Liefhebber:
Onderwerp:
Linkhout – Snelheidskoning Mark Janssens uit Lummen heeft er nog maar eens een fantastisch seizoen opzitten. Niet enkel in Limburg maar ook op nationaal vlak hebben de spurtbommen van deze melker zich nogmaals laten gelden. Maar niet alleen Mark heeft nationale asduiven op zijn hok, zijn dochter Stefanie, spelend lid van de duivenbond te Donk, pronkt eveneens op de lijsten bij de jonge duiven met de 2e Prov. en 3e Nat. Asduif kleine halve fond jonge duiven.
Een dubbele bevestiging dus, want Marks duiven renderen ook op andere hokken en zijn dochter lijkt met haar hobby dezelfde weg als haar vader in te slaan.
Zoals de titel het al aangeeft is Mark nationaal kampioen op de snelheid bij de jonge duiven, daarnaast won hij met twee echte supergetalenteerde jonkies de 2e en 5e Nationale Asduif snelheid jonge duiven KBDB 2024.
1e Nat. Kampioen Snelheid Jonge duiven KBDB 2e Nat. Asduif Snelheid Jonge duiven KBDB 5e Nat. Asduif Snelheid Jonge duiven KBDB 1e Prov. Kampioen Jonge duiven met 1 en 2 1e Prov. Asduif Snelheid Jonge duiven 2e Prov. Asduif Snelheid Jonge duiven 1e Kampioen West-Limburg Snelheid & Halve Fond |
Minikolonie
Het minste wat we van Mark Janssens kunnen zeggen en schrijven, is dat hij een liefhebber is met de kleine mand. Dat onze columnist Ad S. een zwak heeft voor dit type melkers, hebben we nooit anders geweten. De reden van Ad’s bewondering wordt bevestigd wanneer we de resultaten van deze minikolonie ter hand nemen. Het is haast onmogelijk dat groot-inkorvers eenzelfde prijzenpercentage kunnen voorleggen als dat van onze gastheer van vandaag.
We kunnen alleen maar confirmatief toekijken dat ze zeldzaam zijn geworden, de duivenmelkers die bij de inkorving genoeg hebben aan een mand met hooguit 6 of 8 vakken. De dagen dat Mark Janssens tijdens een seizoen een grotere korf nodig heeft, zijn makkelijk op één hand te tellen. Terwijl een kleine halve eeuw geleden het merendeel van de duivensporters aan een enkele duivenmand genoeg had, is dat vandaag de dag eerder een zeldzaamheid. Nog meer wanneer zo iemand op wedstrijddagen zijn concurrenten telkens weer het nakijken geeft en ze allemaal te snel af is. In dit geval moeten we vooral het woordje ‘snel’ benadrukken. Want als er iets is waarmee we de duiven van Mark Janssens moeten beschrijven, dan is het met dat ze snel en haast onklopbaar zijn in de spurt.
Nog een reden waarom we Mark tot de kleinere liefhebbers mogen rekenen, is het feit dat hij, op een enkele keer na, uitsluitend met de jonge duiven speelt. Het kan haast niet eenvoudiger en zoals hij het zelf zegt, ‘daar is bijna geen werk aan en het is perfect te combineren met mijn job op de stadsdienst’.
Op het kweekhok huizen er alles bij elkaar 14 koppels waaruit jaarlijks een ronde voor hemzelf en een tweede ronde voor dochter Stefanie wordt getrokken. Daarnaast zitten er nog 5 jaarlingen en enkele overblijvende duivinnen, de rest van de hokken staat momenteel leeg.
Een beetje geschiedenis
Mark is zijn hele leven lang nooit ver uit de buurt van duiven geweest. Zijn vader Jules Janssens, woonachtig te Donk, was een fervent beoefenaar van het vitessespel. Ook Mark zijn broers, Hugo en Jean-Pierre deelden mee in de hobby. Het was echter niet voor de hand liggend dat Mark in de voetsporen van zijn vader zou treden, want aanvankelijk kwam het provinciale voetbalspel bij hem op de eerste plaats.
In 1998 trouwde Mark waarna logischerwijs de verhuis naar Linkhout volgde. Prioritair was daar de bouw van een duivenhok in de achtertuin, iets wat vrijwel onmiddellijk door de wijkagent werd opgemerkt. Er kwam dus een vergunning aan te pas en sindsdien zijn de duiven er nooit meer weg geweest. Al ging in de beginjaren het voetbalspel nog steeds voor op alles. Het hok van toen heeft inmiddels plaats moeten maken voor een nieuwe duivenwoonst, vooral op aandringen van vrouwlief. Ondertussen is Mark echter blij alsook tevreden met de nieuwe en tevens zeer mooie accommodatie.
Flor en Peter
In eerste instantie kwamen de betere duiven van de dorpsgenoten en tandem Gressens-Raeymakers, in 2009 aangevuld met duiven van Jef Marcoen (Halen), en daarna Van Dijck-De Beule (Geetbets) en Maurice Lambeets (Rillaar).
De belangrijkste inbreng kwam er door toedoen van de B00-6158643, een binnengelopen jonge duif van Flor Vervoort (Hallaar). Mark mocht hem houden, waarbij Flor hem op het hart drukte dat het een goede was. Hij werd met de jongen meegegeven en vrij snel bleek dat Flor de pieper juist had ingeschat. Het betrof immers een buitengewoon goede vliegduif en de afstammelingen van deze duiver, waaronder meerdere toppers, zorgden ervoor dat het hok Janssens nadien nog beter ging presteren.
Dan was er de B14-2014354, een blauwe witpen duivin die via een bon verkregen werd bij de snelheidskoning uit het oosten van Limburg, Peter Stakenborg (Neeroeteren). Niet veel later bleek dat het een topkweekster was, haar ringnummer is bijgevolg bijna in alle pedigrees van Mark’s beste duiven terug te vinden.
Zeker niet onbelangrijk was de vriendschapsband met Stefan Steenbergen, waarvan aanvankelijk duiven naar het hok van Mark verhuisden. Een onrechtstreeks gevolg en nog mooier was het moment toen Stefan Steenbergen in 2015 met een duif van Mark tegen 21.482 jaarse de 1e nat. Bourges op zijn palmares mocht bijzetten. Nadien zou Mark nog langsgaan bij Eddy Clemens (Schulen) die ook de oude soort van Gressens op de kooi had.
2011 2012 2013 2014 2015 2017 2021 2022 2023 2024 |
Jonge duiven op weduwschap
Zoals elders op andere hokken wordt er ook hier zo vroeg mogelijk gekweekt, waarna de jonge garde de eerste weken mag buiten zitten in een ren, zodat ze omstreeks half februari pas de vrijheid krijgen. Eind april wordt gestart met het lappen en half mei aansluitend de eerste leervluchten in het lokaal. Aanvankelijk wordt er nog met duivers en duivinnen gespeeld, doch na enkele weken gaan de jonge duivers op weduwschap en blijven de duivinnen thuis. De jonge doffers worden ’s morgens uitgelaten en komen binnen wanneer ze willen, ’s avonds is er terug een trainingsvlucht waarna ze volle bak te eten krijgen. Na het invallen van de duisternis wordt de eetbak met overschot weggenomen. De jonkies handtam en gehoorzaam maken, wordt aangeleerd met behulp van pinda’s. Afhankelijk van de jonge duivinnen, worden de duivers daarna gemotiveerd door ze te koppelen met oudere duivinnen. Regelmatig lappen is voor Mark belangrijk en een keer of twee per week worden ze gelost in Hannut.
Verwantschap
De duiven waarmee het kampioenschap gewonnen werd, beschikken allen over de beste bloedlijnen, en bij nader inzicht zijn ze allemaal een beetje familie van mekaar. Zo is er de topduivin van Peter Stakenborg, B14-2014354, die in elke stamboom voorkomt. Gekoppeld aan de B13-5031080, is zij de moeder van een groot aantal duiven op het kweekhok, waaronder de B21-5057374. Deze klepper is vader van 001/23, 15e Nat. Asduif en 2e Prov. Asduif 2023, maar eveneens van de 002/23, 21e Nat. Asduif 2023. Dit jaar schonk hij de 524 /24, die bij Stefanie de 2e Prov. en 3e Nat. Asduif kleine halve fond werd. Bij Mark is hij bovendien de grootvader van de 006/24, de 2e Nat. Asduif en 2e Prov. Asduif 2024.
Vader van de 5e Nat. Asduif snelheid is de B22-6079303, deze komt van Van Elsacker-Jepsen en werd via internet oorspronkelijk aangekocht als zijnde een duivin. Toen bleek dat het om een duiver ging, mocht Mark ter vervanging een duivin gaan uitkiezen waarna hij deze doffer gratis meekreeg.
Ook zien we in de stambomen een duivin, soort Dirk Van Den Bulck (Grobbendonk), alsook duiven van Vrancken-Berden (Kuringen) en Ludo en Jeroen Panis (Diepenbeek), waar Mark op zoek ging naar versterking.
Niet onbelangrijk zijn de talloze referenties van afstammelingen van Mark zijn minikolonie, die het elders in de wereld ook goed doen. Zo is er o.m. de B23-5016042, een halfzus van de 006/24, die in Engeland van 800 jonge de 1e prov. won.
Algemeen
Het voeder komt voornamelijk van Beyers met momenteel ‘Super Rui’, in het begin van het seizoen ‘Premium Youngsters’ met daarna ‘Olympia 52’. Wanneer het nodig moest zijn, alsook voor de verplichte vaccinaties, doet Mark beroep op dierenarts Raf Herbots.
Dat hij in maart van dit jaar, nog voor er een wedstrijd gevlogen werd, al een dopingcontrole kreeg, doet niet enkel bij Mark de wenkbrauwen fronsen, maar hij zal er zeker zijn slaap niet voor laten. Van het systeem waarmee hij en dochter Stefanie aan de duivensport deelnemen, wordt voorlopig niet afgeweken. De basis die op het kweekhok gevestigd werd, heeft zijn waarde ondertussen meer dan eens bewezen en geeft sowieso garanties voor de toekomst.
Na dit bezoek bij deze ‘kleine’ duivensporter maar tegelijkertijd ‘groot’ kampioen, kunnen we onze bewondering niet onder stoelen of banken steken. Mark is echt ‘gene gewone’ en het feit dat zijn duiven niet alleen bij hem op het hok, maar zich ook elders in de kijker vliegen, maakt deze liefhebber alleen maar groter. Proficiat met de geleverde prestaties!
3e Nat. Asduif Kleine Halve Fond Jonge duiven KBDB |
Auteur: