Liefhebber:
Onderwerp:
Hallaar, deelgemeente van Heist-op-den-Berg, gelegen aan de oevers van de Grote Nete. Slechts een boogscheut verwijderd van Lier ligt dit dorpje in het midden van de het mondiale hart van de duivensport. Liefhebbers komen van alle kanten van de globe om dit stukje Vlaanderen te bezoeken.
Het aantal succesvolle duivenmelkers die in de streek van Pallieter ooit de revue zijn gepasseerd is niet te tellen. Wie er hier bovenuit kan steken, die moet van goeden huize komen. De concurrentie is er moordend, maar net dat drijft de kwaliteit van duiven en duivenspel hier naar ongekende hoogten.
Vandaag zijn we te gast bij een van de vele combinaties melkers die al jaren succesvol aan de weg timmeren. Roger (71) en Nick (47) Thys zijn een vader-zooncombinatie, iets wat we wel vaker tegenkomen in de duivensport. Bijzonder aan hen is echter dat Nick de duivenmicrobe niet meekreeg van vader, maar omgekeerd. Het was Nick die Roger aanstak. Moeder Godelieve stamt uit een lang geslacht van duivenmelkers en Nicks opa Alfons Puttenaers was ook een duivenman in hart en nieren. Het was dan ook opa Fons die de kleine Nick introduceerde in de duivensport. Vader Roger had meer interesse in het voetbal, maar Nick was niet van het duivenhok te slaan. In 1991 begon hij als 15-jarige in eigen tuin te spelen, bijgestaan door moeder Godelieve en natuurlijk immer met de goede raad en daad van vava.
Roger werkte in de fabriek en Godelieve was medewerkster in een Casa-filiaal. Beide werkten ze ook als diamantslijper, een nijverheid waarvoor deze regio ooit bekend was maar die ondertussen volledig verdwenen is. Nick is technicus bij Infrabel en is omwille van zijn job vaak op de baan. Hun vrije tijd ging naar de renpaarden van de gewone man.
Halfweg de jaren ’90 ging het duivenvuur echter op een lager pitje branden bij Nick. Roger nam het grootste deel van de duivenverzorging over samen met Godelieve.
Ondertussen is er veel veranderd. Vader, moeder en zoon spelen vandaag de dag samen als een hechte ploeg. Nick is de man achter de schermen. Hij houdt de administratie bij, doet de koppelingen, helpt mee inkorven en staat natuurlijk steeds trouw mee te letten bij thuiskomst. Pa en ma staan dan weer in voor de dagdagelijkse verzorging.
Vandaag zijn we in Hallaar omdat Nick en Roger onlangs op de KBDB-dagen het podium mochten betreden om hun prijs van 1e Nat. Asduif GHF jaarlingen af te halen. Weer een trofee voor de al indrukwekkende collectie van de heren van Hallaar. Daarnaast wonnen ze in dezelfde categorie de 8e Nat. Asduif, werden ze 1e Prov. kampioen oude/jaarse GHF en 2e Nat. Kampioen in deze categorie. Wederom een boerenjaar dus, daar aan de oevers van de Grote Nete.
Nick en Roger spelen met een bescheiden kolonie doffers en duivinnen op klassiek weduwschap, met thuisblijvende partners dus. De vliegploeg bestond aan het begin van afgelopen seizoen uit 38 oude en jaarse, gelijk verdeeld over doffers en duivinnen. Het seizoen werd afgesloten met 23 duiven, ook in wat overblijft is de verhouding doffers/duivinnen ongeveer 50/50. Een 5-6 duiven gingen verloren, de rest verdween door selectie.
De duiven krijgen bij Nick en Roger de kans zich te bewijzen, maar eens het om de knikkers gaat moeten ze er dan ook wel staan. Na een paar nationale vluchten wordt er voor het eerst geselecteerd, wie dan niet voldoet, gaat eruit. Zoals eigenlijk op ieder tophok geldt ook hier de regel, enkel door strenge selectie kan je kwaliteit bekomen.
Roger: “In principe selecteren we enkel en alleen op prestaties, niet op uiterlijk of gedrag. We hebben ooit eens een duif opgeruimd omdat ze moeilijk binnenkwam. Haar nestzus is later een super gebleken. Misschien hebben we de beste van de twee gehouden, maar misschien hebben we toen ook een potentiële super opgeruimd, we zullen het nooit weten.” (lacht)
Naast de vliegers zitten er in Hallaar ook 18 kweekkoppels en een 6-7 proefkoppels. Die laatste kunnen duiven zijn die ze bijgehaald hebben, of vliegers die wel eens op de kweek willen getest worden. Rond 10 december wordt er gekoppeld, en jaarlijks wordt een 100-tal jongen voor eigen gebruik gekweekt.
Ook uit de beste oude vliegers wordt een ronde jongen gekweekt, maar enkel uit de oude, niet de jaarlingen.
Begin maart wordt er begonnen met het trainen van de oude/jaarse duiven. Er wordt een keer of drie mee gereden (5-15-25 km) en dan wordt er via de vitesse en de hafo naar de nationale vluchten toegewerkt. Na deze autoritjes wordt er enkel nog van thuis uit gevlogen. Tweemaal daags worden ze uitgelaten.
Nick: “We trainen ze tweemaal per dag uit pure noodzaak, zo hebben ze toch een beetje gevlogen. In het begin durven ze al eens beginnen trekken, maar eens het seizoen bezig is wordt dit almaar korter en korter. Ach weet je, je duiven kunnen wel wegtrekken maar uiteindelijk weet je dan ook niet of ze een paar honderd meter verderop ergens op een dak of een veldje gaan zitten. Wanneer die van ons uitvliegen, dan vertrekken ze direct op volle vitesse en gaan ze echt trainen. Helaas duurt dit meestal niet lang. (lacht) Maar we klagen niet, de resultaten zijn ok, dus blijkbaar trainen ze voldoende.”
Op het hok Thys worden alleen de duivinnen verduisterd. Nick en Roger spraken melkers die slechte ervaringen hebben met het verduisteren van de doffers, o.a. Jules Engels is hier ook geen voorstander van. Nick: “Een doffer moet gestoten hebben voor hij in vorm komt, doffers hebben ook licht en warmte nodig om te kunnen presteren. Duivinnen worden dan weer beter naarmate het seizoen vordert. Onze doffers halen gemakkelijk het einde van het seizoen. Ze zitten dan ongeveer op zeven pennen. Natuurlijk spelen we ze niet door tot het bittere einde, eens de kampioenschappen afgesloten stopt het seizoen voor ons.”
Voor alle oude en jaarse geldt dat ze in principe iedere week meegaan. Is er geen nationale vlucht dan vliegen ze een Noyon of een hafo-vlucht (geven ze zwaar weer, dan wordt gekozen voor een vitessevlucht, anders hafo). Koude, wind en regen daar geven ze in Hallaar niet zo om, hitte kan echter wel een reden zijn om ze thuis te houden. Er is nog niemand doodgevallen van door de regen te lopen, wel van in de hitte te moeten blijven lopen. Het grootste probleem bij hitte is trouwens niet de vlucht, maar de periode op de camion. Tijd in de mand en omstandigheden zijn eigenlijk niet belangrijk, maar dan moet de verzorging wel top zijn.
Nick: “Wij geven altijd mee, behalve bij +30°C voor de jonge duiven en bij +32°C voor de oude. En dan laten we ook echt alles thuis, het is niet zo dat we dan alleen “de beste” sparen. Wat de goeie niet kunnen, moeten de mindere ook niet doen.”
1e Nat. Kampioen GHF jonge duiven 2021 8e Nat. Kampioen KHF jonge duiven 2021 1e Prov. Kampioen GHF jonge duiven 2021 7e Nat. Asduif GHF jaarse Tammeke 2021 Beste jaarse duif 8 nat. vluchten Pipa 2021 3e Nat. Asduif Allround jonge 2021 6e Nat. Asduif GHF jonge 2021 7e Nat. Asduif GHF jonge 2021 1e Prov. Asduif Antwerpen 2021 3e Prov. Asduif Antwerpen 2021 1e Asduif Beyers jonge fond 2021 5e Nat. Kampioen oude+jaarse GHF 2022 1e Nat. Asduif jaarse GHF 2022 1e Nat. Asduif Allround jonge 2022 Vier eerste provinciale asduiven KHF jonge 2022 2e Nat. Asduif KHF jonge 2022 6e Nat. Asduif KHF jonge 2022 2e Prov. Kampioen oude+jaarse GHF Antwerpen 2022 1e Asduif Beyers fond jonge 2022 2e Nat. Kampioen GHF oude/jaarse 2023 1e Nat. Asduif GHF jaarse 2023 1e Prov. Kampioen oude/jaarse GHF 2023 8e Nat. Asduif GHF jaarse 2023 |
De jongen worden gespeeld op de schuifdeur. Bij thuiskomst zitten ze allemaal door mekaar en vanaf Noyon worden ze gescheiden. De laatste jaren geven Nick en Roger er wel de voorkeur aan om ze minstens 4-5 maal mee te geven op Quiévrain. De jongen worden verduisterd van begin maart tot eind juni van 18 u tot 8 u. Er wordt bijgelicht van eind juli tot einde seizoen van 6 u ’s morgens tot 11 u ’s avonds.
De oude worden, zoals reeds aangegeven, gespeeld met een thuisblijvende partner. Voor de vlucht worden er geen partners getoond maar na de vlucht komen ze vanzelfsprekend samen. Hoe lang ze samenblijven hangt wat van de wedstrijdomstandigheden af. Normaal gesproken gaan ze dezelfde dag uit mekaar, maar daar kan eventueel, afhankelijk van de omstandigheden, van afgeweken worden. Duivenspel is nog steeds geen exacte wetenschap, maar vaak een gevoelskwestie.
Vroeger werden de partners wel getoond voor de vlucht. Door toeval kon dit eens niet, en dit bleek geen effect te hebben (de duivinnen worden wel ingekorfd op het hok van de doffers). Vanaf die dag worden er dus ook geen partners meer vertoond.
Dit typeert het duivenspel van vader en zoon Thys. Ze proberen alles eenvoudig te houden. Dit wil niet zeggen dat alles gemakkelijk is en weinig werk, wel dat ze het basic proberen te houden, niet teveel tierlantijntjes. Extra motivatie, extra medicatie, extra voeding, al die extra’s zullen wel helpen, maar Nick en Roger willen duiven kweken die al deze extra’s niet nodig hebben. Duiven die het ook kunnen zonder.
Roger: “We hebben vroeger ook van alles gedaan ter motivatie, maar uiteindelijk komt het altijd neer op goeie duiven en al de rest is bijzaak.”
Nick: “Kijk, volgens mij zijn er drie soorten duiven: vitesseduiven, marathonduiven en de duiven voor de afstanden daartussenin. Bij die vitesseduiven zal motivatie zeker belangrijk zijn, die moeten tenslotte gewoon zo snel mogelijk naar huis sprinten. Ons soort duiven wint volgens mij niet door motivatie, maar door ervaring, talent, intelligentie en doorzettingsvermogen. Ervaring moeten ze opdoen en de rest proberen wij in onze duiven te kweken.”
Bij thuiskomst krijgen ze eerst eten en mogen ze wat recupereren op het slaaphok en daarna komen ze samen. Na dit samenzijn wordt er nog wat gevoerd, want eens bij mekaar is er meestal weinig interesse in het eten. Dit eten bestaat sinds 2021 uit de voermengelingen van AIDI. Roger volgt hun voerschema’s en vooralsnog is de familie Thys daar zeer tevreden over.
Ook wat voeding en bijproducten betreft blijft de lijfspreuk ten huize Thys, hou het simpel. Voor inkorving worden er wat gepelde zonnebloempitten gegeven en gaat er probiotica over het voer. Bij thuiskomst krijgen ze recuperatie via elektrolyten (Belgasol) in hun drinken en op woensdag krijgen ze AIDI condition booster. Allemaal heel basic en niets bijzonders.
Ook op medisch vlak valt er niets spectaculairs te melden. Als een duif ziek is wordt er gehandeld en anders wordt er afgebleven. Roger: “Wij gaan naar dr. Mariën. Iedereen die hem kent weet dat die niets geeft aan een duif die niet ziek is. Ook voor medicatie geldt dat ze, als ze gezond zijn, het moeten kunnen zonder extra medicatie.”
Nick: “Natuurlijk is het heel belangrijk de gezondheid in de gaten te houden. Goede duiven kunnen veel, zieke kunnen niets. Zieke moet je dus thuislaten. Eigenlijk is dat de basis van goede duivensport, goede, gezonde duiven en een goede melker, iemand die merkt wanneer er iets scheelt.
De kolonie in Hallaar werd oorspronkelijk opgebouwd rond duiven van grootvader Alfons en duiven van vrienden en melkers uit de buurt. In 1995 kwamen er dan een 12-tal duiven van Geert Lambrechts, Hallaar de kolonie versterken. Belangrijk was de inbreng van duiven van ingebracht van Jozef “De Kaasboer” Goovaerts (Berlaar-Heikant) in 2000. Later kwam er nog versterking vanop het hok van Dirk Van Dyck (2008) en van Gaston Van de Wouwer (2015).
Veel bijkopen doen Nick en Roger niet. Wel wordt er gewisseld en als het kan aan samenkweek gedaan, hiervoor wordt momenteel ook een nieuw extra hok neergezet. Zo werden er in 2018 duiven uitgewisseld met streekgenoten Jos en Jules Engels (nu Yves) en werd er reeds aan samenkweek gedaan met Frans en Dirk Maris, Vermeerbergen-Wilms en Wim De Troy. In 2021 werd er nog versterking gehaald over de grens bij Gerard en Bas Verkerk, en de meest recente samenwerking is met Jelle Roziers (Roziers-Xiang).
Een (h)echte duivenfamilie daar in Hallaar. Nick, Roger en Godelieve weten wat ze aan mekaar hebben. Ze spelen al zo lang samen dat alles op natuurlijke wijze verloopt. Zoals alle grote kampioenen hanteren zij hun systeem en houden daaraan vast. Wanneer het eens tegenzit zoeken ze geen excuses maar gaan ze bij zichzelf te rade. Wat hebben wij verkeerd gedaan?
Roger: “De spelers die altijd van systeem veranderen, die altijd maar verschillende duiven bijhalen, die altijd excuses zoeken waarom ze niet wonnen, dat zullen nooit winnaars worden zolang ze niet van mentaliteit veranderen. Een systeem waar je de voorgaande jaren succesvol mee was kan plots niet slecht zijn, dan scheelt er iets anders.”
Op onze vraag hoe ze de toekomst van de duivensport zien, antwoorde Nick het volgende: “De duivensport zal steeds verder professionaliseren. Je kan daartegen zijn, maar je kan dit niet tegenhouden. Het nationale spel zal meer en meer de bovenhand krijgen. Voor ons blijft het belangrijkste dat we plezier beleven in de duivensport. Vroeger wonnen we niet, maar toen hadden we ook plezier, dat telt!”
Auteur: