PAUL JAMAR – 1e Nationaal Kampioen Grote halve fond Jaarse

Liefhebber: 

Rummen – Rummen is een deelgemeente van Geetbets in het uiterste oosten van Vlaams-Brabant. Rummen werd vroeger ook het “glazen dorp” genoemd. Er waren veel serres waar er hoofdzakelijk tomaten geteeld werden. Maar het glazen dorp is verdwenen en van de 50 ha in de glorietijd blijven er nu nog hoop en al 3 à 4 ha glascultuur over.

 In de tachtiger jaren had men af te rekenen met slechte prijzen en men vond nog moeilijk een opvolger. Begin jaren negentig werd er voor de tomaten overgeschakeld op “watercultuur” en men heeft in Rummen de goede trein gemist. Ook onze gastheer Paul Jamar (69) heeft tomaten gekweekt en in de negentiger jaren is hij overgeschakeld op aardbeienteelt. Hij is reeds enkele jaren met pensioen en dat is ongetwijfeld zijn duivensport ten goede gekomen.
 Paul is afkomstig van Herk-de-Stad maar heeft de liefde gevonden in Rummen. Na zijn huwelijk in 1967 is hij daar komen wonen en succesvol met de duiven begonnen. Het seizoen 2008 was een absoluut dieptepunt in zijn duivenmelkercarrière. Maar Paul herpakte zich en nam met een nieuwe basis een tweede start. Het seizoen 2015 noemt hij het beste uit zijn carrière en dat resulteerde in het behalen van de titel van 1e Nationaal Kampioen Grote Halve Fond Jaarlingen en 16e Nat. Asduif Grote Halve Fond Jaarlingen.

 Rampjaar 2008

 Vader Jules Jamar was een kleine melker en van zodra Paul kon fietsen moest hij de duiven gaan lappen. Echt meehelpen op de hokken was er niet bij want vader vond dat hij nog te jong was om met duiven te spelen.
 Nadat Paul afgezwaaid was van het leger trouwde hij met zijn Mariette en hij is op het huidig adres met duiven begonnen. De basis van de kolonie werd gevormd met duiven van Gaston Bottu, Herk-de-Stad en Jan Grondelaers, Opglabbeek. Met deze twee bloedlijnen werd er gespeeld tot 2007... het jaar dat gans de kolonie ziek werd en alle duiven opgeruimd werden.
 Paul zat in een diep dal maar trok samen met zijn broer Freddy in 2008 toch naar Gaston Van de Wouwer, Berlaar. Er werden 8 duiven aangekocht en met deze basis werd er opnieuw gestart. In 2009 werd er aangeklopt bij Van Eynde-Goovaerts, Putte (basis 50 % Van de Wouwer). Daar werd o.a. “De 106” gehaald (lijn “Kaasboer”) die in Putte de top honderd haalde op Bourges in 2009 en die zich daarna in Rummen ontpopte tot een geweldige kweekduivin. Broer Freddy had een duif uit “Kleinzoon Kaasboer” x “De 106” die op twee jaar tijd 7 x 1e prijs won. Zij werd later verspeeld op Bourges. Met deze twee basislijnen werd er tot op heden verder gespeeld en succes behaald.
 Ondertussen werden er bij Gaston Van de Wouwer reeds een 30-tal rechtstreekse gehaald. Paul steekt het niet onder stoelen of banken... hij heeft bij de tweede start alles te danken aan Gaston Van de Wouwer. Hij haalde er veel goede duiven en Gaston leerde hem met duivinnen spelen.
 Bij Van Eynde-Goovaerts werden er ondertussen ook een 5-tal duiven gehaald voornamelijk uit de lijn van de “Tornado”.

