GERARD KOOPMAN - Fenomenaal in 2018

Liefhebber: 

Veel melkers zullen terugkijken op seizoen 2018 als enorm zwaar met veel hitte en tegenwind. Vooral met de oude duiven betekende het maandenlang de strijd aangaan met de vaak zware  weersomstandigheden. Of hoe warm het was en hoe ver. En wie dat aankon. Voor menig melker ook een seizoen van vertwijfeling omdat de duiven het niet waar konden maken. En er naar oorzaken gezocht werd. 

Zo zeldzaam standvastig het weer de afgelopen zomer, zo uitzonderlijk ook het overwicht van Koopman dit jaar op de eendaagse fond. Het was een ouderwets ‘boerenjaar’ waarin een handvol echte cracks opstond. Een jaar ook waarin we kennismaakten met een nu al legendarische duivin wiens naam op ieders lippen lag: ‘Manu’. Ze bracht duivenminnend Nederland in vervoering met het etaleren van een surplus aan klasse. Zodanig dat een vergelijking met een crack als ‘Kleine Dirk’ zich opdringt. Gespreksstof voldoende derhalve en tijd om de balans over 2018 op te maken. En te proberen een tipje van de sluier op te lichten over het hoe en waarom van zoveel vuurwerk door een ontketende ploeg dagfondduiven. 

Het weekeinde na ‘Golden Ten’, een grijze zaterdagmorgen in november, is een mooi moment om samen met Gerard het seizoen 2018 nog eens door te nemen. 

Team Koopman afgelopen zomer.De aanloop

Bij aankomst is Gerard in alle rust zijn duiven aan het verzorgen. Alleen, want alle hulp heeft in het weekeinde vrijaf. Hij geniet daar nog steeds enorm van en deze herfst natuurlijk nóg meer dan andere jaren. Omdat er in een periode van ruim 20 jaar al heel veel geschreven is over de periode in Ermerveen vraag ik waar het, naast de uitzonderlijke prestaties van 2018 en de duiven die dat realiseerden, wat hem betreft vandaag óók over zou moeten gaan. Daar hoeft hij niet lang over na te denken omdat in zijn beleving alles in de plooi viel dit seizoen. Voor hem het verhaal over hoe veel te herleiden is naar de start van zijn duivenloopbaan en de keuzes die hij samen met zijn vader maakte ruim 30 jaar geleden. En niet minder belangrijk; de rol daarin van de duivenlessen van Louis van Loon. 
Gerard: “De omstandigheden waren mij bij de start goed gezind en in mijn zoektocht naar goede duiven had ik het geluk mensen te treffen die mij van het juiste materiaal voorzagen én die mij op het juiste spoor zetten. Dat zorgde volgens mij voor een groot verschil. Ik kon bijvoorbeeld al mijn energie en beschikbare middelen in de duiven steken omdat ik laat trouwde. En kijk eens in wat voor omstandigheden wij hier wonen. In veel andere landen had ik mijn droom niet na kunnen jagen. Hier kon dat wel. En competitie en de beste willen zijn zit in mij ingebakken. Ik probeerde het met voetballen maar dat was beslist niet mijn ding. En ook dammen, een denksport die ik zes jaar lang beoefende, bleek na heel wat hersengymnastiek te veel geheimen te kennen die ik niet kon ontsluieren. Bij het Drents kampioenschap bleek dat het hoogste doel bij lange na niet te bereiken viel. Confronterend was het wel. Zeker na zoveel inspanning. Ik liep bv. hopeloos in de val met wat een ‘lokzetje’ wordt genoemd. Een beginnersfout. Mijn conclusie was na deze ontluisterende ervaring snel getrokken: onvoldoende talent en daarom niet doorgaan. Met duiven, zo bleek later, kon ik veel beter uit de voeten. Om te beginnen zou en moest ik het beste materiaal hebben en lukte vooral met die van Gebr. Janssen en Louis van Loon.”

En met de laatste had Gerard een bijzondere klik. Zo goed dat hij hem zonder terughoudendheid zijn leermeester durft noemen. Louis Van Loon, bescheiden als mens, blies niet hoog van de toren maar over alles wat hij zei was goed na gedacht. En gestoeld op jarenlange ervaring. De grootmeester uit Poppel bleef altijd dicht in de buurt van basale principes die in zijn ogen erg belangrijk waren. Geen hoogdravende theorieën en geen gesnoef. Hij heeft bijvoorbeeld nooit een uitslag laten zien, ook niet wanneer hij alles aan gort vloog. Veel van die goede raad kwam tijdens een seizoen als 2018 opnieuw boven drijven. Het gaat meestal om simpele dingen. Die echter wel goed uitgevoerd moeten worden. Vaak drong het jaren later pas door wat die uitspraken echt betekenen.
We komen er straks nog op terug, maar de invloed van Van Loon is niet los te zien van de keuzes die in de loopbaan van Gerard beslissend zijn geweest, en dat vaak nog zijn. Wijze lessen derhalve die ook nu nog steeds zorgen voor inspiratie om nog beter te doen. En dat weerspiegelt zich ook in de opbouw van zijn stam waar duiven die meer dan 30 jaar geleden werden gehaald nog steeds de rode draad vormen. 

MEERDAAGSE FOND

Als pure hobby naast de dagfond wordt ook aan de meerdaagse fond deelgenomen en dan met name de middag lossingen.
En ook daar blinkt Gerard uit. Hij haalde daar wel bijzonder kweekmateriaal voor binnen om met de top mee te kunnen. De beste zijn ‘Red Bullens’ (direct J.Bullens met 1e NPO Bergerac ’11 4.288 d., 2e NPO Bordeaux ’08 5.038 d., 2e NPO Bergerac ’10 4651 d. alles in afd. 3), duiven van Noël Peiren waaronder ‘Peiren 671’ (dochter Nika, 1e int. Soustons 10.947 d.) en ‘Miss Anke’ (direct Hermans-Hoekstra uit ‘Barcelona 85’ x ‘Annet’, 1e nat. Barcelona 2005 voor W. v.d. Velden). 
De resultaten zijn super. ‘Phidipiddes’ wordt afgevaardigd voor de Olympiade in Polen 2019 in cat. E Marathon. Het is een zoon van ‘Noël’ (1e asduif NFclub marathon in ’13 en zoon van ‘Red Bullens’ x ‘Peiren 671’) x ‘Miss Anke’. Bovendien werd ‘Henderikus’ 2e nat. asduif marathon NPO 2018. Hij is een zoon van opnieuw ‘Noël’ x ‘Peiren 514’ (direct Peiren uit ‘Tarbes’ x ‘Barcelona Duivin’)

De uitslagen van de laatste vier jaar:
2015

30-05 Limoges (861 km) 1066 d. : 18, 54, 56, 57, 72 etc. (23/12)
12-06 St. Vincent (1173 km) 483 d. : 6, 27, 29, 44, 53, 67 (20/8)
19-06 Aurillac(927 km) 1392 d.: 8, 19, 36 (14/7)
03-07 Bergerac (992 km) 553 d.: 2, 3, 16, 17, 57, 66, 82 (15/7)
10-07 Orange (969 km) 735 d.: 4, 6, 48, 66, 90 (8/5)
25-07 Cahors (1032 km) 569 d.: 5, 14, 16, 17, 19, 32, 43, 44, 48 (22/17)
31-07 Bergerac (992 km) 1271 d.: 20, 41, 62, 79 (18/9)
2016
05-06 Limoges (863 km) 922 d.: 9, 10, 44, 61 etc. (18/10)
18-06 St. Vincent (1173 km) 427 d.: 2, 7, 9, 12, 30, 32, 38 etc. (18/11)
24-06 Perigueux (953 km) 1054 d. : 6, 11, 17, 36, 40, 46 etc. (13/9)
08-07 Albi (1043 km) 733 d.: 2, 10, 11, 16, 30, 41, 42 etc. (14/10)
15-07 Orange (969 km) 338 d.: 2, 3 etc. (11/9)
29-07 Cahors (1032 km) 722 d.: 3, 4, 7, 10 etc. (16/15) 
05-08 Bergerac (992 km) 959 d. : 13, 18, 25, 26 etc. (15/11)
2017
02-06 Limoges (861 km) 813 d. : 1, 6, 8, 37, 48, etc (28/22)
16-06 St. Vincent (1173 km) 446 d.: 1, 2, 3, 6 etc. (14/10)
23-06 Ruffec (887 km) 1448 d. : 5, 22, 55, 70 etc. (20/15)
07-07 Dax (1160 km) 391 d. : 1, 2, 8, 10 etc. (10/9)
15-07 Cahors (969 km) 602 d.: 1, 7 etc. (21/13)
29-07 Bergerac (992 km) 1.246 d.: 9, 18, 36, 42, 47, 67 (13/12)
05-08 Cahors (1032 km) 769 d.: 3, 5, 8 etc. (25/14)
2018
02-06 Limoges (861 km) 825 d.: 1, 2, 6, 7 etc.(24/16) afd. 10
16-06 St. Vincent (1177 km) 404 d.: 4, 6, 12 etc. (11/6)
22-06 Perigueux (953 km) 1168 d.: 1, 2, 4, 5, 9 afd. 10
    Noordelijke Unie 10.531 d. 1 (26/16)
13-07 Orange (969 km) 405 d.: 1, 2, 3, 8 etc. afd. 10
Sector 4 1.081 d. : 1, 3, 6, 14, 22, 23, 33 etc.
    NU 4663 d.: 2e (21/14)
03-08 Perigueux (928 km) 583 d.: 1,9 etc. (15/12) afd. 10

Nationaal kampioenschap Marathon NPO (onaangewezen):
2016: 1e
2017: 2e
2018: 7e

2014: 1e Nat. Asduif Marathon WHZB-TBOTB 
2019: Olympiadeduif Marathon Poznan

Prof geworden

Gerard maakte van duiven zijn beroep. Aanvankelijk nam hij de dierenspeciaalzaak van zijn ouders over en bouwde die verder uit. Maar met zijn verhuizing naar Ermerveen in 1998 koos hij voor 100% voor de duiven. Die eerste jaren in Ermerveen zijn ook synoniem met de steile opgang van een van de meest spectaculaire kweekkoppels die de duivensport tot nu toe heeft gekend. Olympiade duif ‘Gentil’, een Janssen-van Loon doffer vormde samen met ‘Golden Lady’, een dochter van de ‘Kannibaal’ van Dirk en Louis Van Dyck, voor een koppel dat tot op de dag van vandaag van enorme invloed is geweest . Bij Gerard zelf, maar niet in de laatste plaats bij een scala aan topliefhebbers die er de vruchten van plukten. De beste duiven in Ermerveen dit seizoen zijn nauw aan dat fameuze koppel verwant.
Om van duiven je werk te kunnen maken moet je naast goed spelen ook de juiste mensen treffen die je op weg helpen. Jan Hermans speelde daarin een belangrijke rol. Die nam hem ook mee naar het verre oosten en liet hem kennis maken met de liefhebbers en de duivencultuur in Azië. Dat scheelde een slok op een borrel en Gerard vond er moeiteloos zijn weg. En bouwde een naam en een netwerk op, dat er samen met doorlopend presteren (thuis en elders) voor zorgde dat de naam Koopman anno 2018 slaat als een klok! 

De zoektocht naar goede duiven

Met de duiven van Gebr. Janssen, Arendonk en Louis van Loon, Poppel slaagde Gerard in eerste instantie het best. Om ze uit ook uit de allerbeste van die mannen in bezit te krijgen, daarvoor moesten toch nog heel wat tripjes ondernomen worden. 
In de beste duiven van dit moment stroomt het bloed van deze duiven nog steeds. Om dat te illustreren het volgende. De doffer van het reeds genoemde basiskweekkoppel is Olympiadeduif ‘Gentil’. Hij is een zoon van de ‘Eric’ (3x 1e in groot verband), op zijn beurt een zoon van ‘Raket 84’ x ‘van Loon 112’. En ‘Raket 84’ is een zoon van de ‘Jonge Raket van ‘76’ van Gebr. Janssen die maar liefst 15 eerste prijzen won. De moeder van ‘Gentil’ is een dochter van de ‘Zitter’ x ‘van Loon 314’. De ‘Zitter’ heeft als moeder het ‘Gouden Duifje’ (ook moeder van de ‘Beatrixdoffer’) , een dochter van het ‘Goed duifje van 72’ (Dochter ‘Jonge Merckx’). Een duivin die meerdere eerste won in Arendonk. En bovendien grootmoeder is van de ‘Jonge Raket van ’76’. 

