Liefhebber:
Grobbendonk – Een waar duivenmekka, vooral op de snelheid tegenwoordig. Jos Cools, Staf Boeckmans, Dirk Van Den Bulck en Xavier Geyselings zijn maar enkele namen die we jaarlijks tussen het elitegroepje nationale kampioenen aantreffen.
Natuurlijk mogen we “inwijkeling” Johan Donckers niet vergeten. Geboren en getogen in buurgemeente Pulle maar nadat hij een Grobbendonkse duivenmelkers-dochter wist te schaken, verhuisd naar daar. Hij is de Duivenbond Pulle echter altijd trouw gebleven en is er sinds mensenheugnis de ‘duivel-doet-al’ en uitmaker van dienst.
Een monoloog van één van de beste “kleine melkers” uit het Antwerpse, die de laatste jaren met veel succes de overstap maakte van snelheid naar verder en die we ondertussen wel tot de “grote(re)n” mogen rekenen!
Het begin
Ik word er eind dit jaar 53. Ik begon met duiven op mijn 12e met duiven van een nonkel van mijn vader en diens schoonbroer, Jul Wouters en Jos Cools uit Pulle. Eens ik duiven had, kwam ik al rap in contact met achterbuur René Smolders en die mensen hebben me op het duivenpad gebracht en gehouden.
Ik hielp al rap mee met van alles in de maatschappij en Jules De Rademaeker uit Grobbendonk speelde er ook. Eerst bracht ik er wekelijks de uitslagen, later bracht ik ook zijn dochter ’s avonds netjes thuis. Ik ben van mijn 15e of 16e samen met Suzy en die heeft me ook altijd gesteund en geholpen in de duivensport.
Ik heb van jongsaf aan in de bouw gewerkt, van vroeg tot laat en wist nooit hoe laat ik juist thuis was. In de winter werkte ik ook voor en na, maar tijdens het seizoen nooit. Vanaf 1980 al doe ik de uitmaak, en in die jaren was daar meer aan te verdienen dan tegenwoordig. Ik hoefde nooit een cent bij te leggen om met duiven te spelen, maar je moest er toen wel voor werken, alles moest nog met de hand.
Eind 2010 deed het bedrijf waar ik werkte de boeken dicht, iedereen werd ontslagen. Omdat ik het op voorhand wist, had ik me al ingeschreven voor een omscholingscursus van 2 jaar om (net zoals Suzy) in het onderwijs te gaan. Nu geef ik praktijk interieurbouw, de laatste 3 jaar weer fulltime. Ik had het eerder moeten doen, het is minder belastend voor het lichaam en samen hebben we veel verlof. In de zomer als ik bouwverlof had, had ik altijd een piek en nu heb ik dan 2 maanden verlof. Ik oktober gaan we nu ook altijd samen op verlof.
Suzy gaf drinken waar nodig en in nood ook eten. Enkel de hokken kuisen heeft ze nooit gedaan. Ook als de duiven laat gelost werden en ik in het lokaal moest helpen, klokte ze de duiven. Zelfs afgelopen jaar nog, toen ik op vrijdag gewoon moest werken, klokte ze mijn duiven. Op 10 juni werd Chateauroux op vrijdag gelost en klokte ze 2x 1e... op zondag 19 juni deed ze zelfs nog beter. Ik had restaurantdag en moest helpen op school, en toen won ze in de Kempische Fondclub op Montlucon de 1e met oude en jaarse maar ook op Melun in Regio Mechelen de 1e met zowel oude als jaarse.
Zelfs in mijn legertijd kon ik zo duiven blijven houden.
In 1991 zijn we verhuisd naar ons huidig adres aan de Hoevestraat. In de hof stond al een houten hok, nadat het huis klaar was metsten we de garage met daarop een nieuw (houten) hok.
1e Prov. Salbris jonge 2007 5e Nat. Asduif grote hafo jaarse 2016 2e Algemeen Prov. Kampioen 2012 (4 verm.) |
Snelheid aan de basis
De duiven die vandaag de dag de dienst uitmaken stammen quasi allemaal af van twee duiven, mijn “Asduif 2006” en zijn zoon. “Asduif 2006” was een topper op vlieghok (11x 1e) maar meer nog op kweekhok. Hij komt uit de kruising Gommaar Leysen x Heremans-Ceusters x “Dakzitter” (eigen oude soort). Gekoppeld aan een duivin van 2006 (soort Jules De Rademaeker x Heremans-Ceusters) gaf hij de “Asduif 2007” met 9x 1e. De kruising van deze lijn met duiven van o.a. Danny Van Dyck... Eddy Janssens... Marcel Wouters... Rudi Diels en Karel Laenen (via Rudi Van Reet) vormt de huidige basis.
Ik heb altijd uitsluitend snelheid gespeeld en ben vanaf 1980 tot nu onafgebroken bij de kampioenen geweest. Tot zo’n 10 jaar geleden, vanaf 2007 ben ik met de jongen (duivinnen) ook kleine fond gaan vliegen, de halve fond sloeg ik gewoon over. Toen en nu, nog altijd met dezelfde duiven. Die jongen van 2007 gingen in 2008 als jaarse en in 2009 als oude gewoon verder op de kleine fond, telkens wel maar 1 kotje dus slechts enkele duiven.
Halve fond met oude en jaarse is er vanaf 2010 bijgekomen.
Het was heel simpel, de beste jongen bleven op Noyon, de rest ging naar de halve fond. De doffers bleven op de halve fond en de duivinnen gingen verder door. Dat ging heel goed, enkel de directe kinderen van de “Asduif 2006” en “Asduif 2007” konden dat niet aan en moesten noodgedwongen op Noyon blijven. In kruising met de bijgehaalde duiven echter lukt het fantastisch en doen (achter)kleinkinderen het ook op de kleine fond geweldig.
Kweekhok
Hier kan ik heel kort over zijn. Er zitten heel wat nazaten van de twee asduiven, in kruising met de eerder vernoemde duiven. Die basis vind je terug in praktisch alle vliegers.
Je kweekt een goeie meestal uit een koppel waarvan je het niet verwacht. De kwekers worden dan ook alle jaren bijna helemaal omgekoppeld.
Een koppel dat het jaar van tevoren goeie heeft gegeven hou ik tegen elkaar, maar meestal moet ik dat het jaar daarna ook weer omkoppelen.
Een kweker wordt hier ook snel uitgeselecteerd, maar ook daarin heb ik mijn les al geleerd door te snel duiven eruit te doen. Ook hier heb ik een oplossing gevonden. Een mooi voorbeeld daarvan is 5e nat. asduif, die ouders (van 2014) waren in 2016 voedsterkoppel omdat de 5e nat. asduif als jong op tijd vloog van Bourges maar 12 dagen te laat thuiskwam van de rampzalige Chateauroux. Ik hield echter alle jongen 2014 door omdat er elke week een ander vroeg vloog, maar ook alle ouders mochten daarom blijven. Een heel deel daarvan zat tussen de 12 voedster-koppels zodat ik er geen te vlug weg kon doen.
Nu zitten ze terug samen en in 2017 gaan ze samen naar het kweekhok. Of ze het jaar daarop nog samenzitten? De tijd zal het leren!
* Houd nooit meer duiven dan je aankan, te veel is te veel. * Beperk medicijnen zoveel je kan, ze doen meer kwaad dan goed bij de duiven. * Houd je duiven zo natuurlijk mogelijk, de zwakkelingen selecteren er zichzelf wel tussenuit. * Las tijdig een rustpauze in, het spreekwoord rust roest is niet altijd van toepassing. * Kies een systeem en blijf bij dit systeem, niet om de haverklap van systeem veranderen. * Bij gebrek aan tijd kies dan voor één bepaalde discipline (vb. snelheid of halve fond of fond) maar niet alles tegelijk. * Als de form er niet is, kan je dit ook niet forceren. Geduld is de enige oplossing, het moet vanzelf gaan. * Streng selecteren is een must maar geef wel al je duiven een eerlijke kans en weet dat je veel meer slechte duiven kweekt dan goede duiven. * Staar je niet dood op pedigrees van hier tot in Tokio, onder alle soorten zijn er goede duiven en heel veel slechte duiven. * Weet dat een goed kweekhok de ruggengraat is van een goed duivenhok. |
2016
In 2016 maakte ik een volledige ommezwaai. Snelheid is volledig bijzaak aan het worden.
Ik ga me volledig toeleggen op halve en kleine fond, zowel met oude, jaarse als jonge.
Korfde ik vroeger maar enkele oude in, dit jaar waren er al vluchten met 18 en 19 ingekorfde duiven.
Op de laatste vlucht van Chateauroux met jonge kan het zijn, afhankelijk van hoe La Souterraine zal gaan, dat er wel een stuk of 40 jongen (1e en 2e ronde) meegaan. Als ze niets meer aflassen i.v.m. de hitte natuurlijk.
Voor het seizoen kwam er geen enkele duif met eieren. Suzy had haar arm gebroken en ik had een hoop extra werk in het huishouden. Ik koppelde de kwekers pas 3 weken later dan normaal en de vliegduiven kwamen in januari, februari en maart telkens 2 dagen samen en dat was het.
