LUC STANDAERT - 1e Prov. Kampioen Halve fond jaarse Oost-Vlaanderen

Liefhebber: 

Onderwerp: 

Landegem – Landegem is een dorp in Oost-Vlaanderen en is een deelgemeente van Deinze. Oorspronkelijk werd het bij Nevele gevoegd maar met de fusie van Deinze en Nevele kwam ook Landegem op 1 januari 2019 bij Deinze. Tot 2018 werd er de Belgian Master georganiseerd en dat was elk jaar een dag waar iedere duivenmelker naar uitkeek. Landegem telt momenteel nog een tiental duivenmelkers maar jammer genoeg slinkt dat cijfer ieder jaar.

We gingen op de koffie bij Luc Standaert (53), metser van beroep en succesvol duivenmelker. In 2019 werd hij 1e Provinciaal Kampioen Halve Fond Jaarse Oost-Vlaanderen. Luc speelt de wedstrijden van snelheid tot grote halve fond en korft in in “Elk zijn Deel”, Aalter; “Fondclub Eeklo”, Eeklo en “De Zomergemvliegers”, Zomergem. Als de nood hoog is kan hij beroep doen  op zijn partner en kinderen.

Gevaert-Lannoo

Luc Standaert: “In mijn familie speelde er niemand met duiven. Als kleine jongen was ik al gefascineerd door de duivensport en ging ik bij de liefhebbers in de ruime omgeving mee de duiven letten tot ik in 2010 zelf met duiven begonnen ben.
Ik haalde enkele jaren her en der wat jonge duiven maar in 2014 ben ik opnieuw van nul begonnen. De eieren die ik kon halen bij de tandem Gevaert-Lannoo, Deinze zorgden voor een ongeëvenaarde boost van mijn duivenbestand. In 2016 werd er voor de eerste keer met die duiven gekweekt en de prestaties bleven niet uit.
In 2017 werd ik 1e kampioen jonge duiven snelheid, 1e kampioen jaarlingen snelheid, 1e kampioen jonge duiven Clermont, 2e kam-
pioen jonge duiven halve fond, 2e kampioen jaarlingen halve fond, 3e kampioen oude halve fond en Algemeen kampioen oude, jaarlingen en jonge duiven. In 2018 werd ik 1e kampioen Clermont jonge, 1e kampioen Arras jonge, 1e kampioen halve fond jaarse, 1e algemeen kampioen halve fond en won ik 14 eerste prijzen. In 2019 werd ik 1e Provinciaal Kampioen halve fond jaarse, 2e Provinciale Asduif, Kampioen kleine halve fond Meetjesland, Bekerwinnaar kleine halve fond Meetjesland en won 16 eerste prijzen.”

Basis van de kolonie

“Zo’n 95% van mijn duivenbestand wordt gevormd door duiven van Gevaert-Lannoo, Deinze. Ik ben die mannen nog steeds dankbaar voor de kwaliteit die ze mij geleverd hebben. De andere 5% komt van Eric Claes, De Pinte, gekend als specialist alleen met jonge duiven.
Ik heb het geluk gehad om twee doffers te krijgen uit topkweker “King Gaby” (Gevaert-Lannoo). De nakweek van een kleinzoon (B16/102) won al 24 eerste prijzen. Verder komen er nog toppers uit de kinderen en kleinkinderen van “King Gaby”.”

Een gedeelte van de hokken in Landegem.Totaal weduwschap

Luc speelt met 8 koppels het totaal weduwschap en de duiven worden op 24 november gekoppeld. Wanneer de jongen 18 dagen oud zijn worden ze met de nestschotel op de bodem van het hok geplaatst. De duivinnen worden van het hok weggenomen en zien hun doffer niet meer tot ze worden opgeleerd. De doffers trekken de jongen alleen verder groot.
Bij het opleren worden doffers en duivinnen een 4-tal keer weggevoerd tot 20 km en komen samen los. Ze komen samen thuis en kort daarna worden ze opnieuw gescheiden. Aan huis trainen doffers en duivinnen alleen ’s morgens. Zowel doffers als duivinnen worden gespeeld van snelheid tot grote halve fond.

Er zijn weinig problemen met het onderling paren aangezien de duivinnen iedere week in de mand gaan en tijdens de week opgesloten worden in een loketkast. Bij de inkorving komen doffers en duivinnen zo’n 5 à 10 minuten samen. Na aankomst van een wedstrijd blijven ze samen tot Luc terug is van het lokaal. Na thuiskomst van de grote halve fond blijven ze samen tot de volgende morgen.

Tot grote halve fond

Er worden in totaal slechts 40 jonge duiven gekweekt waarvan er 6 bonnen werden geschonken aan diverse duivenbonden. Als de jongen 18 dagen oud zijn worden alle jongen met de nestschotel op de bodem van het hok geplaatst tot de jongen goed eten en drinken. Ze worden daarna gespeend en gaan naar de twee afdelingen van het jonge duivenhok met telkens 20 duiven op iedere afdeling.
De jongen worden verduisterd van begin maart tot begin juni van 18 u tot 8 u ’s morgens. Bij het opleren worden de jongen een 10-tal keren weggevoerd tot 25 km en daarna worden ze in de mand gezet voor Arras. Eens opgeleerd worden de jongen tussendoor niet meer weggevoerd.
Een kwartier na het opheffen van de verduistering ’s morgens komen de jongen los voor een trainingsbeurt van 1 u. De jongen worden de tweede week van april gescheiden en worden op de schuifdeur gespeeld na de tweede snelheidswedstrijd. Bij het inkorven komen doffers en duivinnen 1 u samen en dan worden de 12 wegkruipbakjes op ieder hok open gezet waarin het jonge volkje kan stoeien. De jongen worden gespeeld van snelheid tot halve fond.
Luc speelt ook graag snelheid en wanneer er enkele jongen (3 à 4 duiven) goed presteren op de korte afstand dan blijven die op de snelheid. De andere jongen schuiven door naar de kleine halve fond en de uitblinkers daar (4 à 5 duiven) blijven op deze afstand. De andere jonge duiven gaan naar de grote halve fond.

Honing en look

Na aankomst van een wedstrijd worden de duiven “Champion” + “Black Label” (sportmengeling) gevoederd. Er zijn elektrolyten in het drinkwater. Op maandag en dinsdag wordt er 100% zuivering geserveerd. Op dinsdag wordt het 50% zuivering + 50% “Champion” + “Black Label”. Op woensdag en donderdag wordt er overgeschakeld op 66% “Champion” + “Black Label” + 33% Energy. Dat wanneer er ingekorfd wordt voor de grote halve fond. De duiven voor de snelheid krijgen op vrijdag en zaterdag wat rest van donderdag. Zij werden mee opgevoederd met de duiven voor de grote halve fond en moeten het die twee dagen stellen met een beperkt rantsoen.
Op maandag gaat er biergist over het voeder en twee dagen per week wordt er honing opgewarmd en aan het drinken toegevoegd. Ook komt er nog een teentje look in het drinken.

Gele druppels

Voor de kweek en voor het vliegseizoen gaat Luc met zijn duiven op controle bij de dierenarts. Duiven met een wispelturige gezondheid worden direct van het hok verwijderd. Luc handhaaft deze politiek al zo lang hij met duiven speelt en dat blijkt zeer efficiënt te zijn. Het zijn tenslotte altijd dezelfde duiven waarbij er iets hapert.
De vliegduiven worden voor aanvang van het vliegseizoen 5 dagen behandeld met Ronidazole. Verder in de loop van het seizoen krijgen jong en oud de fameuze “gele druppels” toegediend.

Sinds Luc een viertal jaren volières voor zijn hokken heeft staan hebben de duiven weinig of geen last meer van luchtweginfecties. Duiven die daarvoor gevoelig zijn worden sowieso van het hok verwijderd. Ter controle worden er blauwe oogdruppels toegediend en gekeken hoe snel die druppel in het oog wegtrekt.
Aangezien de duiven in Landegem weinig last hebben van adeno is het ook niet zo’n groot probleem. Steekt adeno toch de kop op dan worden de duiven zeer licht gevoederd en gaan er elektrolyten in het drinken. Na 4 à 5 dagen is het probleem opgelost en de duiven die te erg afgezien hebben worden verwijderd. Voor het kweekseizoen worden de duiven ingeënt tegen paratyfus zonder voorafgaande medicijnbehandeling.
Duiven die last hebben van “one eye cold” worden zo snel mogelijk van het hok verwijderd en in de volière gezet tot ze genezen zijn.
Eenmaal per jaar voor het vliegseizoen worden de duiven ingeënt tegen paramyxo en het rotavirus en met het borsteltje ingeënt tegen de pokken.