De duivin van het basiskweekkoppel is ‘Golden Lady’, een directe dochter van de ‘Kannibaal’ van Dirk en Louis Van Dyck, een fenomeen op de halve fond en 1e nationale asduif H.F. K.B.D.B. in 1996. En op zijn beurt een zoon van ‘Rambo’ met 3 x 1e Halve Fond in Union Antwerpen. En het zijn de nazaten van de hierboven beschreven duiven die ook dit jaar het verschil maakten. De beste duiven 2018 zijn allemaal gekweekt uit twee kleinkinderen van ‘Kleine Dirk’ en ‘Ermerveens’s Hope’, en dat zijn zelf respectievelijk een zoon en een kleinzoon van ‘Gentil’ x ‘Golden Lady’. Met beide doffers is overigens wel iets bijzonders aan de hand. ‘Kleine Dirk’ was een fenomeen en ‘Ermerveen’s Hope’ was in feite zijn evenknie en 1e Olympiade duif 2003 cat D. Allround. Beide gaven niet direct duiven die zelf de boel op stelten zetten, maar in de nakweek bleken ze goud waard. Van ‘Kleine Dirk’ is bekend dat hij in tweede generatie wonderduiven gaf als bijvoorbeeld de ‘Harry’ van Jan Hooymans. In tweede generatie is hij grootvader van ‘Goudband’, de moeder van de beste duiven in Ermerveen dit jaar. Met ‘Ermerveen’s Hope’ is hetzelfde aan de hand. Het zijn veelal zijn kinderen die toppers op de wereld zetten en waar veel liefhebbers mee lukten. Hij is bij Gerard zelf grootvader van ‘New Hope’, de moeder van twee cracks in 2018: ‘Alawa’ en ‘Bert Junior’. In mijn ogen is ‘Ermerveen’s Hope’ de meest onderschatte Koopmanduif. Ondanks dat hij zelf als vlieger uniek was lijkt deze doffer een beetje ondergesneeuwd in het publicitaire geweld rondom generatiegenoten ‘Kleine Dirk’ en ‘Amoré. De laatste is ook weer een kleindochter van ‘Gentil’ en ‘Golden Lady’. De les uit dit verhaal is dat steengoede vliegers niet altijd in eerste lijn voldoen in de kweek. Maar dat de kinderen en kleinkinderen wel fantastische kwekers kunnen zijn. De raad van Louis van Loon was destijds dan ook om van echte cracks steeds twee kinderen direct op het kweekhok te plaatsen. 

Grote volières.Natuurlijk werden er door de jaren nog heel wat duiven bijgehaald, maar wel steeds meer de super zelf. Dit in navolging van en op het advies van Louis Van Loon liefst uit een goede familie komt met meerdere goede broers en zusters. ‘Supercrack Rik’ is zo’n voorbeeld. Gerard vroeg tijdens een bezoekje aan België aan Rik Hermans of hij nog ergens een goede duif wist. Rik noemde de duif van Herman van Sande die dat jaar twee provinciaals had gewonnen en Gerard ging er op af. De duif beviel hem en ook de goede familie bleek aanwezig. Het werd een uitzonderlijke kweker die op 11- jarige (!) leeftijd drie duiven gaf die dit jaar de boel op een hoopje vlogen. Om melker te blijven moet je volgens Gerard de goede (prestatieduiven) beslist niet verkopen. En eigenlijk was de stelregel eerder altijd dat een duif vijf jaar lang goed moet zijn en in zijn vijfde jaar nog net zo hard moest gaan als jaarling. Om er daarna van te gaan kweken. Dat laatste is nu wel verlaten en duiven die als jaarse en tweejaarse uitzonderlijk presteren worden als driejaarse al op het kweekhok gezet. De cracks van 2018 verhuizen allemaal naar de kweekboxen. En daar zit je dan weer jarenlang goed mee.
En wat goed is om te beseffen: in Nieuw-Amsterdam werd dertig jaar geleden al de keuze gemaakt om zich toe te leggen op de dagfond. Daarbij werden ook pijnlijke keuzes gemaakt. Bijvoorbeeld om afscheid te nemen van uitzonderlijke midfondduiven die het verdere werk niet aan konden. Door een selectie van ruim dertig jaar, met veel uitproberen en het koesteren van de duiven die wel bevielen, lukte het om een stam op te bouwen die omstandigheden als in 2018 goed aankunnen. “Dat vergt tijd omdat je in duivensport niets kunt forceren” volgens Gerard. Een van de eerste vluchten die door Gerard en zijn vader werd opgerold was een pittige nationale Orleans jonge duiven in 1993 (1100 mpm). Cees Hanegraaf, Hank stal toen in Zuid-Nederland de show met een wereld uitslag en een serie kopduiven waar zoveel geld achter stond dat het begon te duizelen. (Cees veranderde het geweer van schouder en werd in 2014 Keizer Grote Fond ZLU). In Noord waren de Koopmannen de absolute blikvangers en lieten ze hun dagfond ambities zien op 639 km met 1, 2, 3 etc. tegen 8.645 j.d. Met eveneens een smak geld achter de eerste duiven.

Huisvesting dagfondduiven

Om goed te presteren heb je goede hokken nodig. Dat staat voor Gerard als een paal boven water. De hokken, gemetseld in steen, staan zuidzuidoost georiënteerd (15 graden meer oost dan pal zuid om precies te zijn) en daar werd na het optrekken ervan heel wat aan verbouwd. De kelder onder de hokken ging rap weer dicht vanwege te veel op het hokklimaat van de drie k’s; kil, klam en kelder (vrij naar Arie van den Hoek). De hokken zijn diep dus daarom kwam er ook flink wat glas in het dak. Binnen in de grote kap werd eerst vlasdoek direct onder de pannen aangebracht om trek te voorkomen. Uiteindelijk werd tien jaar geleden de hele kap van binnen betimmerd met hout. Ook alle wanden zijn van hout. Onbehandeld en niet geverfd of gewit zodat alles kan ademen. In feite kan er door de aangebrachte betimmering geen vlieg in of uit, maar de ruimte boven de duiven heeft door de hoogte wel veel volume. 
Boven de woonbakken zit een dicht plafond en alleen boven het looppad voor de afdelingen is een strook van een meter breed opengelaten. Wel wordt er ruim gelucht tijdens de training. Dan staat alles tegen elkaar open. Zuurstof naar binnen en het stof eruit. Er wordt veel aan gedaan om zo weinig mogelijk stof in het hok te hebben. Naast veel luchten worden ramen gezeemd en vloeren gedweild. Eens per jaar is het bovendien grote schoonmaak en wordt alles, inclusief de kap flink onder handen genomen. Het zorgt volgens Gerard voor een gezonder klimaat. De duivinnen zitten bij meer dan 10 graden overdag buiten de een open volière voor de hokken. ’s Nachts zitten ze binnen. Bij de doffers is dat ook geprobeerd maar dat beviel niet. De jonge duiven struinen overdag op en rond de hokken en volières en dat verdragen doffers blijkbaar minder goed.
De woonbakken van de weduwnaars staan in redelijk smalle en diepe afdelingen tegen over elkaar, en er zijn opklapbare motivatie planken aangebracht op de achterwand.
Alle drinkbakjes zijn op een meter hoogte weggewerkt in de voorwand van het hok en zijn van glas. Het water blijft zodoende schoon. De duiven drinken bovendien altijd door de houten spijltjes en dat bootst een beetje het drinken in de manden na.

Het systeem is ondergeschikt aan de kwaliteit

Het systeem van verzorgen is volgens Gerard ondergeschikt aan de kwaliteit van de duiven. Maar het systeem in Ermerveen zorgt wel voor optimale condities en het maximaal haalbare.
‘Wanneer je niet rechtstreeks tegen hem speelt ken je de kracht van Koopman niet’ hoorde ik één van zijn grootste concurrenten eens zeggen. “Hij kan zoals iedereen niet in een duif kijken maar heeft geweldige atleten en haalt er echt alles uit wat er in zit”. Een compliment natuurlijk. Het zal voor het grootste deel de soort zijn maar ook de training en verzorging. En wat ook bekend is, is dat Gerard alles tot op de bodem uitzoekt. Hij denkt werkelijk over ieder detail na. Een voorbeeld is soja. Als voormalig verkoper van voer heeft hij natuurlijk veel kijk op duiven eten. Zijn vaststelling was dat duiven geen soja lusten wanneer je het ‘puur’ aanbiedt. Dat wil zeggen ongebrand of zo u wil niet getoast. Niet veel melkers zullen dat zo getest hebben. Gerard wel en zijn conclusie is helder. Ze nemen het met veel tegenzin op, dus is het ongeschikt als duivenvoer. Ook niet als het eerst getoast wordt, dat maakt dan volgens hem geen verschil meer. Hij vertrouwt op het instinct van de duiven en daarom mogen ze in volle seizoen ook steeds zelf kiezen. En krijgen ze voor zware opdrachten ook steeds nieuw voer aangeboden, voordat het vorige op is. Dat schapenvet dan weer wel geschikt is heeft veel te maken met de te verteren trainingsuren (minimaal 2,5 uur per dag) en de vele kilometers die de duiven in het seizoen moeten maken; na een aanloop van vijf vitesse vluchten minstens tien weken aan een stuk afwisselend een midfond en een dagfondvlucht waaronder Bourges (703) en Chateauroux (754 km). Zonder vetten, deels dierlijk, gaat dat niet is de stellige overtuiging van Gerard en de resultaten geven hem gelijk. Daarom ook dat de duiven elke dag in volle seizoen na iedere voederbeurt een dessert van 2 gram per duif krijgen van een mengsel dat bestaat uit gemalen pinda’s (60%), kaas (30%) en schapenvet (10%). In de winterperiode krijgen de duiven ook gemalen eikels en wortelen voorgeschoteld. Gerard denkt dat ze daarmee een noodzakelijke aanvulling van natuurlijke stoffen binnenkrijgen. 

