LUC & HILDE SIOEN - Duivensport met een Michelinster

Liefhebber: 

Moorslede – Liefde voor de (buitengewoon) goede duif. Het is het uitgangspunt in de duivensport van Luc en Hilde Sioen. Daar hebben zij wel iets voor over. Niet met de massa. Ook niet met een gunstige ligging. Wel met de beste duiven die te vinden zijn. 

Er is een tijd geweest dat Luc een mand vol internationale winnaars en gereputeerde asduiven kocht. Er waren goede bij. Hele goede zelfs. Maar in 2011 deed hij het anders. In de volle zomer werd een mand jonge duiven gehaald bij ons aller Jan en Rik Hermans en Miel Van den Branden. In deze mand kinderen uit de Propere en jonge duiven uit kinderen van de Propere. Wie de uitslagen van Rik een beetje volgt weet wat dit betekent. En wat deed Luc Sioen nog meer in 2011 ? Hij deed iets waar 30, 20 of zelfs 15 jaar geleden niemand aan dacht in de Vlaanders. Luc bestelde 10 jonge duiven in Nederland. West-Vlamingen zijn harde werkers maar van Hollandse duiven hebben zij nooit iets moeten hebben. Maar ot of the box-denken is Luc niet vreemd. Op voorspraak van Jan Hermans werden 10 jonge besteld bij Willem de Bruijn, Reeuwijk. Toen de 10 jonge duiven rijp waren rinkelde de telefoon. Kom maar af, zei Willem met zijn gebruikelijke enthousiasme. De ontvangst in Reeuwijk was allerhartelijkst en de verrassing compleet. In plaats van 10 jonge duiven had Willem 2 volle manden klaar staan met jonge duiven uit alle beste koppels. Tien jonge duiven werden netjes afgerekend. De andere gaf Willem bovenop. Dat is mijn garantie want ik wil absoluut dat je goede van me hebt, zei Willem. Intussen zijn we 6 jaar verder. De kruitdampen geven hun geheimen prijs. Eén zaak is zeker. Die paar manden jonge duiven van Jan, Rik, Miel en Willem werden twee kanonschoten in de roos.

1e Nat Poitiers ’13 13.135 d.
1e Nat Poitiers ’14
snelste van
14.109 d.
26.486 d.
1e Nat La Souterraine ’15
snelste van
9.760 d.
12.308 d.
10x 1e Nat Zone A in 2015-2016-2017

Niet slimmer willen zijn dan de duiven

De winter 2011-2012 was dus de eerste koppeling van de nieuwe Hermans en De Bruijn-duiven. Heel veel geduld hadden Luc en Hilde er toch niet mee. De nieuwe kwekers zaten op twee hokken. In november werd alles samen gelaten.
Luc: “Dat was simpel. We kozen voor de zuiverste vorm van vrij koppelen. Sommige duiven waren nog heel jong en stonden op oude pennen maar alle duiven mochten hun goesting doen. Om te nauwe inteelt uit te sluiten werd vermeden dat broers of zusters op hetzelfde hok zaten. Dan konden ze ook niet samen lopen. Toen alle koppels gelegd hadden werden de eieren afgenomen en onder voedsterkoppels gelegd. De koppels mochten opnieuw beginnen. De ideale manier om 4 jonge uit een koppel te halen. Het leeftijdsverschil is amper twee weken.” 
“We hadden geluk. Het was er direct op. De jonge duiven presteerden uitstekend. Er zat muziek in. Eén goed koppel was al een succes geweest maar we ontdekten er vier of vijf. Een jaar later hadden we drie duivinnen te kort. Ik nam contact op met Willem met de vraag of we drie duivinnetjes konden kopen. Dat was geen probleem. Het werden drie prachtige duivinnen waaronder de latere moeder van “Willemina” 1 nat. Poitiers 2014- 14.109 jaarse (snelste 26.486 d.).
Toen ik mijn portefeuille boven haalde schudde Willem nee. Dat is voor je verjaardag zei hij. Maar ik was helemaal niet jarig. Om maar te zeggen: we waren echt wel op het juiste adres bij Jan, Rik, Miel en Willem. Dat zullen we nooit vergeten. In 2013 kon ik niet aanwezig zijn op de jaarlijkse jonge duivenverkoop van Willem. Ik wilde wel iets bemachtigen en ging de duiven thuis bekijken. Die waren te jong om te koppelen. Ik vroeg of ik een oudere doffer kon kopen. Dat kan zei Willem. Hij wees naar een deur: “Ga door die deur en kies u een doffer.” 
Alle goede duiven van Willem zaten op dat hok . Uiteindelijk koos ik “Blue Ray”, een stervlieger van 2007 en een schoonheid die gemakkelijk de eerste kon winnen op een tentoonstelling.”

