NICOLE DE WEERD - 2e Nat. Kampioen Grote halve fond Jaarse

Liefhebber: 

Mol – Mol is een gemeente in het noordoosten van de provincie Antwerpen. Wat betreft de oppervlakte is het de tweede grootste gemeente van de provincie na de stad Antwerpen. Rond 1300 graasden er duizenden schapen op de Molse heide. De schapenwol werd tot kleding verwerkt en Mol werd een centrum voor wollen stoffen. De Molse wol werd in het water van de Nete gewassen en vandaar de spotnaam Molse "sopweikers".

Aan de Keiheuvelstraat in Mol-Wezel ontluikt een project in de duivensport dat zeker niet van succes gespeend is. Onder de naam Nicole de Weerd met verzorger Gregory Bekaert en met duiven van Dr. de Weerd Pigeons uit Breda wordt er in 2017 een nieuwe start gemaakt. 
Eerder heeft dit team op de hokken in Brasschaat al bewezen dat het uit kampioenenhout gesneden is. In 2015 hadden ze de 15e Nationale Asduif jonge duiven KBDB en in 2016 werden ze 2e Nationaal Kampioen Grote Halve Fond Jaarduiven KBDB.

Piet de Weerd

Piet de Weerd, de vader van Henk en grootvader van Nicole de Weerd, werd op 11 februari 1913 met een duif in het hart geboren. Hij was inderdaad bezeten van duiven en ontwikkelde een bijzondere selectietechniek. Hij kon meer dan een gewone sterveling en de drie vingers aan zijn linkerhand werden een speciaal zintuig waarmee de duiven gekeurd werden. Kort na Wereldoorlog II trok bij samen met Jef Oomens op de fiets naar de Vlaanders om daar de topduiven te gaan selecteren op kleine gemeenschappelijke eigenschappen en voornamelijk op de spieren. Zijn selectiecapaciteiten waren zo ontwikkeld dat hij zelfs de duiven “blind” kon selecteren. Piet groeide uit tot het icoon van de selectietechniek in de duivensport.
Piet de Weerd werd tijdens zijn leven ook een gevierd auteur en werken van zijn hand waren “Het Geheim der Kampioenen”, “Suizende Vleugels”, “Renpaarden van het Luchtruim”, “Lente Zomer Herfst en Winter op het duivenhok” en “Het ras Janssen van Arendonk”. Hij was ook kroniekschrijver bij meerdere kranten.
Een vader die zo maniakaal met duiven bezig was had inderdaad een bepalende invloed op zijn zoon Henk. Ook moeder Gerritje was gepassioneerd door duiven. Reeds heel vroeg ging Henk met vader op stap en al vrij snel was duidelijk dat hij dierenarts zou worden. Piet was meer een “duivenkweker” dan een “duivenspeler” maar in zijn carrière heeft hij wel uiterst succesvol samengespeeld met Jos Van den Broucke, Wielsbeke (W-Vl). De beroemde “Didi”-lijn van Van den Broucke-De Weerd ontstond uit jarenlange selectie, inteelt en kruising door Piet de Weerd.
In augustus 1938 werd hij benaderd door een zekere Henri Rey van de Franse ambassade die achteraf een militaire attaché bleek te zijn. De oorlog begon dreigende vormen aan te nemen en er werd Piet, die uiteraard veel duivenmelkers kende, gevraagd om een netwerk op te zetten waar ze duiven zouden onderbrengen. In die periode heeft hij dan ook veel “betrouwbare” hokken bezocht die achteraf ingeschakeld werden voor een berichtendienst. Eén keer heeft Piet met een duif in zijn binnenzak de controlediensten in Brussel-Statie weten te verschalken. In 1942 werd het hele netwerk door de Duitsers opgerold.
In 1947 stichtte Piet “Ornithopharma” die als de voorloper van “Belgica de Weerd” mag gezien worden. Als erkenning voor zijn verdiensten op gebied van duiven en duivensport werd Piet de Weerd onder meer ereburger van New Orleans en Lafayette en ontving hij het eredoctoraat van de vermaarde Cornell University in Ithaca (V.S.) voor zijn bijdrage aan het onderzoek naar het oriëntatievermogen van duiven door prof. W. Keeton. 
In 1950 ging hij voor het eerst naar Zuid-Afrika en in 1956 mocht hij de duiven keuren van Prins Bernhard.
Andere bewijzen van de degelijkheid van de selectiemethode van Piet de Weerd waren onder meer :

  • De koppeling van de “Franck” aan “Héroine” bij Georges Fabry in Luik
  • De “Didi” van Jos Van den Broucke die in 1989 1e Nationaal Asduif Grote Fond België werd, en diens nazaat “Kleine Didi”, die in 1997 voor Etienne Devos 1e Nationaal Asduif Grote Fond België werd en 1e Nationaal Dax won.
  • Het succes van Raymund Hermes ging dankzij de selectiemethode en de door Piet de Weerd aangeleverde duiven, met name de beroemde “Piet”, steeds crescendo
  • Hetzelfde verhaal vinden we ook bij Kipp und Söhne, Althornbach, afgelopen jaar nog winnaar van de 1e Int. St. Vincent.
  • De meest tot de verbeelding sprekende verwezenlijking van Piet de Weerd in de duivensport is waarschijnlijk zijn rol bij de totstandkoming van het Aardenras, dat tot op de dag van vandaag een toonaangevende rol in de internationale fondwereld speelt. 

Zonder overdrijven kunnen we Piet de Weerd bestempelen als architect van het Aardenras, door de duiven die hij bij zijn vele bezoeken aan Steenbergen voor Jan Aarden meebracht en die in kruising met duiven uit Steenbergen bijdroegen aan de successen op heel wat Nederlandse hokken zoals Ligtenberg, Van der Par, Van Agtmaal, V.d. Wegen, Cools, Vroegindeweij, Nipius en vele anderen. Piet de Weerd bezorgde Jan Aarden duiven van onder andere Oomens (Delbar-Deguffroy), Delbar (o.a. via Dusarduijn en Wagemaker), Stichelbaut, Meesters en burgemeester Boels die aan de basis stonden van de Aardenduiven. De absolute stamduivin van Jan Aarden, de “Oomens Duivin”, werd daarom ook vaak betiteld als de “Piet de Weerd Duivin”.

Zo vader zo zoon

Aan de zijde van zijn vader rolde Henk reeds heel jong in de duivensport. In 1976 is Henk met een eigen hok begonnen op het kweekhok van vader aan de Baronielaan. Zo’n 18 jaar geleden werden de hokken opgetrokken aan de Rijsbergseweg onder de naam van Jan van Wanrooij. Er werd behoorlijk gepresteerd met als uitschieters de 2e Nat. Asduif eendaagse fond, 1e NPO Poitiers, 1e NPO Orleans, 1e NPO Chateauroux, 3e Nat. Asduif Midfond, 6e en 9e Gouden Crack. Daar wordt nu nog steeds succesvol met duiven gespeeld. 
Henk studeerde af in 1972 en is in 1973 als dierenarts begonnen in de “Oude Kliniek”. Met de jaren werden de gebouwen te klein en er waren steeds problemen om een parkeerplaats te vinden. Er werd een “nieuwe kliniek” gebouwd aan de Van de Reijtstraat in Breda en ook “Belgica de Weerd” kreeg er onderdak. Momenteel werken er 35 à 40 werknemers en de zaak neemt nog steeds uitbreiding. Er wordt samengewerkt met 2 dierenklinieken in Peking en een 3e is op komst. Verder zijn er nog dependances in Ransdaal (Nederlands Limburg) en Colchester (nabij Londen)
Er werd aanvankelijk gestart met de behandeling en verzorging van honden, katten en duiven maar de laatste 30 jaar werden het uitsluitend duiven. Overdrijven we wanneer we zeggen dat Henk de Weerd de meest ervaren duivendierenarts ter wereld is die de hele week te doen heeft met zieke duiven van over heel de wereld ?
Als duivendierenarts heeft Henk de Weerd 2.000.000 km gereden, altijd met de microscoop in de wagen voor onderzoeken ter plekke. Nu heeft hij daarvoor geen tijd meer maar iedereen komt nu naar de kliniek. Bijna alle grote namen in Europa zijn klant en het zijn allemaal vrienden geworden.
Henk is altijd een pionier geweest op het gebied van de medische begeleiding van postduiven. Recentelijk werd er nog een nieuw product ontwikkeld voor de stabilisering van de darmflora. “Para Control Boost” dat een zeer belangrijke bijdrage voor een gezonde darmflora levert.
Nicole de Weerd treedt met succes in de voetsporen van haar vader. Zij studeerde 5 jaar in Londen en werd bachelor International Business and Finance en master International Management. Zij is een drietal jaren geleden de gelederen van Belgica de Weerd komen versterken.

