DUIVEN VOOR DUMMIES - Jeske & Benjamin De Backer

Onderwerp: 

Duiven voor dummies

Op weg naar nummer 2 in het rijtje van starters! Bij de eerste contacten via mail en per telefoon had de vader-dochtercombinatie zijn ambitie op de grote fond uitgesproken. Allerminst een makkelijke opdracht als je het mij vraagt.

Na ons vorige bezoek bij Lisa is er opnieuw die gezonde nieuwsgierigheid. Wanneer je bij een kampioen in onze sport op bezoek gaat, weet je ongeveer wat je te wachten staat. Nu is dat volstrekt onbekend terrein. Maar het is daarom zeker niet minder interessant. We trokken aan de bel en de deur ging open. Een enthousiaste Benjamin deed samen met een iets meer timide dochter Jeske de deur open. 
Tien minuten later en een tas koffie rijker kon de ontdekkingstocht van start gaan. Jeske moest nog wat wennen aan die aandacht en dus stak Benjamin van wal: “Alles is gestart met een gekwetste vreemde duif. Jeske had die water en kippeneten gegeven. Uiteindelijk konden we die ook vangen en via via bekwamen we het nummer van de eigenaar. Maar die wou zijn duifje niet terug. Op dat moment dacht ik, wat nu met die duif? Het was ook meteen duidelijk dat Jeske die wou houden en verder verzorgen. Ik dacht, dit is een bevlieging en dat waait wel over. Toch knutselden we met wat houten planken een hokje in elkaar. Het duifje had nu een dak boven zijn hoofd en je zag duidelijk dat onze dochter met de dag enthousiaster werd. Tot op een dag het duifje verdwenen was. Waarschijnlijk was ze voldoende gerecupereerd geraakt om de tocht huiswaarts te starten. Je zag de ontgoocheling in de ogen van Jeske! Het deed hartzeer... Maar we hadden nu dat hokje en dus haalden we wat ongeringde duifjes. Achteraf bleken het drie mannetjes en één vrouwtje te zijn. We hadden dus vier duiven, wat nu? Ik moet eerlijk bekennen dat ik ook heel snel de smaak te pakken gekregen heb. Ik ben een gepassioneerd kweker van sierkippen. Dus ik dacht, duiven dat moet toch ook wel lukken. Samen met de dochter zochten we informatie op het wereldwijde web, haalden nestmateriaal en zo was de trein in 2018 vertrokken.”

Jeske en Benjamin met hun mentor Joost.

Ondertussen is Jeske ontdooid. “Ik geef alle duiven die we hebben een naam. Elke dag stuif ik na school richting duivenhok. Ik kuis elke dag de duivenhokken en geef ze eten en drinken. Daarnaast pak ik ze graag eens in de hand om ze te strelen of speel ik er mee in hun nestbak.” 
Dat wil ik zien, dacht ik bij mezelf. We lanceerden ons tussen de buien door richting het hok. Helemaal achteraan in de tuin zie ik een kleine plankenconstructie staan. Benjamin zag mijn interesse. “Dat is ons eerste hokje. Je ziet, het stelt niet al te veel voor. Ondertussen zitten daar geen duiven meer. Er is op korte tijd altijd maar bijgebouwd. Mijn kippen moeten wijken voor de duiven. We hebben gezocht naar een occasiehok om het op een goede manier aan te pakken.” De deur van het hok gaat open en inderdaad, hiermee kunnen Jeske en Benjamin zeker competitief zijn. Jeske stuift op het hok en neemt er eentje in de hand. Het is fascinerend dat de duiven van kinderen veel minder schrik hebben. De duif lijkt als het ware Jeske volledig te vertrouwen. Ik denk spontaan aan de moeite die ikzelf soms moet doen om een duif te vangen. Maar soit, we dwalen af. Het hok telt vier compartimenten. Ik ben dus wel benieuwd wat de bedoeling is met de duiven anno 2020. 
Benjamin steekt van wal. “Ik zou eerst nog even willen schetsen hoe we hiertoe gekomen zijn. Zoals daarnet verteld hadden wij onze ongeringde duiven aan de kweek gezet en dit resulteerde in vier jonge duifjes. Die hebben we een ring opgeschoven en getraind. De duiven gingen in hun geboortejaar in de mand. De duiven zorgden bij mezelf voor een nieuwe uitdaging. Jaren heb ik met mijn kippen nationale en internationale prijzen gewonnen. Gaandeweg begon bij mij het verlangen te groeien om ook in de duivensport prijzen te winnen samen met Jeske. Pas op, ik ben er mij van bewust dat dit niet zo gemakkelijk zal zijn. Ikzelf ken niets van duiven en Jeske evenmin. Ik omschrijf het als een microbe en ze heeft ons beiden hard te pakken. En op zo’n moment ga je verder zoeken en zo zijn we terecht gekomen bij Norbert De Vuyst. Die gaf ons tips en via hem bekwamen we ook wat extra duiven. Dit zorgde onmiddellijk voor wat bevolking op ons nieuw duivenhok en die jonge duiven konden we in hun geboortejaar leren. Momenteel hebben we 28 jaarse duiven die we graag in 2020 op de wedstrijden voor lange afstanden willen inmanden.”

Het allereerste hokje dat inmiddels niet meer wordt gebruikt.

Mooi dacht ik, maar ik kreeg ook het gevoel dat er toch wel al wat kennis was. We kwamen op het hok bij de doffers. “Welke is je mooiste duif?” Het lag eruit vooraleer ik er erg in had. Ik besefte onmiddellijk dat dit misschien wel een moeilijke vraag kon zijn. Maar Jeske antwoordde al even snel. 
“Die daar! Ik pak hem even.” Jeske wees naar een bont gekleurde duif die er inderdaad olijk uitzag. Het was mij meteen duidelijk waarom ze deze uitkoos. Ik kreeg de duif ter hand en polste nog even verder bij de papa. “Ik moet eerlijk zijn. Mooie kippen kweken is voor mij geen uitdaging meer, mooie duiven kweken is iets anders. Ik weet de mooie van de minder mooie duiven nog niet te onderscheiden, Jeske evenmin uiteraard. Maar het gaat verder. Het model is één iets, de algemene gezondheid van de duif is een tweede luik. Ik weet niet wanneer een duif gezond is of ziekteverschijnselen vertoont. Dat maakt het bijzonder moeilijk. In 2019 konden we voor basiskennis terugvallen op Norbert die ons tips gaf en kon zeggen wat we moesten doen. Maar helaas is Norbert onlangs overleden en hebben we niemand meer waar we voor diepgaande kennis bij terecht kunnen.”

Inderdaad, eind 2019 zijn de duiven van Norbert De Vuyst in publieke verkoop aangeboden geweest. Ik bedacht mij onmiddellijk hoe nobel die man was om die taak op zich te nemen, maar tegelijkertijd hoe spijtig het voor Benjamin en Jeske was... En dat net op het moment dat zij echt zouden beginnen aan de zware fondwedstrijden... Hoe gaan ze dat aanpakken? Ik polste dus naar hun kijk op hun eerste wedstrijden.

“Dat gaat goed lukken!” Klonk het bij een enthousiaste Jeske. “Als jonge duif hebben we er een aantal verloren. Maar nu kennen ze de weg naar huis.” 
Als dat maar goed komt, dacht ik bij mezelf. Fond spelen is zeker geen snelheid. Als duiven niet tiptop in orde zijn, zullen die zeker niet naar huis komen... Ik kon blijkbaar mijn bedenkelijk gezicht onvoldoende verbergen, want Benjamin nuanceerde onmiddellijk. “Tja, we hebben de jonge duiven geleerd. Eerlijkheid gebied mij te zeggen dat we geen enkele deftige prijs gespeeld hebben met de jonge duiven. Die kwamen steevast te laat en hadden vaak de hele dag nodig om thuis te geraken. Soms kwamen er ook een aantal de dag erna of nog later... Maar we waren altijd super content als ze allemaal thuis waren geraakt.”

Ik maakte duidelijk dat de zware fond dan wel nog voor wat extra uitdagingen zou gaan zorgen. Maar het was duidelijk dat ook Benjamin daarmee bezig was. “Kijk, we zijn er ons van bewust dat we het op eigen houtje niet gaan redden. Maar we zijn wel ambitieus om er iets van te maken. We zijn dan ook fantastisch blij met jullie initiatief betreffende de jonge melker. Graag wil ik met een anekdote duidelijk maken dat we keihard ons best zullen doen. Daarnet vertelde ik dat we in ons eerste jaar vier duifjes een ring hadden opgeschoven. Wel als jaarling hadden we er daar nog twee van over. We zijn die verder blijven meegeven en hebben daarin de raad van Norbert opgevolgd. Die was in alle eerlijkheid nogal sceptisch, maar hij heeft ons goed geholpen. Uiteindelijk hebben we er eentje meegegeven op Agen, ons ‘Schoonoogske’. De dag van de lossing was er enkel in Frankrijk al wat thuis. ’s Anderdaags zijn we in alle vroegte beginnen kijken, maar die zondag kwam ons ‘Schoonoogske’ er helaas niet door. Op dat moment begonnen we toch wat te vrezen. Onze opluchting was dan ook groot toen we maandag ons duivinnetje op de valplank zagen zitten. Maar we wilden ze nogmaals in de mand krijgen, op Narbonne. Norbert verklaarde ons zot, maar gaf ons na lang aandringen een mooi schema. We hebben zijn raad opgevolgd en ‘Schoonoogske’ ging terug de mand in. Uiteindelijk werden de duiven op maandag gelost. Maar tegen ’s avonds hadden we er helaas nog gene thuis. ’s Anderdaags stond er van alles op het programma en konden we niet continu blijven kijken. Dat uitstellen van die lossing, daar hadden we niet echt rekening mee gehouden. Ons geloof was na de vorige keer trouwens ook wel wat weggeëbd. Ik had onze occasie klok uit het stopcontact getrokken. Dat ding begon het serieus warm te krijgen. Ik dacht bij mezelf, ik kan ons kot toch niet laten afbranden voor die ene duif. Die zal wel niet komen... Maar plots ergens rond 8 uur ging de telefoon. ‘De duif is thuis!’ zei mijn vrouw. Direct complete paniek... Maar na veel vijven en zessen ging de duif in de klok en de aanmelding gaf een 10de lokaal van 61 jaarlingen. Ik moet u niet vertellen hoe uitzinnig van vreugde wij toen waren. Maar het heeft ons ook nog eens extra gesterkt in het idee dat wij wel degelijk prijs kunnen pakken met de juiste begeleiding.”

Op dat moment kon en wilde ik hen geen ongelijk geven. Maar met 1 duif een prijs pakken of met 28 jaarlingen wat prijzen pakken, er is daar wel nog een grote kloof tussen... Maar goed, het maakte mij ook duidelijk dat het potentieel om er iets moois van te maken wel degelijk aanwezig was. Ondertussen waren we aanbeland bij het kweekhok. Ik zag daar een vrij omvangrijk peloton duiven zitten. Jeske wees in al haar enthousiasme de ene na de andere duif aan en noemde hen bij naam. Vaak nam ze die ook ter hand en speelde er wat mee. De charme van de duivensport, zo zou ik het verwoorden. Maar de hoeveelheid aan duiven baarde mij wel wat zorgen. Wat zouden ze met al die duiven gaan doen. “Dit zijn onze kwekers. Maar we weten niet welke goed zijn of welke slecht zijn. Dus we gaan uit al deze duiven jongen ringen.” Ik begon een teloefening te maken en trok blijkbaar opnieuw een bedenkelijk gezicht. Het is niet aan mij om die beslissing te nemen, maar wat zouden Jeske en Benjamin gaan aanvangen met 100 jonge duiven? Het was voor mij op dat moment duidelijk, hulp is noodzakelijk! Op naar de mentor!

De hokken van Benjamin en Jeske.

We zochten dus een Oost-Vlaamse topper op de zware fond en daar viel al vrij snel de naam van Joost De Smeyter. Het enthousiasme in Melden was groot en dus trokken we met z’n allen naar de Koppenberg. We konden terug aan de koffie en de paaseieren. Ondertussen schetsten Benjamin en Jeske de stappen die zij reeds hadden gezet. We toonden onmiddellijk ook de foto’s van de accommodatie van onze twee nieuwkomers in de duiven-
sport. Het duurde niet lang of de topsportmentaliteit in Joost nam de bovenhand. 
“Ik denk dat dat je beter de plafonds op het nieuwe hok een stukje dichter maakt. Op deze manier creëer je tocht bij de duiven en dat is niet oké. In de winter wil ik mijn duiven harden en sterker maken door zo veel mogelijk bloot te stellen aan de wetten van de natuur. Nu komt het seizoen altijd maar dichter en willen we hen eerder behandelen als topsporters. We willen van nu namelijk dat ze elke week dat stukje dichter bij hun hoogvorm komen. Geef hun voldoende verluchting, maar let op met tocht.”
Je ziet onmiddellijk dat Jeske en Benjamin naar voor schuiven op hun stoel. Maar Joost was gelanceerd en het ging verder. “Ik zie ook een kweekhok met zeer veel duiven. Het lijkt mij opportuun om deze toch even op degelijkheid te selecteren. Ik ga je ook zeggen waarom. Ten eerste moet je ervoor zorgen dat de kolonie beheersbaar blijft. Ten tweede moeten zware fondduiven toch aan een aantal criteria voldoen. Ik kan je niet met absolute zekerheid zeggen welke de toppers van je kweekhok zullen worden. Maar ik kan je wel zeggen welke het zeker niet zullen worden. Laat ons binnenkort deze er toch even uithalen. Maar vertel eens, wat willen jullie doen met die jaarlingen?” 

Jeske was duidelijk nog niet uit haar lood geslagen. “We gaan er Agen en Narbonne mee spelen.” Op dit moment schoof Joost toch even zijn stoel naar achter. Je moet weten dat dit voor een jaarling zeker geen sinecure is en een zeer harde leerschool betekent. Maar het was duidelijk. Vader en dochter waren overtuigd van hun gelijk. Joost dacht even na en na wat korte heen-en-weer-vragen kwam er een volgende wijze raad. “Ik hoor dat je duivinnen met elkaar onderling paren. Dat is op zich niet zo slecht. Ik zou de gepaarde koppels dan ook een nestbak geven bij het koppelen van de duiven voor hun grote afspraak. De overige laat je maar vrij op het hok. Wanneer je ziet dat er een koppeltje zich heeft gevormd tussen doffer en duivin, sluit je deze op. Zo ga je verder tot alle vliegduiven een koppel vormen. Dit zal niet al te lang duren. Wanneer ze met eitjes liggen is het de verantwoordelijkheid van de liefhebber om voor voldoende ritme te zorgen. Extra trainingsvluchten zijn dan ook een must. Daarnaast moet je ze van bij het begin conditioneren om een uur te vliegen. Eenmaal een duif daarop is geprogrammeerd, gaat het een stuk makkelijker.”

Een nieuwe wereld ging duidelijk open voor Jeske en Benjamin. Je zag onmiddellijk de dankbaarheid voor het assortiment aan tips dat werd afgevuurd. Maar Joost was op dreef... 
“Vanaf heden zorg je best ook al voor wat natuurlijke ondersteuning. Zelf geef ik de producten van Belgavet in een soort alles-in-één-assortiment dat ik met hen kon ontwikkelen. Zo ben ik er zeker van dat de duiven alles hebben gekregen wat ze nodig hebben. Hier start je best al mee gezien het seizoen toch voor de deur staat. Ik wil jullie er graag ook op attent maken om zeker op geregelde tijdstippen de duiven te laten controleren.” 
Da’s just dacht ik bij mezelf. Maar welke dierenarts spreken we hiervoor aan? Eigenlijk kwam het antwoord voor ik de vraag in mijn hoofd kon formuleren. Pascal Lanneau uit Moen is een topper in zijn vak, die moeten we contacteren. Ik belde hem even, maar na drie woorden was duidelijk dat ook Pascal zijn schouders mee onder ons project wou zetten. Dat was dan ook weer geregeld.

De conversatie tussen Joost, Jeske en Benjamin was geland in een amicaal gesprek. Maar dat veranderde al gauw toen nogmaals duidelijk werd hoeveel kweekduiven gehuisvest waren in Lokeren. “Benjamin en Jeske, ik wil jullie zeker niet zeggen wat kan en niet kan. Dat is niet mijn taak. Maar naar mijn gevoel raak je in een situatie van overbevolking. Daarnaast moet je kijken hoeveel tijd je kunt steken in je duiven om het top te doen. Ik zou het aantal te kweken jonge duiven wel beperken tot een 50-tal duiven. Ik besef dat daar in de eerste jaren veel mindere goden zullen bijzitten. Maar als je telkens degene er uithaalt die passen in jullie systeem bekom je op termijn een collectie degelijke kweekduiven. Met ander woorden, ga stap bij stap!”

Een wijsheid als een koe. Het is ook een redenering die de meeste gevorderde liefhebbers al kennen. En jawel, ook bij Benjamin en Jeske begint het te dagen. Hun passie voor de duivensport betekent niet dat er niet zal moeten nagedacht worden. 

De hokken van Benjamin en Jeske.

Benjamin is duidelijk ‘into the zone’ en vuurt een zeer pertinente vraag af. 
“En wat doen we met de voeding? We hebben nogal vaak duiven die blijven buiten zitten na het vliegen. Wachten we tot ze allemaal binnen zijn?” Je ziet onmiddellijk de glimlach bij Joost verschijnen. “Er kan er maar eentje de baas zijn op het hok en graag blijf ik dat! Duiven die niet luisteren gaan zonder rantsoen de nacht in. Na enige tijd leren ze wel luisteren. Eenmaal duiven dit stramien kennen is het evenwel interessant om de helft van hun ratsoen voor training te geven. Zo zorg je ervoor dat hun vliegijver een stuk de hoogte in gaat. Maar codewoord blijft, ze moeten luisteren!”

Na een resem vragen en evenveel interessante antwoorden, loopt de namiddag op zijn einde. Het is duidelijk, Bejamin en Jeske hebben nog zeer veel te leren, maar met Joost hebben ze de juiste man op de juiste plaats gevonden. Bij het afsluiten van alweer een interessant leermoment wordt ook meteen een afspraak gemaakt om de hokken en de duiven van Benjamin en Jeske te kunnen aanschouwen. Het startschot is met andere woorden gegeven en alle partijen zijn van plan het beste van zichzelf te geven. 
Vanuit ‘De Duif’ zijn we zeer erkentelijk en dankbaar voor de inspanningen van Joost en Pascal. Bedankt mannen om de duivensport op deze manier te ondersteunen. Maar zoals bij Lisa focussen we nu volledig op Benjamin en Jeske. Het wordt een gigantische uitdaging, maar zeker met voldoende slaagkansen. We zijn benieuwd wat de komende maanden zullen brengen! Go go Jeske, go go Benjamin! We zijn jullie eerste supporter!


Wilt u weten hoe het Benjamin en Jeske dit seizoen verder vergaat?
Neem dan nu een abonnement!

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.