De schoolbus reed voorbij

De successen van Luc en Hilde zijn genoegzaam bekend. Het staat haarfijn beschreven in de prachtige serie van Michel Bommerez (De Duif oktober 2015). Eén zaak is zeker: het is een duivencarrière met veel omzwervingen.

Luc: “Als jonge gast (°1966) was ik door de microbe gebeten. Vader Gerard speelde sterk en ik volgde hem als zijn schaduw. Maar ik had wel mijn eigen gedacht... en mijn eigen hok. Dat wekte sympathie. Mijn eerste goede duifke heb ik gekregen. Het maakte van mij een zielsgelukkige jonge melker. Ik was elf jaar en won twee weken op rij de eerste tegen alle bekende namen, dat gevoel kan je met niets vergelijken. En het werd nog erger... Een duuve van Pol Bostijn liep binnen... vader zei dat het goed soort was en Pol kwam het halen. En passant nodigde hij me uit om eens langs te komen. Dat moest hij natuurlijk geen twee keer vragen. Ik werd door Pol en Julia allerhartelijkst ontvangen. Pol was een speciale, hij had veel in het vlas in Frankrijk gewerkt en was opgegroeid tussen de beesten, misschien daarom dat hij met duiven kon spelen als geen ander. In zijn glorietijd was Pol keihard en realiseerde superieure uitslagen. Hij is auteur van de mooiste Pau-uitslag aller tijden... het was de editie 1950, Pol had zes duiven ingezet, de vijf beste weduwnaars en een nieuweling om de stiel te leren. De uitslag was er recht op, 1, 2, 3, 4 nat. gevolgd door 34 nat. (de “Zieke” die als eerst getekende werd ingezet maar bloedend verwond door een schot hagel terugkwam) en 110 nat. (de nieuweling die de stiel snel leerde). Een carrière vol met onvergetelijke duiven met klinkende namen als “Pasport”, “Benoni”, “Slappen”, “To Be” en “Chico”... “Chico” was van 1974, die heb ik nog dikwijls mee ingekorfd. Op den duur zat ik iedere dag bij Pol. De schoolbus stopte op een paar honderd meter van huis, soms reed de bus voorbij maar ik zat er niet op.” 
“Lessen uit je jeugd vergeet je nooit. Mijn jeugd was echt wel in de streek van “Bachten de Kupe”. Ik zat op een boerenschooltje. De boerenjongens slurpten de lijnen snot gewoon naar binnen maar waren nooit ziek. Die met hun mutsen en sjaals altijd. Zoveel jaren na datum zette dit mij wel aan het denken... vandaar dat een bikkelharde selectie op natuurlijke gezondheid bij onze jonge duiven primeert. 
Pol Bostijn was ook zo’n harde. Ik mocht mee naar mannen als Raymond Cobut en andere groten. Pol zei nooit veel en stond meestal een sigaretje te draaien tegen een muur. Hij bekeek de duiven en zei dan opeens ‘die daar wil ik nog kopen’. Vaak sloeg de eigenaar dan een beetje wit uit... Pol haalde er bijna altijd de beste uit op zicht. Aan de vooravond van Pau (1985) is hij gestorven, maar de ster van de grote Pol Bostijn was al lang vergaan, de commercie had het overgenomen... Kweken voor de verkoop en geen duif meer dood doen, de laatste jaren bij Pol waren vooral een bewijs hoe het niet moest. Hij had nog éne goeie, de “Lourdes” was voor mij het bewijs dat een superduif het allerbelangrijkste is.”

RESULTS 2017

Zeven vette jaren

Het brengt ons naadloos bij de superuitslagen van de laatste jaren.
Die komen voor een flink deel op het conto van de duivinnenploeg (30 stuks) van Hilde. Iedereen is het er roerend over eens, Hilde is een duivenmelkster pur sang. De linker- en rechterhand van Luc op het duivenhok (en ver daarbuiten).

Hilde: “Rond de eeuwwisseling heb ik al enkele jaren met de duifjes gespeeld. Dat ging vlot met als hoogtepunten 1e nat. La Souterraine 2001 met “Indira” (snelste van 21.596 duiven) en 1e nat. La Souterraine 1999 met “Miss La Souterraine”. Ik was een blije melker maar de biologische klok was sterker, en toen de kinderen geboren waren (2000 en 2007) bleef er onvoldoende tijd voor de duiven. 
In 2011 was het opnieuw zo ver. We hebben een duidelijke taakverdeling, de vliegduivinnen en de jonge duiven van de eerste ronde zijn mijn terrein (+ 1 hokje kwekers). Luc is de patron op het weduwnaarshok. Hij bestiert ook de jonge van de tweede ronde en twee hokjes kwekers. Dat is klaar en duidelijk. Mijn duiven zien mij graag en dat is wederzijds. Ik ben een stipte melker, maar er is meer dan duiven, wij praten zeker niet heel de dag over duiven. Luc is ook een man van de koers, dan vergeet hij zijn duiven. Op Tulle zaten drie duiven binnen op het hok, de aard van het beestje zeker... Luc is ook harder, als hij niet thuis is verzorg ik zijn duiven. Op een dag viel mijn oog op de nestbak van zijn beste vlieger, die was gesloten, toen ik vroeg hoe dat zat antwoordde hij ‘achtergebleven vorig weekend’. Hij had er geen woord over gesproken... Vroeger zou hij daar ziek van geweest zijn maar nu telt de orde van de dag.”

Luc: “We mogen niet klagen. Het zijn de uitschieters die blijven hangen. 1e nat. Poitiers 13.135 jaarlingen met “Nomi” (2013), 1e nat. Poitiers 14.109 jaarse en snelste 26.486 d. met “Willemina” (2014), 1e nat. La Souterraine 9760 jonge en snelste 12.308 d. met “Nairo” (2015) waren de exponenten van veel duivenplezier. Maar ik blijf zeggen, waar wij wonen blijft het moeilijk. Bij westenwind zijn we compleet kansloos. Een duif die in onze eigen regio de pure kop pakt wint op kansloze dagen nationaal misschien de 2000e prijs. Dat is sportief compleet waardeloos. Het zonespel vangt iets op maar natuurlijk niet alles.”

Terug naar de natuur

Hilde: “Opstaan doen we, tijdens de week, enkel voor de kinderen. Eigenlijk wordt - zowel binnen als buiten het seizoen - zelden voor 9u een deur van ’t duivenhok geopend. Dan volgen enkele duivenuurtjes. Vanaf januari laat ik mijn duivinnen één keer per week los. Sommige leggen in december een koppel eitjes, gekoppeld met een goede weduwnaar bij Luc. Die eieren worden per hoge uitzondering verlegd.”

Luc: “We hebben het minder en minder voor papieren duiven. En als je het mij vraagt is het beste van een kweker er ook af als hij zes of zeven jaar is. Ook bij kwekers is de natuurlijke cyclus belangrijk. Eieren leggen, broeden, 2 jonge duiven groot brengen. Net als vroeger. Dat doen we ook met onze nationale winnaars.”

Hilde : “Mijn vliegduivinnen worden half maart gekoppeld. De oude kweken 1 jong maar jaarlingen brengen 2 jongen groot om te zien of ze het aankunnen. Als de jongen in de pluimkes zitten gaat er één van het hok samen met de papa. De eerste vluchten zijn op nest. Dat gaat vlot,  in 2017 hebben we twee keer opgeleerd, 10 km en 30 km. Luc bracht ze weg en ik lette op of ze goed naar huis kwamen. Dat viel mee dus waren ze klaar voor hun eerste wedstrijd (177 km). 
Na het spenen van de jongen hebben de duivinnen een dipje, dat zie je ook aan de uitslag, maar ze vergeten ook snel. Weduwduivinnen kunnen heel hevig zijn. Maar liefst niet te hevig. Ik heb altijd schrik van lesbische koppeltjes... dat komt niet goed, dan moet één duif van het hok. Maar met sommigen heb je nooit last. 
“Margaux” is mijn lievelingsduifje, ze vloog vijf jaar zonder verzwakken. Iedere keer als ik op het hok kwam was ze superblij. Ik moest dan altijd voorzichtig zijn. Nu ze op het kweekhok zit kunnen we flodderen...”

