KRISTOF MORTELMANS - 1e Nat. Asduif Grote fond

Liefhebber: 

Ranst – Kristof (geb. 6 januari 1977) is een fondspeler van de nieuwe generatie met klinkende adelbrieven. Sinds de start in 2012 grijpt hij 5 vermeldingen in de nationale fondkampioenschappen KBDB. Een nieuwe generatie fondspelers heeft de fakkel overgenomen. Mannen als Joost De Smeyter, Jellema, Hugo Batenburg en last but not least Kristof Mortelmans.

Kristof heeft uitstekende duivengenen. Beide grootvaders waren straffe melkers. Grootvader langs vaderskant was Henri Mortelmans, Ranst, sterspeler op Noyon. Vooral de Apollo van ’92 en de Blauwe (eveneens ‘92) waren hele goei. Ook Jef Van Tulder, Zandhoven (grootvader langs moederskant) was geen gewone. Hij werd 3e nat kampioen fond jonge duiven KBDB en pakte verschillende eerste series provinciaal. Beste duifke was het “100.000”, zij verdiende haar naam op La Souterraine 1983. Vooral de kleinigheid bracht veel zaad in het bakje in die tijd... het zwarte witpenneke was een echte goei met 6 prijzen top 3 in Union Antwerpen ( soort Stan Denisse, Kapellen)
Kristof toonde zich een leergierig baasje, gaf zijn ogen de kost en liep mee op het duivenhok van beide grootvaders. Als 11-jarige vulde hij zijn eigen hoklijst in. Het spel in die tijd was vitesse. In 1990 pakte hij zijn eerste ereprijs. Maar de schoolbanken waren ook belangrijk... Kristof studeerde af als dierenarts (specialisatie duiven en pluimvee). Op de universiteit leerde hij Debora kennen,  het jonge koppel trouwde in 2003 en kreeg drie kinderen, Arthur (10) Estelle (9) en Jolien (5). 
Kristof: “Van 2004 tot 2012 verdwenen de duiven naar het achterplan, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. We wonen naast mijn ouders (dit jaar 50 jaar getrouwd) in het vroegere huis van mijn grootvader. We hebben het verbouwd en er onze ziel en zaligheid ingestoken... Een knappe plek om te wonen, ruimte voor de kinderen, ruimte voor paarden en sinds 2012 opnieuw duiven. Mijn plan stond vast, ik wilde het proberen op de fond...”

Leren kennen in de limousine

De zoektocht naar goede fondduiven kon beginnen. Kristof legde zijn oor te luisteren bij Paul Vets, Broechem (winnaar Bronzen Vleugel Barcelona 2010). De familie Vets werd uitgenodigd naar Brugge en met de nodige pracht en praal rondgereden met de limousine. Medepassagier in de limousine was Jean Pierre Raemdonck Ruys uit Hamme (winnaar Zilveren Vleugel Barcelona 2010). Paul Vets bekeek de uitslagen met het vergrootglas en gaf Kristof een gouden raad: “Daar moet je zijn. Dat is een relatief onbekende fondspeler met serieuze uitslagen.”
Kristof: “Ik nam contact op met Jean Pierre en bestelde 15 jonge duiven 2012. De 15 jonge waren 6 duiverkes en 9 duivinnen. Hierbij 4 goeie vliegers... Ik kweekte ook jonge duiven uit die mannen en het zijn ook 4 goede kwekers. Dan ben je als duivenmelker een bofkont. Toen ik de 15 jonge afhaalde in 2012 had Jean Pierre ook enkele late jonge van 2011... in mijn ogen was het goed gerief, ik kocht er drie, waaronder de moeder van “Barcarcas Red Ace” 1e nat asduif 2016.
Bij Paul Vets haalde ik een dochter van “Alexander” 1e prov Barcelona 2010+ Bronzen Vleugel (kruising Musters x Van den Plas). Het paste perfect. Ik had ook wel een konijnenpoot op zak.
Ik zie graag rode duiven, die waren talrijk aanwezig op de totale verkoop van Wiel Cramers uit Grevenbricht. Ik zette vier duiven in op internet. Na de voorbiedingen volgde een zaalverkoop.
Na de veiling kreeg ik bericht, 2 duiven waren niet overboden... ik was de nieuwe eigenaar en ging ze samen met Dave Vets halen. Volgens de verkooplijst had ik een doffer en een duivin, het waren twee doffers waarbij de vader van mijn actuele 1e nat. asduif.
Op bijna dezelfde manier geraakte ik aan een andere topkweker, NL11-1583973, rechtstreeks Verweij Castricum. Hij werd gekocht op internet door mijn vrouw Debora. Dat is een bijzondere kweker, o.a. vader van “Spolle” (1e prov Montauban 2015, 1e prov Libourne 2015). Mijn jongste aanwinsten komen van Hugo Batenburg. Toen de nationale kampioenschappen bekend waren was mijn asduif hot... via Hugo Batenburg verhuisde hij naar Joost De Smeyter. Part of the deal was 6 jonge duiven, een paar weken geleden ben ik ze gaan halen in Klaaswaal. Echt fijne marchandise...”

Kristof MortelmansDagprogramma

Kristof: “Ik heb veel duiven maar wil er zo weinig mogelijk tijd in steken. De weduwnaars (dit jaar 22 oude en 45 jaarlingen) trainen iedere morgen van 7 h 30 tot 8 h 30. Dat is voor mij het belangrijkste duivenmoment van de dag. De kwekers (22 koppels) hebben een royale voliere. Daar heb ik afgelopen winter in geïnvesteerd. Overdag vliegt bij mij geen duif buiten.
Vader is een onmisbare pion. Hij heeft Australische prachtvinken maar ik kan op hem rekenen voor de duiven. Hij helpt met lossen of verduisteren (van half maart tot half mei zitten de weduwnaars donker tussen 16 h 30 en 7 h 30). Om 16h 30 laat vader de jonge los. Alle jonge gelijk buiten en niet hokje per hokje.. Ieder jaar sneuvelen er jonge duiven in de draden door de grote klad maar ik weiger om het systeem te veranderen. Ik ben thuis rond 18 h. In de stille maanden heb ik dan nul duivenwerk. In het volle seizoen is dat anders. Vanaf de week voor Bourges (half mei) komen de weduwnaars twee keer los. Dan moet er een tandje bij. 
De ergste week van het jaar is de winterkoppeling. Dit jaar zette ik 94 koppels samen op 8 januari. Een hels karwei. Dan verlies ik 3 tot 4 kilo gewicht in één week.”

Stierenkweek

Voor “Barcarcas Red Ace” getransfereerd werd fokte ik er mijn gerief uit. Ik heb 12 jonge uit hem die niet los komen waarbij 6 rooikes. Met stierenkweek was dit vrij simpel. “Barcarcas” kreeg een leeg hok. Zes bewezen kweekduivinnen werden gekoppeld met hun eigen duiver... dit uiteraard halfbak zodat de duiver niet kon trappen. De vijfde of zesde dag liet ik de duivin bij de stier. “Barcarcas” had er wel oren naar. Iedere keer als hij een duivin kreeg brulde hij. Als de duivin getrapt wordt is het in orde. Na het leggen van het eerste ei mogen de koppels bij elkaar. Eenvoudiger kan echt niet en met hoog rendement. 
Uit mijn beste duiven wil ik veel kweken. De eieren van de eerste ronde van de kwekers leg ik onder de jaarlingen. De kwekers doen gelijk verder. Zo heb je vier jonge uit alle koppels met veertien dagen verschil. Dit jaar deed ik hetzelfde met de beste zeven vliegers. Ik laat ze nog eens bijleggen op de jonge.. zo heb je zes jonge duiven van de favorieten.”

Vliegers

De hokken van Kristof zijn eigen fabricaat. Eenvoud is troef maar wel alles netjes en functioneel: betonplaten (beton houdt de warmte vast) eterniet golfplaten, overal roosters en transportbanden en ook overal plexiglas in het voorfront. Plexiglas is beter dan glas omdat het sneller opwarmt. 
We lopen langs alle hokken. De duiven zitten zeker niet dun maar blinken in hun vel. Op het eerste (en tweede ) zicht tamelijk kleine duiven met slimme kopjes. Naast de weduwnaars heeft Kristof dit jaar een ploegje van 6 duivinnen. 
“Dit zijn dochters van de beste koppels maar het is een leerschool. Momenteel zitten ze tussen de jonge duiven. Ik ga ze opleren op weduwschap en op de fond spelen op nest. Maar het is afwachten hoe de duivinnen gaan reageren als de jonge duiverkes praat krijgen.
Mijn duiven zitten vast van begin augustus tot begin maart. In het begin los ik hok per hok … zo leren de duiven in het juiste kot binnengaan. Soms krijg je toch nog rare toestanden.. De 237 is één van mijn betere duiven maar op het hok liet hij zich keer op keer uit zijn bak ranselen. En toch goed vliegen op de fond. Dat is een raadsel.
Goed invliegen vind ik cruciaal. Mijn duiven vlogen in april enkele Quievrains en 1 Noyon (30 april). Op dit moment voeder ik lich. De weduwnaars (en ook de jonge) krijgen Gerry + (Versele) tot 1 mei. Vanaf de halve fond (en zeker de fond) is het zwaarder voer. Fondduiven hebben vetten nodig. De duiven weten het zelf het best... Ik maak mijn vet eten zelf met o.a. kanariezaad, Tovo, Nutripower, gepelde zonnepitten, kemp, pindas, chiazaad enz. De duiven moeten het leren eten maar zijn er verzot op. Jong geleerd is oud gedaan. Ik begin er al mee als jonge duif. En mijn ervaring zegt: hoe zwaarder ik de duiven kan inkorven, hoe vroeger ik pak... Het fondprogramma is redelijk overladen. Om aan alle wedstrijden mee te doen heb je 35 oude duiven nodig, geen prullen natuurlijk maar wie heeft 35 goede... dat zijn er niet veel. En recuperatie is ook belangrijk, na de vlucht geef ik glucose met vitamines (eigen fabrikaat). Als voedingssupplement geef ik Hepatoveto (vmd). Voor Limoges (eind mei) geef ik dit tien dagen. Nadien iedere week twee dagen (dinsdag en woensdag). Als dierenarts houd ik de vinger aan de pols, het voornaamste is dat een duivenmelker het ziet als de duiven mankeren.”

Snelle leerschool voor jonge duiven

Kristof: “Ik kan me vergissen maar ik denk dat grote fondspelers die er niet komen te voorzichtig zijn met hun duiven. Mijn jonge duiven moeten ervaring opdoen... Als ik begin te lappen gaat alles in de mand, ik leer bruut op... na drie keer lappen gaat alles naar Quievrain. Vanaf begin juni vliegen ze 2 of 3 Quievrains, nadien allemaal naar de halve fond. Het moet vooruit gaan want eind juli gaat het duivenhok dicht. Op Orleans (Gien) had ik 68 jonge mee, mijn drie eerste aankomsten kwamen uit hetzelfde koppel (ouders “Jamie”). Ik was tevreden over mijn jonge van 2016, ik begon met 80 en verloor amper 7 stuks, dat is normaal. Drinkpotten uitwassen doe ik bijna nooit. Door het zuur (Avidress) en javel blijven de potten proper en de duiven gezond.”
Kristof: “Duivenmelkers mogen niet vergeten dat er meer is dan duiven... na Perpignan komt bij mij geen oude of jonge duif meer buiten. De hokken gaan dicht en ik vertrek met het gezin voor twee of drie weken op vakantie. Als ik dan terug kom herkennen de duiven mij bijna niet meer.”

Ogen open houden 

Na Barcelona kreeg ik tonnen goede raad, iedereen drukte me op het hart om “Barcarcas” niet meer te spelen in 2016. Een investering in Barcelona 2017 zeiden de mannen maar ik zag mijn duif iedere dag bezig, hij zat in topconditie, enkele dagen na Barcelona droogde hij de andere duiven af in de lucht. Ik wilde hem terug spelen op Perpignan maar op de dag van inkorving van Narbonne veranderde ik van gedacht, de conditie van “Jamie”, de gedoodverfde kopman voor Narbonne, stond me niet aan. Eén neusboon was niet wit genoeg, ik gaf hem vier dagen een pilletje antibiotica en schakelde “Barcarcas” in als schaduwkopman. Een schot in de roos, aan de ontbijttafel zag ik hem aankomen. Vleugels in de lucht, en bingo... 1e prov (40 minuten voorsprong ) en 2e nat. Narbonne. Ik kon mijn geluk niet op, met 22 nat Barcelona en 2 nat Narbonne werd “Barcarcas” 1e nat. asduif grote fond KBDB. Een droom die uitkomt.
Eén dag na Narbonne was de inkorving van Perpignan. “Jamie” was intussen stevig in conditie en hij deed het... de klok wees 21 h 02, ik hoorde een duif suizen en het was hem... Met een gat in de vleugel (hij had 2 pennen gegooid in de mand, meeestal een teken van superform) leverde hij een stevige prestatie. 5e Prov/45e nat. Perpignan. Traag ruien is een groot pluspunt voor fondduiven,  veel schone vluchten zijn in juli. Ik ben ervan overtuigd dat snel of traag ruien in de familie zit. “Danie Narbonne” (jammer genoeg verloren op rampvlucht Montauban 2016) en zijn zonen zijn snelle ruiers maar ze presteren goed...”

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.