JOS CLEEREN - PRIMUS INTER PARES 2012

Liefhebber: 

Met vier zijn ze nu, de Barcelonaspecialisten die de titel van Primus inter Pares twee keer in de wacht sleepten. Eerst waren er Roger Florizoone (Nieuwpoort) en Maurice Borgers (Schulen, Herk-de-Stad) en nu in meer recente jaren Schreurs-Hauben (As) en Jos Cleeren (Zepperen). Voor wie van een andere planeet komt: de titel van Primus inter Pares wordt uitgereikt door de Brugse Barcelona Club aan de duif die over vijf aaneensluitende jaren de beste prestaties neerzet vanuit Barcelona. Een nuance: je moet lid zijn van de BBC, maar geen ernstig Barcelonaspeler in Vlaanderen die nalaat die paar euro's te betalen.

Carlens

Bij het lezen van de titel zal meer dan één lezer meteen aan Jef Carlens gedacht hebben. Die zette immers het bescheiden Zepperen voor eeuwig op de wereldkaart, toch die van de duivenmelkers.
 "Weet je dat Carlens al dertig jaar dood is?" begint Jos Cleeren het gesprek. En de toon is meteen gezet: in dit gesprek zal de geest van Carlens nooit ver weg zijn... En inderdaad, om de twee zinnen valt de naam Carlens als was Jos Cleeren een dwepende tiener met een ongebreidelde verering voor zijn idool... Maar Jos Cleeren is geen dweper, is geen dromer.
Maar dat hij een grenzeloos respect heeft voor wijlen Jef Carlens, ja daar kun je toch niet omheen.
Maar we zouden het hebben over de Primus inter Pares...

Primus inter Pares

Het is aan niet veel duiven gegeven om vijf jaar na elkaar thuis te komen uit Barcelona, laat staan vijf jaar na elkaar prijs te vliegen uit Barcelona, laat staan vijf keer een kopprijs te pakken.... Terecht mag je een duif die dat wel doet, de "eerste onder zijn gelijken" noemen. We denken dat het reporter Gerry is die de Latijnse eretitel invoerde. Een Latijnse titel die wel eens niet goed begrepen wordt, bv. als melkers spreken over hun "Interpares" wat zoveel betekent als hun "Ondergelijken". Je kunt net zo goed spreken over "van de zalm" als je eigenlijk het "neusje" bedoelt. Het is natuurlijk een hele mondvol als titel - zeker als je de Latijnse taal niet machtig bent - en ook de soms gebruikte afkorting "PiP" lijkt niet echt ingang te vinden. Dit even ter zijde.
Hoe dan ook is het duidelijk dat je de titel enkel kunt winnen met echte Barcelonaduiven bij een echte Barcelonaspeler.
En dat Jos een echte Barcelonaspeler is, bewees hij bv. in 2005 toen hij maar liefst 5 duiven klasseerde binnen de 20 eerste in de BBC-asduifranking van 5 jaar Barcelona.
Hij klasseerde zicht toen 5, 9, 15, 16, 20. Ik geloof niet dat iemand hem dat ooit heeft voorgedaan. Schreurs-Hauben (As) wonnen die editie overigens met hun Birgit..
De duif van Cleeren die de vijfde plaats behaalde, 5146567-99, zou zich trouwens het jaar nadien op de eerste plaats nestelen en zo voor de eerste keer de PiP-titel naar Zepperen halen. We schrijven 2006.

Carlens

Jos Cleeren is geboren en getogen in Zepperen, op enkele passen van het erf van postbeambte Jef Carlens. Reeds als broekje was hij gefascineerd door de duiven van Carlens en hij was er dan ook snel kind aan huis. En bij "Djef" Carlens, die eigenlijk een beetje mensenschuw was, betekende dat heel wat. Bij Jef Carlens kwam je immers niet zomaar eens binnenlopen om te buurten. Maar voor de jonge Jos Cleeren was dat anders: die droeg Carlens in zijn hart en Jos kon er dan ook alles krijgen wat hij meester kon. 
Tot op vandaag heeft Jos Cleeren een groot ontzag voor Jef Carlens. "Carlens was een grote meneer" verklaart Cleeren onomwonden. Dat Carlens ook een "figuur" was, een beetje een zonderling, een buitenbeentje met een hart voor de kleinen, neemt Jos er maar graag bij. "Weet je dat ik tot op vandaag de pedigrees van Carlens bestudeer en er nog steeds geniale trekjes in vind..." gaat Jos Cleeren verder.
Daarmee zitten we natuurlijk op bekend terrein, want die pedigrees hebben we zelf tot op de draad ontleed ter gelegenheid van de reeks "Kweken zoals de meesters" in deze krant over o.a. Jef Carlens, Cattrysse, Stichelbaut enz..
Maar we komen erop terug.

Vroeger

Jos Cleeren is ondertussen 66 jaar jong, al lang niet meer het broekje dat bij Carlens naar de duiven ging kijken. En ondertussen is er al veel water door de Melsterbeek gevloeid.
Tijdens zijn actieve loopbaan was Jos filiaalhouder bij de (toen nog) KB en de regels wilden toen dat je "op je werk" woonde. En dus woonde Jos met zijn gezin van 1969 tot 2000 boven de bank in Nieuwerkerken (Limburg). Hij mocht daar wel duiven houden en uiteraard waren dat Carlensduiven.
Toen in 1997 de grote bankfusies tot stand kwamen, kwam Jos Cleeren met een gunstige regeling op vervroegd pensioen, maar hij mocht nog een tijd boven de bank blijven wonen, tot in Zepperen zijn woning beschikbaar was en ook klaar om er een doorstart te maken met de duiven. Hij was amper 53 jaar en dus werden er grootse plannen gesmeed om zijn Barcelonadromen in Zepperen helemaal waar te maken.

Carlens

Het zal niemand onbekend zijn dat Carlens in 1973 internationaal Barcelona won met de Mona Lisa. Jef Carlens wist niet wat hem overkwam en liet zich overhalen om de Mona Lisa te verkopen voor wat hem een aantrekkelijk bedrag leek... Hoe zeer voelde hij zich echter bedrogen toen naderhand bleek dat de koper de duivin voor ruim 3 keer die prijs doorverkocht had aan een Japanner... Het was één van de talrijke "anekdoten" die van Jef Carlens een bij momenten verbitterd man maakten.
Van de Mona Lisa kon Carlens niets meer bezorgen aan jonge Cleeren, maar wel van haar dochter, de minstens even beroemde en getalenteerde Fabiola. Hij kreeg er een dochter van: Het Klein van Fabiola, met ring 2585563-71. Dat Klein van Fabiola zou heel wat teweeg brengen, niet enkel in de kolonie van Jos Cleeren, maar ook bij plaatsgenoot en huisvriend wijlen Jos Herbots.
Jos Herbots - spelend onder de naam Gebroeders Jos en Filip Herbots, Nieuwerkerken - had in die periode enkele kwekers overgenomen van fondvirtuoos Kamiel Dendooven in Zuienkerke, onder andere een geschelpte duiver 3281663-72 met origine Stichelbaut-Van Hee.
In 1975 werd overeengekomen om eens samen te kweken met die dochter Fabiola... and the rest is history.

Ieverige

Uit die tijdelijke koppeling werd niemand minder geboren dan de "Ieverige", B5239278-75. Zijn kwaliteiten zijn letterlijk tot op vandaag in alle wereldtalen bezongen: 9 eerste prijzen, 4 jaar op rij asduif, autowinnaar en boven alles een "begenadigd" kweker zoals dat heet. En het grappige was eigenlijk dat de Ieverige dat alles deed op de kortere afstanden en dat met een volbloed fondpedigree. Een uitzonderlijk natuurtalent.
Maar Jos Cleeren deed er ook zijn profijt mee: een volle zuster van de Ieverige zal namelijk zijn absolute stammoeder worden in Nieuwerkerken en daarna tot op vandaag nog steeds traceerbaar zijn in de pedigrees in Zepperen.
Ringnummer van die klasseduivin: B5087277-75.

Carlens

"Je stammoeder was dus een gekruiste... niet slecht voor een verwoed inteler..." plagen we een beetje. "Daar is toch niets fout mee," weerlegt Cleeren, "Carlens was ook een kruiser..."
Nu dondert het toch een beetje in Keulen...
Maar Jos Cleeren nuanceert meteen. "Je kunt niet eeuwig blijven intelen. Dat had Carlens zelf maar al te goed begrepen. Hij speelde liefst met duiven die 75% waren: uit een gekruiste tegen een zuivere. Maar in dat zuiver houden daar ging hij inderdaad zeer ver in, uiteraard vooral met de lijn van de Jonge Bleke, zeg maar de Cattrysselijn van de 45."
Wat het kruisen betreft, daar was Carlens ook heel kieskeurig in: hij haalde niet veel bij, maar het moest werkelijk top zijn, uit nationale winnaars bv. en liefst uit een homogene stam.
"En ik heb een belangrijke regel ontdekt bij mijn studie van Carlens," vult Jos Cleeren aan, "Carlens kruiste nooit twee generaties na elkaar. En wat hij ook niet deed, tenzij misschien een zeldzame keer als studieronde of als ze vanzelf bijeen liepen, was de kruislingen tegen elkaar intelen."

Kleine Zwarte

Jos Cleeren zou zelf niet anders doen: hij paarde zijn nieuwe stammoeder terug aan de zuivere Carlens en daar kwam op een bepaald moment een wonderduifje uit: de Kleine Zwarte B5291437-79. Deze Kleine Zwarte was over heel de provincie gekend, want tot tweemaal toe liet hij gans Limburg achter zich. Dat was uit Brive (1981) tegen 1037 en daarna uit Cahors (1982) tegen 583 duiven. Van Cahors was dat overigens de 2e nationaal.
Vader van de Kleine Zwarte kwam uit halfbroer x halfzus uit de Zuster Ieverige telkens tegen een directe Carlens. Moeder van de Kleine zwarte was ook een directe Carlens uit een kleinzoon van de Jonge Bleke. Helemaal volgens het recept van de grootmeester dus.
En Jos Cleeren deed wat u en ik zouden doen: hij hield de Kleine Zwarte in voor de kweek. En hij zal er nooit spijt van krijgen.

