JUDITH ARNING - Gouden Duif Junior 2022

Liefhebber: 

Onderwerp: 

Ochtrup (D) – De Gouden Duif Junior is een internationaal strijdtoneel. Sinds 1987 wedijveren de Belgische, Nederlandse en Duitse jeugdleden om de juniortitel van de mooiste, meest prestigieuze prijs in duivenland. De enige internationale jeugdcompetitie bovendien! 

Dit jaar komen niet alleen de drie wijzen, maar ook onze Juniorlaureaat echter uit het oosten, de tweede maal in de geschiedenis van deze wedstrijd na Petra Kunkel in 2000. In het westen van Duitsland, op een steenworp van de Nederlandse grens - amper 15km van Enschede - vinden we Ochtrup. Dit rustige dorp in de deelstaat Noordrijn-Westfalen is de thuisbasis van een tienermeid die duivenbloed in de aderen heeft stromen, onze Gouden Duif Junior 2022, Judith Arning (16).
Reeds drie generaties wordt er in Ochtrup ten huize Arning met de duiven gespeeld. Opa Franz bracht het virus binnen in de familie, vader Wolfgang (53) werd aangestoken en vier jaar geleden werd ook dochter Judith gebeten door het hardnekkige virus. Vader Wolfgang werkt als ingenieur in de liftbouw, moeder Ingrid is huisvrouw en Judiths jongere zus Carmen (15) gaat nog naar school. Judith zelf volgt een opleiding technisch tekenaar. Met een vader en een dochter in huis die bezeten zijn van duiven neemt het duivenmelken natuurlijk een belangrijke plaats in ten huize Arning.

Duivensport een sport voor oude mannen, vergeet het! Voor ons zit een frisse jongedame. Een jonge vrouw die van aanpakken weet en met een hart voor duiven. Het zijn de Judiths van deze wereld die ons duidelijk maken dat de duivensport absoluut een toekomst heeft. Niet elke melker heeft een “klak” en een stofjas, tegenwoordig heeft elke melker een smartphone en een beugel. Attributen en tijden veranderen, de passie blijft onveranderlijk.

ZO WERD ZIJ GOUDEN DUIF JUNIOR
14.8 Lüdenscheid 1.080 d. 1, 2, 8
21.8 Haiger 2.656 d. 3, 5, 6
28.8 Heppenheim 6.770 d. 5, 7, 10

DD: Judith, proficiat met je overwinning. Hoe voelt het om deze trofee binnen te halen?
Judith: Ik heb genoten van deze overwinning, ik beschouw het dan ook als een hele grote eer.

DD: Hoe ben je ertoe gekomen deel te nemen aan een wedstrijd uitgeschreven door een Belgische duivenkrant?
Judith: Zelf ken ik nog niet zoveel van het Belgische duivenspel. Volgens mijn vader zitten er bij jullie zeer goede duiven en komen veel nieuwe ontwikkelingen ook vanuit België.
Met deze prijs steunen en stimuleren jullie echt de jeugd in België, Nederland en Duitsland. Een kennis wees mij op deze wedstrijd, misschien is het de moeite wel waard om hier wat meer naamsbekendheid aan te geven in Duitsland.

DD: In de inleiding schreven we het reeds, je vader en grootvader zijn ook melkers, zijn zij je grootste voorbeelden en leermeesters in de duivensport?
Judith: Sowieso. Opa was 53 jaar lang duivenmelker. Tot voor twee jaar kwam hij iedere dag met de fiets vanuit het naburige dorp Metelen (6 km) tot bij ons gereden. Elke dag leerde hij mij wel iets nieuws, en zo kreeg ik de kneepjes van het vak onder de knie.
Spijtig genoeg is opa op 22 januari van dit jaar op 83-jarige leeftijd overleden. Dat verlies doet natuurlijk pijn, maar ik ben er wel zeker van dat opa Franz apetrots op me zou zijn nu ik deze trofee win.

DD: En de rol van je vader?
Judith: Papa en ik verdelen de taken. Ik sta in voor het voeren en verzorgen van de duiven. Ook poetsen en de duiven laten vliegen zijn allemaal mijn taken. Voor aanvang van de trainingsvluchten rijden wij veel met de jonge duiven (45-50 km). Dit is dan weer een van de taken van pa, ik heb immers nog geen rijbewijs. Ook wanneer ik naar het lokaal moet om te gaan inkorven moet pa natuurlijk chauffeuren.

Een kijkje in de hokken bij Judith Arning.DD: Een vraag die we aan alle juniors stellen, hoe kijken je leeftijdsgenoten naar jouw, toch wel wat afwijkende, hobby?
Judith: (lacht) De meesten zijn best verbaasd wanneer ze horen wat ik doe. Zeker aan mijn goede vrienden vertel ik er natuurlijk over en ik laat hen ook mijn duiven zien, maar de meesten begrijpen er niet echt veel van. Zo kunnen ze zich moeilijk voorstellen hoeveel tijd en werkt er kruipt in deze sport.

DD: Vertel eens wat over je duivenspel!
Judith: Ik vlieg enkel met de jonge duiven (drie rondes) die gewoon op de schuifdeur gespeeld worden. Op de dag van inkorving worden de duiven een half uur na het voeren (9 u) bij elkaar gebracht. Na de vlucht worden ze direct weer gescheiden.
Ik heb 15 kweekkoppels en 15 voedsterkoppels. De eerste vlucht begin ik met een 70-tal jongen. De jonge duiven worden tot de langste dag klassiek verduisterd, waarna ze elke dag een minuut langer bijgelicht worden. Mijn vader heeft dit systeem zelf ontwikkeld met een speciale controller. Dit betekent dat de duiven op de langste dag tussen 5.30 u en 22 u worden bijgelicht en op de laatste jonge duivenvlucht half september tussen 5 u en 23.15 u.
De jongen moeten in topconditie zijn voor de vluchten, dat is het allerbelangrijkste. Tot voor de vluchten (vier weken / begin juli) krijgen de jonge duiven veel vrijheid. In de tuin/kippenren kunnen ze vrij “rondlopen”. Voor de klep wordt telkens grit uitgestrooid, dat eten ze graag. Op deze manier leren ze de klep kennen en gaan ze er graag naartoe, het is dan ook belangrijk dat ze op commando direct binnengaan. Dit wordt keer op keer geoefend. Tijdens trainingsvluchten wordt hier bijzonder veel waarde aan gehecht. De jonge duiven worden vaak vanaf mei opgeleerd. We beginnen met 500 m en dit loopt op tot 100 km. Tussendoor zijn er zo’n twintig trainingsvluchten.
Direct na het spenen scheiden we de doffers en de duivinnen. Ze trainen samen tot vier weken voor de vluchten.
Er worden altijd jongen bijgezet. Als ze losgelaten worden, worden de jongen van de laatste ronde eerst apart gevoerd alvorens ze met de oudere jongen naar buiten mogen. Dit heeft als voordeel dat de oudste al wat kunnen vliegen hebben en de jongsten rustig kunnen eten.
Tijdens de periode van de jonge duivenvluchten vliegen de jongen niet meer van huis uit. Ze worden wel driemaal per week 45-100 km met de wagen gevoerd. Voor de zondagsvlucht is dit dinsdag, woensdag en donderdag. Maandag en vrijdag zijn rustdagen en dan krijgen ze een badje.

DD: Beschrijf eens een typische duivendag ten huize Arning!
Judith: Tijdens het vliegseizoen is alles eigenlijk heel ontspannen. Ik voer de duiven ’s ochtends en daarna ga ik aan het werk. Tijdens de lunchpauze bezoek ik de duiven nog eens. In de namiddag korf ik samen met mijn vader de jongen in en dan neemt hij ze mee tot 45-100 km. Ik blijf thuis en wacht de thuiskomst af, om ze binnen te roepen gebruik ik een bel. Ik hou ze goed in de gaten en ben al op zoek naar mijn favorieten voor de volgende vlucht. Na terugkomst scheid ik de duiven weer.
Buiten het seizoen ben ik veel op het hok en speel ik vaak met de duiven. Aangezien ik alleen aan de jonge duivenvluchten deelneem, heb ik tot begin juli veel tijd om me met de jonge duiven bezig te houden. Als het mooi weer is, voert mijn vader ze ook weg.
Al tijdens de eerste trainingsvluchten observeer ik om te zien welke duif hoe snel terugkomt en hoe goed ze op commando naar binnen gaan. Dit jaar is wel gebleken dat bepaalde jonge duiven bij elke trainingsvlucht bij de eerste zijn, en dan bij het roepen ook nog meteen binnenspringen. Dit maakt het tekenen van de duiven, de aangewezen duiven zeg maar, in augustus een stuk makkelijker.

DD: Je speelt al enkele jaren fantastisch met de jonge duiven. Ook onze wedstrijd won je met een fantastisch coëfficiënt. Wat is volgens jou het geheim van je succes?
Judith: We steken zeer veel tijd en energie in het opleren van de jonge duiven. Hierin probeer ik niets aan het toeval over te laten en ik kijk niet op een inspanning. Zo moeten de duiven op commando vlot binnenkomen. Deden ze dit eens niet, dan gingen ze terug de mand in en werd er dezelfde dag nog eens gereden.
Vanaf mei reeds observeerde ik tijdens de trainingen goed en noteerde ik veel, daardoor werd het in augustus veel gemakkelijker om de duiven te “tekenen”. Een topgezondheid blijft natuurlijk ook onontbeerlijk.

DD: Wie bepaalt bij jullie het meeste, jij of je vader?
Judith: Mijn vader bepaalt hoe en wanneer er gereden wordt want hij is de chauffeur. Aangezien we elke dag hetzelfde voeren, hebben we daar al geen discussie over. Als het om nieuwe aankopen gaat, beslissen we allebei samen. Ik beslis het “tekenen” (aanduiden) van de duiven alleen, en daarin spreekt niemand mij tegen. (lacht) Mijn vader zegt altijd dat hij daar geen talent voor heeft, in veertig jaar duiven speelde hij nooit in de top. Sinds ik mij daarmee bemoei staan we steeds vooraan als de prijzen uitgereikt worden.

Judith Arning.DD: Waar halen jullie duiven?
Judith: Jaren geleden kregen we duiven van meesterkweker Heinz Meier Rahden. Hij speelde goed (Duits kampioen, meerdere Duitse asduiven) maar was een nog betere kweker. Hij had veel duiven van Schellens (1e Nationaal), Robben Clement (“Bonny” en “Clyde”) en van Gerard Koopman (kinderen “Kleine Dirk”). Na het overlijden van Heinz kochten we alleen duiven die zelf hadden gevlogen, deze worden alleen op totale veilingen gekocht, of broers en zussen van zeer goede duiven. Idealiter vliegen ze zelf een 1e prijs tegen grote aantallen duiven.
Onze laatste aanwinst waren twee duivinnen. Allereerst “Maud” (NL18-1794845) van Klinkenberg (Schelmerhorn) Ze vloog 16 prijzen 1/100, won 1e prijs tegen 3951 duiven, 1e tegen 3000 duiven, 1e tegen 1684 duiven, 1e tegen 1472 duiven... De tweede duivin is “Miss GPS” (NL16-1475658) van Comb. Romein-Klein (Rotterdam). Ze vliegt 104 prijzen (71 prijzen 1/10) met 3 x 1e prijzen.
De laatste jaren haalden we ook de 13e Nat. Asduif kleine hafo KBDB 2014, 6e beste duivin WHZB 2013, “Riley” (NL12-1586998) bij K. van Dorp & Zoon (Rotterdam) uit zijn kweekkoppel “Kleine Jan” x “Jane” (kinderen vliegen 14 x 1e prijs), “Fortuna” (NL-11-1161836) bij Comb. Mantel (Burgum), tot 2014 49 prijzen met 6 x 1e waaronder 1e tegen 3413 d. 430 km, 1e tegen 2596 d. 218 km, 1e tegen 2346 d. 169 km, 1e tegen 1373 d. 418 km, 1e tegen 1086 d 587 km zonder dubbelingen!

DD: Hoe reageren je clubgenoten op het feit dat een jonge meid komt meespelen en dan ook nog eens zeer succesvol is?
Judith: In onze eigen vereniging zegt men altijd vriendelijk goeiendag, maar er is wel degelijk jaloezie omdat we de vluchten domineren. Vaak zegt men dat het allemaal alleen dankzij mijn vader is dat ik succes heb, omdat hij rijdt met de duiven.
Ik ben de enige tiener in onze vereniging. Dit is niet altijd even prettig omdat veel duivenliefhebbers al best op leeftijd zijn. In de naastgelegen vereniging zitten meerdere tieners en ook een paar meisjes. Ik heb hier goed contact mee en telkens er een beurs of prijsuitreiking is zoeken we mekaar daar dan ook op.

DD: Denk je later te blijven spelen met duiven?
Judith: Omdat mijn vader mij steunt, denk ik wel dat ik verder kan en zal gaan met de duivensport. Helaas neemt het aantal duivenliefhebbers in Duitsland enorm af. Zoals ik net al zei, ik ben de enige jongere in onze vereniging. Dit belooft weinig goeds voor de toekomst.

DD: Wat beschouw je zelf als het hoogtepunt van je nog jonge duivenmelkerscarrière?
Judith: Na het winnen van de 4e plaats in het Duitse Bondskampioenschap jonge duiven 2020 was ik erg happy. Maar eigenlijk was gans vorig jaar het mooiste, 2022 echt een topjaar. Natuurlijk door het winnen van de Gouden Duif Junior, maar ook 1e Nat. Kampioen jonge duiven 2022 en het winnen van en de 1e, 2e, 3e, 4e, 6e, 7e en 10e, in de wedstrijd “Jonge Duif” van het tijdschrift Brieftaubensport International.
Daarnaast speelden we minimaal 1e t/m 6e op alle jonge duivenvluchten binnen onze vereniging. Onze jongen vlogen dit jaar 74% prijs. Beter dan dit jaar wordt het niet. Alles is gewonnen wat er te winnen valt!!! Het is een echt droomjaar.

Judith Arning.DD: Jullie wonen echt vlakbij de Nederlandse grens, heb je nooit overwogen om in Nederland mee te gaan spelen?
Judith: Mijn vader speelt al tien jaar bij een Nederlandse vereniging. Het heeft zeker al in mijn hoofd gespeeld om dit ook te gaan doen. De verleiding is groot om me wekelijks te kunnen meten tegen grotere aantallen duiven en ook op verdere vluchten (meer dan 400 km).

Vorig jaar won onze Gouden Duif Junior een 1e nationaal, dit jaar behaalt ze het waanzinnige coëfficiënt van 1,87 over drie vluchten. De concurrentie in de heimat kan er niet altijd om lachen, want de jongedame speelt de rest daar behoorlijk op een hoopje. De laatste vier seizoenen nam ze deel aan 33 vluchten voor jonge duiven, 24 daarvan werden winnend afgesloten (tegen gemiddeld 3000 duiven)!
Wij van Sportblad De Duif, en eigenlijk iedereen die de duivensport een warm hart toedraagt, kan hiermee alleen maar vervuld worden van blijdschap. De duivensport is niet op sterven na dood, het jonge geweld is bezig met het bestormen van de Bastille. De jeugd heeft de hoop, de jeugd heeft het heden en de jeugd heeft de toekomst.
Wat het sprookje nog mooier maakt is het feit dat Judith ook nog eens een vrouw is, alle clichés over duivenmelkers overboord dus! Je hoeft niet oud te zijn, je hoeft geen man te zijn, het enige wat je nodig hebt is liefde voor duiven. Meisjes aan de macht!

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.