Luc: “Dat is zeker belangrijk. Je kan een goede duif kopen. Zo’n duif was tot en met gemotiveerd om vroeg naar huis te kopen. Je moet je dat eens inbeelden. Als beloning wordt zo’n duif verkocht en in een totaal vreemd hok opgesloten. Geef toe, het is toch hetzelfde niet meer.”
Luc: “Wij zijn fans van probiotica (productlijn van Dr. Brockamp) en tegenstanders van antibiotica. Geen ouderwets gekuur maar wel iedere week gele druppels. Volgens mij het perfecte antisepticum. Al zes jaar doen we niks tegen tricho. Ziek zullen onze duiven niet zijn want de uitslagen zijn goed. Alle duivenmelkers praten altijd over problemen met de koppen. Onze duivinnen kregen de laatste vijf jaar helemaal geen kuren voor de kop: wel iedere maandag sliepzand in de bek. Soms komen slijmen tevoorschijn die dan met een wattenstaafje worden gevangen. Bij de duivers geldt dezelfde betrachting maar de realiteit is meestal anders. In de aanloop van het fondseizoen is een eenmalige ingreep tegen kopziektes vaak noodzakelijk. Het kille gemetste hok is daarbij zonder meer de boosdoener. Een goed hok is vaak de enige garantie op stabiele conditie van een zomer lang.”

Hilde: “Natuurlijke gezondheid heb je wel degelijk in de hand. Zwakkelingen worden altijd verwijderd. In 2015 hadden we veel uitvallers. Jonge duiven die mankeren krijgen een knijpring,  is het na vijf dagen niet beter worden ze onverbiddelijk opgeruimd. Zonder naar de stamkaart te kijken. Op die manier zitten geen zwakken tussen de oude duiven. Mijn jonge duivers en duivinnen zitten in het begin samen. Als ze geleerd zijn worden ze gescheiden. Maar het blijft moeilijk om de echte sportieve waarde van een jonge duif te beoordelen.”

Luc: “Jonge duiven die te vaak te laat komen zullen geen goede worden. Maar als oude beginnen ze van nul. Een jonge duif kan vroeg vliegen door een toeval dat er later niet meer is, baas op een plankje, een nieuw lief. Allemaal dingen die een jonge duif boven zichzelf doen uitstijgen. Het is helemaal niet erg als een jonge eens moet skarten (tot het uiterste gaan), met zulke kan je later een oorlog winnen. Mijn hart klopt voor de fond. Limoges en verder. Dat is mijn grootste uitdaging. Tot 600 km primeert slimheid en explosiviteit. Nu wil ik uittesten of de motor van onze duiven groot genoeg is als de kilometers klimmen.”

Podiumplaatsen zone/provinciaal 2015-2016-2017

Vervlogen tijden

Luc: “Pau, Barcelona en Perpignan zijn voor mij afgesloten hoofdstukken. Lang geleden was het mijn ziel en zaligheid. De allerbesten op ons hok waren “Brecht”, zonder meer de beste zware fondvlieger van België in 1992 en uiteraard “Rikky”. “Brecht” vloog zich in de schijnwerpers met 25 nat. Barcelona, 29 nat. Perpignan (speler Remi Hoebrechts) en “Rikky” 1e internat. Barcelona’93, 33.196 d. (speler Jan Theelen). Uit dit koppel kwam “Rik” (19 nat Barcelona + vader stamduif “Orhan 66”). “Orhan 66” (uit “Rik” x dochter “Orhan” Gebr Brugemann) is vader van “Il Grillo” 1e internat. Sint Vincent 5396 jaarlingen in 2006 met 2 uur vooruit. 
Een dochter van “Orhan 66” (gekoppeld met zijn eigen zuster) verhuisde naar Cor de Heijde. Gekoppeld met zoon “Perpignan” De Heijde werd de “Sioenduivin” moeder van “Naomi”. Een wonderfee in Made met 1 internat. asduif Barcelona 2013-2014 (6 int. Barcelona 20.669 d. en 72 internat. Barcelona 25.294 d. ).
Een gelijklopend verhaal is het “Sioentje” bij Bungeneers. Zij is moeder van “Queen Tonny” 1 nat. Barcelona 2005 (13.066 d). Ook in andere Bungeneerstoppers is “Sioentje” verweven.. “Elena” met 2, 64, 78 nat. Barcelona + 1 internat. asduif 3 jaar Barcelona in 2017 komt uit broer x dochter “Queen Tonny”. 
En last but not least liggen de schijnwerpers op “Cow Girl” van Jan en Rik Hermans (1e Olympiadeduif Poznan 2011 en enkele maanden later 1e nat. Bourges 24.676 oude). De vader van “Cow Girl” komt uit “Mister Mistery” Sioen (uit “Crayonné” kleinzoon “Brecht x “Fieneke” Flor Vervoort). 

Luc: “Het is mooi natuurlijk als duiven willen presteren. Zelf spelen we in 2017 een goed seizoen. De evaluatie is gebaseerd op pure kopprijzen. Liever prijzen per duizendtal dan per 100-tal. Aan geldspel, asduiven of kampioenschappen wordt verder geen aandacht besteed.”

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.