Dr Henk en Nicole de WeerdStamopbouw

De duiven op de hokken van Nicole de Weerd komen allemaal van Dr. de Weerd Pigeons in Breda. Het kweekhok in Breda wordt onder meer bevolkt met 15 nationale en NPO-winnaars en duiven van verscheidene Nederlandse en Belgische tophokken zoals Gaby Vandenabeele, Leo Heremans, Stefaan Lambrechts, Gaston Van de Wouwer en Peter van de Merwe. Voor de vuist weg citeren we enkele van deze toppers.

  • “Miss La Souterraine” of de 1e Nat. La Souterraine van Stefan Steenbergen en zij ontpopte zich tot een uitstekende kweekduivin die o.a. grootmoeder werd van 1e NPO Orleans en 1e NPO Poitiers
  • “Bourges Star” of 4e Nat. Bourges van Kris Cleirbaut is eveneens een duif die het maakte in de kweekvolière. Hij werd o.a. vader van “Miss La Jolie”, 3e Nat. Asduif Midfond NPO 2009
  • “Bourges Raket” of 4e Nat. Bourges van Gaston Van de Wouwer. “Bourges Raket” is een schitterende duif en vader van een autowinnaar en grootvader van een andere autowinnaar op de Million Dollar Race in Zuid-Afrika. Bovendien is hij grootvader van de actuele topduivin van het hok van Jan van Wanrooij, “Gouden Crackske”, en van de “15/783” van Nicole.
  • Twee zonen van de “Bliksem” van Gaby Vandenabeele, Dentergem... en beide fantastische kwekers.
  • “Miss Guéret” of 1e Nat. Guéret (R. Vervaeke) die gekoppeld aan “Bourges Raket” moeder en grootmoeder werd van 2 autowinnaars.
  • De fameuze “Rocketlijn” ! De “Rocket” (1e Nat. Asduif WHZB) werd op de totale verkoop van Rinus van Gastel, aangekocht door Mike Ganus en hij werd de grondlegger van de fantastische “Rocketlijn”. De “Dragon Rocket” is een zoon van de “Rocket” en werd bij Embregts-Theunis, Hoeven een superkweker, vooraleer getransfereerd te worden naar de kweekhokken van Dr. de Weerd Pigeons, waar hij grootvader en overgrootvader werd van verschillende 1e prijswinnaars en teletekstduiven.
  • Een zoon van het “New Dreampair” van Leo Heremans, die al vader werd van de “15/739” van Nicole de Weerd.
  • Een koppel rechtstreekse Stefaan Lambrechts-duiven van 2013 waaruit al de 15e Nat. Asduif jonge duiven 2015 gekweekt werd.

En dan het apart fondsoort

Hier prevaleert nog altijd het oude soort van Piet de Weerd op de hokken in Breda, ofwel overwegend duiven van Jan Aarden, bij de totstandkoming van wiens ras Piet zo’n grote rol speelde. Van groot belang in de opbouw van de huidige fondstam was de uiterst zware Barcelona van 1987, internationaal gewonnen door Chrétien Vanoppen, toen slechts een handvol duiven de dag na de lossing thuis wisten te geraken. Piet en Henk kochten de 1e, 5e, 6e, 7e en 8e nationaal. De 6e en 8e nationaal waren twee nestbroers (“24 en “25”), die samen met de “Oude Kruk”, hun vader, werden aangekocht bij Gerard v.d. Kruk. De “Oude Kruk” drukt tot op heden zijn stempel op de fondkolonie van Dr. de Weerd Pigeons. Met name gekoppeld aan “Natascha” zorgde hij voor een uitstekend nageslacht. Piet zegde van de “Oude Kruk”, die een klein doffertje was, dat die zo goed was als het “Oud Doffertje” van V.d. Wegen.
In deze context had vader Piet zijn zoon Henk ingepeperd dat hij bang moest zijn van “mooie” duiven. De meeste melkers laten zich leiden door de schoonheid van een duif en dat is niet altijd waar.
Ander axioma is : “Alle melkers die de duiven vrij laten paren geven zichzelf een brevet van onvermogen. Nergens in de selectie van prestatiedieren wordt er vrij gepaard... alleen bij duiven kan dat. De hengstmethode is een belangrijke en zinvolle methode.”
Barcelona vormt ook bij de verdere stamvorming een absoluut ijkpunt. 
Een tweede pijler voor de vorming van de fondstam was de aankoop van “Sherpa Tensing”, 1e Nat. Barcelona 1986, die vader werd van de “Buffel”, een absolute topkweker, vooral gekoppeld aan “Dicky”. Ook de 1e Nat. Barcelona 1994, “Samurai”, heeft zijn sporen in Breda nagelaten. Hij vormde een topkoppel met “Snoopy”.
De basis werd dus gebouwd met prestatieduiven die het harde labeur niet schuwden en nadien aangevuld met top-prestatieduiven als “Olympic Marathon Queen” en “Ace Buffel” die weer teruggingen naar de oude stam van Piet.
De waarde van de fondstam van De Weerd blijkt ook nu nog altijd door de immer uitdijende lijst van referenties. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Lothar Lessmeister (1e Int. Barcelona 2016), H. Kipp & Zn (1e Int. St. Vincent 2016), Cor de Heijde (1e Nat. St. Vincent 2015), Rutz & Znn (1e Nat. Barcelona 2008), Frans Bungeneers (1e Nat. Barcelona 2005), Geert De Coninck (1e Int. Asduif Barcelona 2013-2015), etc.

De dierenkliniek in BredaNaar België

Er werd gekozen voor België omdat Henk ook daar de kwaliteit van de duiven van het Dr. de Weerd Pigeons kweekcentrum wilde uittesten.
In 2014 werd dan eerst uitgeweken naar Brasschaat waar zowel Nicole de Weerd als Gregory Bekaert woonden. Gregory woonde achter de hoek en de hokken stonden leeg. Onder impuls van Henk en Nicole kwam er een samenwerking tot stand. Henk levert de duiven... er wordt onder de naam van Nicole gespeeld... en Gregory soigneert de duiven. In 2015 werd er alleen met jonge duiven gespeeld die knap presteerden. Zoals hoger gezegd waren de resultaten in 2016 meer dan behoorlijk zowel bij de jaarlingen als de jonge duiven.
In september 2016 verhuisde Gregory naar Mol en de hokken verhuisden mee. Er werd bovendien een nieuw kweekhok ingericht in een bestaande schuur. In 2017 wordt er van start gegaan met 110 jonge duiven.
Nicole was vroeger heel gedreven begaan met de duiven... de hokken stonden amper op een steenworp van haar woonst. Nu is het iets moeilijker met de hokken in Mol maar in de weekends zal ze zeker van de partij zijn. Een paar keer per week is er nu telefonisch contact met Gregory.

Een handvol weduwnaars

In Brasschaat werd er in 2016 gestart met een ploeg van 11 weduwnaars. Zij vlogen hun laatste wedstrijd uit Chateauroux (2015) in september. Daarna bleven ze gescheiden en konden op het hok van de jonge duiven rustig uitruien.
De eerste koppeling vond plaats het eerste weekend van maart en er werd toen 10 dagen gebroed. Tijdens het broeden werden de weduwnaars opgeleerd. Ze vlogen hun eerste snelheidsvluchtje op eieren en bij thuiskomst was het nestje opgeruimd. Via 2x Quiévrain, 2x Noyon en 3x halve fond werden ze verder gespeeld tot en met de grote halve fond (5 vluchten).
Omdat Gregory nog een drukke job heeft trainen de weduwnaars alleen maar van 17 tot 18 u. Af en toe werden de weduwnaars meegenomen wanneer de jongen opgeleerd werden en gelost op zo’n 45 km.
Bij het inkorven kwamen doffers en duivinnen 1 u samen en ze mochten echt hun goesting doen. Om de motivatie wat aan te zwengelen kwamen er kartonnen dozen op het hok en soms werd er ook al eens een extra-woonbak opengezet. Dat extra-motivatie ook kan tegenvallen overkwam ook Gregory. De weduwnaars kregen een jong onder gestoken maar iets te vroeg... en dat werd een ferme tegenvaller. Samengevat kunnen we zeggen dat hier het klassiek weduwschap gespeeld wordt en dat de weduwnaars zo rustig mogelijk de dag doorkomen.
Eerder in zijn carrière (2011-2013) heeft Gregory nog samengespeeld met de tandem Vermeerbergen-Wilms en naar eigen zeggen heeft hij er heel veel bijgeleerd. Nu is het de bedoeling met degelijke duiven van De Weerd de lat behoorlijk hoog te leggen. De knappe resultaten van 2016 had hij nog helemaal niet verwacht en dat opent perspectieven voor de toekomst.

Het seizoen 2016
Quiévrain, 651 jl : 15, 16, 20, 37, 79, 136 (6/10)
Noyon, 357 jl : 5, 6, 12, 13, 19, 103, 115 (7/10)
Noyon, 213 jl : 1, 16, 17, 69, 70 (5/7)
Souppes, 946 jl : 4, 7, 8, 60, 72, 109, 226, 287 (8/10)
Souppes, 329 jl : 6, 14, 15, 49, 82, 105 (6/9)
Souppes, 848 jo : 10, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 36, 46, 59, 69, 73, 99, 111 enz..(25/39)
Souppes, 732 jo : 2, 3, 7, 8, 13, 15, 21, 24, 26, 46, 47, 81, 99, 99, 110, 127 enz. (24/30)
Chateauroux, 651 jl : 4, 8, 61, 149, 197 (5/6)
Argenton, 346 jl : 1, 10, 11, 28, 37, 69, 79 (7/9)
1e kampioen kleine fond jaarse Kempische Fondclub
1e kampioen kleine fond jaarse fond Stabroek
1e kampioen kleine fond jonge fond Stabroek
2e kampioen Top tien jonge Grensverbond (halve fond)
1e Asduif jonge Grensverbond (hafo) 
2e Nationaal Kampioen Grote Halve Fond Jaarduiven KBDB
2e reserve Olympiade Oostende categorie C (Fond)
3e Asduif kleine fond jaarse Union Antwerpen 
7e Piparanking Chateauroux 2 prijzen 2016 (oude en jaarse samen) 
8e Piparanking Argenton 3 prijzen 2015/2016 (oude en jaarse samen)

110 jonge duiven

Er werd gestart met een ploeg van 110 jonge duiven die begin februari aangeleverd werden door Dr. de Weerd Pigeons uit Breda. De jongen werden verduisterd van bij het spenen tot begin mei. Daarna werd er bijgelicht van begin juli tot einde seizoen. Dit had beter gekund om zo de duiven langer in de pluimen te houden. Vanaf begin maart tot einde april bleven de jongen van ‘s morgens 6.45 u tot ‘s avonds 17 u gewoon buiten. Dat kon probleemloos omdat er daar weinig problemen waren met roofvogels.
Wanneer de jongen goed wegtrokken werd er gestart met opleren. Het werd 3 x 5 kmm 3x 10 km, 2x 20 km, 4x 45 km en daarna ging het naar Quiévrain. Daarna werd de jonge bende tweemaal per week gelost op 45 km tot einde seizoen. Vooral dit laatste was helemaal geen sinecure want het betekende om 4 u opstaan, om 5 u vertrekken en om 6 u lossen, want Gregory moest om 8 u op zijn werk zijn. Gelukkig maar dat zijn vriendin Naime even zot is van duiven als hijzelf.
De jongen werden met de schuifdeur gespeeld en in het begin zaten ze op schapjes. Nadien kwamen er kartonnen dozen op het hok en bij de inkorving voor de laatste twee vluchten kwam er ook stro aan te pas. Bij de inkorving kwamen de jongen 1 u samen. Bij aankomst van een wedstrijd was de periode van samenzijn afhankelijk van de geleverde prestatie en de moeilijkheidsgraad van de wedstrijd.

Medische begeleiding

Wanneer de duiven op eieren zitten wordt er 5 dagen behandeld met BS en dit tegen trichomonas, hexamitiasis en voor een verbetering van de spijsvertering. Met jongen in de netschotel wordt er 1 week Belgasol gegeven.
Wanneer de jongen 5 à 6 weken oud zijn wordt er ingeënt tegen paramyxo en wanneer ze 10 weken oud zijn wordt er gevaccineerd tegen de pokken. Zo’n 1 à 2 maand na de eerste inenting wordt er nogmaals ingeënt tegen paramyxo. Eventueel coli en natte ogen worden behandeld. Wanneer de jongen wat minder vlot gaan trainen dan is er iets mis met de luchtwegen en wordt er behandeld met Orni-Special of Belga Tai. De oude duiven worden op dezelfde manier behandeld als de jonge duiven.
Bij aankomst van iedere wedstrijd gaat er Belgasol in het drinken alsook de dag van de inkorving wanneer het heel warm is. Ook wordt er “Vitaboli” (vit. B-complex) verstrekt. Om de paar weken gaat er BS in het drinkwater of krijgen de duiven een Belgamagix opgestoken.

Altijd look in het drinken

Zaterdag bij thuiskomst van een wedstrijd wordt er volle bak sportmengeling gevoederd en is er Belgasol en BS in het drinkwater. Een snelle recuperatie is zeer belangrijk. Op zondagmorgen wordt nog een soeplepel sportmengeling gevoederd en zoals altijd is er look in het drinken.
Op zondagavond, maandag en dinsdag staat er dieetmengeling op het menu. Op woensdagmorgen krijgen de duiven een soeplepel sportmengeling en ‘s avonds volle bak sport. Donderdag is het inkorvingsdag en dan wordt het volle bak sportmengeling. Op woensdag en donderdag worden er veel pinda’s en snoep gevoederd en gaat er ook Belgasol in het drinken. Bij thuiskomst van een wedvlucht kleine fond gaat er olie met proteïnen op het voeder om recuperatie te versnellen.

Uitbreiding in het verschiet

Er wordt voorlopig gespeeld met de jonge duiven op een hok van 7 m en het hok van de weduwnaars is amper 1,9 m lang. Er komt nog een hok bij van een vriend die stopt met duiven.
Er is een verluchtingsstrook van 40 cm in het plafond voor en boven de duiven. De eerste 20 cm wordt met een plaat afgedekt om tocht te vermijden op het hok. Er is een volière voor het hok waarin de duiven een gedeelte van de dag doorbrengen.
De hokken van de oude duiven worden pas een eerste keer gereinigd na de eerste Quiévrain. Daarna worden ze tweemaal daags gekrabd. De jonge duiven werden gespeend op stro en deze hokken worden niet gereinigd tot wanneer er gestart wordt met opleren. De drinkpotten worden niet gereinigd maar gewoon bijgevuld met lookwater. Het is de bedoeling om zowel bij oud als jong de natuurlijke weerstand wat aan te zwengelen. Oude en jonge duiven krijgen na een wedstrijd allemaal een lauw bad.

Een karakteroog

Er werd in 2016 gestart met 110 jonge duiven en aan het einde van de rit bleven er nog een 30-tal over. Nadat de jongen gespeend waren gebeurde de eerste selectie in de hand. Het strakke programma zorgde verder voor het uitdunnen van de gelederen.
Gregory : “Ik hou van een duif met een karakteroog... zo eentje dat dwars door je heen kijkt. Verder hou ik van een gespierde duif. De vleugel moet evenredig zijn met lichaam maar met een voorkeur voor een korte achtervleugel. Verder mag een duif goed gesloten zijn achteraan en een stevig borstbeen hebben.”

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.