Van der Wegen

Zo borduurde Jos Cleeren verder op zijn Carlensduiven. Om de basis breed te houden ging hij nadat Carlens zelf gestopt was (1977) ook Carlensduiven halen bij wie ze ook rechtstreeks hadden en ze vrij zuiver hielden zoals bij Luc Cortebeeck in Zichem, bij Seiffert (Belgavet) in Deurne, bij Gaston Nijs in Zepperen, bij Gregoor Lievens in Ham die er in de jaren 70 en 80 uitstekend mee speelde.
Maar ook zo kon Jos Cleeren niet ontkomen aan de regel dat inteelt zijn grenzen kent... En dus was het zaak om op zoek te gaan naar degelijk kruisingsmateriaal. Zoals gezegd van grote kwaliteit en liefst ingeteeld.
Jos maakte er een lange studieronde van en kwam uiteindelijk tot de slotsom dat ene Janus van der Wegen uit Steenbergen eigenlijk het dichtst het systeem en de visie van Carlens benaderde zeker wat betreft de kweek en het vormen van een eigen stam. Het verhaal en de kweekwaarde van het Oud Doffertje, de Lamme, de Barcelona zijn genoegzaam bekend. Maar in 1990 zaten we daar natuurlijk al enkele generaties van af...
Jos Cleeren ging niet overhaast te werk en bezocht enkele openbare veilingen waar van der Wegenduiven werden aangeboden. Een soort verkenningsronde dus. "Ik kon natuurlijk naar Steenbergen rijden," lacht Jos," maar ik wou het een beetje betaalbaar houden..."
Uiteindelijk komt hij terecht bij de combinatie Guns uit Breda. Deze hadden in 1993 zestien jonge duiven gekocht uit al de beste kwekers en vliegers bij Jac van der Wegen (Donkere Prins, Indurain, Stefan, Tarbes, Favoriet enz.). 1993 was overigens het jaar dat Jac van der Wegen loeihard uithaalde op Barcelona. Nationaal, tegen 10574 duiven, behaalde hij o.a. 14 (Indurain), 90 (Tarzan), 98 (Lange), 100, 214 (Catalaan), 251 (de Tarbes), 295 (Staaloger) enz. 12 prijzen van 13 inzetten. Sterk.
Jos Cleeren ging die duiven bekijken bij Guns en was onder de indruk. Hij bestelde er meteen een dozijn jongen uit voor 1994. Ze kwamen zelfs tot de afspraak dat Jos zelf de koppels mocht samenstellen... "Niet dat ik beweer dat ik het ken he," geeft Jos ridderlijk toe, "maar zo had ik het toch wel graag."
Achteraf zal blijken dat hij er toch een goed oog in had, want uit die samengestelde gelegenheidskoppels rolden enkele nieuwe stammakers in Nieuwerkerken.
We noemen o.a.
NL2768634-94 uit een Zoon Donkere Prins x Dochter Stefan;
NL2768636-94 en NL2768637-94 uit een (andere) Zoon Donkere Prins x Dochter Favoriet;
NL276638-94 uit broer Indurain x dochter Tarbes.
De praktijk bewees dat dit genoeg materiaal was voor Jos Cleeren om een hele nieuwe en succesvolle en vooral taaie lijn Barcelonavliegers op de wereld te zetten.

Primus inter Pares I (2002-2006)

We zegden al dat Jos Cleeren voor de eerste keer de Primus inter Pares-competitie won in 2006. Dat was met de B5146567-99, de Zwarte Jang (Jean).
Deze 567 is een geslaagde cocktail van de van der Wegen inbreng X de oude soort Carlens. Want Jos Cleeren ging met de van der Wegen-duiven werken zoals hij met de Carlensduiven deed: intelen om het erfelijk materiaal bijeen te houden, dan kruisen (met zijn eigen soort, Carlens dus, en daarna terug bijeen brengen.
Vader is een pure van der Wegen uit de genoemde Gunsduifjes 634 en 637. Moeder is een halve uit de 636, nestzus van de 637 x een Oude Zwarte Carlens die hij bij Cortebeeck haalde in Zichem.
75% van der Wegen dus of de wonderformule van wijlen Jef Carlens en zijn leerling Jos Cleeren. Want noem vooral Jos Cleeren niet de opvolger van Carlens. Daarvoor is het respect voor de meester te groot.
Nog even de erelijst van Zwarte Jang op Barcelona (alles nationaal):
2001: 389 13218 d.
2002: 311 13021 d.
2003: 681 11806 d.
2004: 777 12275 d.
2005: 432  12998 d. (en 5de Primus Inter Pares)
2006: 193 11802 d. (en 1ste Primus Inter Pares)

 

Primus inter Pares II (2008-2012)

De nieuwe Primus - bijna schreef ik "de nieuwe Interpares" - is een nicht van de vorige. Het blijft in de familie. Haar ring: B5094460-06
Haar vader is een volle broer van de eerste PiP, met name B5146522-99, van dezelfde jaargang dan nog wel.
Moeder is weer een mengproduct Carlens- van der Wegen. Haar moeder is een directe van Jac van der Wegen, geleend bij Guns, namelijk NL1065396-93, dochter van de Tarbes, 36 nat. Tarbes en kleinzoon van de Barcelona van der Wegen.
Primus II behaalde haar titel met volgende resultaten:
2008 1763 nat.  11484 d.
2009 317 nat. 13503 d.
2010 461 nat. 12641 d.
2011 76 nat.  12170 d.
2012 81 nat.  11590 d.
Wie dit palmares bekijkt, ziet ongetwijfeld dat deze duivin met de jaren beter wordt. Zoals goede wijn... Laat dit nu een typisch kenmerk zijn van de van der Wegenduiven: ze hebben een grote groeimarge. Zo was ook de Barcelona van Janus van der Wegen eigenlijk een laatbloeier. Hij won namelijk nationaal Barcelona op 8-jarige leeftijd. Alstublieft.
Deze uitslagen in stijgende lijn brengen Jos Cleeren natuurlijk in een dubbelzinnige positie... Het wordt immers zo verleidelijk om de duivin nog één keer te spelen in 2013 en wie weet de titel twee jaar na elkaar in de wacht te slepen. Niet zonder risico natuurlijk en elk jaar liggen er wel weer andere kapers voor de kust. "Ik moet er nog meer dan eens over slapen," weet Cleeren, "maar ik denk niet dat ik het ga doen."

Grenzen van de inteelt

"Je moet niet wachten tot het te laat is," weet Jos Cleeren. En hij verwijst hiermee weer eens naar de grenzen van de inteelt.
Sinds de inbreng van de van der Wegen-duiven in 1994 kwam er eigenlijk niets meer bij in Zepperen. Er zit nog wel wat Kuypersbloed in de kolonie uit de jaren '80, maar Jos Cleeren heeft daar nooit een volledige lijn mee uitgebouwd zoals hij wel deed met de van der Wegens. Toch zijn die Kuypersduiven tot op vandaag een welkome afwisseling binnen de vaak intensieve inteelt.
Ondertussen is Jos Cleeren wel nauwgezet op zoek naar nieuwe "versterking". "Versterking is niet steeds het geval als je wat bijhaalt," weet de nuchtere Cleeren. "Je mag al blij zijn als je niet achteruit gaat." Toch is voorzichtig kruisen een onvermijdelijke stap die de inteler af en toe moet zetten. Met dat doel voor ogen zijn in 2007 een tiental duiven bijgehaald bij Leo Kloots (Zandvliet), zeg maar de pure Brügemann-duiven. Die kunnen er ook wat van op Barcelona. Hoe behoedzaam Jos Cleeren te werk gaat bij het inkruisen van een nieuwe lijn, mag wel blijken uit het feit dat hij de Klootsduiven nog steeds aan het testen en observeren is... Voor je weet of die ook drie en meer jaar na elkaar mee kunnen uit Barcelona, ben je daar al gauw enkele jaren mee bezig.

Carlens

"Jos, nog één keer over Carlens... Volg jij ook zijn Spartaanse doenwijze? Ben je ook daarin een Carlensadept in hart en nieren?" Jos Cleeren neemt even de tijd om zijn antwoord te nuanceren. "Ja en neen," antwoordt hij uiteindelijk, " er is ook zoveel veranderd in de duivensport. Misschien heb je ook gelezen wat André Christiaens recent schrijft in De Duif?" Ik bevestig.
Net als zijn grote voorbeeld is Jos Cleeren er ook van overtuigd dat je een duif niet veel kunt leren. Ze hebben het of ze hebben het niet... Je kunt ze wel bruskeren door te veel stappen over te slaan in het opleidingsproces of je kunt ze te vroeg opbranden door ze te jong op de grote proeven te zetten, maar ze slimmer maken, daar gelooft onze gastheer niet erg in. Ze hebben het of ze hebben het niet...
"Carlens overwinterde niet veel duiven... hoe zit dat met Cleeren?" vragen we. "Ik houd er te veel... zoals iedereen zeker tegenwoordig. Jef had er in de winter nooit meer dan 70. Hij hield dan ook nooit toeristen door. Hier mag je toch bijna het dubbele rekenen om te overwinteren. Maar je moet alles in proportie zien: als Carlens wat bijhaalde, waren dat 1 of 2 duiven en vaak was het bingo... Ik kan dat niet. Ik haal er dan 10 of 12 bij en probeer dan verschillende combinaties. Dan heb je snel wat meer duiven in de kooi. Carlens hield ook niet veel "kwekers" he, liet zijn duiven vrij paren... Ik probeer dat toch iets meer te sturen."
"Het is ook bekend dat Carlens een man was van 'graan-en-water' in het voetspoor van Vermeyen en Arie van den Hoek... Hoe zit dat bij Jos Cleeren?"
"Als je weinig of geen medicatie geeft, krijg je op de duur een soort natuurduiven die zichzelf gezond houden met wat ze oppikken links en rechts in de tuin en met de supplementen die je bij het voer verstrekt. Maar ik wil geen ideaalbeeld voorspiegelen dat ik nooit iets geef. Ik ga eens per jaar naar de veearts en kuur mijn duiven een paar keer tegen tricho. Maar voor de rest, zoals je zegt: zoveel mogelijk puur natuur."
"Zou Carlens nog mee kunnen in het moderne fondspel?" gooien we nog in het midden... "Ik denk het wel," zegt Jos Cleeren zonder veel aarzelen. En hij maakt duidelijk dat Carlens vooral een fondspeler was van de regelmaat, van het hoge prijspercentage. En dan tref je natuurlijk af en toe natuurtalenten als de Mona Lisa en de Fabiola. En waarom zouden dergelijke talenten niet meer uitblinken anno 2012?

Goe bezig

"Jos, een laatste vraag: je bent een verwoed en overtuigd inteler. Wordt dat op de duur niet een soort obsessie, een soort fanatisme, een soort religie?"
"Hola, zo een vaart neemt het niet he. Intelen is nooit een doel op zich he. Maar het heeft zo zijn voordelen. Het grootste voordeel is dat je langer een stabiele kweek hebt met ingeteelde duiven. Als het lukt, zit je voor tien of vijftien jaar goed. Ik heb nog altijd zuivere Carlensen die goed en regelmatig hun prijzen vliegen tot Barcelona... Je zult me ook nooit horen beweren dat inteelt de enige weg is... maar bij mij lukt het en waarom zou ik veranderen?"
Jos Cleeren bevestigt ook wat alle intelers zeggen: bij inteelt moet je heel streng zijn. Dat betekent dat je alle degeneratie meteen de kop moet indrukken. Hij volgt daarin niet de theorieën van Alfons Anker die stelt dat de zwakke broertjes de meest zuivere zijn. Ingeteelde duiven moeten vitaal en gezond zijn, goed gepigmenteerd blijven en ze moeten de proef met de korf doorstaan. Als je zo handelt, kun je met inteelt gerust enkele generaties voort. En inderdaad, wanneer we samen voor de ren met jonge duiven staan, merken we een collectie blinkende en kerngezonde jongen, zonder enig spoor van verval.
Een groot voordeel van inteelt is dat je een homogene stam krijgt en dat je dus je eigen soort beter kent: hun gedragingen, hun behoefte aan voer, hun beste motivatie enz.
"Het is een evenwichtsoefening," weet Jos Cleeren, "je kunt met inteelt even snel de slechte eigenschappen vastleggen als de goede... En wat we reeds zegden: inteelt heeft zijn grenzen. Je moet dat snel zien en tijdig ingrijpen. En daarvoor heb je die tweede lijn nodig."

We durven hem niet tegenspreken... Als je op je hok negen duiven hebt die vijf of zes jaar na elkaar hun prijs maken van Barcelona, dan zul je wel goed bezig zijn zeker? En als je zoals deze Cleeren op zes jaar tijd twee keer de titel van Primus inter Pares binnenrijft, dan ook wel "goe bezig" zeker?
Proficiat!

“Primus Inter Pares II” B06-5094460
 2008 : 1763e Nat. 11.484 d.
 2009 : 317e Nat. 13.503 d.
 2010 : 461e Nat. 12.641 d.
 2011 : 76e Nat. 12.170 d.
 2012 : 81e Nat. 11.590 d.

 

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.