Zo werd hij Nationaal Kampioen
Bourges nat.   21.552 d.  25e nat.  (1e get.)   “Mariette”  19e nat.   (2e get.)   “Anja”
Chateauroux I nat.  25.710 d. 388e nat.   (1e get.)   “Mariette” 498e nat.   (2e get.)   “Anja”
Guéret nat.    16.262 d. 45e nat.   (1e get.)   “Karen” 42e nat.   (2e get.)   “Anja”
Montlucon nat.    16.982 d. 60e nat.  (1e get.)   ''Anja'' 1297e nat.   (2e get.)   “Karen”
Argenton nat.   19.925 d. 864e nat.   (1e get.)   “Anja” 767e nat.   (2e get.)   “Karen”
Chateauroux II nat 18.658 d. 420e nat.   (1e get.)   “Anja” 22e nat.   (2e get.)   “Karen”
   

Alleen met duivinnen
 Paul Jamar kwam aan de start van het seizoen met een ploeg van 22 duivinnen (14 oude + 8 jaarse)... 58 jonge duiven en 15 koppels kwekers als achterban. Volgens de huidige normen mag hij als een kleine melker beschouwd worden.
 De duivinnen vlogen in 2014 hun laatste wedstrijd op Bourges II. Daarna mochten ze nog één keer “vuil broeden” en gingen dan naar de volière tot februari. In die periode komen ze niet los want het gevaar voor de klamper is reëel.
 De vliegduivinnen worden op 20 februari gekoppeld en trekken één jong groot. Alleen van de beste duivinnen worden de eieren aangehouden en eentje ondergeschoven bij de mindere vedetten. Van zodra de jongen 15 dagen oud zijn gaat het jong van het hok en moet de doffer het verder groot trekken. Eind maart komen de duivinnen voor de eerste keer los. Er zijn geen problemen met scheefvliegers want de duivinnen zitten in een ruime volière waar ze makkelijk de vleugels kunnen uitslaan.
 Na 14 dagen begint dan het opleren... driemaal met de wagen tot 50 km en vervolgens Momignies... 2x Soissons... halve fond en dan vanaf Bourges I iedere week de mand in voor de nationale vluchten. La Souterraine was de enige nationale wedstrijd die niet gespeeld. Gelukkig maar zegt Paul want die wedstrijd kende geen vlot verloop.

 Waarom alleen met duivinnen ?
“Na het rampjaar 2008 ben ik in navolging van Gaston Van de Wouwer, die ook alleen met duivinnen speelt, uitsluitend met duivinnen gaan spelen. Duivinnen presteren veel regelmatiger dan doffers en met duivinnen kan er iedere week gespeeld worden.”
Tijdens de week verblijven de duivinnen op het slaaphok. Ze zitten er op schabjes en de bodem bestaat uit rollen om te vermijden dat de dametjes op de vloer zouden samen hokken.
 Ze worden iedere week gespeeld en dat tempert ook de paarlust.
 De duivinnen trainen één keer per dag met de vlag. Om 15 u komen ze los en er wordt getraind tot ze op het hok neerstrijken. Vliegen ze bijvoorbeeld anderhalf uur dan mogen ze hun gang gaan. Eens ze op het dak zitten worden ze meteen binnen geroepen. Ze worden dan in de gang voor het vlieghok gevoederd en verhuizen daarna naar het slaaphok.
 De eerste training na een wedstrijd staat op maandagavond gepland. Op dinsdag worden de duiven met de wagen gelost op 50 km. Op woensdag wordt er aan huis getraind. Donderdag is inkorvingsdag en dan wordt er ook niet getraind.
 Paul is iedere dag steevast op post om het trainingsgedrag van zijn vliegploeg in de gaten te houden. De vliegploeg die een half uur wegtrekt en in groep terugkomt en boven het hok uiteenspat ziet hij graag. En de duif die het best traint krijgt een streepje voor op de poelebrief.
 Bij de inkorving komen de doffers los uit de volière en lopen binnen op het vlieghok waar ze met de nestschotel halfbak opgesloten worden. Dan komen de duivinnen los uit het slaaphok en die lopen ook binnen op het vlieghok... en het feest kan beginnen. Duivinnen en doffers blijven een half uur samen.
 De duivinnen kiezen niet altijd hun vaste partner en dat is geen probleem. Ze mogen gewoon hun goesting doen en van zodra een paarlustige duivin bij een doffer in de woonbak springt worden ze opgesloten. Er zijn zelden of nooit problemen met duiven die vechten.
 Bij thuiskomst van een wedstrijd zit de doffer nog altijd halfbak en de duivinnen mogen dan opnieuw in de woonbak naar keuze binnenwippen. Doffer en duivin komen niet direct bij elkaar.
 De duivin moet eerst kunnen gaan drinken en een beetje op haar positieven komen vooraleer ze bij de doffer komt. Na thuiskomst blijven doffer en duivin zo’n twee uur samen. Dan gaat de doffer naar de volière en de duivinnen worden gevoederd in de gang voor het vlieghok.

Jonge duiven

 Het spel met de jonge duiven staat bij Paul Jamar op een laag pitje. De jongen worden gefokt door kwekers en vliegers. De vroege ronde wordt verduisterd van bij het spenen tot half mei... van 17 u tot 8 u. Daarna wordt er niet meer bijgelicht. Bij het spenen blijven de geslachten samen en doffers en duivinnen worden pas gescheiden nadat ze 2 à 3 keer Soissons gevlogen hebben. Daarna worden ze op de schuifdeur gespeeld.
 Van zodra de jongen 100 dagen oud zijn wordt er gestart met opleren. Met de wagen gaat het in 4 etappes tot 50 km daarna volgt Momignies... 2x Soissons... en dan de halve fond. Bij de inkorving komen doffers en duivinnen zo’n 2 à 3 u samen.
 Het spel met de oude duiven primeert en het is de bedoeling de jonge bende goed op te leren in het vooruitzicht van hun latere carrière. De behaalde resultaten zijn niet echt belangrijk en bij de selectie zijn de handkeuring en de afstamming doorslaggevend.
 Paul Jamar : “De speelstraal gaat in de breedte van Rummen tot Leuven en dat is zo’n 30 km. De kortste wedstrijd is Momignies (120 km) en dan gaat het meteen naar Soissons (220 km). De sprongen die de jonge duiven moeten maken tijdens het opleren zijn te groot en hierdoor zijn de verliezen aanzienlijk. Vroeger ging het in zes stappen tot Soissons en dat was veel beter voor het jonge volkje.”

Veel pinda’s

 Zaterdag na thuiskomst van een wedstrijd wordt er volle bak eiwitrijke mengeling (Vanrobaeys) gevoederd. Zondag, maandag, dinsdag en woensdagmorgen wordt het dan 50 % zuivering + 50 % eiwitrijke mengeling. Op woensdagavond en donderdagmorgen wordt er overgeschakeld op 100 % eiwitrijke mengeling en elke duivin krijgt dan nog 15 à 20 pinda’s toegestoken. Donderdag is inkorvingsdag en om 15 u worden er nogmaals pinda’s en snoepzaad gevoederd. De pinda’s, die eerst in een koffiemolen gemalen worden, komen in de plaats van een vetrijke mengeling.
 Zaterdag en zondag komen er elektrolyten in het drinkwater. Op maandag gaat er looksap in het drinken. Op dinsdag gaat er Tarsin en woensdag gaat er Optimix over het voeder.
 De duiven krijgen ook dagelijks een mengeling van verse grit waar ze echt verzot op zijn. De kolonie in Rummen heeft van deze “grit mix” wel 500 kg per jaar nodig !

Medisch Herbots

 In wintertijd worden er geen medicijnen aan de duiven verstrekt. Tot na de rui gaat er wel 2 à 3 keer per week Naturaline in het drinken. Voor aanvang van het vliegseizoen gaat Paul een eerste keer naar dierenarts Raf Herbots. Toen werd er 7 dagen tegen luchtwegeninfecties behandeld met Ornimix. Aansluitend werd er ook 7 dagen behandeld tegen trichomonas. Beide behandelingen werden in de loop van het seizoen niet meer herhaald. In de loop van het seizoen gaat Paul dan om de drie weken op consultatie bij de dierenarts en zijn advies wordt blindelings gevolgd. Bij aankomst van een wedstrijd krijgen alle duiven een streepje Clinagel oogzalf toegediend. In het vooruitzicht van het seizoen 2016 werd er deze maand 7 dagen behandeld tegen paratyfus met Baytril.

KAMPIOENSCHAPPEN
1e Nat. Kampioen Grote Halve Fond jaarse
16e Nat. Asduif Grote Halve Fond Jaarlingen.
1e Kampioen Grote Halve Fond Vlaams-Brabant
1e Kampioen Grote Halve Fond jaarse Vanrobaeys
1e en 2e Kampioen Grote Halve Fond duivenbond Rummen
1e Asduif Grote Halve Fond duivenbond Rummen

Hygiëne

 Op alle vlieghokken van oude en jonge duiven werden er mesttransportbanden geïnstalleerd. De bodem van het hok bestaat uit houten roosters boven een laag vloerdekkorrel. Deze vloerdek korrel wordt zo’n 2 à 3 keer per jaar ververst. De duiven krijgen eten in een gezamenlijke voederbak. De drinkpot wordt iedere dag netjes uitgewassen door vrouw Mariette.
 Half november gaan doffers en duivinnen naar de volière. Alle hokken zijn dan leeg en dan wordt de “grote kuis” gedaan. De hokken worden met de stofzuiger onder handen genomen en gereinigd met Dettol.

Selectie

 De duivinnen die doorgehouden worden moeten de perfectie benaderen ! Ze moeten een perfecte rui doorgemaakt hebben... ze moeten goed gesloten zijn en een zachte pluim hebben. Van de 22 duivinnen bij de start bleven er aan het einde van de rit nog 18 over waaronder zeven duivinnen die nationaal uitblonken. Enkele daarvan zijn :
 * B13/2091014 “Karin” met 132e nat. Chateauroux 5884 d; 35e nat. Argenton 4498 d; 82e nat. Bourges 18825 d; 36e nat. Chateauroux 18604 d; 107e nat. Guéret 12516 d
 * B13/2091062 “Maria” met 75e nat. Chateauroux 5884 d; 19e nat. Argenton 4505 d; 10e nat. Bourges 18826 d; 16e nat. Guéret 12516 d; 1296e nat. Chateauroux 18604 d.
 * B14/2189206 “Mariette” met 25e nat. Bourges 21552 d; 87e nat. Guéret 16262 d; 388e nat. Chateauroux 25710 d.
 * B14/2189254 “Karen” met 45e nat. Guéret 16262 d; 1297e nat. Montlucon 16982 d; 767e nat. Argenton 19925 d; 22e nat. Chateauroux 18658 d.
 * B14/2189243 “Anja” met 19e nat. Bourges I 21552 d; 498e nat. Chateauroux 25710 d; 42e nat. Guéret 16262 d; 60e nat. Montlucon 16982 d; 864e nat. Argenton 19925 d; 420e nat. Chateauroux II 18658 d.
 Van de 58 jonge duiven bij aanvang zijn er 32 overgebleven. Het seizoen 2015 was moeilijk en de jongen zijn niet verder geweest dan Laon (170 km).

Het kweekhok

 Het kweekhok wordt bevolkt door 15 kweekkoppels. De drie voornaamste kweekparen zijn :
 * “951/10” (Van de Wouwer) x “106/09” (Van Eynde-Goovaerts). Zij werden de ouders van de beste vliegduif “Anja” die ook asduif werd in duivenbond “De Hoop”, Rummen en van “062/13” “Maria”.
 * B12/2187990 (uit 2 rechtstreekse Van de Wouwer) x B11/6333904 (Francis Wellens) en zij werden de ouders van “Mariette”.
 * “617/12” (Van Eynde-Goovaerts) x B10/2165985 (Van de Wouwer x oud soort Bottu).

Tuinhok met een verdieping

 Er wordt gespeeld op een tuinhok met een verdieping en dat omvat 12 m vlieg- en 12 m kweekhokken. Daarnaast zijn er ook nog 15 m volières. Het zijn droge hokken die zuidoost gericht staan.
 Op het slaaphok van de duivinnen is er geen speciale verluchting voorzien. Er zitten maar weinig duiven op het hok en Paul heeft schrik van de tocht. Op de vlieghokken van oude en jonge duiven is er een verluchting van een halve meter boven de gang voor de hokken. Bij warm weer staan er horren met dubbel muggengaas in de ramen. Het zijn prima hokken waar je de conditie kunt vasthouden van het begin tot het einde van het seizoen.

 

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.