Training

Troyes in 1999 was een cruciaal leermoment. Het was een gemakkelijke aanloop naar de eendaagse fond met snelle vitesse vluchten en één lichte midfond vlucht. Troyes ( 530 km) volgde de week daarna( begin mei), was keihard en werd gewonnen door ‘Kleine Dirk’. ’s Avonds ontbrak echter de helft van de jaarlingen op het appel ! Duiven gezond, prima in conditie, van de goede soort en dan toch zo opzichtig falen. Dat moest aan de voorbereiding liggen dacht Gerard. Het jaar daarop hetzelfde vliegprogramma en dezelfde aanloop. Ook gemakkelijke vitesse en één rappe midfondvlucht voor opnieuw een pittige 1e fond. Maar Koopman bracht zijn duiven nu tussendoor zelf twee keer naar de Belgisch-Franse grens en voilà: de hele uitslag opgerold en duiven die er gemakkelijk doorkwamen. Ook klasse duiven moeten heel goed ingevlogen zijn om een pittige dagfondvlucht goed aan te kunnen is de boodschap. In 2018 was dat wegbrengen niet nodig omdat het vliegprogramma veel meer opbouw kende met meerdere midfondvluchten voorafgaande aan de 1e dagfondvlucht. In 2018 werd ook, tegen de gewoonte in, voorzichtig omgesprongen met de jaarlingen die eigenlijk wat te weinig ervaring hadden (taartjongen). Ze gingen de eerste dagfondvluchten niet mee, ook gezien de eerste fondvlucht in 2017 die op een halve ramp uitliep voor liefhebbers in het noorden. Het is goed bevallen en één van die taartjongen, ‘Alawa’, beloonde de patron met fabelachtige prestaties einde seizoen. De duiven werden het afgelopen jaar in de maand april verduisterd. Niet langer om de vorm niet te ver weg te drukken. En 10 uur licht en 14 uur donker. Ze trainden twee keer per dag een uur en een kwartier en kwamen gaande weg het seizoen steeds beter in vorm. Alle vliegers hebben een partner thuis die pas voor Bourges de eerste keer bij de inkorving werd getoond. En ook voor Chateauroux werden de partners, en nu langer, getoond. Het resulteerde in een serie prachtige uitslagen op de dagfond:

Troyes (531 km) afd.10 (z) 2.485 d.: 10, 11, 15, 29, 41, 46, 52, 55, 76, 87, 98 (65/33)
Chalons en Champagne (455 km) afd.10 (z) 2.315 d.: 5, 9, 22, 23, 30, 32, 35, 43, 48, 54, 73, 74 (72/40)
Sens (566 km) sector 4 8.585 d.: 3, 4, 5, 8, 26, 27, 49, 66 (98/53)
Bourges (703 km) sector 4 5.877 d.: 1, 2, 3, 4, 5, 7, 10, 11, 12, 15 ,17 ,18, 23, 26, 29, 31, 33, 34, 44, 48, 55, 73, 99 (95/66) 
Chateauroux (754 km) sector 4 3.647 d.: 1 (1e get.), 3 (3e get.) , 4, 5, 8, 9 (2e get) , 10, 12, 14, 15, 17,19, 20, 25, 31, 32, 33, 38, 39, 46, 48, 50, 51, 52 etc. (77 /51 )

Van de duiven die voor het meeste vuurwerk zorgden zijn er drie volle broers en zusters; ‘Manu’, ‘Paco’ en ‘Amadi’. Alle drie zijn het kinderen van ‘Supercrack Rik’ van Herman van Sande en ‘Goudband’, een kleindochter van ‘Kleine Dirk’. Absolute aanvoerster van de vliegploeg was diva ‘Manu’ met 1e nat. Bourges 5.877 d. sector 4 en 1e nat. Chateauroux 3.647 d. sector 4 en snelste van sector 2, 3 en 4 samen van 19.193 d. Echt uniek, waarbij ze ook nog eens 17 minuten vooruit vloog in de sector op Chateauroux. Een duif die maar eens in de zoveel jaar geboren wordt zoveel is zeker. Daarnaast stalen twee kinderen van ‘New Hope’ de show (‘Bert Jr.’ en ‘Alawa’) en zij is een dochter van ‘Golden Lady’ en een kleindochter van ‘Ermerveen’s Hope’.

Medisch kort op de bal

Gerard is er heel erg duidelijk in; wanneer je zelf maar wat aanmoddert gaat het wellicht zeven op de tien jaar goed, maar kan het ook gruwelijk fout gaan en dan krijg je ze meestal niet meer op de rails. Waar Gerard kennis verwacht gaat hij naar toe. Ook daarin wil hij zich blijven verbeteren.
Als hij een besmetting vermoedt wordt alles uit de kast gehaald om uit te vinden wat het is. En durft hij meerdere dierenartsen te consulteren. Tijdens het seizoen wordt overigens iedere veertien dagen ook de mest door een dierenarts gecontroleerd.

Typische afdeling in het vlieghok met bakken tegenover elkaar.Beoordeling duiven

Duiven beoordelen in de hand is een hachelijke zaak volgens Gerard. ‘Black Power’ bijvoorbeeld werd in zijn opdracht op een publieke verkoping gekocht door iemand anders en toen Gerard hem ’s avonds uit een mandje haalde viel hij hem zwaar tegen in de hand. Omdat hij aan alle eisen voldeed - goed gevlogen, uit een geweldig koppel en veel goede familie - werd hij toch op de kweek gezet en werd vader o.a. van ‘Amoré’, 1e nationale asduif fond en Olympiadeduif. En wat hebben de nazaten van deze crackduivin niet teweeg gebracht ? Nog een ander voorbeeld waarbij het heel anders uitpakte: Louis van Loon ging met zijn broer op een verkoopdag een duif bekijken die hard gevlogen had. Maar hij viel de mannen zwaar tegen. Ze kochten hem niet. Toen later een streekgenoot hard van leer trok bleek het toch wel met nazaten van die bewuste duif te zijn zeker. Of hoe ook een zeer ervaren melker zich kan vergissen bij keuring in de hand ! 

Meerdaagse fond

Voor de overnachtfond geldt in feite hetzelfde verhaal. Gerard vond daarin een evenknie van Louis Van Loon in Noël Peiren. Die hij overigens even hoog acht. Een dagje Peiren is een feest maar het voert binnen het kader van dit verhaal te ver om dieper in te gaan op deze discipline.

Doorwerking

De duiven van Koopman brachten heel wat teweeg de laatste decennia. Gerard presteert er zelf, na heel wat jaren aan de top, nog steeds op het allerhoogste niveau mee. Melkers die putten aan de bron in Ermerveen zagen dat ze zich vrijwel direct spectaculair verbeterden; Gerard en Bas Verkerk, Ruud Bakker, Jo en Florian Hendriks en Gebr. Scheele om enkele melkers die actueel nationale top in NL zijn te noemen. Ze zagen de prestaties stijl de hoogte in gaan met inbreng van Koopman duiven. Bennie Steveninck ondervond hetzelfde en ook Jan en Rik Hermans die de 1e nationaal Bourges uit een directe Koopman duif kweekten. Ook op éénhoksraces blinken de Koopman duiven uit. Het meest recente en spectaculairste voorbeeld is de asduif van James Huang in de Pigeon Pioneer Club dit jaar. Nog niet eerder vloog er zo’n exceptionele asduif in deze loodzware competitie en nog niet eerder werd een duif voor zoveel geld geveild. Zowel de vader als de moeder komen uit een rechtstreekse Koopman duif !

Trendsetter

We durven Gerard een icoon noemen die de duivensport op een hoger plan tilde door het vormen van een geweldige familie dagfondduiven. En daarnaast niet schroomde om nieuwe wegen te bewandelen in voeding en training. 
En bovendien als mens een sieraad voor de sport is !

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.