KOEN VAN ROY - 2e Olympiadeduif Snelheid Brussel 2017

Liefhebber: 

Onderwerp: 

Asse – Asse is een gemeente in de provincie Vlaams-Brabant en meer bepaald in het arrondissement Halle-Vilvoorde, waar op politiek vlak zoveel om te doen was in het verleden. Op het marktplein van Asse kreeg de Hopduvel een standbeeld met een duvelglas in de hand dat op de vooravond van de feesten met Duvel gevuld wordt. De Hopduvel is een stormwind die eind augustus veel schade toebracht aan de hoppevelden in de streek van Asse-Ternat. De hoppevelden zijn ondertussen verdwenen maar de verse hopscheuten prijken nog altijd op het menu van vele restaurants in Asse.

Wij trokken naar Asse naar aanleiding van de knappe prestatie van Koen Van Roy (44) die op de laatste Olympiade in Brussel ons land vertegenwoordigde met de 2e Olympiadeduif Snelheid. Het was de ultieme bekroning van een knappe carrière op snelheid en halve fond. Hij had vroeger een groothandel in snoep die hij van zijn ouders overgenomen had. Enkele jaren terug deed hij de zaak van de hand en hij mag nu professioneel duivenmelker genoemd worden.

Koen Van RoyEen solide basis

Vader Herman Van Roy was in zijn tijd een goede duivenmelker in Lombeek en een van de beteren op Noyon. Geert Van Roy, de broer van Koen, speelde samen met vader en Koen was meer de man van de administratie. Tijdens het weekend hielp hij ook met het klokken van de duiven.
Koen Van Roy startte in 1998 met duiven op zijn huidig adres. In het begin was het meer een duivenliefhebberij van vallen en opstaan maar hij versierde in die jaren toch een eerste plaats in de Jeugdkampioenschappen. In 2003 werd het geweer van schouder veranderd en kwam er een serieuze kentering in de zaak.
Koen keek over de grens en zijn interesse werd gewekt voor de duiven van Gerard Koopman die toen de sterren van de hemel speelde. In eerste instantie werd er tijdens een kampioenendag in een vereniging een Koopmanduif aangekocht. De drie jongen die hij daarna uit deze eerste Koopman fokte wonnen elk een eerste prijs. In 2005 kocht hij op de Gouden Duif-viering de schenking van Gerard Koopman. Sindsdien schafte hij zich in totaal 40 à 50 rechtstreekse Koopman-duiven aan. Er waren er 10 bij van “Kleine Dirk”, 5 van de “Golden Lady” en verder uit bijna alle asduiven en Olympiadeduiven van Gerard. In 2010 kocht hij op de verkoop van Eric Limbourg, voornamelijk origine De Rauw-Sablon, duiven uit “Lucky 848” (4 stuks), “Dromer” (2 stuks),”Marseille” en “Blue Ace”.

Ook in 2010 kocht Koen de “Olympiadeduif” op de publieke verkoop van Gust Jansen, Beerse. Een duif met een machtig palmares.
Bij Chris Van Vaerenbergh, Haaltert haalde hij twee echte toppers. “De Rappen” had 29 eerste prijzen op zijn palmares en de “Jonge 530” zette 18 eerste prijzen op zijn naam. Koen is met deze twee duiven bijzonder goed geslaagd.

Alleen met duivinnen

Koen van Roy kwam aan de start van 2016 met een ploeg van 14 oude en 20 jaarse duivinnen. Met oude doffers wordt er niet gespeeld en dat heeft zo zijn redenen. Het is volgens hem veel gemakkelijker om met duivinnen te spelen omdat het duivinnenspel veel minder werk met zich meebrengt. De duivinnen verblijven de hele week in de volière, op schabjes en latwerk, en ze zien pas einde mei voor de eerste keer hun doffer.
In 2015 vlogen de duivinnen de kleine halve fond van 15 maart tot hun laatste wedstrijd op 29 augustus. De beste duivinnen legden nog een paar keer en de jongen werden opgetrokken door voedsterkoppels. Daarna gingen de duivinnen naar de volière (zonder dak) en verbleven daar vanaf september tot drie weken voor de eerste Quiévrain.
Koen Van RoyIn maart komen ze los uit de volière en trainen eenmaal daags tot aan de kleine halve fond. In volle seizoen trainen ze tweemaal daags gedurende 1,5 u. Trainen is het belangrijkste onderdeel van een succesvolle duivensport want aan het trainingsgedrag tijdens de week kun je zien hoe het in het weekend zal verlopen.
Bij de oude en jaarse duivinnen verloopt het opleren zeer vlot. Ze hebben tijdens het voorbije jaar heel veel ervaring opgedaan en na 2 à 3 keer wegvoeren tot 30 km zijn ze opgeleerd.
In 2015 waren er geen problemen met het onderling paren. De duivinnen waren spinnijdig op elkaar en er werd regelmatig een robbertje gevochten. Het werd dan ook een van de beste jaren uit de carrière. In 2016 waren er toch enkele duivinnen die met elkaar aanspanden maar twee duivinnen die met elkaar “trekkebekken” is nog geen onoverkomelijke hinderpaal. Gaat het om een goede en een minder goede duivin dan gaat de minste er meteen uit.
Het volledige hok heeft maar één ingang voor alle duiven. Voor de inkorving en aankomst van een wedstrijd krijgen de oude en jaarse duivinnen, die tijdens de week in de volière zitten, de helft van het hok van de jonge duiven toebedeeld. Op het hok van de jongen zijn er alleen bakjes voor jonge duiven waarin er geen plaats is voor twee duiven. 

Bij de inkorving gaan de duivinnen naar het hok van de jonge duiven en de doffers komen eerst los en lopen dan binnen bij de duivinnen. Ze blijven dan ca. 15 minuten samen en mogen dan volledig hun goesting doen. Er zijn slechts 18 doffers voor 34 duivinnen en de eerste twee maanden heeft geen enkele duivin een vaste doffer. De duivinnen vechten onderling dan ook een stevig robbertje voor de dezelfde doffer. Moet het gezegd dat er heel wat ambiance is op het hok ? Chaos en jaloezie is de drijvende kracht achter het duivinnenteam. 
Een koppeltje ligt te stoeien in een hoek van het hok... de duivin wordt weggenomen en Koen houdt die in de hand... de vrijgekomen doffer krijgt meteen twee nieuwe aanbidsters... de duivin in de hand ziet wat er gebeurt en wil meteen orde op zaken stellen. Dat is het echte spel op jaloezie !
Ook bij de aankomst van de duiven is er chaos troef ! Wie het hardst vliegt kan kiezen uit het aanbod van de doffers. Deze methode kan probleemloos volgehouden worden tot het einde van het seizoen.
Belangrijk is wel dat de duivinnen iedere week in de mand moeten ! Alle duivinnen gaan mee naar Souppes (322 km) zowel bij goed als bij slecht weer. Ze moeten de mand in... een wedstrijd vliegen... en hun doffer zien. Eens opgevoederd zijn ze anders niet meer te houden.

Jonge duiven ook op jaloezie

Er wordt een eerste keer met Kerstmis gekoppeld. Zo’n 70 koppels kwekers trokken 120 jongen van de eerste ronde groot. De jongen krijgen onderdak op een groot hok. Er wordt verduisterd van half maart tot half mei... er wordt bijgelicht van einde juni tot einde seizoen. Koen is nog niet echt overtuigd van het belang van het bijlichten maar hij doet het toch maar.
De jongen verblijven de eerste periode van hun jonge leven in de volière en komen pas los in de maand april. Het opleren start 14 dagen voor de eerste Noyon (half mei). Ze gaan met de wagen zo’n 5 à 6 keer tot 30 km en ze worden altijd in groep gelost. In het begin wordt er maar eenmaal daags getraind. Van zodra Noyon op het programma staat wordt er tweemaal getraind. De jonge ploeg vliegt Noyon en Souppes en gaat iedere week mee. Jonge doffers en duivinnen blijven samen en slechts enkelen konden op een nestje gespeeld worden omdat de bakjes van de jonge duiven te klein zijn om te nestelen. De rest werd dus gepaard gespeeld zonder nestje. Er werden geen kartonnen dozen of wegkruipbakjes op het hok gebracht.
Voor 2017 zal het spel met de jonge duiven ook anders aangepakt worden. Er zal op jaloezie gespeeld worden zoals met de oude duiven want jonge duiven zonder nestje lopen niet zo vlot binnen.

Olympiadeduif “Linda”

“Linda” B13/2068089 werd de 2e Olympiadeduif Snelheid 2017. Zij werd geboren uit de beste twee jongen van 2011... “Lucky 29” B11/2051029 x “Lucky Daisy” B11/2051043. Naast de Olympiadeselectie werd ze bovendien 1e Prov. Asduif KBDB 2015. De uitschieters van haar palmares zijn 1e Souppes-sur-Loing 2732 d; 1e Souppes-sur-Loing 1572 d; 1e Souppes-sur-Loing 1181 d; 1e Noyon 972 d; 1e Souppes-sur-Loing 930 d; 1e Souppes-sur-Loing 730 d; enz. met in totaal 28 eerste prijzen dubbelingen inbegrepen.
“Linda” is een kleine compacte duif. Ze valt niet op door een uitmuntende schoonheid maar is in feite een superduif. Als jonge duif was ze geen uitblinker maar voor haar was 2014 het jaar van de doorbraak en sindsdien heeft ze de rol nooit meer gelost. Haar nestbroer won als jonge duif 4x 1e prijs en ging daarna op de kweek. 
Eind 2015 had Koen Van Roy 4 kandidaten die in aanmerking kwamen voor Olympiadeduif 2017. Tijdens het moeilijk seizoen 2016 werden er met de “Beste Jaarling” en de “Dromer 104” (met 18 eerste prijzen) twee Olympiade-kanshebbers verspeeld. “Inbred Olympiade 003” B14/2314119 werd reserve-olympiadeduif.

Bijproducten belangrijker dan medicijnen

Na aankomst van een wedstrijd wordt er volle bak “Gerry Plus” (eiwitarme mengeling) gevoederd en gaan er elektrolyten in het drinken. Op zondag, maandag en dinsdag wordt er verder “Gerry Plus” gevoederd. Na 10 minuten pikken gaan de duivinnen naar de volière waar ze kunnen drinken maar daarna niet meer eten. Op die manier wordt de hoeveelheid voeder beperkt gehouden.
Op woensdag en donderdag wordt het 50 % sportmengeling + 50 % “Gerry Plus”. Wanneer er zwaar vliegweer voorspeld wordt dan wordt er op donderdag 100 % sportmengeling gevoederd. Vrijdagmiddag (inkorving) wordt er voor de laatste keer nog eens 100 % sportmengeling verstrekt.
In volle seizoen worden er heel wat bijproducten verstrekt en hierbij wordt het gamma van Herbots gevolgd met Zell Oxygen, Optimix en Aminovit. Volgens Koen zijn bijproducten belangrijker dan medicijnen.

Beperkt medisch

Uiteraard worden de verplichte inentingen uitgevoerd maar Koen is een fervente tegenstander van medicamenten voor duiven. De laatste 15 jaar werden de oude duiven niet behandeld tegen trichomonas en luchtweginfecties. Met maar één nacht mand is er slechts een beperkt besmettingsgevaar. Bij twee nachten mand liggen de zaken anders. De oude duivinnen en ook de jonge duiven zitten overdag buiten in de volière en dat zwengelt de natuurlijke weerstand aan.
De jonge duiven werden behandeld tegen trichomonas bij het spenen. Voor het opleren werden ze ook nog eens 3 dagen behandeld tegen tricho. En dan ging ook de medicijnkast op slot.

Selectie op de uitslag

Koen vertrekt van het principe dat elke duif een kans moet krijgen. Drie weken zonder prijs terwijl de andere duiven op het hok behoorlijk presteren betekent echter het einde van de verblijfsvergunning. Door een doorgedreven selectie gedurende al die jaren wordt er in de hand nog weinig afval gekweekt. Van de 34 oude duivinnen bleven er aan het einde van de rit nog 18 over. Van de 120 jonge duiven werden er 20 als jaarse duivin (geen doffers) door gehouden.
 Koen houdt meer van het iets grotere type van duif met een soepele vleugel. Een zachte pluim en goed gesloten achteraan zijn twee graag geziene eigenschappen. Het oog zegt hem niks. De uitslag is de beste selectienorm maar een duif uit een goede familie krijgt wat meer krediet.

Op roosters en mesttransportbanden

De oude duivinnen verblijven in een open volière van 3 m. De jonge duiven zitten op een tuinhok van 8 m. De kweekduiven hebben een hok van 15 m met 23 kweekboxen plus 54 kweekbakken... maar niet alle plaatsen zijn bezet.
Het zijn droge hokken en de duiven zitten allemaal op roosters en de mest wordt afgevoerd met mesttransportbanden. Eénmaal per jaar worden de hokken onder de roosters gereinigd.
Voor en boven de duiven is een verluchtingstrook van 1 m voorzien die altijd open staat. Wanneer er vrijdagmiddag regen voorspeld wordt gaan de oude duivinnen uit de open volière naar het hok. Kletsnatte duiven in de handen nemen is uiteraard niet aangewezen.

Liever een topkweker !

Koen Van Roy heeft het meer voor topkwekers dan voor topkoppels. De meeste kweekparen worden op enkele uitzonderingen na allemaal herkoppeld.
De “Jorn” werd aangekocht bij Gerard Koopman en is de vader van “Miss Wonderful” die 1e Nat. Asduif Eéndaagse Fond werd. De B09/2130081 “Jorn Junior” is een zoon van de “Jorn” en die werd de stamdoffer van de kolonie. In Asse werd hij vader van een nakweek die 39 eerste prijzen won.
De “004/09” is een dochter van “Jorn” en zij won als jonge en jaarse duivin 10 eerste prijzen. en werd daarna op de kweek gezet. Dat werd een tegenvaller en ze werd opnieuw op het vlieghok gezet. 
De “Jorn Junior” zelf won slechts één prijs maar omdat zijn halfzuster zo goed was ging hij toch naar het kweekhok en werd er de stamdoffer van de kolonie.
Andere topdoffer van de kolonie is de “Lucky 29” B11/2051029. Hij werd met “Lucky Daisy” B11/2051043 de ouders van Olympiadeduif “Linda”. Hij is ook vader van “Nestbroer Linda” met 4 eerste prijzen als jonge duif en is de grootvader van 1e Souppes-sur-Loing 3485 d.

Téléchargement: 

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.