Trouwens, in 2014 werd niet gekweekt uit de weduwnaars en had ik 3 nationale asduiven. In 2015 wel en toen waren er geen nat. asduiven maar werd er wel goed gespeeld.
Nu in 2016 heb ik de 5e Nat. Asduif grote halve fond jaarse, dus het is echt niet nodig.
Het enige nadeel is natuurlijk dat de jaarlingen een “slowstart” kennen. De oude weduwnaars hadden natuurlijk wel allemaal een vaste duivin en een bak, maar in het begin vlogen de jaarlingen nog niet echt naar de kop. Eens enkele weken verder hadden die jaarlingen ook een vaste bak en duivin, en waren ze vertrokken.
2016 Was vooral een jaar van vroege prijzen pakken, met de getekende sloeg het tegen. Je zult me dus ook niet in veel kampioenschappen aantreffen waarschijnlijk. In Regio Mechelen eindigde ik zelfs niet bij de top 3. Echter, ik heb liever zo’n seizoen dan eentje waar je elke winter elke week gehuldigd wordt, zonder naar de kop te spelen! Enige minpuntje is dat ik, zoals velen, teveel goede ben verspeeld. Op dat gebied heb ik een slecht jaar gehad, ben ik zeker niet gespaard gebleven. Ik verloor op 2 weken tijd 2x mijn 1e get. van de halve fond en ook nog 1x mijn 1e get. oude op de kleine fond. Ook in 2015 verspeelde ik diverse goeie, zoals 2 van mijn 3 nationale asduiven 2014. Ik heb mijn lesje dan ook geleerd, en de 5e nat. asduif grote hafo jaarse zal naar het kweekhok verhuizen. Een jaar eerder dan gepland, want normaal gaan mijn duivinnen pas naar het kweekhok als ze één jaar als oude gevlogen hebben.
Eenvoudig systeem
Duivensport is hier eigenlijk heel eenvoudig.
Na het seizoen, dus de hele winter zitten alle vliegduiven in de ren, tot eind januari.
Dan gaan ze naar het vlieghok en in februari en enkel bij mooi weer, komen ze een keer of 2 per week los, als het uitkomt.
Half maart, alweer bij goed weer, wordt er gelapt. Heel simpel, in 3x (Nijlen, Koningshooikt en St. Kat. Waver) tot zo’n 20 km. en niet verder. Daarna moeten ze vanaf de eerste zondag van april eigenlijk mee met de maatschappij.
In het begin trainen alle duiven enkel ’s avonds, vanaf half mei probeer ik alles ook ’s morgens te laten vliegen. Voordeel is dat ik op maandag- en dinsdagochtend thuis ben en er tijd voor heb. Op woensdag vliegen de duivinnen eerst en laat ik de doffers daarna los, dan kan Suzy ze binnendoen voor ze naar haar werk gaat.
Op donderdag hoeven de duivinnen (kleine fond) niet meer te trainen dus is er ook geen probleem.
De duiven trainen met gesloten vensters, maar halfweg het seizoen ben ik bij de duivinnen begonnen met een heliumballon omdat ze niet wilden trainen zoals ik graag zie. Toen begonnen ze beter te trainen en dat was ook te merken aan vroegere prijzen. Bourges en Chateauroux waren niet slecht, maar het kon zeker beter. Alle duiven trainen trouwens tot einde seizoen 2x daags en ik ben voornemens de doffers in 2017 ook met de ballon te laten trainen.
Het komt er trouwens ook niet op aan als ze een keer een training overslaan met bv. slecht weer.
Voor het inkorven voor halve en kleine fond wordt nooit getoond. De weduwnaars voor Noyon krijgen zaterdagochtend kort hun duivin. De partner-duivinnen zitten samen in de ren en die laat ik dan los. Als ze binnenkomen zitten ze dan gereed voor de thuiskomende partners. Het samenzijn voor de Noyon-vliegers is wel maar heel kort en dan zet ik ze daarna, rond 9 uur, half tien, al in een grote rieten mand met drinken aan. Voor het inkorven haal ik ze er dan uit om ze op volgorde in vakjes te zetten. Dat doe ik al jaren zo. Ze gaan rustig in de mand liggen en heel opvallend is, dat je ze altijd op dezelfde plek ziet liggen.
De duiven die op zaterdag thuiskomen mogen altijd lang bij hun partners, op een uur wordt niet gezien en meestal is het pas na inkorving van de snelheid dat ik ze wegneem. Voor de kleine fond met late aankomst blijven ze samen tot zondagmorgen vroeg.
Noyon wordt op een apart hok (afdeling) gespeeld, dus dat is geen probleem. Die duivinnen blijven in de bakken van zaterdagochtend tot zondag.
Kinderen Kleinkinderen Achterkleinkinderen |
Medisch
Het is heel simpel. Je moet goeie duiven hebben en het moet vanzelf gaan. Mijn kwekers hebben de laatste 10 jaar geen enkele medicatie gehad, behalve de verplichte inentingen. En vorig jaar gaf ik ook helemaal niets aan de vliegers.
Dit jaar, ergens half juni was het regelmatig slecht weer en de neuzen van de weduwnaars waren niet echt wit, de koppen niet proper genoeg. Mijn 1e get. van de halve fond werd op dinsdag aangemeld in Herenthout. Helemaal leeg en graatmager. Dan ben ik bij de dierenarts op controle gegaan en heb ik mijn weduwnaars 3 dagen voor de kop gekuurd op advies van dr. Stijn Gysbrechts.
Je zag wel dat de neuzen witter werden, maar de week erachter was er geen verschil in de prestaties. Haalt het dan iets uit of niet? Ik heb er mijn twijfels over. De week daarna hebben we niet mogen spelen. Als duiven een week mogen rusten kan dat wonderen doen en verbetert de conditie volgens mij automatisch.
De duivinnen hebben helemaal niets gehad dit jaar, als ze goed vliegen moet je eraf blijven.
Andere jaren ga ik normaal elke eerste maandag van de maand sowieso naar de veearts. In 2016 ben ik alleen die ene keer geweest.
Voor het seizoen rij ik wel elk jaar naar Fernand Marien voor een controle. Die is eigenlijk altijd goed. Ik neem dan wel voor een heel jaar conditiepoeder, siroop en vitamineral mee.
Dat krijgen ze heel het jaar door 1 maaltijd op zondagavond. En 1 dag per maand de siroop zoals hij voorschrijft.
Verder krijgen alle duiven (oude, jonge, kwekers) hier 2 dagen per week Naturaline (Natural) en Appelazijn (Belgavet), altijd samen. Op alle koten komt altijd een teentje look in het drinken. Dat ververs ik als ik die begin te ruiken. Verder kap ik alle dagen water bij. Het drinkwater wordt slechts 1x per week ververst als de Naturaline en Appelazijn in het drinken gaan.
Verder krijgen de duiven enkel grit en standaard electrolyten in het drinken de dag van thuiskomst.
Qua voeding geef ik Matador, dezelfde mengeling aan alle vliegduiven. Enkel het zwaar voer wordt bijgegeven navenant de dag van inkorving.
Ik heb 40 jaar duiven en altijd goed gespeeld, zonder veel poespas, al was natuurlijk niet elk jaar even goed.
Het zou eigenlijk allemaal vanzelf moeten gaan, dat is wat ik uit de duivensport geleerd heb in al die jaren. En als het niet vanzelf gaat? Dan moet je wachten op de vorm, tot die komt. Heb wat geduld en durf de duiven eens laten rusten voordat je “met van alles en nog wat” ingrijpt.
Ga zeker niet om de haverklap van systeem veranderen. Kies een systeem en blijf daarbij.
Jongen
Normaal krijgen de jongen wat extra aandacht (en trainingsuren) vanaf ik verlof heb. Dit seizoen was Suzy thuis met haar gebroken arm, en die kon de jongen dus altijd tijdig laten trainen. En goed trainen is zeker een voordeel, daar ben ik van overtuigd.
De jongen krijgen vanaf het spenen 3 dagen per week probiotica van Belgavet. Ik ben daarvan echt content. Vanaf dat ik Adeno heb krijgen ze het zelfs alle dagen. Ik geef dat nu 2 jaar en heb veel minder last van Adeno, zeker geen sterfgevallen meer. Ook gaat er regelmatig Oregano (Belgavet) in het drinken.
Qua voeding krijgen ze een sportmengeling (Gele cribs maïs) van Vanrobaeys.
Ze worden verduisterd van half maart tot 21 juni. Vorig jaar stopte ik de duivers al half mei, maar dan haal je eind augustus niet.
De 1e ronde gaat mee vanaf het begin, in de mate van het mogelijke met het weer. De 2e ronde pikt aan ergens in juli als ik verlof heb.
Zoals gezegd is hier het roer om, en snelheid bijzaak geworden. Op Noyon speel ik momenteel enkel nog met de kinderen van de twee “Asduiven”, 8 stuks nog. De 1e ronde vloog Bourges. Daarna splitste ik de ploeg, de duivinnen deden Argenton en de doffers halve fond. De week nadien omgekeerd en doffers Nevers en duivinnen hafo. Nu La Souterraine een week verschoven is, gaat alles daar volgende week op mee. Als het een normale vlucht is moet ook alles terug mee naar Chateauroux, samen met de 2e ronde die morgen (28 aug) Noyon en volgende week eerst nog eens hafo doen. Dan kan het dus zijn dat ik er 40 of nog meer mee geef.
De jongen trainen ook 2x per dag, tegenwoordig ook met de ballon. Vanaf de geslachten gescheiden (eind juni ongeveer) trainen de oude en jonge duivinnen samen.
De jonge doffers trainen altijd apart omdat de oude doffers niet met de ballon trainen, maar in 2017 kan dat dus veranderen.
Vanaf de kleine fond begint, komt de 1e ronde op donderdagmiddag 2 uur samen, dan worden ze van elkaar gezet en krijgen nog eten. De duiven die naar de hafo of snelheid gaan worden nadien niet meer samengelaten voor het inkorven. Meer zelfs, de Noyon-vliegers worden, net zoals de oude, al op zaterdagmorgen in de mand gezet.
Alles wat dan in het weekend van de vluchten thuiskomt, zaterdag of zondag, blijft samen tot zondagavond en dan wordt opnieuw gescheiden.
2017
Voor 2017 hou ik nog 3 oude en 4 jaarse (kinderen van de twee “Asduiven”) voor Noyon. Zolang de duivenbond in Pulle blijft bestaan, blijf ik daarop meedoen, ik moet er toch alle weken zijn.
Op de halve fond zal één kot gespeeld worden, ongeveer 16 duiven, vooral doffers, oude en jaarse samen.
Voor de kleine fond heb ik er dan een stuk of 25, vooral duivinnen, plus enkele doffers die op de halve fond niet voldoen en dan verder nog enkele kansen krijgen.
Ik heb 48 bakken voor doffers, die ik ook volledig probeer te vullen. Mijn bedoeling is wel om alle partners thuis te houden, al kan het zijn dat ik nog met enkele dubbel weduwschap moet spelen.
Dat dubbel weduwschap heb ik in 2016 geprobeerd, maar dat is hier miserie. Van de halve fond gaat het nog, maar van de kleine fond viel dat tegen. Voor een duivin nog tot daar aan toe, maar doffers hebben er behoefte aan dat er een duivin is als ze thuiskomen.
Toekomst
Hoe ik de toekomst zie? We zullen met zijn allen meer en meer naar de kleine fond gaan, daar ligt de toekomst.
Ik denk dat de snelheid stilaan zal afgebouwd worden. We zitten hier nog in een schoon spel (Tienverbond) met veel duiven, maar we moeten binnen dit en een x-aantal jaren naar één vlucht gaan omdat het nu alle jaren al mindert.
Snelheid moet altijd wel behouden blijven voor de liefhebbers die het willen spelen, zo ook met halve fond, ieder zijn ding natuurlijk.
Ook voor de vluchtkalender heb ik een duidelijke mening, al zal er niet naar geluisterd worden.
Mijn gedacht : alle weken kleine fond, van Bourges tot Bourges. De 2 weken voor Bourges is er nu geen kleine fond, maar daar zou ik ook een vlucht zetten.
Vanaf dat de jongen beginnen na Bourges zou ik stoppen met oude en jaarlingen. Ook op snelheid en halve fond. Dat zijn voor de kleine fond 10 weken achtereen een nationale vlucht, en als de oude 6 of 7x mee geweest zijn is dat genoeg. Ook voor duiven die snelheid vliegen is het van 1 april tot 1 augustus een hele mooie periode. Wie daarna nog met oude wil spelen moet ze maar voorbereiden voor de Ronde van België. Met alle respect, maar wat zeggen uitslagen met oude op vluchten van augustus nog als de helft (of meer) al niet meer meedoet?
Wat er nu nog vliegt op La Souterraine aan oude en jaarse is nog maximaal 3000 duiven nationaal en provinciaal zelfs overal maar 2 tot 300. Is het dan wel de moeite om dat nog in te richten?
In augustus nationaals met oude spelen is enkel commercieel gericht. Een nationaal is een nationaal winnen, al is het maar tegen een handvol duiven. Als je stopt na Bourges krijg je automatisch ook meer duiven in het “echte seizoen”.
Met de jongen dan vanaf Bourges zes of zeven weken achter elkaar 4 nationaals met een paar tussenvluchten.”
Downloads:
Auteur: