MARNIX LEUTENEZ - 1e Nat. Kampioen Grote fond oude

Liefhebber: 

Kruisem – Kruisem is sinds 2019 de nieuwe naam voor de fusiegemeenten Kruishoutem, Zingem, Ouwegem en een gedeelte van Huise. Kruishoutem, waar onze gewezen politieman en duivenkampioen succesvol met de duiven speelt, is heuvelachtig met diverse kastelen en gelegen op de rand van de Vlaamse Ardennen. Vroeger was het bekend als de “eiergemeente” maar de echte blikvanger is nu het Hof van Cleve waar Peter Goossens de scepter zwaait.

Het seizoen 2019 loopt op zijn laatste benen en al heel wat kampioenschappen zijn bekend. We trokken naar Marnix Leutenez (76) die een knap seizoen 2019 bekroonde met de titel van 1e Nationaal Kampioen Grote Fond Oude duiven. Een melker voor wie de duivensport nog echt een hobby is maar die zijn mannetje weet te staan wanneer we het hebben over wedstrijden boven de 800 km.

ZO WERD HIJ NATIONAAL KAMPIOEN
Pau 2e get. B15-4071462 “De Perpignan” 23e Nat. 2797 d.
1e get. B15-4071469 “Superman” 161e Nat. 2797 d.
St. Vincent 1e get. B15-4071462 “De Perpignan” 86e Nat. 2949 d.
2e get. B15-4071469 “Superman” 109e Nat. 2949 d.
Narbonne 1e get. B16-4151581 “Damiaan” 4e Nat. 3873 d.
2e get. B16-4151506 “De Libourne” 116e Nat. 3873 d.

Naar de grote fond

Marnix Leutenez is helemaal niet in een duivenmelkersfamilie geboren. Voor hij politieman werd was hij veldwachter in Nokere en leerde daar grote namen in de duivensport kennen als Gebr. De Baere en Desmet-Matthys. Door die contacten groeide zijn interesse voor duiven en in 1982 is hij dan zelf met duiven begonnen. Hij kreeg links en rechts enkele duiven, het tuinhok werd tot duivenhok van 3 x 2m omgebouwd en hij was vertrokken. Van bij de start was het de bedoeling om de grote fond te spelen. De wedstrijden van Montauban tot Barcelona waren zijn ding.
Zijn eerste duif voor de grote fond kwam van René De Meester, Ouwegem die ook het bijhuis van G & M Vanhee, Wervik genoemd werd. Hij luisterde naar de naam “Marseille” en maakte furore op het kweekhok.
Een duif die al Barcelona gevlogen had werd aangekocht bij Gerard en Marc Santens, Oudenaarde. Uit de combinatie De Meester x Santens werd de “Picolo” geboren, een duif die als tweejaarse drie provinciale overwinningen op zijn palmares zette. Het was een fantastische duif op de wedstrijden maar hij gaf geen waardevolle nakweek met meerdere duivinnen.
Later werden er nog enkele duiven aangekocht van Georges Carteus, Ronse.
De beste kweekduiven bekwam Marnix van Frans Balcaen, Nokere. Er werd ook versterking gehaald bij Patrick Houfflijn, Wortegem-Petegem. 
Via Roger Debusschere, Lokeren werd het soort van Chris Hebberecht, Evergem ingebracht. Ook duiven van Johan De Meulemeester, Zulte zorgden voor versterking. De laatste aanwinsten kwamen van Luc Bafort, Temse en in kruising geven die al succesvolle nakweek.

De stamvader van de meest succesvolle bloedlijn was ongetwijfeld de “Eurodiamond” die 4e internationaal Perpignan en 4x prijs won op Barcelona. Ook kinderen en kleinkinderen gaven fantastische nakweek. “Eurodiamond” B03/4375973 x B04/4167777 (een duivin van Desmet-Matthys in bruikleen) werden de ouders van “Nina” en dat werd een echte wonderduivin. Het koppel “Super Red” B13/4185315 x “Nina” B10/4147332 werden de ouders van “De Perpignan” B15/4071462 met 6e nat. Perpignan 4620 d/20e internat. van 14.851 d en “Carlo” B15/4071403 met 122e nat. Barcelona 2018. “Nina” x “Geronimo” werden de ouders van “Damiaan” B16/4151581 met 4e nat. Narbonne 2019. “Super Red” x “Justine” B10/4070494 werden de ouders van “Black Angel” B16/4151514 met 3e nat. Agen/12 internat.

Deurtjes met draad onder de spoetnik want zuurstof is belangrijk.Klassiek weduwschap

Marnix Leutenez komt aan de start van het seizoen met een ploeg van 30 oude en 20 jaarse weduwnaars. Daarnaast worden er een 40-tal jonge duiven gekweekt.
De weduwnaars worden gekoppeld op 2 februari en broeden een 4-tal dagen. Daarna volgt nog een tweede koppeling van een 3-tal dagen bij het opleren. Er worden ook geen late jongen gekweekt en dat betekent dat de weduwnaars in hun carrière helemaal geen jongen groot brengen. De doffers blijven op de hokken en komen bij goed weer los.
Bij mooi weer worden de weduwnaars 1x gelost op 15 km en komen daarna in de grote mand. Een spijtige vaststelling bij Marnix is dat er meerdere goede duiven verloren gaan op vluchtjes van 80 à 90 km. Een echte verklaring daarvoor is er niet.
In de maand april en mei wordt één maal daags (‘s avonds) getraind. Vanaf juni wordt er tweemaal daags getraind. De weduwnaars trainen telkenmale een vol uur met de vlag. Duiven krijgen de conditie door te vliegen is de mening van Marnix. Toen hij de marathon ging lopen moest hij ook kilometers doen om de forme te krijgen. In 2018 was het echt heet en toch trainden de weduwnaars probleemloos een vol uur. Toen ze neer streken op het dak hadden ze geen open bekken (hijgen) en dat is echte conditie aldus Marnix.
De wedstrijden van 600 tot 650 km worden hier nog als training beschouwd. De internationale wedstrijden als Pau, Agen, St. Vincent, Barcelona, Marseille, Narbonne en Perpignan zijn de klassiekers waarop er echt moet gepresteerd worden.
Vanaf Limoges krijgen de doffers bij de inkorving hun duivin van een 1/2 u tot 2 u in hun nestvak. Op de kortere wedstrijden wordt alleen de nestschotel omgedraaid in de woonbak. Bij aankomst van een wedstrijd blijven doffers en duivinnen een paar uur samen.
Hier wordt het klassiek weduwschap gespeeld en er wordt niet naar extra motivatie gezocht. Betwisten twee doffers dezelfde woonbak dan wordt dit wel in het oog gehouden als mogelijke extra motivatie.

Jongen niet gespeeld

De jonge duiven moeten nu nog opgeleerd worden en hebben juist één keer de grote mand gedaan. Hun laatste wedstrijd wordt Clermont (200 km) en dan is het seizoen voor hen gedaan. De selectie van de jonge duiven gebeurt in de hand. Als ze twee maanden oud zijn worden ze een eerste keer door de fijne kam gehaald. De jongen gaan alleen voor de port mee en de uitslag speelt helemaal geen rol bij de selectie. De jongen worden wel enkele keren zelf weggevoerd. Doffers en duivinnen blijven samen op het hok en ze mogen met eieren komen maar er worden geen jongen gekweekt. Na Clermont worden de jongen gescheiden en hun carrière begint pas als jaarling.

Voor de weduwnaars zit het seizoen er al op!Lichtere voeding

De weduwnaars worden bij voorkeur met een tussenperiode van 3 weken gespeeld op de fondklassiekers. Marnix is voorstander van de lichtere voeding en hij voedert een dieetmengeling waar er absoluut geen bonen in gemengd zijn.
Bij aankomst van een wedstrijd wordt er de eerste twee dagen sportmengeling gevoederd en zijn er elektrolyten in het drinkwater. Daarna wordt er een volle week overgeschakeld op een dieetmengeling. De tweede week wordt het 50% sportmengeling + 50% dieetmengeling. De derde week krijgen ze dan 100% sportmengeling met een beetje maïs en oliehoudende zaden (speciale mengeling van Natural). Tweemaal per week worden er vitamines verstrekt en gaat er biergist en lookolie over het voeder. Alle duiven krijgen afzonderlijk eten en drinken in hun woonbak. Na een half uur wordt het resterende voeder weggenomen. 
Vroeger werd er nog 1x per week kruidenthee geschonken tijdens het vliegseizoen maar dat werd afgeschaft. Nu gebeurt dat nog alleen tijdens de winter. Tijdens de wintermaanden wordt er ook regelmatig 1 koffielepel “Mixed Corn” (Versele) per duif verstrekt.
Ook voor de grote fond is voederen een kunst zegt Marnix. De duiven doen eten tot aan de inkorving is de dwingende opgave van iedere grote fondspeler. De laatste hand aan de conditie wordt gelegd tijdens het verblijf in de grote mand waar ze zuivere maïs gevoederd worden.

Een capsule flagyl

Eenmaal per jaar, wanneer de klassieke inentingen plaatsvinden, is er een algemene controle door de dierenarts. De dag na de thuiskomst van een fondklassieker (3 dagen mand) krijgen de weduwnaars een capsule met Flagyl opgestoken. Tegen luchtweginfecties werd heel het seizoen niets ondernomen. Bij vertrek en aankomst van een wedstrijd krijgen de duiven een ontsmettingsmiddel (Belgadrops) in de ogen toegediend.
Marnix Leutenez: “Iedere morgen, vooraleer ik de duiven loslaat of aan de verzorging begin, ga ik de duiven bekijken op hun hok. Het is de beste manier om te zien of er iets hapert. Uiteraard is de natuurlijke gezondheid van groot belang.”

Gordijnen voor de ramen

Er wordt gespeeld op 25 m tuinhokken verdeeld in 8 afdelingen en nog eens 6 m tuinhokken verdeeld in twee afdelingen. De hokken zijn 1 m boven de grond gebouwd en de bodem van het hok is geïsoleerd. Voor de hokken is er een gang met een verluchtingstrook van 80 cm in het plafond die regelbaar is met schuiven. Tocht moet in elk geval vermeden worden. In de voorzijde van de hokken zitten er roosters die ook kunnen afgesloten worden.
Onder de spoetnik en voor de ramen zijn er deurtjes met draad zodat de vensters tijdens het najaar bij mooi weer kunnen opstaan. Bij warm weer tijdens het vliegseizoen gaan de gordijnen dicht van 10 u tot 16 u. Zij moeten de overtollige zon buiten houden en zorgen voor de nodige rust op de hokken.

Een regelbare verluchting boven in de gang voor de hokken.Verwijderde inteelt

Marnix Leutenez: “Op het kweekhok wordt er aan verwijderde inteelt gedaan. Er wordt wel wat afval gekweekt maar een strenge selectie moet de nakweek in goede banen leiden. Alle nakweek in familieverband wordt gespeeld op de wedstrijden wat al een serieuze selectie inhoudt. Koppels van wie er veel jongen verloren gaan en kweekkoppels die problemen geven bij het kweken worden stante pede geëlimineerd. De duiven worden gekoppeld rekening houdend met de kleur van de ogen en de afstamming. Aan de leeftijd van 5 à 6 jaar krijgt een goede vlieger een plaatsje op het kweekhok.”

De ideale fondvlieger

“Ik hou van heel kleine duiven maar met zeer mooie ogen. De ogentheorie is zeer belangrijk voor mij! Ik geef de voorkeur aan een volledige verbandcirkel. Ik verkies een oog met een heel sterk pigment (sterk oog) en met veel streepjes in. Ook moet een fondvlieger goed gespierd en goed gesloten zijn. Een duif met een zeer goed model moet voor mij als jaarling geen prijs vliegen.”

Een lange carrière

“Een jonge duif moet een goed model hebben maar wordt als jong zelfs niet gespeeld. Een jaarling wordt om de 14 dagen gespeeld want ik verkies een lange carrière bij fondduiven en hij gaat tot Libourne. Een tweejaarse duif wordt ingezet op Agen en Perpignan. Een oude duif gaat de internationale vluchten vliegen maar met een tussenperiode van 3 à 4 weken.
Recuperatie is zeer belangrijk en een duif recupereert het best door voldoende rust.”

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.