Liefhebber:
Onderwerp:
Boechout – Herman Van Oystaeyen (68) is een kleurrijke figuur in de nationale duivensport. Als hokkenbouwer oogstte hij wereldbekendheid en bouwde duivenhokken in Amerika, China, Benelux, Engeland en Frankrijk. Heel wat topmelkers behaalden successen op hokken van zijn hand.
Maar er is meer! Samen met zijn vrouw Christiane vormt hij de tandem Van Oystaeyen-Pickeur en op hun hokken in Boechout werd er op hoog niveau gepresteerd. Niet alleen kunnen ze een reeks nationale kopprijzen voorleggen maar ook een Olympiadeselectie siert hun palmares. Zo hadden ze met “Zoë” de 3e Belgische Olympiadeduif Allround Poznan 2019. Ook “Safi” deed het meer dan voortreffelijk als 7e Beste oude duif 7 nationale vluchten 2018 en 11e Beste oude duif 5 nationale vluchten 2018.
De basis
Zoals zoveel melkers zijn Herman en Christiane begonnen met duiven van Jan en Alleman. De eerste duiven met naam haalde Herman bij Karel Schellens, Kessel en daar is hij geweldig mee gelukt. Hij speelde toen sterk op de Noyonvluchten.
Vanaf 1985 werd de halve fond gespeeld en later werden er duiven aangeschaft van Van Hove-Uytterhoeven, Putte, J-L-N Houben, Itegem en Jos Deno, Leefdaal. Er werd ook een duif bijgehaald van L-B-J Geerinckx, Wommelgem en daar mee is alles begonnen zegt Herman. Via Jan Hermans kwamen er ook nog duiven bij van Gaby Vandenabeele, Dentergem. Toppers uit die periode waren o.a. de “Clouseau” en de “Hapart”. Tussendoor had hij met “De Jan” (kleinzoon “Kleine Dax” Jan Hermans) nog een hele goede op de grote fond.
In 2018 werden er 20 duiven gehaald bij Cyriel Lambrechts, Berlaar en dat was ook een schot in de roos. Ook met een aanvlieger van Marcel & Koen Cop & Stijn Gijsbrechts, Pulderbos zijn ze in Boechout zeer goed gelukt.
Weduwschap zonder franjes
Herman en Christiane kwamen aan de start van 2018 met een ploeg van 15 weduwnaars, 35 duivinnen op het weduwschap, 200 jonge duiven en 8 koppels kwekers.
De weduwnaars werden op 1 december gekoppeld en trokken een koppel jongen groot. Daarna volgde geen tweede koppeling meer. De weduwnaars trainden één maal daags en moesten met alle middelen in de lucht gehouden worden om 1 u vol te maken. In 2018 hebben ze ook niet bijzonder goed gepresteerd. Na tweemaal wegvoeren ging het naar Quiévrain, Noyon, halve fond en verder alle nationale vluchten.
Bij de inkorving kwamen doffers en duivinnen niet samen. Na aankomst van een wedstrijd bleven ze doorgaans 1,5 u bij elkaar.
De weduwnaars werden van half februari tot 1 mei verduisterd, van 18 u tot 8 u ‘s morgens. Er werd geopteerd voor het weduwschap zonder franjes.
Duivinnen verduisterd
Gelijklopend met de weduwnaars werden ook de duivinnen op 1 december gekoppeld en ook zij trokken een koppel jongen groot. Ook hier volgde geen tweede koppeling. De dametjes werden gans het seizoen verduisterd van 18 u tot 8 u en het was behoorlijk donker op de hokken.
De duivinnen trainden om 16 u en vlogen zonder problemen een vol uur. Ze gingen één keer met de duiven van de vereniging tot Merchtem. Vervolgens ging het rechtstreeks naar Quiévrain en dan Noyon, halve fond en de nationale wedstrijden. Enkele doffers en duivinnen werden gespeeld op Limoges en Tulle.
Bij de inkorving kregen ook de duivinnen hun partner niet te zien en bij thuiskomst bleven ze 1,5 u samen.
Het gebeurde frequent dat er duivinnen onderling paarden maar die bleven zonder veel problemen in de vliegploeg en werden verder gespeeld. Alleen werd er voor gezorgd dat de twee gepaarde duivinnen niet in dezelfde mand ingekorfd werden. Bleek één van de twee niet goed te presteren dan werd die uit de vliegploeg verwijderd.
De duivinnen zaten op een hok met smalle bakjes (16 cm breed) en verbleven overdag altijd in de volière. ‘s Morgens om 8 u gingen ze in de volière, om 16 u werd er getraind, daarna werden ze binnen geroepen op het hok en kregen er eten en drinken en om 18 u werden de hokken verduisterd.
De duivinnen hebben zeer goed gepresteerd met als uitblinker “Zoë”, zo genoemd naar de kleindochter, en die werd 3e Belgische Olympiadeduif Allround 2019.
“Zoë” B17/6100108
“Zoë” is de duivin die de banier van Van Oystaeyen-Pickeur hoog hield. Zij werd de 3e Belgische Olympiadeduif Allround Poznan 2019 (Polen). Herman wordt lyrisch wanneer hij het heeft over “Zoë”! Het is een duivin die boven alle andere duiven uitsteekt. Van in het begin was het al een prachtige duif. Ze heeft een magnifiek model en ligt perfect in de hand. “Zoë” heeft een geweldige drang naar haar hok. Het is een alerte duif die alles gezien heeft en ze is bovendien een prima binnenloper na aankomst van een wedstrijd. Het is een duif die “alles” heeft en haar subliem palmares maakt haar alleen nog maar mooier!
Herman: “Ze was reeds als jonge duif gegeerde koopwaar. Maar dat ze 3e Olympiadeduif werd in Poznan heb ik uitsluitend aan Rik Hermans en aan Lars Vercammen te danken. Zij hebben mij er attent op gemaakt dat ze een serieuze kanshebber was op een Olympiadeselectie.”
Haar palmares mag dan ook best gezien worden met 9e Nat. Chateauroux 4.641 d, 16e Nat. Chateauroux 18.499 d, 48e Nat. Argenton 8.818 d, 154e Nat. Chateauroux 27.081 d, 4e Prov. Chateauroux 2.394 d (103e Nat. 13.098 d), 1e Noyon 662 d, 3e Noyon 324 d, 5e Quiévrain 725 d, 8e Ecouen 1.393 d, 10 Chevrainvilliers 1.351 d, 42e Melun 4.812 d. Met de 4e prijs van 724 duiven uit Noyon is ze ook goed aan 2019 begonnen.
Een flitsende start
De jonge duiven werden gekweekt uit kwekers en vliegers en werden aan 18 dagen (vroeg) gespeend. Jonge doffers en duivinnen bleven bij het spenen samen op de hokken. De jonge bende werd verduisterd van eind februari tot 1 juni en daarna werd er niet meer bijgelicht.
De jongen werden een drietal keren weggevoerd tot 10 km. Daarna werd het Merchtem en vervolgens Quiévrain, Noyon, de halve fond en de nationale wedstrijden. Eens opgeleerd werden ze niet meer tussendoor weggevoerd. In 2018 namen ze een flitsende start en wonnen 4x na elkaar de 1e prijs uit Noyon.
De jongen trainden 1x per dag en de schuifdeur werd ingevoerd na de eerste Noyon. Bij het inkorven kwamen doffers en duivinnen een half uur bij elkaar. Na aankomst van een wedstrijd bleven ze dan samen tot ‘s avonds. Werd het een lastige wedstrijd dan bleven ze bij elkaar tot de volgende morgen. Ook het spel met de jonge duiven werd eenvoudig gehouden en kartonnen dozen en wegkruipbakjes waren niet aan de orde.
Drie mengelingen
Oude en jonge duiven werden in principe iedere week gespeeld. Herman Van Oystaeyen mengde de sportmengelingen van Versele, Beyers en Van Robaeys onder elkaar. Van aankomst van een wedstrijd tot aan de volgende inkorving werd deze mengeling “volle bak” gevoederd en na 1 u pikken werd de dis afgeruimd.
De dag voor de inkorving werd er 3x per dag gevoederd om de duiven aan het eten te houden. Ook werd er energiemengeling en pinda’s bijgevoederd. Verder werden er geen voedingssupplementen verstrekt.
2e Nat. Montlucon | 11.056 d. |
4e Nat. Argenton | 6.177 d. |
5e Nat. Montlucon | 22.672 d. |
6e Nat. Argenton | 5.001 d. |
6e Nat. Chateauroux | 18.604 d. |
8e Nat. Tulle | 5.976 d. |
9e Nat. La Souterraine | 18.588 d. |
9e Nat. Poitiers | 12.379 d. |
9e Nat. Bourges | 16.023 d. |
9e Nat. Chateauroux | 4.641 d. |
11e Nat. Chateauroux | 9.540 d. |
11e Nat. Tulle | 7.447 d. |
12e Nat. Argenton | 12.449 d. |
12e Nat. Bourges | 8.348 d. |
16e Nat. Bourges | 16.023 d. |
16e Nat. Irun | 8.967 d. |
16e Nat. Chateauroux | 18.449 d. |
17e Nat. Tulle | 6.229 d. |
17e Nat. Tulle | 8.621 d. |
17e Nat. Argenton | 4.582 d. |
19e Nat. Bourges | 11.883 d. |
20e Nat. Argenton | 3.110 d. |
20e Nat. Chateauroux | 18.799 d. |
22e Nat. Argenton | 4.091 d. |
23e Nat. La Souterraine | 4.659 d. |
25e Nat. Montlucon | 11.056 d. |
27e Nat. Bourges | 20.544 d. |
27e Nat. Argenton | 11.009 d. |
28e Nat. Chateauroux | 17.109 d. |
28e Nat. Argenton | 5.782 d. |
29e Nat. Bourges | 22.663 d. |
30e Nat. Bourges | 20.544 d. |
32e Nat. Tulle | 6.229 d. |
32e Nat. Montlucon | 10.753 d. |
33e Nat. Argenton | 19.782 d. |
38e Nat. Poitiers | 12.379 d. |
38e Nat. Tulle | 5.976 d. |
42e Nat. La Chatre | 15.780 d. |
42e Nat. Montlucon | 10.753 d. |
46e Nat. Gueret | 15.007 d. |
46e Nat. Chateauroux | 2.858 d. |
47e Nat. Tulle | 5.976 d. |
48e Nat. Argenton | 8.818 d. |
49e Nat. Chateauroux | 6.005 d. |
49e Nat. Limoges | 16.012 d. |
51e Nat. Argenton | 25.583 d. |
51e Nat. Chateauroux | 4.641 d. |
53e Nat. Montlucon | 22.672 d. |
57e Nat. Argenton | 5.208 d. |
59e Nat. Montlucon | 10.753 d. |
62e Internat. Narbonne | 11.000 d. |
66e Nat. Argenton | 13.629 d. |
67e Nat. Argenton | 25.583 d. |
67e Nat. Chateauroux | 27.081 d. |
70e Nat. La Chatre | 15.780 d. |
74e Nat. Bourges | 20.544 d. |
74e Nat. Limoges | 15.507 d. |
75e Nat. Bourges | 9.893 d. |
75e Nat. Chateauroux | 14.955 d. |
79e Nat. Gueret | 15.007 d. |
79e Nat. Argenton | 7.353 d. |
83e Nat. Argenton | 19.859 d. |
85e Nat. Tulle | 6.101 d. |
86e Nat. La Souterraine | 9.580 d. |
87e Nat. Argenton | 5.208 d. |
88e Nat. Bourges | 15.859 d. |
90e Nat. Montlucon | 22.672 d. |
91e Nat. St. Vincent | 8.393 d. |
93e Nat. Montlucon | 9.462 d. |
93e Nat. Chateauroux | 2.780 d. |
100e Nat. Poitiers | 13.135 d. |
Beperkt medisch
Herman gaat 4x per jaar op consultatie bij dierenarts Raf Herbots en volgt in grote lijnen zijn advies. Het seizoen 2018 was een succesjaar en het geneesmiddelengebruik kon tot een minimum beperkt worden. Voor aanvang van het vliegseizoen werden jong en oud via een 5-daagse behandeling vrij gezet van trichomonas. Daarna werden de “gele druppels” bij het vertrek toegediend, soms in de bek of ook via het drinkwater. Tegen luchtweginfecties werd er niets ondernomen.
Wel hebben de jonge duiven bijna jaarlijks met adeno af te rekenen. Uitzieken en een strenge selectie is de beste behandelingsmethode. “Een goeie doet ge niet gemakkelijk dood” zegt Herman met een knipoog!
Kopprijzen belangrijk
Dat Herman en Christiane strenge selectienormen hanteren hoeft zeker geen betoog. Van de 15 weduwnaars waren er 6 overblijvers, van de 35 duivinnen kregen er 15 een verlenging van hun verblijfsvergunning en van de 200 jonge duiven bleven er na handkeuring en beoordeling van de behaalde resultaten zo’n 30 jongen over.
Herman Van Oystaeyen: “Alleen prijzen per tiental zijn als selectienorm te laag om later tot een goeie duif uit te groeien. Voor ons zijn de kopprijzen veel belangrijker. Ook de afstamming is niet bepalend om een duif aan te houden. Hier wordt de duif eerst verwijderd en pas daarna gaan we de pedigree controleren.
Bij een keuring in de hand verkies ik een duif met een verstandig kopje en een alerte duif. Ik hou van een duif uit de middelmaat die goed in de hand ligt en met een goede vleugel. Maar de uitslag is hier de voornaamste scherprechter.”
Hou het simpel
Als vakman en als hokkenbouwer zonder weerga vroegen we Herman Van Oystaeyen hoe een goed hok er volgens hem moet uitzien.
“De bouw van een hok moet zo simpel mogelijk gehouden worden maar het moet 30 à 40 cm boven de grond gebouwd worden. Het hok moet met gezonde materialen gebouwd worden. De binnenzijde moet bij voorkeur uit canada of beuk zijn. Spaanderplaat is uit den boze wegens de lijm die daarbij gebruikt wordt.
Een goede verluchting speelt een voorname rol maar is afhankelijk van de plaats waar het hok gebouwd wordt. Een hok moet een verluchting zonder tocht hebben. Belangrijk is ook dat een melker zich goed voelt op het hok. De buitenkant van het hok is niet echt belangrijk voor zover die niet met giftige producten moet behandeld worden.
Als duivenmelker ben ik wel voorstander van roosters en mesttransportbanden op de hokken. Voor mij geen woonbakken dicht tegen de bodem. Ik ben ook voorstander van volières voor de hokken.
Probeer deze paar vuistregels in acht te nemen. Ga eerst eens kijken op een ander succesvol hok en gebruik zeker gedroogd hout bij de constructie. De verluchting moet niet te groot zijn, gebruik bij voorkeur houten roosters en als het kan maak een gang voor de hokken.
Na het vliegseizoen gaan alle duiven hier naar de volière. Een maand voor de koppeling komen de jaarlingen eerst op de hokken en zij mogen een woonbak kiezen. De woonbakken van de oude duiven zijn dan uiteraard gesloten. De oude duiven komen dan een maand later op het hok.”
Onder de mensen komen
Het is algemeen geweten dat Herman Van Oystaeyen graag tussen de duivenmelkers vertoeft. Na de Olympiade in Katowice (1989) heeft hij er geen enkele meer gemist. Vanaf de eerste Nationale Dagen in Oostende heeft hij ook daar geen enkele keer forfait gegeven. En dan hebben we nog zijn 12 reizen naar China.
De sfeer van de beurzen en het ontmoeten van de duivenmelkers is goddelijk voor hem. Na het feestmaal wacht dan het nachtleven en aan deze roep kan Herman onmogelijk weerstaan. Maar de achteruitgang van de duivensport is ook in deze branche duidelijk te merken. Hij heeft vooral veel duivenmelkers leren kennen door zijn dochter Bianca en Jan Hermans.
Vrouw Christiane
Deze rubriek sluit naadloos aan bij voorgaande.
Herman kan tijdens het vliegseizoen voor 50% beroep doen op de hulp van zijn vrouw Christiane en wanneer hij op stap is tijdens de winter neemt zij 90% van de verzorging voor haar rekening. Vanaf 1972 is zij onmisbaar en Herman geeft grif toe dat zonder zijn vrouw zijn duivensport als een kaartenhuis in elkaar zou zakken. Zijn “rustperiode” in de winter zou er dan ook helemaal anders uitzien.
Maar waar zijn de heroïsche tijden van weleer gebleven toen hij met een lege duivenmand ging inkorven en pas thuiskwam toen de duiven van Quiévrain reeds thuis waren? De duivensport is met de jaren erg veranderd aldus Herman Van Oystaey
Auteur: