VRANCKEN-BERDEN - 3e Olympiadeduif Jonge duiven Brussel 2017

Liefhebber: 

Onderwerp: 

Kuringen – Kuringen is vanaf 1977 een deelgemeente van Hasselt maar is veel ouder en lange tijd veel belangrijker geweest dan de Limburgse provinciehoofdstad. De Abdij van Herkenrode werd er gesticht en toen in 1232 de burcht van Borgloon verwoest werd, bouwde men in Kuringen een burcht waar de Graven van Loon vanaf 1240 resideerden. Uit deze burcht ontstond later het Prinsenhof. Toch was het de naburige stad Hasselt die tot de hoofdstad van Limburg zou uitgroeien.

Kuringen zelf moet nu nog zo’n 20 duivenmelkers tellen en maakt deel uit van het Samenspel Midden-Limburg waar er nog 50 à 60 melkers regelmatig de degens kruisen. De tandem Vrancken-Berden is er een van de vaandeldragers en zij hadden de 3e Olympiadeduif Jonge Duiven Brussel 2017. Met deze Olympiadeselectie brachten zij de Limburgse duivensport volop in de nationale en internationale belangstelling.

Stamopbouw

Vader Albert Vrancken was een goede duivenmelker. In het begin van de tachtiger jaren gingen zijn twee zoons Erik en Willy achter de ouderlijke woonst van start op een eigen hok. In 1989 ging Erik op zijn huidig adres in de Nieuwstraat van start voor eigen rekening. Nu wordt er gespeeld onder de naam Vrancken-Berden wat staat voor Erik Vrancken en zijn vrouw Marleen Berden.
Er werd gestart met duiven van vader maar ook met duiven van Louis Panis, Diepenbeek. Later werden er duiven gehaald bij Ludo Panis, bij broer Willy Vrancken en Jos Claeskens, Loksbergen. Eind van de negentiger jaren trokken Erik en broer Willy naar Pros Roosen, Kermt. Er werden ook opnieuw duiven bijgehaald van Ludo Panis. Deze laatste heeft nog steeds uitstekende duiven en mag tot 400 km bij de beste van Limburg gerekend worden.
Met deze basis werd een kolonie uitgebouwd die haar strepen op snelheid en halve fond zeker verdiend heeft.

Jaarlingen wel hun duivin

Erik en Marleen kwamen in 2016 aan de start van het seizoen met 20 weduwnaars, 10 duivinnen op weduwschap, 80 jonge duiven en 15 koppels kwekers. Rond half augustus vliegen de weduwnaars hun laatste wedstrijd en mogen daarna nog tweemaal tien dagen broeden maar trekken dan geen jongen meer groot. 
De eerste koppeling vindt eind november plaats en er wordt een koppel jongen gefokt. Daarna volgt er geen tweede koppeling meer.
Begin maart wordt er gestart met opleren en in 3 à 4 etappes gaat het naar 25 km. Er wordt eenmaal per dag getraind... ‘s avonds wanneer het nog koud is... ‘s morgens wanneer de zomer in het land is. Erik houdt het trainen van zijn weduwnaars met argusogen in de gaten. Een vol uur trainen is noodzakelijk en als het nodig is hanteert hij de vlag. Trainen is een belangrijk onderdeel van een succesvolle duivensport want de weduwnaars laten dan al zien wat het in het weekend zal worden.
Bij de inkorving krijgen de oude duiven slechts sporadisch hun partner te zien. De jaarlingen krijgen bij de inkorving van de eerste 3 à 4 wedstrijden wel hun duivin in hun nestvak. Maar variatie is motivatie en soms krijgen alle duiven toch hun partner te zien... een andere keer krijgen ze alleen de nestschotel in hun woonbak... en een zeldzame keer wordt er een lege woonbak opengezet. Maar te veel “prullen” aan de weduwnaars kan ook wel eens tegenvallen.
Bij aankomst van een wedstrijd blijven doffer en duivin in het begin van het seizoen niet lang samen. En wie niet op tijd komt krijgt helemaal geen duivin te zien. 
De doffers hebben een goed gevuld programma af te werken en van einde maart tot half augustus blijven ze geen twee keer thuis. Via Chimay, Vervins, Laon en Gien gaat het tot Montargis (380 km).

Eerst op eieren

De duivinnen vliegen hun laatste wedstrijd eind augustus. Na de afloop van het seizoen wordt er niet gekweekt. De eerste koppeling vindt plaats rond half maart en het vliegseizoen wordt gestart op eieren. Komen ze goed op eieren dan mogen ze het nestje afwerken en jongen groot brengen. Doen ze het niet goed dan gaan ze meteen los en worden dan direct op het weduwschap gespeeld. De dametjes vliegen 4 snelheidswedstrijden en daarna wordt het altijd twee nachten mand.
Bij de inkorving zien de duivinnen bijna altijd hun doffer. Doorgaans komen ze een half uur samen. Wanneer ze minder goed hun best doen kan het gebeuren dat ze hun doffer niet te zien krijgen. Bij aankomst van een wedstrijd blijven ze tot ‘s anderendaags bij elkaar.
Om 18 u wordt er getraind... met de vlag ! Duivinnen trainen minder vlot maar op die manier moeten ze toch een uur vol maken.

“Het Olympiadeke”

De blikvanger van het afgelopen seizoen was ongetwijfeld B16/2237789 “Het Olympiadeke”. 
Zij kroonde zich met 1e Chimay 1624 d., 1e Vervins 1553 d. en 1e Chimay 751 d tot 3e Olympiadeduif Jonge duiven. Zij won 15 x 1e prijs met inbegrip van de dubbelingen.
“Het Olympiadeke” is een duivinnetje van de 3e ronde dat geen nestje maar wel een partner had. Het is een prachtig duivinnetje dat haar klasse toonde van bij het opleren en daarna heeft ze de rol niet meer gelost. Ook haar nestzuster heeft zeer goed gevlogen. Het was ook een heel tam duivinnetje dat bij Erik regelmatig op de schouder kwam zitten. Trouwens alle duiven zijn heel tam want Erik steekt veel tijd in het aanzwengelen van de band tussen melker en duif. 

1e ronde niet verduisterd

Er worden 80 jongen gefokt in drie rondes uit kwekers en vliegers. De jongen worden gespeend aan de ouderdom van 23 à 24 dagen en iedere ronde gaat op een afzonderlijk hok. De 1e ronde wordt niet verduisterd want die blijven makkelijk in de pluimen tot half augustus. De 2e en 3e ronde worden verduisterd van bij het spenen tot einde mei... van 17.30 u tot 9 u ‘s morgens. Er wordt daarna niet meer bijgelicht. De meeste jaarlingen voor volgend seizoen worden uit de 3e ronde gehaald !
Met het opleren van de jongen wordt er gestart rond half april. Maar de jongen moeten goed wegtrekken vooraleer de opleermand bovengehaald wordt. De jonge duiven worden 5 à 6 keer weggevoerd tot 25 km. Eens opgeleerd wordt de jonge bende minimaal 1x per week weggebracht tot 25 km. Midweekse opleervluchtjes tot einde seizoen zijn volgens Erik zeer belangrijk. De jongen doen ervaring op en de drang naar het hok wordt hen aangeleerd. 
De eerste 4 à 5 wedstrijden blijven jonge doffers en duivinnen samen op het hok. Wanneer er dan al meerdere koppeltjes gevormd zijn dan worden ze op de schuifdeur gespeeld. Op het hok moeten de jongen het stellen met de klassieke woonbakken en er wordt niet gejongleerd met kartonnen dozen en wegkruipbakjes.
Bij de inkorving komen doffers en duivinnen 1 u op voorhand samen. Na aankomst van een wedstrijd blijven ze dan samen tot de volgende morgen. De jonge duiven gaan ook tot Montargis... een zeldzame jonge duif wordt ook op Bourges II gespeeld.

Voederen is een kunst

Voederen is een kunst... zeg dat Erik het gezegd heeft ! Vooral de duiven aan het eten houden is de dwingende opgave van een succesvolle melker.
De oude weduwnaars die op zaterdag thuiskomen krijgen “volle bak” sportmengeling + Zoontjensmengeling (lichtere mengeling zonder maïs). Er zijn dan ook elektrolyten in het drinkwater. Vanaf twee nachten mand krijgen de weduwnaars altijd de eerste 4 dagen sportmengeling + Zoontjensmengeling. Op woensdag en donderdag is het “volle bak” sportmengeling. ‘s Morgens wordt er iets minder gevoederd maar ‘s avonds moeten de duiven goed eten. Iedere dag krijgen ze dan ook een snuifje snoep (vetrijk). De vitamines gaan op maandag en dinsdag over het voeder.
De oude duivinnen hebben ongeveer hetzelfde voederschema als de weduwnaars. ‘s Morgens wordt er iets minder gevoederd (+ meer Zoontjensmengeling) want ‘s avonds moeten ook zij heel goed eten.
De 1e en 2e ronde jongen krijgen bij aankomst van de vlucht sportmengeling + Zoontjensmengeling tot en met dinsdag. Op woensdag en donderdag wordt het dan 100% sportmengeling. De 3e ronde krijgt de hele week sportmengeling + Zoontjensmengeling want zij vliegen alleen de snelheidswedstrijden.

Eenmaal per maand op controle

Eenmaal per maand gaat Erik met zijn duiven op controle bij de dierenarts. Voor aanvang van het vliegseizoen worden de duiven 6 dagen behandeld tegen trichomonas. In de loop van het seizoen werd er niet meer behandeld tegen tricho. Op advies van de dierenarts werd er in de loop van het seizoen één keer gedurende 7 dagen behandeld met Soludox tegen luchtweginfecties. Oogzalf wordt gebruikt wanneer de duiven verwondingen aan de ogen hebben.

Strenge selectie

Van de 20 oude weduwnaars zijn er slechts 3 overgebleven. Bij Erik moeten de duiven kop vliegen anders moet ze vertrekken ! Van de 10 wedstrijden die ze vliegen moeten ze 5 x in de top vijf vliegen anders verloopt de verblijfsvergunning. Volgens dezelfde normen als bij de weduwnaars hebben maar 2 van de 10 duivinnen de selectie overleefd. Zowel bij doffers als duivinnen worden de open gekomen plaatsen ingevuld door jonge doffers en duivinnen... als ze door de selectie geraken. Van de 80 jonge duiven blijven er aan het einde van de rit zo’n 25 doffers en duivinnen over.
Erik Vrancken : “ Ik zie graag een duif met een zachte pluim en een goed evenwicht in de hand. Een duif met een goede vleugel en die goed opgesloten is krijgt goede punten. Graag heb ik een goed gespierde duif met een vitaal oog. Maar... de uitslag is voor mij het allerbelangrijkste !”

Een perfecte hygiëne

De weduwnaars zitten op 10 m hok, de duivinnen op 4 m hok en de jonge duiven ook op 10 m hok. Het zijn allemaal tuinhokken met een zadeldak die zo’n 30 cm boven de grond gebouwd zijn. De verluchting is voor en boven de duiven. In de hokken die zongericht staan kan de verluchting afgesloten worden met schuiven wanneer het te warm wordt. In ieder compartiment zit er glas in het dak.
Erik zegt van zichzelf dat hij een kuisfanaat is. Driemaal per dag worden bodem en woonbakken proper gemaakt. Tijdens de zomermaanden krijgen de duiven tweemaal per dag een verse drinkpot. Jaarlijks is er een grote kuis voorzien en de hokken worden ook regelmatig met de schroeivlam onder handen genomen.
Erik heeft aan zijn vrouw Marleen een uitstekende compagnon. Zij is een onmisbare hulp hij het opleren en bij de midweekse opleervluchtjes van de jonge duiven. Bovendien helpt ze ook bij het reinigen van de duivenhokken.

Het kweekhok

Het kweekhok is voor Erik het kloppend hart van een duivenkolonie. Enkele opvallende kweekkoppels zijn :

  • B07/5111411 “Blauwe Hennekop” x B12/5027031 “Blauw Ludo” (Ludo Panis). Zij werden de ouders van het B16/2237789 “Het Olympiadeke”. Ze werden ook de ouders van de B16/2237790 “Nestzuster Olympiadeke” met op haar palmares 1e Chimay 331 d., 2e Chimay 886 d., 5e Mettet 3258 d., 2e Chimay 625 d.
  • B07/5111411 “Blauwe Hennekop” x B10/5035444 “Halfzus Blauwe Ludo”. Zij werden de ouders van 5 duiven die een eerste prijs gevlogen hebben.
  • B12/5015773 “Asduif 73” x B11/5026558 “Het 558” en zij werden de ouders van B16/2237783 met 1e Sezanne 1433 d/ 10e prov. 4438 d., 2e Vervins 872 d / 5e prov. 2916 d., 2e Vervins 373 d.

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.