Liefhebber:
Onderwerp:
Membruggen – Nadat in 2021 Davy Klingeleers algemeen kampioen van Limburg werd, was het nu de beurt aan Roger Bruninx. In de eindstand heeft hij er met zeven vermeldingen eentje meer dan Roger & Koen Vanmeert (Zelem) en Gert Rondags (Rijkhoven).
Roger geniet al heel wat jaren van zijn pensioen, maar vooral van zijn duiven. Een hobby waarbij in het laatste decennium voor hem alles steeds beter en beter is blijven gaan. In 2019 werd met een fantastisch seizoen de ontbolstering van zijn kolonie voor het eerst echt in de schijnwerpers gezet. Het begon met de 1e Nat. Zone Bourges tegen 2506 oude en de 1e Nat. Zone Bourges tegen 1457 jaarse. Enkele weken later werd de piek pas echt bereikt, met de 1e Nat. Châteauroux tegen 24.617 jaarse.
Uiteindelijk werd het een seizoen om nooit te vergeten, waarbij Roger met vijf vermeldingen als 2e opvolger van de Gouden Duif België werd afgevlagd.
Wat vooraf ging
Men kan moeilijk zeggen dat Roger met een duif in zijn hart geboren werd, want tot zijn 32e levensjaar had deze vrijgezel er eigenlijk geen interesse voor. Nochtans werd er op het ouderlijk huis door zijn vader en oudere broer met de duiven gespeeld. Roger: “Maar dan kwam plots mijn nonkel, een halfbroer van pa, mij vragen om hem wat te helpen bij het verzorgen van zijn duiven. Toen ik dat zo’n tijdje gedaan had, dacht ik dat voor mijn eigen rekening ook wel te kunnen doen en ik vond dat ik er beter zelf mee kon beginnen. Omstreeks 1981, mijn broer was al het huis uit, ben ik op de oude zolderhokken met de duiven gestart. Omdat ik in die tijd een beetje chauffeur was van steenbakker en duivenmelker Emiel Parthoens, kon ik voor een aanvaardbare prijs van hem wat duiven krijgen. Ook van Edgard Peumans, waar ik geregeld op de duiven ging letten, kreeg ik wat duiven. De eerste wedstrijd, weliswaar een kermisvlucht, won ik al meteen de 1e prijs.
Maar het was niet altijd even simpel en in 1999 werden alle duiven opgeruimd. Ik haalde daarna duiven bij Rudi Hendrikx (Lanaken), Frans Devoeght (Boechout) en via Bèrke Simons (Maaseik) kwam ik in contact met een Duitse melker, genaamd Krafft. Deze had duiven van de allerbeste Belgische liefhebbers zoals Emiel Clerinx (Schakkebroek), J. & J. Engels (Putte) en Gevaert-Van Schoorisse (Ronse). Ook ging ik ook nog langs bij Romain Legiest (St.-Amandsberg) en Albert Den Herder (Erpe-Mere) die bijzondere goede snelheidsduiven bezat. Het was in die periode, in 2006, dat ik de 1e Int. Prov. uit Maagdenburg (D) won.”
Willem
Ondertussen had Roger zich omgeschoold tot erkend keurder en wellicht ligt hier wel de oorzaak van alles wat volgen zou. Want daarna maakte Roger deel uit van de Belgische Commissie van keurmeesters, waardoor hij het zelfs schopte tot jurylid bij duivenolympiades. Het gebeurde op de Olympiade in Poznan (2011) waar Roger als keurmeester door de KBDB afgevaardigd werd, toen hij vrij snel met Willem de Bruijn aan de praat geraakte. Jawel, het klikte meteen en in 2012 verhuisden de eerste 12 jongen van Reeuwijk naar Membruggen. En iets later maakte Roger ook deel uit van de kring van kampioenen met W.d.B.-duiven op hun hok. Zoals Michel Lossignol, de ex-Gouden Duifwinnaar uit Budingen, waarmee ondertussen reeds enkele duiven uitgewisseld werden.
Ondertussen heeft misschien wel 90% van wat er bij Roger op de hokken zit, het bloed van Willems duiven in de aderen.
Doorbraak
De grote bevestiging kwam dus in 2019, met o.m. de 1e nat. van meer dan 24.000 jaarlingen uit Châteauroux, waar hij in datzelfde jaar op een 3e plaats afgevlagd werd in de Gouden Duif-competitie, iets waarop hij nog steeds en terecht heel trots mag zijn.
Op enkele jaren tijd groeide de erkenning voor Roger zijn kolonie zienderogen. Hij raakte bevriend met andere liefhebbers die op hun hok eveneens W.d.B. duiven koesteren. Tevens opmerkelijk is het aantal duivenbons dat hem elk jaar afhandig gemaakt wordt, hetgeen nauwelijks nog bij te houden is. Wellicht zal Roger moeten leren om op al die vragen af en toe ‘neen’ te zeggen.
Ondertussen raast de trein verder en bijna wekelijks slaagt het merendeel van al zijn ingekorfde duiven erin om zich per 3-tal op de plaatselijke uitslag te plaatsen.
Michel
De eerst duif die we in deze reportage willen voorstellen is de B18-2060571. Tijdens zijn vliegcarrière won hij 6 zuivere eerste prijzen en het afgelopen seizoen vloog hij 19 x prijs. Zijn afstamming is te vinden op het hok van Michel Lossignol. De moeder komt uit een buitengewoon goede vlieger, B03-2111250, de ‘Goede Witpen’ gekoppeld met de B03-6257077, een duivin van bij Gaston Van De Wouwer. Langs vaderszijde is de 571-18 een afstammeling van twee duiven van Willem de Bruijn, met name de NL14-1060442, de ‘Olympic’, gekoppeld met de NL14-1060426, ‘Dochter Tineke’.
Dat deze krachtpatser in zijn vierde levensjaar nauwelijks een prijs gemist heeft wil toch wat zeggen. Het valt bijna niet te betwijfelen dat hij op het kweekhok even begenadigd en betrouwbaar zal zijn.
Asduif
Een van de beste duiven op het hok is ongetwijfeld de provinciaal winnende duiver uit Orléans, B20-5120457. Het betreft hier een blauw geschelpte doffer, niet groot van gestalte, maar een echte spierbundel met een geweldig soepele vleugel. Alhoewel hij tot de laatst gekweekte jongen van 2020 behoort, heeft hij toch al een hele waslijst aan prijzen op zijn palmares. Hij vloog het voorbije jaar o.m. kopprijzen op Sourdun 11/1919, Gien 2/493, Sens 7/416, Melun 3/403, Orléans 1/3777, Melun 1/450. Provinciaal klasseert deze atleet zich op de kleine halve fond als 3e asduif, nationaal pronkt hij in dezelfde discipline op een mooie 11e plaats.
Zijn moeder komt rechtstreeks van bij W.d.B. en heeft ringnr. NL19-1667704. Zij is een dochter van NL15-1706927, oftewel Bombarie gekoppeld met B14-2345345, een dochter van Olympic Niels, Dirk Van Dyck (en moeder van “Uranus”). De vader van de 457-20 heeft een heel andere afstamming. Het betreft hier de B17-2105827, een klepper die in zijn eerste levensjaar o.m. de 7/3118 d. uit Chévrainvilliers vloog. Hij werd nog dat zelfde jaar door Roger aangekocht op de totale verkoping van de tandem Henot - Briglia (Linter), alwaar hij de mooie prestaties bij elkaar vloog. Doch de afstamming van deze blauwe duiver moeten we zoeken op het hok van Erwin Schepmans (Grazen).
Algemeen
Roger start het seizoen met ongeveer 30 duivers en een 20-tal duivinnen, op totaal weduwschap en als het kan gaan ze mee tot de vluchten van ongeveer 600 km. Jaarlijks worden om en bij de 100 jongen geringd en de overschietende groep, plus minus 60 stuks, wordt geselecteerd op de behaalde prestaties.
Wat verduisteren betreft volgt Roger het systeem van Willem, dus van 18.00 tot 8.00 uur, vanaf eind februari tot wanneer de halve fond begint.
Wat begeleiding en voeding aangaat, houdt Roger het zo simpel mogelijk. Voor het seizoen aanvangt, wordt een bezoekje gebracht aan Raf Herbots. Het is mogelijk dat er een herhaling hiervan volgt tussen de wedstrijden door, met in het najaar steeds een paratyfuskuur. Bij het voederen van de vliegduiven geeft Roger de voorkeur aan vijf verschillende merken vluchtmengeling die hij samen voegt, voldoende voor het ganse seizoen. In het begin van de week krijgen ze 50% sport en 50% superdieet, naar het einde van de week toe is het volledig sportmengeling wat de eetbak ingaat.
Voor de rest is de slogan bij Roger ‘hou het zo eenvoudig mogelijk’. Er moet immers nog wat tijd overschieten om enkele keren per week bij zijn vriendin Magda, in het uiterste noordoosten van de provincie, langs te gaan. Volgens Roger moet de verzorging ook niet zo nauwkeurig gebeuren zoals anderen wel eens willen laten uitschijnen. Roger: “Het komt allemaal niet zo nauw, duivensport mag niet te moeilijk worden gemaakt. Als ge altijd alles met de duiven heel stipt wilt doen, zijt ge een slaaf. Ik moet er mijn plezier aan hebben, als ik iets anders te doen heb, dan is dat zo.” Wel kan Roger altijd rekenen op zijn kameraad, Jean-Luc Vrindts, een ex-profvoetballer die voor zijn verhuis naar Membruggen te Visé nog met de duiven heeft gespeeld. Roger apprecieert het enorm dat Jean-Luc na de wedstrijden steeds met de klok naar het lokaal wil gaan.
Ten slotte
Men kan moeilijk zeggen dat Roger opschept over de prestaties van zijn atleten. Hij geeft eerder de indruk van alles wat te willen relativeren. Of andere liefhebbers daar ook zo over denken valt te betwijfelen, want ze moeten het wekelijks tegen zijn kleppers opnemen. Uiteindelijk is er sowieso één bevestiging die aan dit verhaal vast geknoopt kan worden. Dat is dat het enkel om goede duiven gaat, ongeacht hoe je het nu draait of keert. Proficiat Roger, wellicht zal het hier niet bij blijven. Tot de volgende!
Auteur: