Liefhebber:
Onderwerp:
Rummen, deelgemeente van Geetbets in het uiterste oosten van Vlaams-Brabant. Wanneer je hier een wind laat, dan ruiken ze die in Limburg. Hier staan ook de hokken van Davy Tournelle (39). Duivensport is een familiesport ten huize Tournelle. Davy’s vader Patrick, grootvader Ferdinand en tal van nonkels waren allemaal verstokte duivenmelkers. Ook vandaag staan ma Ann en pa Davy nog steeds bij in de verzorging van zijn gevleugelde atleten.
Davy: “Ja, ik kom inderdaad uit een echt duivennest. Mijn ouders helpen me nog steeds en zijn zeer betrokken bij mijn duivenspel. Dat was ook mijn grootvader. Hij overleed in 2020, je moet echter weten dat ’20 een topjaar was hier op het hok (1e Nat. Tulle, 1e Nat. Argenton, 2e Nat. Gueret, 3e Nat. Tulle, 3e, 8e en 13e Nat. Asduif...). Natuurlijk vond ik het pijnlijk en heel jammer dat mijn opa overleden was, maar ik was zo blij dat hij de successen van dat jaar nog heeft mogen meemaken. Voor iemand die heel zijn leven een passie had voor de duiven was dat een mooi moment om afscheid te nemen.”
Tiesto
De toon is gezet. Tournelle is geen grote mond, geen roeper, hij neemt echter ook geen blad voor de mond en heeft meestal een duidelijke mening. Regelmaat en passie zijn de twee credo’s die hij hanteert in zijn duivenspel. Zoals alle kampioenen kijkt hij, luistert hij en leert hij. De zaken die hij doet zijn deels beredeneerd en gebeuren deels op het gevoel. Dat onontbeerlijke “gevoel” dat elke goede liefhebber bezit.
In 1997 begon Davy op eigen naam te spelen. De basis van zijn kolonie Tournelle bestond uit de “oude soort” van vader Patrick. De huidige kolonie is grotendeels opgebouwd rond stamvader “Tiesto” (B05-2217970) uit de lijn van “Bonnie” en “Clyde” van Clement Robben.
Davy gaat er prat op dat ze altijd hun beste duiven behouden hebben. Zij vormen dan ook nog altijd de basis van de kolonie.
Twee van zijn beste huidige kwekers stammen vanzelfsprekend ook uit de Tiesto-lijn, namelijk “Tiesto Hero” (B18-2038382) en “Fantasy Boy” (B18-2146084), de vader van “Tiesto Mulan”.
“Fanatsy Boy” is ook vader van o.a. 3e Nat. Asduif KBDB GHF 2024, 1e Nat. Bourges 7.617 d., 1e Nat. Zone Châteauroux 5.803 d., 1e Int. Prov. Orléans 2.669 d., 5e Nat. Sancoins 12.962 d., 9e Nat. Châteauroux 22.196 d., 66e Nat. Bourges 9.654 d., 106e Nat. Bourges 18.785 d., 110e Nat. Issoudun 14.758 d., 125e Nat. Châteauroux 4.003 d., 136e Nat. Argenton 5.160 d...
“Tiesto Hero” is (groot)vader van 5e, 30e, 59e, 66e Nat. Asduif GHF jonge KBDB 2024, 22e en 29e Nat. Asduif GHF jaarse KBDB 2024, 1e Charleville 2.764 d., 2e Prov. Orléans 8.699 d., 4e Nat. Vierzon 5.780 d., 5e Prov. Châteauroux 2.230 d., 19e Nat. Argenton 17.666 d., 20e Nat. Souillac 6.085 d., 34e Nat. Bourges 19.369 d., 35e Nat. Châteauroux 15.322, 46e Nat. Argenton 11.184 d., 46e Nat. Argenton 11.177 d., 67e Nat. Vierzon 5.780 d., 67e Nat. Sancoins 12.962 d., 69e Nat. Bourges 26.549 d., 87e Nat. Bourges 7.617 d., 95e Nat. Argenton 11.184 d., 95e Nat. Bourges 26549 d...
Tevens is hij overgrootvader van Davy’s beste jonge duif afgelopen seizoen, “Jason Dream” (B24-2067360), 2e Nat. Asduif KBDB GHF 2024 jonge, 13e Nat. Vierzon 16.892 d., 111e Nat. Bourges 26.549 d., 7e Prov. Châteauroux 2.230 d. (116e Nat. 15.060 d.).
Natuurlijk werd er in de loop der jaren regelmatig kwaliteit bijgehaald. Zo kocht hij samen met duivenkameraad Kenny Raets op de Golden 10-veiling “Golden Dirkje” (B21-5050087) van het hok Bosmans-Leekens, een dochter van “Triple Bas” (B19-5037186, 1e Nat. Geuret 12.888 d.) en een achterkleindochter van Bas Verkerks “Olympic Fire Eyes”, en “Golden Dirkje” werd gekoppeld aan “Fantasy Boy” moeder van “Tiesto Mulan”, 1e Nat. Bourges 7617 jaarse en 3e Nat. Asduif GHF jaarse 2024.
vlucht | plaats | a.d. | coëff. |
---|---|---|---|
23-06 Sancoins | 77, 5 | 12.958 jaarse | 0,6328 |
25-05 Bourges | 1, 171, 23 | 18.785 jaarse | 6,3561 |
14-07 Argenton | 215, 58 | 11.777 jaarse | 2,3181 |
28-07 Bourges | 4, 10 | 1.747 jaarse | 0,8014 |
10-08 Bourges | 1, 12 | 1.245 jaarse | 1,0442 |
TOTAALCOËFF. | 11,1526 |
Tournelle-Hua Feng
Davy huwde met Evy, kreeg twee kinderen (Julie van 13 en Mathisse van 8) en ging aan de slag als kok in een rusthuis. Het duivenspel ging echter heel goed, er kwam steeds meer vraag naar zijn duiven en door hervormingen in de verzorgingssector had hij het ook steeds meer gehad met een fulltime job in het rusthuis. Bovendien werd de duivenwereld meer en meer geprofessionaliseerd en hij voelde de behoefte om daarin mee te gaan. In 2015 besloot hij dan ook de grote stap te zetten en duivenprof te worden. Sindsdien werkt hij nog twee dagen per week in het rusthuis.
Sinds dit jaar vliegt Davy in combinatie met zijn Chinese vriend en zakenpartner Chen (Hua Feng is de naam van zijn hok in China). Davy blijft gewoon zijn ding doen zoals hij al jaren doet met zijn ondertussen bewezen kolonie. Chen zorgt mee voor de nodige versterking en vers bloed. Zo vervoegden dit jaar o.a. 1e Nat. Gueret 20.569 d. (“’t Geuretje” Olivier Geyskens), “Cowboy Athena” (vader “’t Gueretje” en ondertussen ook al vader van 1e & 2e Prov. Bourges 2023 en 2024), en “Liona” (5e Nat. Asduif GHF jonge 2024, Matthias Coel) het kweekhok van Tournelle op aangeven van Chen.
Davy: “Onze samenwerking is een win-winsituatie voor beiden. Weet je, die Chinezen willen graag hier komen spelen, maar dat is niet zo evident. Stel je maar eens voor dat je zelf ginder gedropt wordt en met de duiven moet gaan spelen! Iemand hebben die het spel hier kent en die hen de kneepjes van het vak hier kan bijbrengen is dus ideaal voor hen. De samenwerking verloopt ook heel vlot. We praten over de duiven en hij zegt zeker zijn gedacht, maar hij zal nooit iets opdringen. Ik neem de beslissingen en zo wil hij het ook.”
Chen zal zich die samenwerking inderdaad nog niet beklaagd hebben. Hij was immers toevallig aanwezig de dag dat “Tiesto Mulan” dit jaar 1e Nat. Bourges jaarlingen won. Niet slecht het eerste jaar van hun samenwerking, voor Tournelle reeds zijn negende nationale overwinning. Ook Davy zal zich de stap naar duivenprof dus zeker niet beklagen.
Davy: “Beklagen zeker niet. Ik doe het tenslotte zeer graag en de resultaten zijn goed. Van extra druk als prof merk ik niets, ik doe gewoon mijn ding en blijf dat doen. Ik haat verliezen, maar ik ben wel een goeie verliezer. Hiermee bedoel ik dat ik altijd wil winnen, maar ik kan accepteren als iemand beter was. Wat ik wel doe is mijn zoon wat weghouden van de duiven. Dit klinkt misschien vreemd, velen proberen misschien hun kinderen net te pushen naar de duiven, maar ik zeker niet. Hoe graag ik het ook doe, vaak bedenk ik me toch dat er gemakkelijkere manieren zijn om je geld te verdienen. Een “9 to 5 job” gaf mij toch minder stress. Nadeel aan de duiven-
sport is ook dat je niet alleen zelf opofferingen moet maken, de sport maakt ook dat je naasten opofferingen moeten maken. Daar wil ik mijn kinderen tegen beschermen. Ik wil niet dat zij ook die opofferingen moeten maken.”
Davy speelt alles, van vitesse tot fond, oude, jaarse, doffers, duivinnen en jongen. Op onze vraag wat hij het liefste doet is zijn antwoord, alles, maar de nationale vluchten 500-750 km zijn toch wel de geliefkoosde vluchten. Vroeger lag de focus enkele bij de oude en jaarse, maar vriend Jelle Roziers bracht hem de liefde en de kneepjes van het jonge duivenspel bij. Davy: “Het spel met de jongen is intensiever en dat bevalt me ook wel.”
Op het hok zitten 60 kweekkoppels en nog wat voedsterkoppels. Er worden drie rondes gekweekt, waaronder één ronde uit de vliegdoffers. Dit jaar werd aangevat met 170 oude/jaarse waarvan er nu nog een 100 overblijven. Er wordt gespeeld op klassiek weduwschap. Iedere doffer heeft twee duivinnen, maar toch wordt er niet op jaloezie gespeeld, de duivinnen krijgen mekaar immers nooit te zien.
Voor de vlucht krijgen de duivinnen hun partner te zien, de doffers niet. Waarom de duivinnen wel een partner tonen, en de doffers niet?
Davy: “Daar haalde ik de mosterd indertijd bij de weduwe Smeulders (Bekkevoort), die deed dat ook. Zo worden de duivinnen hun hormonen wat getemperd en de doffers blijven op deze manier rustiger.”
Bij thuiskomst mogen de doffers bij hun partner tot wanneer het om 17u etenstijd is, dan gaan ze uit mekaar. De duivinnen gaan bij thuiskomst eerst naar hun eigen hok. Na ongeveer een uur wordt deze groep gescheiden in een witte en een gele ploeg. En daarna gaat eerste de ene en daarna de andere ploeg ca. een uur bij hun vaste doffer.
Jaarlijks kweekt Tournelle een 300 jongen (waarvan er nu nog een 130 overblijven). Hij selecteert jongen nooit op uiterlijk. Hoe ze eruit zien kan hem niets schelen, de prestaties tellen. Dit gebeurt pas in hun jaar als jaarling, alle jongen mogen normaal gezien door. Vorig jaar heeft hij wat extra doffers moeten verwijderen op het einde van het seizoen gewoonweg omdat er nog teveel over waren en hij zijn duivenbestand zeker niet wil opdrijven. De 40 oude vliegers die momenteel nog op het hok zitten hebben allemaal al meermaals top 100 nationaal gevlogen.
Davy is een groot voorstander van veel opleren. Eens het voorjaarsweer naar behoren was werd ermee begonnen. Met de oude en jaarse werd er gedurende een 2-3 weken intensief gereden, als het weer het toeliet dagelijks. En flinke lapvluchten, tot wel 120 km (tot aan de Franse grens). Daarna gaan ze wekelijks de mand in en worden ze via de snelheid en hafo klaargestoomd voor het zwaardere werk. Aan huis trainen ze 1 en liefst 2 maal daags. De doffers mogen vrij trainen en de duivinnen worden met de vlag aan het vliegen gehouden.
Met de jongen wordt heel veel gereden. Ze worden vanaf begin mei dagelijks weggebracht, opbouwend in de eerste 3-4 weken 1-1-2-2-3-3-5-5-8-8-15-15-25-25-35-35-35-35... en op 35 km dan ten slotte blijven ze gelost worden tot ze de eerste keer 120 km gedaan hebben met het lokaal. Ze worden bij goed weer gelost, maar ook bij zwaar betrokken weer of donker weer: ze moeten in alle omstandigheden proberen de weg terug te vinden.
Eens ze met de vereniging 120 km gevlogen hebben vliegen ze wekelijks op woensdag 120 km. Rusten is hier niet aan de orde. Dit stramien wordt aangehouden tot half september. Van Patrick leerde Davy immers, rust roest. Dit lappen is trouwens een van de vele taken die pa voor zijn rekening neemt.
Davy: “Zonder mijn ouders en zeker de hulp van mijn vader zou ik niet bereikt hebben wat ik al heb bereikt. Met zoveel duiven spelen op een professionele manier is niet te doen op je eentje. We zijn een hecht team en ieder heeft zijn taken. Zo staat vader ook in voor de verzorging van de kwekers. Ik heb niets alleen gewonnen, wij zijn een team. Ik neem wel de eindbeslissing, maar ik beslis niets zomaar alleen.”
Hier strepen we een belangrijk punt aan. Duivenmelker zijn is soms een eenzame hobby/beroep. Een melker is echter geen eiland, alleen sta je nergens. De duivenwereld is ook een wereld van leermeesters, leerlingen, concurrenten, collega’s en vooral van veel duivenvrienden.
Davy leerde veel van zijn vader en grootvader. Hij luistert naar en leert van collega’s. Jelle Roziers is zo’n vriend/leermeester, in het seizoen hangen ze dagelijks aan de telefoon, daarbuiten enkele malen per week. Maar ook vrienden en collega’s als Kenny Raets en anderen zijn belangrijk in Davy’s beleving van de duivensport.
In de tijd dat jonge Davy (17-18 jaar) nog maar net zijn neus aan het duivenvenster stak was er ene Michel Vanlint die over alle tongen ging. In samenwerking met “De Duif” had deze een dvd uitgebracht en iedereen keek met open mond naar de prestaties van deze “Hollander”, zo ook de jonge Davy.
Davy: “Ik leerde hem kennen omdat hij bij ons in het lokaal inkorfde. Zoals velen waarschijnlijk heb ik veel geleerd van Michel. Je bent nooit te oud of te jong om te leren! Zeker niet wanneer zo iemand zijn kennis wil delen. Dat is zoals voetballes krijgen van Lionel Messi. Elk kruimeltje kennis dat je kan meepikken is meegenomen. Ik ben ook niet te verlegen om dingen te vragen aan dat soort liefhebbers. Dankzij Michel ben ik bijvoorbeeld zeer streng beginnen selecteren.
Ach, je kan zoveel leren van dat soort kampioenen. Ik heb nu misschien negen nationale overwinningen op mijn palmares staan, maar dat wil zeker niet zeggen dat ik “het” weet. Ik vraag nog constant raad en leer nog alle dagen bij.
Regelmaat en structuur
Bij Tournelle verloopt de dag volgens een strikt schema. De duivinnen gaan los om 5.45u, ze trainen een uur en om 7u krijgen ze eten tot 7.30u. Hetzelfde voor de doffers, maar die trainen van 7 tot 8u. De jongen gaan buiten in kleine groepjes.
In de namiddag trainen de duivinnen van 15 tot 16u en krijgen ze eten om 16.30u, de doffers trainen van 16.30u tot 17.30u en eten om 18u. Zo verloopt iedere dag volgens hetzelfde schema en daar wordt met geen 5 minuten van afgeweken, nooit!
Davy: “Die regelmaat vind ik heel belangrijk, zowel voor de duiven als voor de liefhebber. Het zorgt ervoor dat de duiven honger hebben op het juiste moment en voor de melker geeft het structuur. Wanneer je zoveel duiven hebt als wij moet structuur hebben anders loopt alles in het honderd.”
1e Nat. Argenton 16.762 d. 1e Nat. La Souterraine 14.037 d. (snelste van 22.420 d.) 1e Nat. Bourges 11.933 d. 1e Nat. Bourges 9021 d. (snelste van 20.954 d.) 1e Nat. Issoudun 8263 d. 1e Nat. Bourges 7617 d. (snelste van 13.146 d.) 1e Nat. La Souterraine 4699 d. 1e Nat. Tulle 4451 d. (snelste van 7515 d.) 1e Nat. Chateauroux 3938 d. |
1e Nat. Kampioen Grote Halve Fond oude + jaarse 2024 1e Nat. Kampioen jeugd 2e Nat. Asduif KBDB Grote Halve Fond 2024 3e Nat. Asduif KBDB Grote Halve Fond 2024 3e Nat. Asduif KBDB Grote Halve Fond 2020 3e Nat. Asduif KBDB Grote Halve Fond 2007 5e Nat. Asduif KBDB Grote Halve Fond 2021 8e Nat. Asduif KBDB Grote Halve Fond 2020 9e Nat. Asduif KBDB Fond 2017 13e Nat. Asduif KBDB Grote Halve Fond 2020 15e Nat. Asduif KBDB Fond 2017 |
Iedere kok heeft zijn specialiteiten
Tournelle gebruikt de voermengelingen van Anthoons (recup en sport select) en de energy van Versele-Laga. Davy houdt voeren graag simpel en altijd volle bak. Iedere dag krijgen ze pinda’s en snoep. Naar de vlucht toe wordt er opgevoerd met de energy en bij thuiskomst krijgen ze hetzelfde voer als bij vertrek. Na de vlucht krijgen ze ook pas eten wanneer ze alle apart zitten. Davy geeft ook veel grit en van bijproducten is hij een grote fan van de producten van Röhnfried.
Wat medische begeleiding betreft speelt hij graag kort op de bal. Voor tricho krijgen ze om de 14 dagen een pilletje en alle weken worden er gele druppels toegediend. Wanneer het nodig is wordt er ook iets voor de luchtwegen gegeven.
Davy: “Het is zeker niet dat ik niet wil zeggen wat we geven, maar dat verschilt. We gaan ook naar verschillende dierenartsen. De een is beter voor dit, de ander voor dat. Hetzelfde geldt voor hun producten. Iedere kok heeft zijn specialiteiten tenslotte. Eén ding durf ik wel stellen. Natuurlijk is de tijd van overdreven medicatie geven gepasseerd, maar zonder medicatie gaat het ook niet. Als Remco Evenepoel ziek is of dreigt te worden zal die ook wel iets nemen.”
We nemen afscheid van Davy met de vraag wat hij nog zou willen winnen. Als hij zelf mag kiezen welke zijn tiende nationale overwinning zou worden, welke kiest hij dan?
Davy: “Als ik echt mag kiezen doe dan maar een vlucht met de jongen, en doe dan maar direct “dé” vlucht met jongen, Bourges! Wat misschien echter nog hoger op mijn verlanglijstje staat is een nationale asduif winnen. Dat blijft toch één van de mooiste dingen die je kan meemaken in je loopbaan, naast natuurlijk de Gouden Duif winnen, maar dat is echt heel moeilijk. (lacht)”
Auteur: