DELBAERE-SAMPERS - 1e Algemeen Nationaal Kampioen KBDB 2024

Liefhebber: 

Menen – Volgens een ludieke verkiezing de “meest marginale stad van Vlaanderen”, met de grootste onderscheiding wegens zes jaar naeen de ongeslagen laureaat. Vorig jaar werden respectievelijk Aalst en Ninove met verpletterend gemak naar de buitenkant van het podium gespeeld. Een titel die het stadsbestuur eerder matig weet te appreciëren maar de “Mièndenaore” zelf laat er absoluut de slaap niet voor. Meer nog... het is de levensstijl die geboren Menenaar Bart Vanneste – alias “Freddy De Vadder” – zo grandioos mooi wist te vertolken in de hoofdrol van de successerie “Bevergem”. “Wuk, marginael... allé gow zeg”, het werd intussen Vlaams erfgoed.

Maar ook het duivenspel kende hier hoogdagen, niet in het minst vanuit de volkswijk de “Barakken”. Bovenaan de lijst zonder twijfel Arthur Laflere en zijn fenomeen de “Sproetkop” (634/82). Een reus uit de duivengeschiedenis die in het gezegende jaar 1985 zowel 1e Nat. Brive (8.468 d.) als 1e Nat. Limoges (9.769 d.) wist te winnen. Twee loeiharde klassiekers op een maand tijd en uiteraard niet onopgemerkt in het buitenland. Finaal zou “Thurten” ingaan op een megabod van Mr. Otha en zodoende sleet de “Sproetkop” de rest van zijn bestaan in het land van de rijzende zon. 
Zoveel jaren na datum hebben ze in Menen opnieuw “duivenpieten” van het allerhoogste niveau. Delbaere-Sampers is de naam, Filip en Eddy voor de vrienden.

De kathedraal van Dadizele. Zou “onze lieve Vrouwke” haar aandeel hebben bij de successen op het kweekhok van Eddy Sampers?Het succesverhaal van twee “maeten”

De vlieghokken van Delbaere-Sampers staan als het ware in de schaduw van de kerk van het Franse Halluin. Dichter bij de “frontière” is amper te komen. Het is wel van hieruit dat Filip Delbaere (62) en Eddy Sampers (62) de hele natie wisten te vloeren en de felbegeerde titel van algemeen kampioen KBDB op hun visitekaartje wisten bij te schrijven. Een verhaal van twee “maeten” die ooit voor de lol en zonder tijd samen met duiven begonnen en ongepland stap voor stap de sportieve grenzen wisten te verleggen tot de nationale topkolonie die ze vandaag zijn. 
Filip had van thuis uit geen binding met duiven, maar wel een lief die toevallig de dochter was van de “constateurzetter” uit het lokaal te Menen. Van het een kwam zodoende het ander. Eddy daarentegen werd in een echt duivennest geboren en zou de familiale traditie ongestoord verderzetten. Beide heren werden overigens bestuurslid bij de plaatselijke club maar sportief roerden ze elk in hun eigen pot op hun eigen kot. Tot in 2001, toen Eddy een ronde jongen had aangekocht maar finaal geen ruimte bleek te hebben om ze te plaatsen. Filip werd de redder in nood en wist een zomer later diezelfde groep sportief zo hoog te tillen dat ze de fundatie werden van de combinatie Delbaere-Sampers. 
De jaren die volgden, bleven Filip en Eddy hun traditioneel spel trouw, zijnde snelheid met jonge duiven. Wel alsmaar dominanter tot de plaatselijke uitslag zowat week na week aan flarden werd gespeeld. In hun succesteam hoogvliegers van het kaliber “Froome”, die escaleerde met o.a. 1e Prov. Clermont 14.897 d., 1e Prov. Clermont 11.480 d. en 4e Prov. Clermont 10.664 d.
Van hieraf ging het alsmaar sneller en verder. Kwam er een ploegje meerjaarse duivinnen bij, werden ze 1e Nat. Kampioen kleine hafo jongen KBDB 2015  en zijn ze intussen ook zeer succesvol met weduwnaars. Sinds 2011 runnen Filip en Eddy elk hun eigen winkel binnen de combinatie Delbaere-Sampers. De ene kweekt, de andere speelt. Simpel als “bonjour” en zonder enige inmenging of bemoeienis naar elkaar toe. Kortom, de basis van het succesverhaal van twee “maeten”!

TOP 10 NATIONAAL KBDB
1e Nat. Algemeen kampioen 2024
1e Nat. Kampioen kleine hafo jongen 2015
3e Nat. Asduif snelheid jongen 2017
3e Nat. Kampioen snelheid jongen 2019
4e Nat. Asduif snelheid jongen 2019
6e Nat. Asduif kleine hafo 2021
8e Nat. Kampioen snelheid jongen 2012
8e Nat. Asduif snelheid jongen 2019
10e Nat. Asduif kleine hafo jongen 2021
1e Nat. Issoudun 9777 oude 2021

Het kweekhok bij Eddy

Eddy Sampers heeft zijn thuishaven in Dadizele. Het dorp met de imponerende kathedraal die in vervlogen tijden overspoeld werd door bedevaarders die in de meimaand “ons lieve vrouwke” kwamen eren. Heden hebben de vele bezoekers een Franse nummerplaat en zijn op zoek naar het tuincentrum Floralux. Hier is de kweekstal van Delbaere-Sampers gevestigd. Het domein van Eddy, de denker en planner achter het succesverhaal van de kolonie. 
De installatie bevestigt de normen van de combinatie... 8 m op 4 met bijhorende volière, naast een reservehokje van 4 meter. Ruim voldoende voor de huisvesting van 32 kweekkoppels. De fundatie bij Filip en Eddy bestaat hoofdzakelijk uit duiven van Willy Vanhoutte, de grootmeester van het snelle werk uit Wevelgem. Deze duiven zijn zonder meer verantwoordelijk voor de dominante periode op de snelheid en halve fond. Sneller en slimmer heeft Eddy nooit kunnen vinden en zodoende kwam nieuwe inbreng altijd via sterk spelende collega’s met dezelfde Vanhoutte-duiven aan de basis. 
Maar hoe hard en overdonderend het spel ook liep, er bleef bij Eddy – in tegenstelling tot bij Filip – een drang naar het spel van de langere afstand. En zodoende ging hij in alle stilte op zoek naar fondgenen. Beperkt en uiteraard zonder aan de eigen basis te raken. Deze zet was niet alleen succesvol maar evenzeer bepalend in de strijd voor het algemeen kampioenschap. Geslaagde kruisingen kwamen er via o.a. Gaston Van de Wouwer, Gino Clicque en Liliane Demely. En toch is de honger nog niet helemaal gestild. Met het vizier op de zware fond werd recent versterking gezocht bij o.a. Wim Vande Burie (Langemark), Patrick Colpaert (Roeselare), Luc Decabooter (Harelbeke) en zelfs een vleugje Nederlands marathonbloed van Jelle Jellema. Uiteraard moet de toekomst nog de zegen geven hieromtrent. De ultieme betrachting van Eddy heeft als einddoel ooit uit te komen op de volmaakte allround duif, de atleet die inzetbaar is van 100 tot 1.000 km. Makkelijk is anders... maar niet geprobeerd is altijd mis. Naast de opgedane ervaring heeft Eddy de grote troef van een maniakaal volger te zijn, weinig in duivenland dat aan zijn aandacht ontsnapt. Ook de inkorvingen en de administratie horen hem toe. 

De indeling van het kweekhok in Dadizele berust dit seizoen op 20 koppels uit de basis snelheid/halve fond en 12 koppels met fond/zware fond origine. Traditiegetrouw werd gekoppeld op 6 december. Wegens plaatsgebrek verhuist enkel de eerste ronde naar het vlieghok bij Filip in Menen. Ze komen daar aan als onbekende soldaten en dat is goed zo. Op die manier is er voor Filip geen enkele remming om snoeihard te selecteren. Er bestaat immers geen enkele afstamming die zwaar genoeg weegt om zwakke punten bij de piepers te negeren. Vandaar... 

Het vlieghok bij Filip

Filip Delbaere zal je zelden of nooit spotten bij een of andere inkorving. Geen interesse maar vooral geen tijd. Het werk om en rond de duiven is immers nooit helemaal klaar. Indien er Michelinsterren zouden uitgedeeld worden aan duivenkolonies, Filip Delbaere had er gegarandeerd drie op zijn kiel! Ooit was Willy Vanhoutte zijn leermeester en vertrouwensman. Later zou hij zichzelf bijscholen aan de hogeschool van de duivensport, zijnde de snelheid met jonge duiven. De discipline waar de hand van de stielman vaak doorslaggevend is. De verpletterende reeksen uit die periode dragen dan ook zijn signatuur. 
Intussen is de focus verdeeld en eisen de oude duiven evenzeer aandacht. Ook de inbreng van fondbloed heeft de explosiviteit en pure snelheid wat afgebot. De bombardementen op de vitesse zijn iets minder hevig en dat blijft wat knagen bij Filip. Maar wat er in de plaats kwam, is uiteraard van een andere orde. Zonder meer een diepe buiging voor hetgeen Filip en Eddy wisten te realiseren in duivenland. Vaak met beperkte mogelijkheden en net daarom bewonderenswaardig! 
Hoe de accenten gelegd worden in Menen? We vroegen het aan Filip: 
“Helemaal bovenaan – al weet ik dat het cliché klinkt – zonder twijfel de duif zelf. Daarmee valt of staat alles... van ezels kweekt men geen koerspaarden. Persoonlijk gaat mijn voorkeur naar een kort geblokt type maar dat stelt niks voor. Het is allicht enkel een erfdeel uit mijn verleden als snelheidsspeler. Goede duiven bestaan in alle maten en gewichten. Bepaalde liefhebbers zijn feilloos in staat om een mooie duif te onderscheiden van een lelijke. Maar een goede onderscheiden van een slechte zonder dagelijkse omgang te hebben met de duif in kwestie... tot hier nog niemand die me daarvan kon overtuigen. 
Hoe dan ook, de ruimte is hier uiterst beperkt en een harde selectie noodzakelijk. Die neemt aanvang bij dag één na het spenen. Ik ben onverbiddelijk voor jongen met een zwakte naar gezondheid toe, hun verblijfsvergunning wordt ‘en direct’ ingetrokken. Vervolgens ben ik visueel zeer aanwezig. Signalen van karakter, alertheid, slimheid, domheid, gretigheid ontgaan zelden mijn aandacht. Soms zijn duiven als een open boek. Het is aan de liefhebber om het te willen of kunnen lezen. Meestal heb ik mijn oordeel klaar voor aanvang van het seizoen, maar het laatste woord is steeds voor de mand. Het finale verdict ligt vaak in de buurt van mijn verwachtingen. Hier is nu eenmaal geen plaats voor simpele prijsvliegers. Ik streef enkel naar duiven die naar de roos kunnen mikken. 

Het hok en meer bepaald het hokklimaat is eveneens bepalend bij succesvol duivenspel. Meer nog, een goede duif op een verkeerd hok zal sportief weinig of niets voorstellen. Een kortstondige opstoot na een kuur buiten beschouwing gelaten... maar dat heeft geen binding met stabiel duivenspel. Ik ben ziekelijk punctueel met de hokken bezig geweest en winter na winter waren er afbraakwerken. Platen op het dak vervangen door pannen of omgekeerd, gaten gemaakt om ze vervolgens weer te dichten. Zelfs werd er ooit een afzuigsysteem geïnstalleerd. Finaal is de conclusie dat een plat dak gedekt met ouderwetse golfplaten hier het beste rendement brengt. In het plafond zijn schuiven voorzien. Nu er pensioen en tijd is, wordt er geregeld zelfs overdag geschoven als er ander weer op komst is. “Trek” (tocht) is volgens mij het grootste vergif voor duiven. Ik ben er als het ware gevoelsmatig allergisch voor. Daarom is het belangrijk dat verluchting uitsluitend van één kant komt. In ons geval is dat via de golfplaten. 
En nog dit: mooie hokken zijn zeker te koop maar altijd zonder garantie op deugdelijkheid voor de plaats waar ze terechtkomen. Zo is het niet denkbeeldig dat het beste kotje van onze koer op een andere locatie een rothok zou zijn. Het is een puzzel die enkel met veel gevoel en geduld door de liefhebber in kwestie correct kan gelegd worden. 

Het voederen van duiven is evenzeer een bepalende factor. Echter zonder vaste regels. Het is meer een kwestie van gevoelsmatig de juiste dingen te doen op het juiste moment. Het patroon van voederen is hier zeer gewoon: de dag van thuiskomst en de twee volgende dagen staat er een mengeling van 50% Wal Zoontjens en 50% Superdieet op het menu. Daarna wordt er aangelengd met Super weduwschap en Clicque-mengeling om naar de inkorving toe stevige kost te serveren, zijnde 1/3 Super weduwschap, 1/3 Clicque-mengeling en 1/3 Energy en dan wordt ook niet op een pinda meer of minder gekeken. De Zoontjens-mengeling komt van Beyers, de rest van bij Vanrobaeys. 
Hoeveel er gevoederd wordt? Daar kan ik met de beste wil van de wereld geen zinnig antwoord op geven. Simpelweg omdat iedere voederbeurt anders is en gebaseerd op weersomstandigheden, de manier van trainen en uiteraard op de zwaarte van de laatste opdracht en in functie van de opdracht die komen moet. Maar er is wel een gouden regel, en dat is het paswerk om duiven vol aan het eten te houden tot het moment van inkorving. En hoeveel impact het voer op duiven kan hebben, kreeg ik enkele jaren terug als les mee bij de jongen. Zoals gebruikelijk en in functie van de ontwikkeling stonden ze op kweekmengeling. Onze ingedane voorraad bleek echter te groot en ik kreeg ze niet aan het vliegen op het moment dat ik het wou. Na een bruuske overschakeling op 100% zuivering hingen ze op geen tijd tegen de wolken. Sindsdien is het een scenario geworden dat we in ere houden. Zo simpel kan duivensport soms zijn!

De hokken van Delbaere-Sampers.Ditjes en datjes

- De medische begeleiding bij Filip en Eddy is in handen van dr. Pascal Lanneau. In eerste instantie voor de nodige entingen. Voor de oude is dit beperkt tot de verplichte enting tegen paramyxo voor het seizoen. Bij de jonge duiven is het intensiever: dubbele enting met paramyxo/rota met een tussenperiode van zes weken. Tegen pokken met het borsteltje en als afsluiter een spuit tegen paratyfus. Trouwens, eens het seizoen voorbij en de selectie voltooid, worden alle vliegduiven de winter ingestuurd na een preventieve enting tegen paratyfus. Indien er tijdens het seizoen iets hapert of dreigt te haperen, wordt er geen seconde getwijfeld om op consultatie te gaan. De ervaring heeft wel bijgebracht dat de jaren zonder ingrepen de beste bleken te zijn.
- Dat men in Menen loeihard kan uitpakken met meerjaarse duivinnen is een publiek geheim. Het parcours naar succes was echter niet zonder hindernissen. In aanvang verbleven de meisjes tussen de jonge duiven. Een situatie waarbij Filip de mogelijkheid niet had om ze perfect te voederen. Het kreeg dan ook geen verder vervolg. Dan maar traditioneel weduwschap, hier bleken de niet-inzetbare partners op de beperkte ruimte al vlug stoorzender. Voor totaal weduwschap is er geen accommodatie beschikbaar en allicht ook de groep te klein. Dan maar van de nood een deugd gemaakt... en sindsdien wordt enkel nog gespeeld met lesbische duivinnen op nest. De imponerende resultaten hebben de deugdelijkheid van dit systeem intussen voldoende bevestigd. Wel moet Eddy geregeld tussenkomen met bevruchte eieren van het kweekhok. De duivinnen gaan wekelijks de mand in, ongeacht hun nestpositie.
- Thee is heilig bij Delbaere-Sampers. Hun arsenaal aan kruiden in voorraad is groot. Bij thuiskomst is er steevast thee met elektrolyten in de drinkpot. Maar evenzeer bij een dipje in de conditie bleek het al meermaals de ideale remedie. Andere bijproducten staan er niet bepaald hoog aangeschreven. Biergist en lookolie worden sporadisch gebruikt... en voor de rest enkel indien er een pakket gewonnen wordt op de wedstrijden of in de tombola. Geld wordt er niet aan besteed.
- Om tricho van het hok te houden, wordt er tijdens het seizoen om de twee weken behandeld met gele druppels. Aangezien dit onderhoudend werkt en niet genezend is, is het belangrijk om met een propere lei te beginnen en voor het seizoen de duiven zuiver te zetten via een medische kuur. Oogdruppels worden gebruikt als het nodig is, zijnde bij vochtige ogen. Een kwaal die in principe enkel voorkomt bij jonge duiven. Als het moet dan gebeurt het intens. Zeker twee keer per dag. Afwisselend met clinagel, neobacitracine en traflox.
- De mannen zijn ook beiden zeer begaan met de hygiëne. Zowel de vlieg- als kweekhokken worden tweemaal daags grondig gereinigd. Roosters op de bodem of waar dan ook zijn er niet. Alleen al de gedachte van het opgestapeld stof en bijhorend ongedierte weerhoudt hen ervan.

Algemeen kampioen op een beschikbare ruimte van 80 m2

Het leven evolueerde de afgelopen tien jaar in razend tempo... ook de duivensport. De komst van massahokken met bijhorende verzorgers en revolutionaire spelmethodes is allang niet meer te stuiten. Het ongeloof en de irritatie bij de gewone hobbyman/vrouw evenmin. In die optiek is de zegetocht van Delbaere-Sampers een godsgeschenk voor de sport. Geschreven vanop een koertje van amper 80 m2 met bijhorende koterie. Zijnde zes meter hok voor de weduwnaars, evenveel voor de jonge duiven en vier lopende meters als onderkomen voor de duivinnen. Met in totaal 51 inzetbare krachten, bestaande uit 30 doffers en 21 duivinnen. En zo’n 85 jonge duiven als achterban. 
Presteren doen ze op het hoogste niveau. Iedere week opnieuw van de pure snelheid tot de fond. En uiteraard gaan Filip en Eddy nooit een nationaal concours aan flarden spelen door een halve camion duiven in te korven. Het zou voor hen trouwens geen enkele meerwaarde betekenen. Met een stevige portie West-Vlaamse nuchterheid wisten ze hun prioriteiten te richten op doelen die wel haalbaar bleken. In hun geval zowat het hoogst haalbare binnen het duivenspel. 
“Chapeau mannen” en vooral houden zo. Mooier kan het niet worden!

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.