RAF & LARS LUYCKX – 1e Algemeen Nationaal Kampioen

Liefhebber: 

Geel – Geel is een gemeente in het oostelijk deel van de provincie Antwerpen. Ze telt heden ten dage nog 11 parochies en is vanouds wereldberoemd vanwege de gezinsverpleging van psychiatrische patiënten. Ze wordt daarom ook de “Barmhartige Stede” genoemd. Mede dankzij de “Thomas More” hogeschool is Geel uitgegroeid tot een onderwijscentrum waar meer dan 10.000 jongeren naar school gaan.

Na de Tweede Wereldoorlog was Geel economisch sterk achterop geraakt. Tijdens de jaren zeventig van de vorige eeuw werd er dan ook een groot bedrijventerrein aangelegd tussen het Albertkanaal en de Boudewijnsnelweg.
Ook wat duiven en duivensport betreft heeft Geel doorheen de jaren een voortrekkersrol vervuld. Momenteel zijn er nog zo’n 100 duivenmelkers actief en een onder hen die de banier hoog houden is zeker de tandem Raf & Lars Luyckx. Zij speelden zich afgelopen jaar volop in de kijker. Samen met hun Chinese vriend wonnen ze de eerste prijs (€ 25.000) in de finale van Belgian Master 2015 en zij werden bovendien ook de 1e Algemeen Nationaal Kampioen KBDB 2015.

De eerste start

Vader Alfons Luyckx is nooit duivenmelker geweest. Hij heeft veel op andermans duiven “gepoeld” maar zelf heeft hij nooit met duiven gespeeld. Maar nonkel Frans Gilis uit Geel daarentegen was een heel goede duivenmelker. Hij speelde onder de naam Gilis & Zoon en daar heeft Raf 20 jaar gaan helpen. Daar heeft hij ook de stiel geleerd.
Zijn eerste start kwam er in 1987. Raf Luyckx woonde op zijn appartementje in Lichtaart en heeft daar van 1987 tot 1990 met Staf Boonen samengespeeld. Staf kon moeilijk een prijs spelen maar daar zou Raf vrij snel verandering in brengen. Hij had wel 150 duiven op de kooi en bij de eerste selectie verwees zijn nieuwe tandemgenoot er meteen 78 naar de poelier. Na de tweede selectie bleven er slechts 12 duiven over van de 150 en die duiven werden gezond gezet door dr. Fernand Mariën. Staf kreeg een hele rits medicamenten mee naar huis en de opdracht om 14 dagen niet met deze duiven te spelen. Dit laatste was zelfs nog een moeilijker opdracht dan het elimineren van bijna zijn volledige kolonie maar hij beet door de zure appel heen. De 12 duiven werden gekoppeld en met de gefokte jonge duiven werden de nationaals gespeeld... en het werd alleen maar een “prijsjesfestival”. De start was echter gemaakt en voor het volgende jaar werden er dan duiven bijgehaald van Karel Hufkens, Geel... Nijs & Zoon, Heist-op-den-Berg... en Jos Krieckemans, Geel die het ras van Karel Cuyvers via Raf Luyckx onder de pannen had. Het volgende jaar werd reeds een 2e plaats in het nationaal kampioenschap KBDB jonge duiven fond behaald. Van een start gesproken.

ZO WERDEN ZIJ ALGEMEEN NATIONAAL KAMPIOEN
Grote fond oude 26.6 Agen Nat.          3524 d. 185
  31.7 Perpignan Nat.  5254 d. 609
Fond oude 30.5 Limoges Prov 1313 d. 33
  06.6 Valence Zone  4282 d. 1
  18.7 Jarnac Zone  1994 d. 33
Jaarse grote fond 18.7 Jarnac Prov.  458 d. 1
  25.7 Tulle Nat.   8621 d. 118
Grote hafo oude 06.6 Chateauroux Nat.  18.604 d. 99
  01.8 Bourges Nat.   9256 d. 208
Grote hafo jaarse 30.5 Bourges Prov. 3743 d. 19
  13.6 Gueret Nat.  16.262 d. 58
Jonge duiven 01.8 Bourges Nat.  36.307 d. 103
  22.8 La Souterraine Zone 1633 d. 60
Snelheid oude 23.5 Momignies   336 d. 14
Kleine hafo oude 16.5 Souppes           771 d. 9
Kleine hafo jonge 17.7 Gien     7128 d. 147
Snelheid jonge 09.8 Quievrain     991 d. 13
 
 

Op eigen hok

In 1989 werd op het huidig adres een eigen woonst gebouwd en tezelfdertijd werd er al naar een eigen hok uitgekeken. Een tweedehands hok uit de buurt werd op een platte wagen aangevoerd en in 1990 werd er gestart met duiven.
De eerste zes duiven voor deze nieuwe kolonie werden geschonken door de tandem Ludo en Jacqueline Dams-Verwimp, Geel. In 1990 en 1991 werden er telkens 16 jongen aangekocht uit de beste koppels bij dr. Fernand Mariën.
Er werd voortreffelijk gepresteerd maar Raf Luyckx zag zich in de loop van het seizoen tweemaal geklopt door de tandem Lanslots-Dockx, Merksplas. Daar moest hij duiven van hebben. In de winter werd er een bon gekocht bij deze kampioenen en er mocht gekozen worden uit een hele hoop jonge duiven. Het werd de fameuze “Rode Ridder” en hij won de 1e prijs tegen 3000 duiven uit Quiévrain. Veertien dagen later werd hij ingekorfd voor Noyon en gepoeld tot 500... en hij kwam pas op maandag naar huis.
Op zijn tweede Noyon was hij hetzelfde lot beschoren. Maar... hij werd daarna nog 6 keer op Quiévrain gespeeld en de 3e plaats was zijn verste prijs. Raf ging er nog twee keer tien jongen kopen en veel van die jongen gingen rechtstreeks naar het kweekhok.
Eind jaren negentig stond Raf op de stoep bij Frans Berghmans uit Mol. Hij speelde met één duif de halve fond en won iedere week een kopprijs. In eerste instantie was die “goeie” niet te koop en werd zijn nestbroer gekocht. Later werd de kopvlieger toch binnen gehaald en kreeg de naam van “Dure Berghmans”. Maar de kweek leek niet meteen te lukken en drie duivinnen van Staf Van Reet, Mol moesten daar verandering in brengen. Er werden 8 jongen gefokt en die deden het schitterend op de eerste Quiévrain met de eerste prijs tegen 4000 jonge duiven en 3 minuten los en alle acht in de eerst honderd. Maar er kwamen er nog slechts twee aan het vertrek in Bourges... en op de keper beschouwd bleek dat niet zo’n groot succes te zijn.

In zijn zoektocht naar fondduiven kwam Raf Luyckx ook bij Noël Peiren in Zedelgem terecht. Hij haalde er 10 jonge duiven... als jaarling hield hij er nog 6 over en won slechts één prijs op Limoges. Noël maande hem aan om geduld te hebben en de resultaten op de grotere afstand af te wachten. Er werden 4 Peirens ingemand voor Perpignan en dezelfde dag kwam er nergens een duif thuis. De enige duivin met “Peirenbloed” (later “Miss Perpignan”) won de 2e provinciaal... de 13e nationaal... en de 19e internationaal Perpignan. Zij werd de “Primus Inter Pares” in de Brugse Barcelona Club. In 2013 werden er opnieuw eieren gehaald bij Noël Peiren en ook daar zit er eentje tussen die Perpignan aankan en zij won de 609e van 5254 duiven.
Verder is Raf Luyckx succesvol met duiven van Marc Vlaeminck, Ramsel en van boezemvriend Ivo Renders, Geel. In 2014 werd een volledige ronde jongen gehaald bij Michel en Gunter Eyletten, Diest... in 2015 een volledige ronde jongen bij Roger Wits, Bierbeek en voor 2016 werden er 25 jongen besteld bij Dr. Fernand Mariën. Alle aankopen worden gespeeld op de wedstrijden. En vergeten we zeker niet Jos Wouters, Heist-op-den-Berg en Schroeven-Hermans, Molenstede, de leverancier van “Edson” of de 6e nat. asduif jonge duiven Kleine Halve Fond.

Doffers op weduwschap

Raf en Lars Luyckx traden in 2015 aan met 14 oude doffers... 4 oude fonddoffers... en 16 duivinnen die allemaal op het klassiek weduwschap gespeeld werden. Er werden 100 jonge duiven gefokt waarvan 60 vroege en 12 koppels kwekers zorgden voor de achterban.
Bourges II is de laatste wedstrijd van het seizoen voor de oude doffers en daarna worden er geen late jongen meer gefokt. De eerste koppeling heeft begin december plaats en er wordt een ronde jongen groot getrokken. Nadien volgt er geen tweede koppeling meer.
Midden april wordt er gestart met het opleren... 4x wegvoeren tot 25 km en daarna Momignies of Quiévrain. De meeste doffers worden op de grote halve fond gespeeld terwijl er slechts 2 à 3 doffers tot 800 km ingezet worden. De 4 fonddoffers vlogen Montauban... Montélimar... Narbonne en Bordeaux (Agen).
Er wordt tweemaal daags een uur getraind met de vlag tot de start van het nationaal programma. Na Bourges I wordt er één maal daags 1 u verplicht getraind en ‘s avonds is het dan een vrije training. Op donderdag... de inkorvingsdag... wordt er niet getraind. De in te korven duiven blijven tijdens de training van de andere duiven binnen en krijgen dan alleen de nestschotel in hun nestvak. Bij de inkorving van de laatste twee vluchten kan het gebeuren dat er een paar losse duivinnen op het hok komen terwijl de doffers in hun woonbak opgesloten blijven. Met de minst goede doffers wordt er op het einde van het seizoen nog de “Ronde van België” gespeeld.

Duivinnen op weduwschap

De laatste wedstrijd van de duivinnen op weduwschap valt samen met het einde van het nationaal programma. Begin december worden de beste oude duivinnen gekoppeld met de beste weduwnaars of kwekers. De eerste ronde eieren wordt verlegd en de tweede ronde wordt door de duivinnen en partners zelf groot getrokken. Wanneer de jongen 12 dagen oud zijn gaan doffers en duivinnen uit elkaar en de doffers trekken de jongen groot. Dan gaan de duivinnen terug naar de volière tot half maart. De jaarse duivinnen kweken niet en blijven in de volière tot half maart.
Half maart gaan de duivinnen naar het vlieghok waar ze op kapelletjes zitten en na 10 dagen wordt er gestart met opleren. Rond 10 april worden de dametjes opnieuw gekoppeld... er wordt 7 à 8 dagen gebroed... de doffer wordt weggenomen... en de eerste halve fondvlucht wordt de duivin gespeeld op eieren. Wanneer ze thuis komen van de wedstrijd begint voor hen het weduwschap en dat duurt tot eind juni. Dan komt de helft van de duivinnen met een nestje en deze vliegen Bourges en Argenton op een nestpositie. De andere helft van de duivinnen komt samen met hun partner na Bourges II en vliegen de nationaals Argenton... La Souterraine... Issoudun en Chateauroux op een nestje.
Wanneer de duivinnen op weduwschap gespeeld worden dan trainen ze 2x per dag een uur met de vlag. Wanneer ze op het hok vertoeven worden ze dag en nacht in hun nestvak opgesloten en ze zitten de hele dag in het schemerdonker. Duivinnen met een nestje vliegen niet meer zo vlot en ofwel trainen ze dan met de vlag ofwel trainen ze mee met de jonge duivinnen.

Jonge duiven

Er wordt anderhalve vroege ronde jongen gefokt uit de kwekers en de beste oude duivinnen leggen tweemaal. De tweede ronde wordt alleen uit de kwekers gefokt. Wanneer de jongen 14 dagen oud zijn gaat de helft op een afzonderlijk hok en de duivinnen blijven die nog 10 dagen voederen. De andere helft van de jongen blijft bij de doffer die verder één jong moet groot trekken. Zowel bij de doffers als bij de duivinnen zitten de jongen op de bodem van het hok waar ze gezamenlijk gevoederd worden.
Bij het spenen van de jongen blijven de geslachten samen tot na de tweede snelheidswedstrijd (einde mei) en worden daarna op de schuifdeur gespeeld. In 2015 werden de jongen na Bourges II gewoon op een nestje gespeeld... wegens nog weinig jonge duiven.
De jongen worden verduisterd van eind maart tot 10 juni... van 18.30 u tot 8.30 u. Er wordt bijgelicht van 10 juli tot einde van het seizoen... van 5 u tot 23 u. Bij donker weer blijft het licht de hele dag branden.
Op de bodem van het hok van de jonge duiven ligt een dikke laag beukenschilfers (15 cm). De nestvakken staan open maar de jonge duiven verkiezen te nestelen op de vloer in kartonnen dozen. Deze dozen worden op het hok gezet wanneer de jongen samen komen en dat is doorgaans 1u voor de inkorving. In de loop van het seizoen, wanneer de jongen elkaar beter beginnen te kennen en er vaste paartjes gevormd zijn, komen doffers en duivinnen minder lang bij elkaar. De deuren worden open gezet en men begint meteen de duiven in de korf te zetten.
Voor de laatste twee nationale vluchten wordt er geprobeerd om de jonge duiven op een nestje te spelen. Bij nestspel is het gemakkelijker om de goede getekende te vinden.

Voeding is belangrijk

Het voederen van jong en oud is een belangrijk onderdeel van een succesvolle duivensport. Zaterdag bij thuiskomst van een wedstrijd krijgen de duiven volle bak sportmengeling gevoederd. Op zondag en maandag wordt het dan 50% sportmengeling + 50 % zuivering. Op maandag wordt er dan nog “vitamineral” en op dinsdag “conditiepoeder” van Dr. Mariën aan toegevoegd. Eén keer per maand gaat er dan op zondag ook nog “conditiesiroop” over het voeder.
Op dinsdag en woensdag wordt het dan 100 % sportmengeling. Op donderdag (inkorvingdag) wordt er 100 % vetrijke mengeling gevoederd aangevuld met pinda’s en snoepzaad. De ganse week, met uitzondering van de inkorvingdag, wordt er rode bietensap verstrekt. Op maandag... dinsdag... en woensdag wordt er “Blitzform” aan toegevoegd.

Medisch Mariën

Tijdens het vliegseizoen komt Fernand Mariën iedere maand op bezoek voor een medische controle. De inentingen gebeuren uiteraard allemaal door dr. Mariën en voor dringende zaken gaat Raf zelf op consultatie bij zijn dierenarts.
De oude duiven werden dit seizoen helemaal niet behandeld tegen trichomonas evenmin als tegen luchtwegeninfecties. De jonge duiven werden behandeld tegen luchtwegeninfecties voor Bourges II. Korte tijd daarvoor werden ze ook behandeld tegen trichomonas. Bij de jonge duiven met “one eye cold” werden oogdruppels toegediend.

Antieke hokken

Vrouw Mieke vindt dat er op antieke hokken gespeeld wordt. Ze staan er al van 1990 en moeten regelmatig wat opgelapt worden maar worden zeker niet vervangen door nieuwe ! Het zijn hokken met heel veel glas in het dak... ze staan oostelijk gericht... en ze zijn op hun best tijdens een zomer met heel veel zon. Wanneer de zon te hard brandt worden de schuiven in het plafond op een kier gezet om de zon te temperen.
Aan de verluchting werd heel veel aandacht besteed. De nok is 20 cm open en afgedekt met een halve plastiek buis. Het plafond voor de duiven staat 1 m open en is regelbaar met schuiven.
Raf zegt van zichzelf dat hij een propere melker is. De hokken van de oude duiven worden 1 à 2 keer per dag gekrabd. De jonge duiven zitten op beukenschilfers maar de zitjes worden ook iedere dag gereinigd. Op alle hokken gebeurt er ieder jaar grote kuis en alles wordt ontsmet met Dettol. Een keer per jaar wordt Koudijs Droogontsmetter gebruikt met alle duiven op de hokken.

Het kweekhok

Twaalf koppels kwekers krijgen onderdak in een hok met een volière voor. Het oude basiskoppel “Den Dode” B99/6370843 (Lanslots-Dockx) x “Blauw van Dure” B97/6242345 was een gouden koppel en zij werden ondermeer de ouders van topkweker “Vader Kleine Lars” B03/6401115. Uit dit koppel werden er 10 verschillende 1e prijswinnaars geboren.
De actuele topkoppels zijn :
* “Kleine Lars” B07/6155764 (2e Olympiadeduif cat. Fond) x 2 of 3 halfzussen. Vroeger stond “Kleine Lars” meestal gekoppeld tegen “Zwart Woutje” (rechtstreeks Jos Wouters).
* “Zoon Kleine Lars” B12/6034243 x “Sonja” B09/6318231 (Marc Vlaeminck, 8 x 1e prijs uit “Mont Ventoux)
* “Geschelpte Van Roy” B12/6276250 x “Dochter Kleine Lars” B12/6320180.

Tot slot

Raf & Lars Luyckx speelden in 2015 een van de beste seizoenen uit hun carrière. Bij deze dan ook een woord van dank aan Sus en Rik Hufkens... Staf Lievens... en Fons Van Baelen die allen bijspringen om de duivenliefhebberij in Geel vlot te laten verlopen. Zij hebben zeker een aandeel in de behaalde successen.

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.