, 49, 151, 152, 303, 355, 441, 573, 664, 686, 714, enz. (19/47) 25-7 Souppes-sur-Loing Union Ant. (963 d) : 1, 3, 15, 17, 41, 52, 75, enz. (8/12) 01-8 Bourges zone b1 (10.308 d) : 10, 37, 69, 173, 190, 206, 504, 508, 604, 613, 731, 776, 886, enz. (18/40) 08-8 Souppes-sur-Loing oostzone Union Ant. (720 d) : 1, 4, 6, 20, 36, 37, 38, 68, 73, enz. (19/33) 16-8 Souppes-sur-Loing oostzone Union Ant. (507 d) : 1, 3, 10, 11, 16, 17, 18, 36, 37, enz. (17/41) 16-8 Souppes-sur Loing Union Ant. (1243 d) : 1, 3, 10, 11, 20, 21, 22, 54, 56, 110, enz. (21/41) 22-8 Souppes-sur-Loing oostzone Union Ant. (401 d) : 1, 2, 4, 6, 18, 19, 26, 27, 33, enz. 22/40 29-8 Souppes-sur-Loing Regio Mechelen + Turnhout (1348 d) : 3 1/1 29-8 Souppes-sur-Loing oostzone Union Ant. (339 d) : 1, 7, 9, 10, 13, 14, 21, 23, 33, enz. (24/39) 05-9 Chateauroux Bevel (328d) 1, 24, enz. (11/28) |
Hoe geraak je aan goede duiven?
Het antwoord is simpel. Test uw duiven in een samenspel waar er veel concurrentie is en een mooi aantal duiven vliegt. Maak jezelf niet teveel wijs dat wind en ligging het belangrijkst zijn om een mooie uitslag te maken. Ik heb vanaf 2010 resoluut voor het spel op de halve fond gekozen. Als je het overzicht 2015 bekijkt, zie je zowel bij Union als de overkoepeling Mechelen-Turnhout een groot aantal duiven. Duiven die daar radicaal aan de kop kunnen vliegen, dat zijn ze die je nodig hebt. En die zitten zeker niet alleen hier in Berlaar. Het grote geheim is goede duiven, veel inzet en een professionele begeleiding. Duiven haal je bij liefhebbers die de concurrentie in de ogen durven kijken en er voor gaan, iedere week opnieuw.
Lambrechts-duiven kunnen het overal
We vonden dit jaar Stefaan zelf bij de Nationale Asduiven op de Kleine Halve Fond op 1, 9 en 14, maar de Lambrechts-duiven doen het ook elders.
We beperken ons tot de prestaties in 2015 en beginnen met een leuke anekdote. Op 22 augustus 2015 werd op 4 verschillende locaties de 1ste prijs gewonnen met een 100 % Stefaan Lambrechts-duif en ook Stefaan won die dag in Union-Oost 1/406 uit Souppes-sur-Loing.
- Hok Pouw-Willems te Utrecht 1/3022 Afd.7 regio B
- Hok H & E.J. Eijerkamp te Brummen 1/506 Afd.8 Zuid 4
- Hok Nicole de Weerd te Brasschaat 1/1185 Union Antwerpen
- Hok Jan & Marleen Duits te Eijsden 1e Provinciaal Limburg (NL) uit Troyes 6698 duiven
met duiven van 100% Lambrechts-origine
Poelstra & Znn te Utrecht Anneke & P. Faes te Baarn Pouw en Willems te Utrecht Comb. Maegh-AS (Ad Schaerlaekens) |
Auteur: