Liefhebber:
Onderwerp:
Kuringen – Kuringen is een deelgemeente van Hasselt en ligt in het centrum van Limburg. Kuringen is ouder dan Hasselt waardoor het aanvankelijk een belangrijkere rol speelde in de geschiedenis van de Limburgse contreien. Maar het was toch Hasselt dat uiteindelijk de provinciehoofdplaats werd. Het Prinsenhof was doorheen de eeuwen de residentie van graven en prinsen. Het is nu het gemeentehuis van Kuringen. De abdij van Herkenrode was een van de grootste van de Lage Landen.
Kuringen telt nog zo’n 10 à 15 duivenmelkers en maakt deel uit van het samenspel Midden-Limburg (ca. 18 verenigingen) waar nog heel wat melkers regelmatig de degens kruisen. De tandem Vrancken-Berden is er het laatste decennium een van de vaandeldragers van de duivensport. Zij hadden de 3e Olympiadeduif jonge duiven Brussel 2017 met het “Olympiadeke”. In 2019 hadden ze de 2e Olympiadeduif jonge duiven Poznan met de “Wout”.
Het moeilijke seizoen 2020 was voor hen een fantastische meevaller en ze stonden opnieuw op het hoogste podium. Ze hadden met “Rico” de 1e Nat. Asduif KBDB Snelheid jonge duiven!
Pros Roosen
Vader Albert Vrancken was een goeie duivenmelker. In het begin van de jaren ’80 bouwden de twee zoons Erik en Willy een duivenhok achter de ouderlijke woning waarop ze samen van start gingen. In 1989 is Erik zelfstandig met duiven begonnen op de huidige locatie in de Nieuwstraat onder de naam Vrancken-Berden. De tandem Vrancken-Berden staat voor Erik Vrancken en zijn vrouw Marleen Berden.
Er werd gestart met duiven van vader en beide zoons kregen toen elk de helft van de duiven. Er kwamen bij Erik en Marleen nog duiven bij van broer Willy Vrancken en Jos Claeskens, Loksbergen. Eind van de jaren negentig trokken Erik en Willy naar Pros Roosen, Kermt en haalden er duiven met Soontjens-origine waar ze geweldig mee gelukt zijn. Met deze basis werd de jonge kolonie nog verder uitgebouwd.
In 2017 stond Erik op de dorpel bij Antoon Neven, Lummen die een echte kampioen is. Erik haalde er de vader van de “Wout” (Olympiadeduif Poznan 2019) en de moeder van “Rico” (1e Nat. Asduif Snelheid jonge duiven). Verder werden er duiven gehaald bij René Vervoort, Hulshout en ook dat was een voltreffer. De vader van “Rico” is een doffer van René Vervoort en de 4e Nat. Asduif Kleine halve fond is een rechtstreekse duif van René Vervoort.
Geen oude duiven
De tandem Vrancken-Berden kwam kwam aan de start van het seizoen 2020 met 11 jaarse duiven, 50 jonge duiven en 10 koppels kwekers. Er wordt niet met oude duiven gespeeld en de 5 jaarse doffers en de 6 jaarse duivinnen werden op het klassiek weduwschap gespeeld.
De 5 jaarse doffers werden voor de eerste keer gekoppeld begin maart en na 10 dagen broeden kwamen ze los te zitten en voor hen begon het weduwschap. In 3 à 4 etappes werden ze opgeleerd tot 30 km. Daarna werden ze gespeeld van Chimay tot Orléans. Door de coronaperikelen zijn ze pas op 13 juni beginnen spelen.
Er wordt tweemaal per dag getraind. Erik houdt het trainen van zijn weduwnaars met argusogen in de gaten. Een vol uur trainen is noodzakelijk en dit wordt stelselmatig opgebouwd en wanneer nodig komt de vlag er aan te pas. Trainen is een belangrijk onderdeel van een succesvolle duivensport want de weduwnaars laten zien wat het in het weekend zal worden.
De doffers krijgen bij de inkorving hun duivin in hun woonbak. In het begin maar eventjes maar naarmate het seizoen vordert wordt dat wat langer. Maar variatie is motivatie en soms krijgen alle doffers hun partner te zien, een andere keer krijgen ze alleen de nestschotel in hun woonbak en een zeldzame keer wordt een lege woonbak opengezet. Maar te veel “prullen” aan de weduwnaars kan ook wel eens tegenvallen.
Bij aankomst van een wedstrijd blijven doffers en duivinnen in het begin van het seizoen niet lang samen. Wie niet op tijd thuis komt krijgt helemaal geen duivin te zien. De doffers hebben een goed gevuld programma af te werken en op een gans seizoen blijven ze geen twee keer thuis.
Duivinnen op weduwschap
De duivinnen vliegen hun laatste wedstrijd eind augustus. Na afloop van het seizoen wordt er niet gekweekt. De eerste koppeling vindt plaats op 15 maart en voor de eerste wedstrijden hebben de dametjes jongen in de nestschotel. Komen de duivinnen goed op een nestje dan worden ze enkele weken langer op een nestpositie gespeeld. Doen ze het niet goed op een nestje dan gaan ze meteen los en wordt er direct op het weduwschap gespeeld.
De duivinnen vliegen 4 snelheidsvluchten en daarna worden ze altijd gespeeld op wedstrijden met twee nachten mand. In 2020 werden ze door het coronavirus pas gespeeld vanaf begin juli. Ze gaan iedere week de mand in want anders gaan ze onderling paren. In 2020 waren er ook problemen met het onderling paren door het coronavirus.
Bij de inkorving zien de duivinnen bijna altijd hun doffer. Doorgaans komen ze een half uur samen. Wanneer ze minder goed hun best doen kan het gebeuren dat ze hun doffer niet te zien krijgen. Na aankomst van een wedstrijd blijven ze tot ’s anderendaags bij elkaar.
Om 18 u wordt er getraind met de vlag! De duivinnen trainen minder vlot maar op die manier moeten ze toch een uur vol maken. De duivinnen worden ook midweeks weggevoerd voor een lapvluchtje. Maar het moet gezegd worden dat de duivinnen beter presteren dan de doffers.
Vuistvechten rendeert
Er worden 50 jonge duiven gekweekt in drie rondes door de kwekers. De jongen worden gespeend aan de ouderdom van 22 tot 25 dagen al naargelang de temperatuur van het ogenblik. Iedere ronde gaat op een afzonderlijk hok.
De jongen worden verduisterd van bij het spenen tot half mei van 18 u tot 8 u ’s morgens. Daarna worden ze niet meer bijgelicht. In 2021 zal geprobeerd worden om één hok langer te verduisteren.
Met het opleren van de jongen wordt gestart rond half april. Maar de jongen moeten eerst goed wegtrekken vooraleer de opleermand bovengehaald wordt. De jongen worden 12 x weggevoerd tot 25 km. Eens opgeleerd wordt de jonge bende minimaal 1x per week gelost op 25 km. Midweekse vluchtjes zijn volgens Erik zeer belangrijk. De jongen doen ervaring op en de drang naar het hok wordt hen aangeleerd.
De eerste 4 à 5 wedstrijden blijven de jonge doffers en duivinnen samen op het hok. Wanneer er dan wat koppeltjes gevormd zijn worden ze op de schuifdeur gespeeld (half juni). Dan komen er ook kartonnen dozen, wegkruipbakjes en nestschotels en stro op de hokken. Bij de inkorving komen doffers en duivinnen een paar uur samen.
Alle duiven houden van vuistvechten, zegt Erik, en daar ben ik soms lang mee bezig. Maar het rendeert en er komt meer sfeer op de hokken.
Asduif “Rico”
“Rico” B20/5031856 is de 1e Nat. Asduif KBDB Snelheid Jonge Duiven. Het is een duif uit de middelmaat en eentje die alles heeft wat een kampioen moet hebben. Het is een geweldig gespierde duif die vooral excelleerde bij temperaturen boven de 30 graden en aan 1200 tot 1400 m.p.m.
Hij heeft bovendien een perfecte vleugel met een kleine achtervleugel en smalle slagpennen. Het is een prachtige geeloger die achteraan zeer goed gesloten is. Het is een kalme duif op het hok die een voorliefde heeft voor het vuistvechten.
Hij kan bovendien bogen op een schitterend palmares met 1e Laon 987 d/1e ML 2924 d, 2e Laon 1302 d/ 2e ML 4451 d, 3e Chimay 1095 d/3e ML 3654 d, 4e Dizy-le-Gros 441 d/ 8e ML 4982 d, 9e Vervins 1730 d/12e ML 5077 d, 3e Chimay 239 d/87e ML 3339 d, 1e Laon 274 d, 27e Chimay 445 d, 37e Chimay 784 d,
Voederen is een kunst
Voederen is een kunst, zeg maar dat Erik Vrancken het gezegd heeft. Weduwnaars die op zaterdag thuis komen krijgen “volle bak” sportmengeling (Subliem Versele-Laga) + Zoontjensmengeling (lichtere mengeling) en er zijn electrolyten in het drinkwater.
Vanaf twee nachten mand krijgen de weduwnaars en de duivinnen altijd eerst 4 dagen sportmengeling + Zoontjensmengeling. Op woensdag en donderdag is het “volle bak” sportmengeling. ’s Morgens wordt er iets minder gevoederd maar ’s avonds moeten de duiven goed eten. Iedere dag krijgen ze ook een snuifje snoep + vetrijke mengeling (kleine zaden). Op maandag en dinsdag gaan er vitamines over het voeder. Op vrijdagmorgen wordt er nog volop sportmengeling gevoederd.
De jaarse duivinnen volgen ongeveer hetzelfde voedersysteem als de doffers. ’s Morgens worden zij iets minder gevoederd (meer Zoontjensmengeling) en ’s avonds moeten ook zij goed eten.
De jonge duiven krijgen bij aankomst van een vlucht alleen Zoontjensmengeling tot maandag. Op dinsdag wordt het Zoontjensmengeling + sportmengeling + ruimengeling (Subliem Versele-Laga). Op woensdag wordt het meer sportmengeling en minder Zoontjensmengeling. Op donderdag en vrijdagmorgen wordt het dan 100% sport + ruimengeling.
Iedere maand op controle
Eenmaal per maand gaat Erik met zijn duiven op controle bij de dierenarts. Voor aanvang van het vliegseizoen worden de duiven 6 dagen behandeld tegen trichomonas. In de loop van het seizoen wordt deze behandeling niet meer herhaald. Wel worden de “gele druppels” na thuiskomst toegediend via het voeder.
Op advies van de dierenarts werd in de loop van het seizoen gedurende 7 dagen behandeld tegen de luchtweginfecties. Oogzalf wordt toegediend bij inkorving en thuiskomt van een wedstrijd en ook bij verwondingen aan de ogen.
Strenge selectie
Bij Erik Vrancken zijn de zitjes beperkt. De 5 jaarse doffers gaan allemaal weg. Wegens gezondheidsredenen wordt er met oude duiven niet meer gespeeld. Van de 6 jaarse duivinnen blijven er twee over en die gaan naar het kweekhok.
Bij Erik moeten zijn duiven echt kopvliegen. Van de 10 wedstrijden moeten ze 5 x in de spits vliegen anders mogen ze vertrekken. In 2021 zullen 8 jaarse doffers en 7 jaarse duivinnen gespeeld worden en die worden gerecruteerd onder de jonge duiven. Van de 50 jonge duiven blijven er aan het einde van de rit maar 15 over.
Erik Vrancken: “ Ik zie graag een duif met een zachte pluim en een goed evenwicht in de hand. Een duif met een goede vleugel en die achteraan goed gesloten is krijgt goede punten. Graag heb ik een goed gespierde duif met een vitaal oog. Maar de uitslag is voor mij het allerbelangrijkste ofschoon de afstamming ook een grote rol speelt.”
Perfecte hygiëne
De weduwnaars zitten op een hok van 10 m, de duivinnen op een hok van 4 m en de jongen op een hok van 10 m. Het zijn allemaal tuinhokken met een zadeldak die 30 cm boven de grond gebouwd zijn. De verluchting is voor en boven de duiven. Op de hokken die zongericht staan kan de verluchting afgesloten worden met schuiven wanneer het te warm wordt. In iedere afdeling zit er glas in het dak. Erik zegt van zichzelf dat hij een kuisfanaat is. Driemaal per dag worden de bodem van het hok en de woonbakken gereinigd. Tijdens de zomermaanden krijgen de duiven tweemaal daags een verse drinkpot.
Jaarlijks is er een grote kuis gepland en de hokken worden regelmatig met de vlam geschroeid. Marleen is een uitstekende compagnon. Ze is een onmisbare hulp bij het opleren en de midweekse opleervluchtjes. Bovendien helpt ze ook bij het reinigen van de hokken.
Actuele basis doet het prima
Het kweekhok is het kloppend hart van de duivenkolonie. De duiven worden regelmatig herkoppeld. Aan familiekweek wordt er wel gedaan maar dan beperkt tot halfzus x halfbroer.
Met de kwekers heeft Erik 2 à 3 jaar geduld. Is er geen goede nakweek dan kunnen jongen en ouders vertrekken.
Er worden zo weinig mogelijk duiven bijgehaald want de actuele basis doet het bijzonder goed. Bij het koppelen wordt er bij voorkeur goed x goed gekoppeld maar witogers met elkaar koppelen doet men hier toch niet.
De voornaamste bloedlijn van de kolonie is “White Man” en ook de broer van “White Man” is een goede kweker.
Een topkoppel is ongetwijfeld “White Man” x “Super Toneke”. Zij werden de ouders van:
- “Broer Rico” B20/5031801 met 2e Laon 2924 d, 11e Laon 4451 d, 25e Vervins 5077 d, 2e Laon 987 d, 91e Chimay 1356 d.
- “Broer Rico” B20/5031871 met 2e Vervins 868 d, 10e Chimay 446 d, 28e Vervins 5077 d, 22e Laon 793 d, 47e Mettet 1104 d.
- “Zus Rico” B20/5031802 met 25e Dizy-le-Gros 4982 d, 16e Chimay 608 d, 27e Laon 987 d, 46e Chimay 1356 d, 43e Laon 2924 d, 75e Chimay 1095 d.
- “Broer Rico” B20/5031855 met 17e Laon 4451 d, 24e Chimay 3339 d, 46e Chimay 3612 d, 70e Dizy-le-Gros 1629 d, 29e Chimay 1059 d.
- “Rico” B20/5031856 werd 1e Nat. Asduif Snelheid Jonge Duiven!
Iets op de lever
Erik Vrancken: “Onder de duivenmelkers zegt men dat Kuringen zeer goed ligt in het samenspel “Midden-Limburg”. In de “voorkant”, de “achterkant” en links en rechts in het samenspel zegt men dat de duiven langs Kuringen binnenkomen. Dat moet men mij eens uitleggen hoe dat kan!
Volgens kwatongen moet ge geen goede duiven hebben, in Kuringen wonen is al voldoende om goed te spelen. In het samenspel “Midden-Limburg” wil men niet meer spelen tegen Kuringen en dat wordt waarschijnlijk het einde voor Kuringen in het samenspel. Hoe kan zoiets? Toch een beetje jaloezie?”
Téléchargement:
Auteur: