B. Jansen & Co – Gouden Marathon Kampioen 2013 Fondclub Zuid-Nederland

Bavel - In het prachtige plaatsje Bavel wonen op een zeer fraaie en vrije locatie Fran en Helma Jansen. Samen beleven ze al bijna hun hele trouw de duivensport zeer intens en genieten ze van de vele successen die hen dit heeft gebracht.

In de ontstaansgeschiedenis van Bavel valt te lezen, dat het eens een zelfstandige heerlijkheid was losgemaakt van de parochie Gilze, maar al snel viel onder de Baronie van Breda. Door de eeuwen heen is het een prachtig landelijk straatdorp geweest, waar pas sinds de jaren 60 van de vorige eeuw de eerste kenmerken van grootschaligere bebouwing zijn intrede deed. Door de komst van de vele snelwegen is het grondgebied van Bavel gescheiden en deels opgegaan in Breda en deels bij de gemeente Alphen-Chaam gevoegd. Het gezamenlijke dorpswapen zorgt er echter nog steeds voor dat de sterke band vanuit het verleden gehandhaafd blijft.

De B in de naam B. Jansen en Co staat voor Bart Jansen, de vader van Fran. En als de naam Bart valt, zie en hoor je het ontzag en respect nog steeds in de manier waarop Fran over zijn vader praat. Hij was het die de hobby van Fran voortzette, nadat Fran als 16-jarige jongeman met de duivensport startte. Aanvankelijk nog niet zo fanatiek, omdat het uitgaansleven, de paardensport, het wielrennen en het vrouwelijk schoon hem ook erg trok, maar vanaf het moment dat hij vast verkeerde met zijn Helma en hier later mee trouwde, werd hij vanaf zijn dertigste weer een zeer fanatiek duivenmelker. En dan zijn we ook meteen bij de Co in de naamstelling. Co staat namelijk voor zijn vrouw Helma, die vanaf het moment dat ze met Fran een relatie aanging de grote steun en toeverlaat op duivengebied werd van zijn vader Bart. Jarenlang heeft zij hem terzijde gestaan in de verzorging van de duiven en samen presteerden ze zeer goed op de daagse vluchten. Met name met de jonge duiven was de hand van Helma goud waard.

Passie voor de grote fond

Toen Fran zich weer serieus met de duivensport ging bemoeien, veranderde er wel het een en ander in huize Jansen. Fran had namelijk van jongs af aan een grote passie voor de grote fond, terwijl dit spel voor vader Bart, maar zeker ook voor Helma, veel te lang duurde. Daar ze beide snel in de gaten kregen, dat door Fran zijn aderen duidelijk lange afstandsbloed stroomde, stemde ze er mee in om deze tak van sport zeer serieus te gaan aanpakken. Helma zou hem daarin gaan ondersteunen. Al snel werd er contact gezocht met Jan Theelen uit Buggenum. Met een aantal duivenmaten werd de reis naar het Limburgse ingezet en met een 80-tal eieren keerden ze huiswaarts. Hier bleef het echter niet bij en in 87 en 88 had Fran het geluk om te kunnen putten uit het allerbeste wat Jan op dat moment op zijn hok had, namelijk uit Liesbeth, de Vale Marathon, de 510, de 450 en ga zo maar door. Het best is Fran geweest met de zonen uit de 784. Naast de aanschaf van de goede soort, ontstond er ook een goede vriendschap met elkaar en jarenlang kwam Jan naar Bavel om de duiven te bekijken en adviezen te verstrekken bij de selectie en koppeling. Fran stelt rustig dat Jan een van zijn grote leermeesters is op grote fond gebied.
Naast het Theelen bloed bleken ook een paar duiven van Frans van Peperstraten gouden waarde te hebben in de kruising met de Theelens. Fran kocht een zoon van de bekende 03 en een zoon van De Barcelona en met name deze Zoon Barcelona bleek in kruising met de dochter 450 van Jan Theelen een zeldzaam goed kweekkoppel te vormen. Hun beste dochter is ongetwijfeld de Perpignan duivin, welke tweemaal bij de eerste 20 nationaal Perpignan vloog en ook nog een 20e nationaal Pau.
Een verdere kwaliteitsimpuls kwam er vanaf 1996 via Cor de Heijde uit het nabijgelegen Made. Naast de geweldige duiven die er naar Bavel kwamen, ontstond ook tussen deze twee heren een meer dan goede vriendschap die tot op de dag van vandaag voortgaat. Volgens Fran hebben de duiven van Cor zijn duiven nog sterker gemaakt en kunnen ze echt aan de kop vliegen met name op de ZLU vluchten, het speltype wat Fran het liefst speelt. Volgens Fran ook het meest eerlijke speltype, omdat bij een noord, noordoostenwind iedereen kans heeft op vroege duiven.

Lange weg

Door de jaren heen hebben Fran en Helma de nodige obstakels moeten overwinnen. Zo o.a. de drukke werkomstandigheden van Fran, de gezondheidsperikelen, maar met name het verlies van vader Bart in 1991 was een zeer grote en zware klap. Zo erg zelfs dat Fran in 1993 de duivenjas aan de wilgen wilde hangen. Het was Helma die hem hiervan weerhield. Dit samen met de 9e nationaal Sint Vincent in 1992 met een zuivere Theelen duif, deed hen besluiten het vizier volledig te richten op de grote fond en de aangeschafte Theelen duiven waar eigenlijk jarenlang niets meegedaan was volledig te gaan exploreren. Door de jaren heen werden er prachtige prestaties neergezet met als hoogtepunt ongetwijfeld het winnen van de Europa Beker in 2004 en de 3 keer de nationale asduif ZLU.

Gouden Marathon Kampioen Fondclub Zuid-Nederland

2013 mogen we rustig beschouwen als een topjaar voor Fran en Helma. Een unicum is ongetwijfeld de super uitslag op Barcelona. Met slechts 5 duiven mee speelden ze de 34e, 53e, 91e, 264e en 330e nationaal tegen 6909 d. Internationaal was dit goed voor de 87e, 143e, 234e, 748e en 946e tegen 25294 d. Wie speelde er beter? Kopvrouw was absoluut de 08-733. In haar stamboom zien we het allerbeste terug van het hok Jansen, namelijk de 450 Jan Theelen, de 03 en de Zoon Barcelona van Van Peperstraten en de lijn van de Klamper van Cor de Heijde. Als tweede arriveerde de 08-754. In 2012 behaalde zij ook al een 20e nat. Marseille en zij stamt uit een doffer van Cor de Heijde x Fran zijn Theelen lijn x de Perpignan duivin.
Daarnaast werden ze ook nog eens Gouden Marathon Kampioen Fondclub Zuid Nederland. Liefhebbers uit Zuid-Nederland kunnen hiervoor speciale gouden ringen kopen. Voor het Marathon kampioenschap tellen de punten van 2 duiven van de bovenste vijf van de poulebrief op 4 vluchten. Fran behaalde dit kampioenschap met de volgende vijf prestaties: Barcelona 6909 d, 34 en 53, St Vincent ZLU 3294 d, 49 en 104, Bergerac 3369 d, 46 en 56 en Marseille ZLU 2916 d, 75 en 118. Hiermee had hij ruim 200 punten voorsprong op nummer twee. Een groot aandeel in deze prestaties heeft de doffer 10-864 gehad. Met twee kopprijzen op St. Vincent en Marseille liet hij zien over topvorm te beschikken in 2013. Aan vaderskant zien we wederom de Perpignanduivin in de stamboom, terwijl zijn moeder komt van Kurvers-de Weerd uit de lijn van Sensation 1 x zus Lion King. Deze laatst genoemde duivin blijkt nog meer positieve invloed te hebben op het hok Jansen, want ook de doffer 12-311 welke vroeg was op Bergerac met een 46e van 3369 d, stamt uit deze duivin.

Op en top het hele jaar door

Een van de eerste punten die Fran aangaf, toen hij op zijn praatstoel zat, ging over de verzorging. Hier wordt de verzorging 365 dagen per jaar zeer serieus genomen en niet alleen tijdens het speelseizoen. De verzorging voor het komende jaar start in de wintermaanden. Na een uiterst strenge selectie blijven er slechts een zestigtal over voor het komende jaar. Dit is inclusief enkele zomer en late jongen uit de allerbeste kwekers. In de winter worden ze natuur zuiver gehouden en krijgen ze wekelijks rode ui met knoflook en met regelmaat Colombine Thee in het drinkwater. De medicijnkast blijft volledig dicht.
Het seizoen start hier zo einde maart, dan komen de eerste koppels weer samen. Vanaf dan wordt de verzorging nog intensiever. Volgens Fran besteden Helma en hij wel zo’n 8 uur per dag aan de duiven en start de duivendag om half zes in de vroege morgen. Alle koppels brengen hun eigen jongen groot, totdat de jongen een dag of 14 zijn. Dan gaan de jongen en duivinnen eraf. Daarna worden de duiven teruggekoppeld op verschillende data, zodat de duivinnen voor hun eerste vlucht van de waarheid op jongen van een dag of 4/5 zitten en de doffers bij voorkeur op jongen van een dag of 12. Vanaf half mei start de training om de topvorm proberen te bereiken. Dan wordt er gestart met een training van 20 minuten tweemaal daags. Dagelijks komt er dan een minuutje bij, zodat ze na een week of drie op 45 minuten zitten. Indien de duiven dat niet halen, wordt er wat gas teruggenomen om dit daarna weer op te bouwen. Afgelopen jaar trainden ze in de weken dat ze topvorm hadden met gemak anderhalf uur.
Hier wordt het nestspel gespeeld. Tot voor een jaar of vier speelden ze ook met weduwnaars, maar het bezig zijn met duiven op nest geeft hen veel meer voldoening. Dit is veel gezelliger en ook gemakkelijker. Nu kunnen alle oude duiven gezamenlijk trainen. Fran probeert in dit spel ook alles uit de kast te halen om ze te motiveren. Met name duivinnen zijn hier heel gevoelig voor. Echte kopprijzen worden volgens hem ook verdiend door duivinnen. Je kunt hierbij denken aan het half zetten van het broedhok, zodat ze niet bij het jong kunnen, een vreemde duivin in het broedhok plaatsen, een extra doffer erbij en ga zo maar door.
De duiven krijgen in huize Jansen volop te eten, met de aanvulling dat de bakken wel leeggegeten moeten worden. Individueel wordt er in potjes bijgevoerd als de duiven met jongen zitten. Veel trainen betekent veel eten en andersom. Er wordt gewerkt met de mengelingen van Beyers en Mariman. Daarnaast krijgen ze veel snoepzaad, maar nooit pinda’s. Hier heeft hij geen goed gevoel bij. Bij thuiskomst zit er altijd Belgasol in het drinkwater en iedere zaterdag krijgen ze BS van De Weerd. Indien ze wat minder gaan trainen krijgen ze Belga Tai of Orni Special voor de luchtwegen. In 2013 werd dit eenmaal gegeven.

Voorkeur

Fran zijn voorkeur gaat absoluut uit naar de vluchten met ochtendlossing. Dit zijn volgens hem veel eerlijkere vluchten. Hier speelt hij echter pas de duiven op als ze drie of vier jaar oud zijn. Als jaarling krijgen ze een goede leerschool. Ze gaan dat een keer of 10 de mand in, veel Dourdan vluchten, en eindigen ze met Bergerac. Als tweejarige krijgen ze twee of drie vluchten met middaglossing. Indien ze dan goed naar huis komen en minimaal eenmaal in de top 100 nationaal hebben gespeeld, overleven ze de selectie en gaan ze naar de ochtendlossing. Een duif waarin Fran het ziet zitten en welke uit de goede lijnen komt, krijgt nog wel eens een jaartje respijt, maar de selectie dient met zo’n kleine kolonie duiven super streng te zijn. Als een duif eenmaal op de ochtendlossing zit, dan blijft deze op deze discipline.
Als voorbereiding gaan de duiven een 5 of 6 keer de mand in en dan gaan ze naar Dourdan. De duiven die dan het best zijn worden dan ingekorfd op de grote drachten. Fran gaat altijd met een klein aantal duiven, maar weet dan wel zeker dat ze een goede kans hebben om top te presteren.

Uitgangspunten

In de inmiddels rijke carrière van Fran houdt hij zich altijd vast aan een aantal uitgangspunten. Sommige rijk geworden door eigen ondervinding, andere overgenomen van zijn leermeesters Jan Theelen en Cor de Heijde. Zo heeft hij van Jan de liefde voor het nestspel overgenomen, het observeren van de duiven, het zien zoals Fran dit omschrijft, wat hij echter helaas voor ons moeilijk onder woorden kan brengen. Zo koppelt hij ook altijd een linkse met een rechtse duif, dan heb ik het over de staart, doet hij aan compensatiekweek en wordt er alleen gekoppeld als het volle maan is. Verder vindt hij de balans zeer belangrijk voor een fondduif, de kleur van het oog is minder interessant, als het maar rijk gekleurd is. Ook moet een duif je altijd recht aankijken en moet er karakter van uitstralen. Daarnaast mag het borstbeen nooit langer zijn dan de rug. Verder voert hij nooit gerst, dat is maar gemakzucht van veel liefhebbers.
Ik was op bezoek bij een gepassioneerd stel duivenliefhebbers. Hun volledige overgave bij de verzorging van de duiven, de absolute wil om te winnen en een geweldig stel duiven hebben ervoor gezorgd dat er al vele successen zijn geboekt. De droom van Fran om een 1e nationaal te spelen blijft het doel voor de komende seizoenen. Wie weet.