PETER JANSSEN – een halve eeuw duivensport van ongekend niveau

Kleve – Kleve is een stad in het westen van de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen niet ver van de Nederlandse grens. Het is een belangrijk commercieel centrum voor de wijde omgeving inclusief Nederland. Er zijn veel grote winkelketens gevestigd die ondermeer veel Nederlandse klanten weten te lokken door de lagere Duitse BTW.

Al sinds 1925 wordt de duivenliefhebberij ten huize Janssen succesvol beoefend. Vader Jozef was de grondlegger van de kolonie Janssen en door de behaalde successen werd hij niet alleen in de eigen omgeving bekend maar ook in Nederland genoot hij heel wat aanzien.

Olympiadeganger

Nog meer bekendheid oogstte zijn zoon Peter Janssen (74) met zijn meer dan 40 jaar durende succesvolle carrière. Hij mag als de grondlegger van een Olympiadedynastie gezien worden met niet minder dan 7 Olympiadeduiven in de Sportklasse.
Hij nam een flitsende start op de Olympiade van Tokio met de “304” en de “33”. Gran Canaria was niet minder met de “179”, “108” en de “146”... en dan was er Kaapstad met de “274” die in zijn eentje 7 eerste prijzen won. Ook op de Olympiade in Boedapest (2015) vloog een Janssenduif zich in de kijker. De doffer “Lord Lohengrin” DV0147-10-634 werd 2e Nederlandse Olympiadeduif in de categorie fond. Zijn palmares wordt verder gesierd met 1e Asduif Nat. Eendaagse Fondspiegel 2014... 1e NPO Bourges 3073 d... 1e NPO Salbris 7137 d... 19e NPO Chateauroux 3778 d... 20e NPO Salbris 5946 d.
Maar niet alleen de Olympiadedeelnames in de Sportklasse hebben Peter Janssen bekend gemaakt ook de overwinningen en topklasseringen in de grote kampioenschappen waren van een zeldzaam hoog niveau.

Hoogtepunten uit zijn carrière zijn :

• 3e en 5e Wereldkampioen midfond Versele-Laga
• 2e Nationaal Kampioen
• 2e Nationaal duifkampioen
• 4 keer 1e Bezirksmeister (2000 leden)
• 2 x winnaar eenhoksrace Sylt-Nordseerennen
• 1e Eenhoksrace Las Vegas Classic 2007
• 1e Eenhoksrace Herxheim 2008
• 1e Eenhoksrace “Million Euro Race” Shanghai 2008

Vooral belangrijk zijn de kampioenschappen van de laatste jaren want sedert 2013 hebben ze er met Peter Janssen in Afdeling 9 in Nederland een geduchte tegenstander bij gekregen. Hij legt er een overtuigend meesterschap aan de dag en wat vroeger in Duitsland kon kan nu ook in Nederland. De laatste 3 jaar was hij ieder jaar bij de kampioenen in Afdeling 9. Ook bij de NPO-huldiging was hij ieder jaar van de partij.

Blikvangers van de laatste jaren zijn ondermeer :

• 1e Asduif Nat. Eendaagse Fondspiegel 2014-2015
• 1e Asduif Nat. Eendaagse Fondspiegel 2013-2015
• 1e Asduif Nat. Eendaagse Fondspiegel 2014
• 2e Asduif Nat. Eendaagse Fondspiegel 2014-2015
• 2e Nederlandse Olympiadeduif Fond Boedapest 2015
• 6e Nat. Kampioen NPO Eendaagse Fond 2014
• 2e Nat. Kampioen NPO Aangewezen Eendaagse Fond 2015

Na een bezoek aan de kampioen uit Kleve weet je hoe de vork aan de steel zit ! Peter Janssen is gefascineerd door de duivensport: zijn hokken benaderen de perfectie, zijn duiven behoren tot de beste ter wereld, hij heeft alles over voor zijn duiven, kortom hij leeft voor zijn duiven en duivensport !

Stamopbouw

Vader Jozef was een programmaspeler en reeds als peuter van 5 à 6 jaar oud zat Peter al mee op de hokken en vanaf zijn 8 jaar speelde hij al samen met vader.
In 1965 is Peter getrouwd en dan is hij zelfstandig met duiven begonnen. Hij heeft zijn leven lang een schildersbedrijf gerund dat nu overgenomen werd door zijn zoon Peter junior.
Hij startte met duiven van vader en pas in de loop van de zeventiger jaren werden er duiven bijgehaald. De eerste duiven kwamen van Jan Grondelaers, Opglabbeek. Ook bij Hans Reimann, Sevelen, vooral uit de lijn van de “30”, werden er duiven gehaald die zich, in combinatie met het eigen soort, tot uitzonderlijke verervers ontpopten.
Peter Janssen stichtte ook een vriendenclub met Belgische en Duitse duivenmelkers. Bij dat select groepje behoorden Jan Grondelaers, Pros Roosen, Roger Persoons, Filip Herbots, Heinz Reimann, Willy Reimann en Peter Janssen himself. Via deze vriendenkring werden er ook nog betere duiven bijgehaald van Dirk Van Dyck en Pros Roosen.

De actuele basis van de kolonie bestaat voornamelijk uit duiven van Hans Reimann, Sevelen... Heinz Meier, Raden... Gaston Van de Wouwer, Berlaar... en Pieter Veenstra, Drachtstercompagnie (één duif).
Met meesterhand werd met dit klasse materiaal een kolonie opgebouwd die zowel in Duitsland als in Nederland met de beste kon wedijveren !
Vier jaar geleden ging men in zijn vereniging uit zuidoostelijke richting spelen en dat wilde Peter absoluut niet wegens de te grote verliezen bij wedstrijden uit die richting. Hij ging dus in Nederland spelen en dat werd een meevaller van formaat.

Afwisselend wel en geen duivin

Peter Janssen start het seizoen met 45 weduwnaars, 15 koppels op totaal weduwschap, 150 jonge duiven en 20 koppels kwekers. De weduwnaars worden de laatste week van november gekoppeld. Ze trekken twee jongen groot en wanneer de jongen 14 dagen oud zijn gaan de duivinnen naar de volière en moet de doffer zijn jongen alleen groot brengen. Er staat geen tweede koppeling gepland en de doffers blijven op het hok. Bij goed weer komen ze iedere dag los en vanaf half januari begint reeds de voorbereiding van het nieuwe seizoen.
Begin april komen doffers en duivinnen nog zo’n drie dagen samen en tijdens die periode wordt er heel intensief opgeleerd. Iedere dag zijn er dan twee opleervluchten en er wordt gelost tot op 25 km. Er wordt gespeeld op de middenlijn en het begint met Tongeren en verder Isnes, Asse-Zellik, Quiévrain, Péronne, Gien, Pithiviers, Bourges tot het eindpunt Chateauroux op 650 km.
Er wordt tweemaal per dag getraind, ‘s morgens om 8.15 u (later tijdens het seizoen om 7 u) en ‘s avonds om 16.30 u. In het begin van het seizoen wordt er met de vlag getraind; later worden het vrije trainingen. De eerste weken van het vliegseizoen hebben de weduwnaars op dinsdag nog een opleervluchtje van 25 km
Bij het inkorven komen doffers en duivinnen in het begin van het seizoen zo’n 10 tot 15 minuten samen. Daarna wordt de duivin afwisselend wel en niet getoond. Wanneer er rugwind voorspeld wordt dan krijgen de doffers hun partner niet te zien. Afhankelijk van de moeilijkheidsgraad van de wedstrijd blijven doffers en duivinnen na de vlucht 1,5 u tot 3 u samen. Na aankomst van een wedstrijd is het de bedoeling om de duiven zo snel mogelijk in de “rust en recuperatie fase” te brengen zoals dat ook in andere sporten gebeurt.
De vlieghokken zijn uitgerust met multifunctionele woonbakken die voorzien zijn van een “broedhol”. Wanneer doffers en duivinnen samen komen en ze gaan samen hokken in het “broedhol” dan weet Peter dat de duiven op hun punt zitten.
De vliegploeg wordt elke week gespeeld behalve de laatste drie dagfondvluchten die om de twee weken gespeeld worden.
Heet van de naald ! Afgelopen weekend scoorde hij opnieuw heel hoog met 1, 4, 5, 6, 10, 15, 21, 24, enz. in Afdeling 9 tegen 4724 duiven uit Rethel !

Met twee duivinnen !

Vijftien doffers worden gespeeld op het totaal weduwschap en die trekken in het vroeg ook een koppel jongen groot. Na het spenen (half januari) worden de partners gescheiden. Half februari volgt dan een tweede koppeling maar met een andere duivin. Iedere doffer heeft dan twee duivinnen en de 15 doffers worden dan met 30 duivinnen gespeeld.
Bij de inkorving krijgen de doffers hun “eerste” duivin te zien en doffers en duivinnen worden daarna in de mand gezet. Wanneer de manden met ingekorfde duiven van het hok gehaald zijn komt de ploeg “tweede” duivinnen op het hok. Zij krijgen zo’n 15 minuten toegang tot het nestvak, maar zonder nestschotel, en worden daarna ingekorfd. Ook de ploeg “tweede” duivinnen gaat uitstekend gemotiveerd de mand in.
Er zouden zich problemen kunnen voordoen wanneer de “eerste” en “tweede” duivin op hetzelfde moment thuiskomen. De melker moet dus opletten maar meestal worden de twee duivinnen op verschillende wedstrijden ingekorfd. Na een half vliegseizoen worden de minder goede duivinnen er uitgeselecteerd en niet meer gespeeld.

Jongen ontstressen

De jonge duiven worden gefokt uit de kwekers en de beste vliegers. De eieren van de eerste ronde van de kwekers wordt verlegd bij de jaarlingen. In 4 rondes, die allemaal gespeeld worden, wordt een ploeg van 150 jongen gekweekt. Zij krijgen onderdak op vier verschillende hokken.
De jongen worden verduisterd van 15 maart tot de eerste week van juni. De jongen van de latere rondes worden gewoon bijgezet op de hokken maar niet langer verduisterd. Er wordt verduisterd van 18 u ‘s avonds tot 8 u ‘s morgens.
De laatste week van mei wordt er gestart met opleren. Peter heeft zich een aanhanger van het merk Geraldi aangeschaft waarmee hij de jongen zelf volledig opleert. Vooraleer het echte opleren begint worden de jongen 3 à 4 keer een halve dag in de korven van de aanhanger gezet en daarna gewoon in de straat gelost. Het is de bedoeling daarmee de stress in de mand van de jonge duiven af te bouwen. De jongen worden dan een 10-tal keren weggevoerd tot 25 km en zijn dan zeer rustig in de mand. De eerste prijsvlucht is dan ook de eerste keer dat ze in de verenigingsmand komen.
Na de eerste 2 à 3 wedstrijden worden de geslachten gescheiden en worden de jongen op de schuifdeur gespeeld. De motivatie van het jonge volkje wordt aangezwengeld met wegkruipbakjes en kartonnen dozen. Bij het inkorven komen de jonge doffers en duivinnen 1,5 tot 2 u samen. Na aankomst van een wedstrijd blijven ze samen tot de volgende morgen.
Eenmaal opgeleerd worden de jongen tussendoor niet meer weggevoerd.
De jongen trainen in het begin één maal daags gedurende 1,5 u. Na twee tot drie wedstrijden komen ze tweemaal daags los.

Medisch Mariën

De voorbereiding op het nieuwe seizoen wordt door Peter zelf in handen genomen. Na het spenen van de jongen (15 januari) staat een “kuur” met parastop tegen paratyfus gepland. In de stille periode wordt er ook 6 dagen behandeld tegen trichomonas en vinden de inentingen tegen paramyxo en de pokken plaats. Een week voor de eerste wedstrijd wordt er 4 dagen behandeld met Suanovil. Deze medische behandeling is nog voor 95 % procent gebaseerd op wat Peter van Jan Grondelaers en Pros Roosen geleerd heeft. Het is een systeem dat het zo geweldig deed in de zeventiger jaren en het is tot vandaag nog steeds actueel.
De verdere medische begeleiding is in handen van Fernand Mariën en die brengt om de twee maanden een bezoek aan de Janssen-kolonie. Iedere week krijgen de duiven mineralen en conditiepoeder van Dr. Mariën en om de vier weken gaat ook de bekende siroop over het voeder.

4 Verschillende mengelingen

Peter Janssen voedert vier verschillende soorten sportmengelingen die onder elkaar gemengd worden. De reden ligt voor de hand. Is er bij een bepaalde mengeling een soort graan van mindere kwaliteit dan vinden de duiven de betere granen dan toch in de andere mengelingen.
Bij aankomst van een vlucht krijgen de duiven zuiveringsmengeling gevoederd en er zijn elektrolyten in het drinkwater. ‘s Avonds is er sportmengeling in het voederbakje. Op zondag en maandag wordt er ‘s morgens en ‘s avonds zuivering geserveerd en steeds een voldoende portie. Op dinsdag wordt het dan 50 % zuivering + 50 % sportmengeling. Op woensdag en donderdag wordt er overgeschakeld op 100 % sportmengeling.
Vrijdag is het inkorfdag en in eerste instantie worden de duiven verplicht om 3 soorten maïs te pikken. Daarna wordt er nog een lichte mengeling samen met energy-mengeling gevoederd.
Telkens na de training ligt er een snuifje gemalen pinda’s en kempzaad in de woonbak te wachten.

Een strenge selectie

Van de 60 doffers van de vliegploeg blijven er einde seizoen nog 20 à 25 over. Van de 30 duivinnen krijgen er slechts een tiental een verlengde verblijfsvergunning. De vier criteria die hierbij gehanteerd worden zijn het aantal prijzen... de behaalde kopprijzen... de bouw van de duif... en de afstamming. De lat wordt bij deze bijzonder hoog gelegd. Alleen een jaarling waarvan de uitslagen iets minder zijn kan overleven op bouw en afstamming.
Voor de jonge duiven gelden dezelfde maatstaven maar bij het jonge grut is de regelmaat op de wedstrijden van groot belang.

Het kweekhok

Het kweekhok wordt bevolkt door bewezen kweekkoppels en bewezen vliegduiven. Enkele topkoppels zijn :

• B09-6358797 “Zoon Kaasboer” x DV09711-07-331 en zij werden de ouders van meerdere goede duiven. De “62” en de “92” waren uitschieters op de wedstrijden.
• NL09-1647161 x DV09711-07-102 is eveneens een excellent kweekpaar en zij werden ondermeer de ouders van de topduivin “Miss Dolce Vita”.
• De actuele blikvanger in de kweekvolière is zonder meer het kweekpaar DV00147-10-92 “Müller” x DV00147-11-554 “Miss Dolce Vita”. “Müller” werd 1e Asduif Nat. Eendaagse Fondspiegel 2013-2015 en 2e Asduif Nat. Eendaagse Fondspiegel 2014-2015. “Miss Dolce Vita” werd 1e Asduif Nat. Eendaagse Fondspiegel 2014-2015. Een jong topkoppel gevormd met asduiven is een wissel op de toekomst.

Prima hokken

De weduwnaars krijgen onderdak op zolderhokken over de volledige lengte van het huis. Het zijn prima hokken waarin je meteen de hand van de meester herkent. Er werd een gestuurde verluchting aangebracht die op voorhand samen met Jan Grondelaers en Hans Reimann uitgedokterd werd. Een buizensysteem, dat al 45 jaar onveranderd bleef, loopt door alle hokken en zorgt voor een prima verluchting zonder tocht. Alle hokken zijn uitgerust met multifunctionele woonbakken waarmee de weduwnaars perfect kunnen gemotiveerd worden.
Er wordt ook nog gespeeld op 21 m tuinhokken waarop de jonge duiven en de duiven die op totaal weduwschap gespeeld worden onderdak krijgen. Het zijn hokken met een pannendak en bij de jonge duiven is vooraan in het plafond een verluchtingspleet van 1,2 m. Op het hok van het totaal weduwschap werd de verluchtingspleet beperkt tot 60 cm. Ook deze hokken geven blijk van een perfect vakmanschap met als voornaamste eigenschappen dat ze droog zijn en een perfecte verluchting hebben.
Er wordt ook een strenge hygiëne gehanteerd en dat gebeurt vooral door verzorger Rafal Kozicki,  de Poolse verzorger. Alle hokken worden tweemaal daags gereinigd en de duiven krijgen ook tweemaal daags een verse drinkpot.
Vroeger werden de hokken gereinigd met Halamid maar sinds een tiental jaren komt er geen “chemie” meer op de hokken. Peter houdt niet meer van een vochtige reiniging van de hokken die dan het hele jaar dampen afgeeft. Nu worden er alleen rooktabletten gebruikt en de hokken en de volledige inrichting worden geschroeid met de vlam.

De goede duif

Peter heeft niet alleen naam en faam vergaard door zijn prestaties maar hij is ook 15 jaar 1e en 2e voorzitter geweest van de Duitse groep van Keurmeesters die zo’n 600 leden telt. Hij heeft ook 15 jaar aan het hoofd gestaan van de internationale keurmeesteropleiding van de FCI.
Hij heeft dus heel wat goede duiven in de handen gehad. Hij houdt van een zachte pluim en een dicht gepluimde vleugel. Een duif moet een goed evenwicht hebben of ze nu groot of klein is. Een topper moet ook een goede musculatuur hebben en een goede verspringing van de achtervleugel.