KRIS VAN MASSENHOVEN - Algemeen Kampioen Hafo Kempen

Liefhebber: 

Onderwerp: 

Kris is 43, vrijgezel en volgens hem is het nog altijd nergens beter dan thuis. Als kind amuseerde hij zich rot op de boerderij van zijn grootouders. Om zich te vervelen had hij echt geen tijd. Het leven stond er nooit stil en dagelijks gingen de beste zorgen naar de dieren. In de omgeving van de koeien, kalfjes, kippen, kuikens, konijnen en de rest van de dierentuin voelde hij zich kiplekker. Meerijden met de tractor stond hoog in zijn hitparade. Als het maar geen school was...

Een droomstart

In 1984 moest Krisje met lichte tegenzin naar de grote jongensschool. Zijn leraar van het eerste studiejaar was een gepassioneerde duivenliefhebber. Met meesterlijke hand kneedde Frans Proost de wittekop tot een volwaardige duivenmelker en hij zorgde ervoor dat die kleine als jongste lid van “De Blauwe Duif” uit Schoonbroek bij de KBDB werd ingeschreven. Noch zijn grootvader, noch zijn ouders vonden duivenmelker worden een goed idee, maar in die jaren werd er op de boerenbuiten nog naar de meester geluisterd. Frans schonk de Kris twee wondermooie vosse duifjes en ons Krisje was het gelukkigste jongetje op de wereld. Het was ontroerend hoe de kleine de beestjes voorbeeldig verzorgde. Kris zette Franske en Hilda helemaal naar zijn hand. Wat maanden later stond hij voor het eerst aan de inkorftafel en spoedig zorgde Franske voor de eerste ereprijs. Daar bleef het niet bij. Een zoon van Franske won zelfs 22 ereprijzen. Die zoon zorgde dan weer voor een doffer die 15 eerste plaatsen bij elkaar vleugelde. Het beginnersgeluk en de liefde voor zijn duifjes zorgden voor een blitzcarrière zoals iemand ze alleen maar kon dromen. In 1996, amper 19 jaar oud, werd Kris Van Massenhoven op de Gouden Duif uitgeroepen tot “Superstar van het jaar Snelheid”. Als prille twintiger werd hij gekroond tot Nationaal Kampioen op de snelheid met oude duiven. De kleine Van Massenhoven kende een fenomenale start. A superstar was born. Niemand durfde daaraan te twijfelen. 

KAMPIOENSCHAPPEN HAFO KEMPEN
1e Algemeen Kampioen
1e Kampioen Oude duiven
3e Asduif Oude – 6103861/2017
2e Kampioen Jaarduiven
2e Asduif Jaarlingen – 6181578/2018

De terugval

Met een klein duivenbestand werden geweldige resultaten behaald. Dat was de slimme duivenliefhebbers uit de buurt niet ontgaan en zijn faam verspreidde zich steeds verder. De vraag naar duifjes was groter dan het aanbod en er ging veel kwaliteit de deur uit. Te nauwe inteelt eiste eveneens zijn tol. Te laat besefte Kris dat er te fel was ingehakt op de stam om hem springlevend te houden. Er moest dringend uitgekeken worden naar versterking en dat was nu net het moeilijkste onderdeel van de duivensport waarmee hij na die vette jaren voor het eerst kennismaakte. 

De zoektocht naar versterking

Met een dosis gezond boerenverstand en vooral ook met zin voor redelijkheid trok Kris op pad voor een “never ending” zoektocht. In 2009 kocht hij drie duiven bij Danny Van Dyck en in 2011 stond hij aan de voordeur bij Dirk Van den Bulck. Met 6 duifjes en hoge verwachtingen keerde hij terug naar Retie. Danny en Dirk behoorden op dat moment tot de rijzende sterren en Kris hapte toe op een moment dat de prijzen ook voor hem nog aanvaardbaar leken. Ieder bepaalt zijn limieten, maar ongeacht het prijskaartje, stelt het merendeel van aangekochte duiven teleur. Niks nieuws onder de zon, maar deze keer stond de geluksfee opnieuw aan zijn zijde.

Box 2

In 2012 werd een duiver van Dirk Van den Bulck (6269920/2011) gekoppeld met een duivin van Danny Van Dyck (6323159/2009). Van de eerste 5 jongen die hieruit werden gekweekt, vlogen er 4 minstens één eerste prijs in hun geboortejaar. Kris besefte onmiddellijk dat hij mogelijk een nieuw en uitzonderlijk kweekkoppel op zijn hok had. Vrij snel werd er besloten om uit dit koppel geen jongen te verkopen, maar ze allemaal een kans te geven op het eigen hok. De laatste jongen uit box 2 werden in 2017 geringd. Niet echt onverwacht natuurlijk en met een nageslacht van meer dan 200 duiven voelt hij zich gewapend voor de toekomst. Ondertussen doet de Schone Dirk nog naarstig verder als kweker. In 2020 werd hij al gekoppeld aan 4 verschillende duivinnen. Tussen zijn 16 jongen van 2020 zal er misschien eentje bij zijn die zijn stempel drukt op de volgende generatie. De toekomst zal het uitwijzen. Trouwens ieder jaar probeert Kris zich met enkele gerichte aankopen te versterken. Een lastige karwei, dat is hem ondertussen duidelijk geworden. Vorig jaar werden nog een 15-tal jonge duiven aangekocht bij de gebroeders Van den Akkerveken uit Oud-Turnhout. Ze werden Algemeen Kampioen in het samenspel Turnhout en dit zowel op Quiévrain als Noyon. Hun duiven zijn echte rasspurters die bij thuiskomst van een vlucht geen seconde tijd verliezen. Dat ziet Kris graag en momenteel zitten 11 van hun duifjes tussen de proefkoppels op het kweekhok. Op hoop van zegen.

Kris houdt er niet van dat op eenzelfde hok duiven zitten die op verschillende dagen worden ingekorfd. Hij heeft een weduwnaarshok voor Quiévrain en eentje voor de kleine halve fond. Verder één hok voor de weduwduivinnen die op kleine halve fond worden gespeeld en nog een hok voor duivinnen die op de grote halve fond worden ingezet. Er is ook nog ruimte voor een ploegje jonge duivinnen.Gust Van Hove

Zonder dat Kris het met zoveel woorden uitdrukt, voel ik aan dat hij een bijzondere sympathie heeft voor Gust. Gust is een minzaam iemand met het hart op de juiste plaats. Heel zijn leven lang presteerden zijn duiven op hoog niveau op de halve fond. Geen stambomen, maar oerdegelijke duiven die jaar in, jaar uit op de uitslagen duidelijk maakten dat ze niet van klasse gespeend waren. De jaren eisten bij Gust hun tol en ouderdomskwaaltjes en een val maakten een einde aan zijn duivenloopbaan. Het pleziert Kris dat Gust nog regelmatig de duiven mee komt opwachten of verslag komt uitbrengen als hij bij Jos Van der Veken de opwachting heeft gemaakt. ’t Is een taaie en ik heb hem graag, voegt Kris eraan toe. In 2018 werden zijn laatste duiven in het lokaal van “Moed en Hoop” uit Retie verkocht. Kris had o.a. een duivin van 2012 geschalmd. Die beviel hem 200%. Blijkbaar was hij niet de enige geïnteresseerde en ze werd aangekocht door Luc Groenen. Zulke dingen gebeuren. Maar Luc is voor Kris geen onbekende en Kris stelde voor om deze duivin te koppelen aan een duiver uit box 2 en de jongen te delen. Daar had Luc oor naar en de duivin verhuisde naar het kweekhok van Kris. In 2019 kweekte hij er twee van zijn beste jonge duiven uit. De jonge duiven vlogen 5 hafo-wedstrijden. De 556/19 won uit Melun 1/1512, 1/1044, 26/2083 en een broer (412/19) won o.a. 2/2561 (Noyon) en uit Melun 6/1044 (na 5 hokgenoten), 12/1512, 41/2083. Op de verkoop had Kris ook een oogje laten vallen op de 526/17. Die werd vader van 490/19 en die won in augustus op 4 opeenvolgende vluchten uit Melun 1/1044, 6/1512 (na 5 hokgenoten), 17/1658, 24/2083. Ook met de 6127256/2012 van Gust boorde Kris destijds een goudader aan. Ze werd o.a. moeder van zijn Raketje en wie op zijn hok zo’n naam krijgt, heeft die door prestaties dubbel en dik verdiend.

Hoe kijk je aan tegen het nieuwe seizoen?

In normale omstandigheden zouden we op dit tijdstip van het jaar al wat wijzer zijn, maar nu is het voor iedereen toch wat koffiedik kijken. Wild enthousiast kan ik over de opleervluchten niet zijn. Ze zijn naar huis gekomen, maar daarmee is alles gezegd. De duiven trainen niet naar mijn zin, noch jong noch oud. De 37 weduwduivinnen die bestemd zijn voor de kleine (15) en grote (22) halve fond werden tot 1 juni verduisterd van 18 u. tot 9 u. Met 14 jaarse duivers, eveneens bestemd voor de kleine halve fond, en nog een hokje van 11 duivers waarmee ik me op zondag zal amuseren uit Quiévrain, gebeurde dat niet. Maar tegen ik het hok heb gekuist, willen ze al terug op de pannen vallen. De laatste dagen is er een lichte verbetering, maar van forme is nog lang geen sprake. Hoe harder de duiven trainen, hoe beter de uitslagen. Dat is mijn idee.

Met de jonge duiven is het ieder jaar een moeizaam begin. Ik had hier een hokje van 25 vroege duivinnen, waarmee ik van start wilde gaan. Ze zijn opgeleerd tot 30 km en er blijven er amper 13 van over. Op het nieuwe hok zaten er 75 vroege en 89 die jonger zijn. Die worden verduisterd vanaf half maart tot 8 juni, telkens van 16.45 u. tot 7.45 u. Ook met die 75 ben ik al tot op 30 km gesukkeld. Daarvan blijven er nog 61 over. Er zijn veel te veel verliezen naar mijn zin en dat wijst op een gebrekkige conditie. Op dat nieuwe hok laat de forme ieder jaar op zich wachten, maar in augustus gaan ze geweldig te keer. Aan het hok mankeert er niks, denk ik. Maar met zo’n ploeg luierikken heb ik echt de grootste moeite. Eerst sukkelen ze een lange periode met hun gezondheid en als die ellende, na wat bezoekjes aan de dierenartsen eindelijk voorbij is, willen ze niet vliegen. Geduld is een mooie deugd, maar aan dat van mij zijn er grenzen. Ik word er nerveus van en hier durft al een keer een borstelsteel sneuvelen. Het zou zeker niet de eerste keer zijn. Dat helpt de duiven niet, maar je bent dan tenminste je eigen frustraties voor even kwijt. Later op het seizoen gaan ze stevig trainen en maken ze schitterende uitslagen en ook als jaarse en oude duif zijn er toch een aantal bij die hun plaatsje op het hok meer dan waard zijn. Met dat voor ogen probeer ik mezelf wat in te tomen, maar gemakkelijk is dat niet. Op het nieuwe hok is er al vijf jaar miserie, miserie... tot ze in augustus uitslagen maken dat de mensen er gaan aan twijfelen dat alles wel eerlijk gespeeld wordt. Vooral van de uitslag van die laatste vlucht moet ik toegeven dat ik mijn eigen ogen niet kon geloven. Tussen mijn 8ste en 9de duif was er een tijdsverschil van 4 minuten, maar nergens werd er in die tijdspanne ook maar één duif geklokt. Ik won 19 prijzen in de eerste 20 tegen 1044 duiven en 112 liefhebbers. Gelukkig zat er in het koppeloton een duifje van Jos Van der Veken. Dat zowat iedereen vol ongeloof naar deze uitslag keek is niet zo vreemd. Ik vond het ook de strafste stoot waarmee mijn duiven me in mijn 35-jarige loopbaan hebben verrast. Dat de KBDB het nodig vond om een aantal controles uit te voeren, vond ik in eerste instantie niet zo leuk, maar achteraf kon ik dat plaatsen. 

Voeding en bijproducten

Ik ben goede klant bij hobbyshop van Tilburg. In 2019 won ik zo’n 100 aankoopbonnen die ik alleen daar kan verzilveren. Met veel plezier maak ik er gebruik van. In het vluchtseizoen worden de mengelingen van VTB gemixt met vluchtmengelingen van Van Robaeys, Versele en Beyers. Er is een oneindig aanbod aan mogelijkheden. Die mengelingen zijn samengesteld door voedingsdeskundigen en voor elk seizoen zijn die aangepast aan de noden van de duif. Duiven houden er wellicht geen rekening mee en pikken waarschijnlijk op wat ze liefst eten. Op het hok van de jonge duiven voelen sommigen te zwaar aan en anderen te licht. Toch krijgen ze allemaal hetzelfde voer. Ze hebben een zeer moeilijke periode achter de rug en ik denk dat dit de oorzaak is. De vertering is bij allemaal nog niet optimaal en dan krijg je zulke toestanden. Als duiven in conditie zijn, zitten ze strak in de pluimen en voelen perfect aan in de hand. Ze trainen dan goed, eten goed en de prestaties vallen mee. Hier draait het nog wat vierkant, maar ik hoop dat het snel goed komt.
Tijdens het vluchtseizoen krijgen de duiven op maandag en woensdag Herbo Elite Pigeon over het voer. Op de bijsluiter lees ik: “Het is bovendien een mengsel van vetzuren met een zachte aangename geur”. Zelf heb ik de indruk dat het serieus stinkt. Mensen verschillen al een keer van mening, nietwaar. Die dagen krijgen ze eveneens Optimix. Ik gebruik ook de mineralen van dierenarts Mariën en maandelijks maak ik gebruik van zijn conditiesiroop. Omega olie van Schroeder gebruik ik samen met biergist. Als velen zeggen dat ze bepaalde producten gebruiken en beweren dat het goed is, ga je dat geloven. De mond aan mondreclame doet nog altijd zijn werk en duivenmelkers weten graag wat je allemaal geeft, zeker op het moment dat je sterk speelt. Dan lijkt al wat je zegt op evangelie. Wat maanden later gaat het wat minder en dan zit je zelf met de handen in je haren. Hier loopt het duivenpad niet over rozen, maar heeft het zijn ups en downs. 

Het hok van de jonge duiven wordt automatisch verduisterd. De forme laat er ieder jaar op zich wachten, maar daarna hou je de spektakeluitslagen niet voor mogelijk.Mijn bezoekje aan de lossingsplaats

Vorig jaar voorspelde men in een bepaald weekend slecht weer voor zondag. Omdat ik mijn jonge duiven liever geen 2 nachten korf liet doen, nam ik het zekere voor het onzekere en paste. Zoals ik vreesde, werd de lossing uitgesteld tot maandag. Op maandag reed ik naar Quiévrain en kwam er op de lossingsplaats toe om 7.15 u. Veel beweging was er niet en ik liep er wat rond tot ik iemand bezig zag met het leeggieten van de drinkbakjes. Hij vertelde me dat de duiven om 8 u. zouden gelost worden. Ik vroeg hem of de duiven van Retie zich op zijn wagen bevonden. Hij noemde alle lokalen op en daarbij waren er twee van ons samenspel dat uit 8 maatschappijen bestaat. Waar de andere stonden kon hij me niet vertellen. Na alle trailers te hebben afgespeurd, kwam ik uiteindelijk terecht bij een vrachtwagen met daarop de korven van de 6 andere lokalen van ons samenspel. In tegenstelling met alle andere voertuigen werden de korven op deze vrachtwagen handmatig gelost. Deze vrachtwagen stond ook bijna helemaal links tussen de duiven van de westkant van onze provincie en in de buurt van de duiven van Oost-Vlaanderen. Of dat een éénmalig feit was of niet, laat ik in het midden. 

Het bestuur van ons samenspel zit jaarlijks samen met de verantwoordelijke vervoerder. Steevast wordt er afgesproken dat alle duiven van ons samenspel langs dezelfde kant van een trailer staan en als die ene kant niet volstaat, zullen de resterende manden op een tweede worden geladen zodat alle korven tenminste langs één en dezelfde kant worden gelost en naast elkaar staan. Daar kan iedereen zich in vinden, denk ik. Zo wordt het ook ieder jaar in de verslagen van het samenspel opgenomen en in elk lokaal gecommuniceerd naar de leden toe. Je mag als liefhebber toch verwachten dat zulke afspraken worden nagekomen of niet?     
Al enkele jaren las ik dat op de lossingsplaats de duiven die de grootste afstand moeten vliegen vooraan zouden opgesteld staan. Ze zouden ook geordend staan volgens de vliegrichting. 
Ik kon alleen maar vaststellen dat de opstelling van geen kanten klopte. In ons samenspel zijn er liefhebbers die van Quiévrain 150 km spelen. Ik denk dat we op die basis een plaatsje rechts op de voorste rij verdienen of zie ik dat verkeerd? 

In de vorige jaren kwamen hier de duiven van Quiévrain hoofdzakelijk uit het noordwesten aangevlogen. Dit jaar werden tot dusver de duiven provinciaal gelost en dat was duidelijk merkbaar bij de aankomst van de meeste duiven. Quiévrain is een snelheidsvlucht die beter in kleinere contingenten kan gelost worden. Het zou ook voor de jonge duiven tot gevolg hebben dat er minder verliezen zouden zijn. Van in mei tot in augustus komen er iedere week een aantal jonge duiven voor de eerste keer in Quiévrain. Ook die nieuwkomers verdienen een eerlijke kans. Dat er een filmpje wordt getoond van een lossing is interessant. Je ziet dan massa’s duiven in de goede richting vertrekken. Meestal toch. Ik zou graag zien dat er beelden werden getoond van de korven en dat we kunnen zien welke maatschappijen op die bepaalde voertuigen aanwezig zijn. Op die manier wordt iedereen gerustgesteld dat de korven van een samenspel netjes bij elkaar staan en samen de lucht ingaan. Waarom de uitslag dan wat tegenvalt, daarover moet ieder voor zichzelf maar eens nadenken. Op dit moment is gelijke kansen voor iedereen nog steeds een utopie. Het werkt de ontgoocheling bij veel liefhebbers in de hand. De gevolgen hiervan laten zich raden. Er is nog werk aan de winkel. Bij massalossingen zijn de maatschappijen die in polepositie mogen vertrekken sterk bevoordeeld. Uitslagen tonen dat regelmatig aan. 
Afspraken moeten worden nagekomen. Zo simpel is het toch. 

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.