Volières voor de hokken

De duiven worden gespeeld op 16 m vlieghokken. Een plankenvloer is voor Luc altijd nog het meest makkelijke om te onderhouden. De verluchtingstrook boven en voor de duiven is 15 cm x 2 m. Onderaan is er ook een verluchtingstrook van 15 cm x 80 cm. Beide verluchtingstroken zijn aangebracht in de voorzijde van het hok.
Er zijn volières over de volledige lengte van het hok. De hokken worden dagelijks tweemaal gereinigd. De drinkpotten worden iedere dag ontsmet en hangen te drogen tot de volgende morgen.

Kweekhok

De kwekers worden gekoppeld op 24 november. Ieder jaar krijgen de meeste doffers een andere duivin. Wanneer er na drie jaar geen bruikbare nakweek komt dan verloopt de verblijfsvergunning. In de kweekploeg zitten toch vier vaste kweekparen.
Er worden momenteel geen andere duiven meer bijgehaald en familiekweek wordt zoveel mogelijk vermeden.

Kweekkoppel

Een uitstekend kweekkoppel is “King Ragnar” B16/4073102 (7 x 1e en 24 per 10-tal) x “Siggi” B17/4214970. Zij werden de ouders van:

  • “Dochter Ragnar” B18/4206430 met 1e Melun 689 d, 1e Clermont 306 d, 1e Clermont 542 d, 1e Clermont 394 d, 1e Clermont 499 d, 1e Issoudun 256 d/12e prov. 4054 d, 1e Arras 425 d, 1e Chevrainvilliers 109 d, 1e Melun 125 d.
  • “Zoon Ragnar” B18/4206410 met 1e Clermont 489 d, 1e Arras 301 d, 1e Clermont 212 d, 1e Melun 115 d, 2e Chevrainvilliers 104 d, 2e Pontoise 152 d, 3e Chevrainvilliers 433 d, 3e Clermont 486 d, 3e Melun 516 d.
  • “Zoon Ragmar” B19/4007540 met 1e Pontoise 136 d, 3e Pontoise 92 d, 6e Clermont 311 d, 7e Pontoise 158 d, 8e Arras 206 d, 14e Arras 193 d, 17e Arras 212 d.

Strenge selectie

“Hier wordt streng geselecteerd want de plaatsen op het weduwnaarshok zijn beperkt. Ik zie liefst duiven die goed presteren aan 1100 à 1200 meter. Ik heb een voorkeur voor de iets kleinere duiven maar die wel goed gespierd zijn.
Ik hou van duiven met een prachtig oog en een goede verbandscirkel. Ze moeten levendig en tam zijn en aanhankelijk zijn in de omgang. Ik verkies een goed gesloten duif, met zachte pluim, een kleine keelspleet en zoals gezegd met een opvallend oog.
Afstamming is voor mij zeer belangrijk omdat de duiven van Gevaert-Lannoo zeer goed verder kweken en mijn kolonie voor 95% met hun duiven opgebouwd is.”

Coronavirus

“Ook in Landegem houdt het coronavirus lelijk huis maar natuurlijk heeft de gezondheid voorrang op onze hobby. Het is uiteraard jammer dat we niet met de duiven kunnen spelen en dat het sociaal contact tussen de liefhebbers wegvalt.
Maar als echte liefhebber doe je toch verder zoals we in het speelseizoen zouden doen. In afwachting van de heropstart van het vluchtseizoen verzorg ik mijn duiven zoals het hoort.
Aangezien de duiven hard trainen aan huis hebben ze nog steeds nood aan een goede evenwichtige voeding. Ze komen iedere morgen stipt om 8 u los en na 45 minuten trainen worden ze binnen geroepen. Hopelijk is het grootste leed geleden en kunnen we binnen afzienbare tijd opnieuw met de duiven spelen.”

Roofvogels

“Ja, wanneer de jonge duiven voor de eerste keer buitenkomen krijgen we hier met de klamper te maken. Ik verloor dit jaar al een 4-tal jonge duiven die in de klauwen van de roofvogels terecht kwamen. Maar eenmaal de jongen goed beginnen te trainen wordt het probleem minder. De jonge duiven blijven toch regelmatig trainen en moeten de omgeving verkennen. Met roofvogels moet je jammer genoeg leren leven.”

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.